AXELSE COURANT NOORD-BRABANT PEPKACh3hPyJL J. C. VINK frankermg bi) abonnement, Axel WOENSDAG 28 AUGUSTUS 1957 71 e Jaaragng No. 93 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IED/ 'E WOENSDAG EN ZATERDAG Drukker-Uitgeefster: FIRMA J. C. VINK Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Til. 0 1155-646 Hoofdredactie: J. C.VINK Ideaal voor ieder die brieven schrijft! FIRMA Markt 12 AXEL. BEZOEK AAN EEN ANDERE PROVINCIE Brabant is een grote provincie, rijk en veelzijdig. Wij moeten er, meer nog dan dit bij de reeds besproken provincie het geval was, met zevenmijlslaarzen doorheen stap pen en moeten daarbij betreuren dat tal van wetenswaardige zaken niet kunnen worden aangestipt. Er zullen meer algemene, dan plaatselijke aspecten ter sprake kunnen komen. Twee jaar geleden nam de directeur van de Provinciale Planologische Dienst in Bra bant, ir. Buskens, afscheid van deze dienst met een magistrale rede. Wij kunnen niet beter doen dan eens te horen, wat deze bij uitstek deskundige toen heeft gezegd over de merkwaardige verandering die zich in Brabant heeft voltrokken. Dit plaatst ons ook midden in de problematiek van dit ge west. Hij vertelt dan dat de bevolking in twee decennia van 1930 tot 1950 ge groeid is met 41%, de industriële beroeps bevolking steeg echter met 66%. Toenemen de industrialisatie dus en toenemende bedrij vigheid, die door de bouw van verkeers- bruggen, de aanleg van een wijd vertakt modern wegennet en een belangrijke opvoe ring van de frequentie op de spoorlijnen vooral na de oorlog aanzienlijk kon wor den gestimuleerd. Dit weerspiegelt zich o.a. in de groei van het verkeer in al zijn fa cetten. Nadat de heer Buskens dit met cijfers heeft toegelicht komt hij tot de volgende fascinerende visie „Geheel het wegverkeer, het treinverkeer, zelfs ook de goederenstroom langs de Bra bantse wegen, de spoorrails en de water wegen, tonen tezamen dat de randprovincie Noord-Brabant in een kwarteeuw tot cen traal Nederland is gaan behoren. Anders gezegd, de nabije toekomst zal uitwijzen dat de halve cirkel van de Randstad Holland (van Dordrecht via RotterdamDen Haag Haarlem Amsterdam Utrecht) zich grotendeels in Brabant gaat sluiten. Het voormalige wingewest, het veron achtzaamde generaliteitsland wordt thans een wezenlijk en onmisbaar deel van het hevig levende hart van Nederland. De be volkingsgroei en de industrialisatie geeft dit aan. De verkeersgeografische situatie en de ligging ten opzichte van de Benelux beklem tonen dit te meer." „Maar," zegt hij, „niet genoeg kan de aandacht op de vele consequentie's van deze ontwikkeling vallen. Geestelijk en ruimtelijk moet Brabant voor deze ontplooiing worden uitgerust, wil deze ontwikkeling voor het Brabantse volk een zegen blijken." Hij constateert dat 25 jaar geleden de grootste stad nog geen 80.000 inwoners tel de, er waren 14 gemeenten boven 10.000 inwoners en slechts 7 boven de 20.000. In 1954 waren reeds 28 gemeenten ge groeid tot boven 10.000 inwoners Eind hoven had reeds 150.000 zielen, Tilburg bijna 130.000 en Breda naderde de 100.000. Dan laat hij de groeiende gemeenten de revue passeren en we horen van Boxtel, Dongen, Geldrop, Schijndel, Uden, Valkens- waard, Veghel, Veldhoven, Vught en Waal wijk die alle al boven de 10.000 zijn, en tot de steden boven de 20.000 zullen gaan be- I horen. Hij wil in één adem ook Best, Deurne, Etten, Gemert, Goirle, Kaatsheuvel, Oister- wijk, Oudenbosch en Steenbergen noemen, die door hun industriële ontwikkeling de zelfde weg opgaan, ja moeten gaan. Want Brabant moet in de komende 20 jaren een 'half millioen inwoners meer her bergen. Wat daaraan vastzit wordt door ir. Buskens bijzonder verhelderend uiteengezet. Wat hij daar zegt is niet alleen van belang voor Brabant, al slaat het op de Brabantse verhoudingen. Het geldt voor ons hele land en daarom wil ik u zijn woorden voorleggen „Dat wil zeggen, dat zij (in casu dus de Brabanders) deze mensen moeten huisvesten en te werk stellen, er straten en wegen voor aanleggen, er kerken en scholen voor bou wen, er winkels en recreatie-gelegenheden voor scheppen, kortom, dat zij de ruimte en de middelen vinden om ook dit nieuwe half millioen zich volledig te kunnen laten ont plooien. Deze opgave komt overeen met het jaarlijks bouwen van een volledige stad van 25.000 zielen. Weliswaar ligt deze taak ver deeld over een groot aantal gemeenten, maar daarom is de opgave er niet minder om. Het zwaarste ligt de taak voor de grote ge meenten. Zij moeten hun structuur herzien en tegelijk enorme uitbreidingen realiseren. De omvang van de grootsten roept een vraagstuk op dat in de komende jaren ern stig onder de ogen gezien moet worden. De samenballing van bevolkingsconcentratie's in grote steden is noch stedebouwkundig, noch economisch, noch sociaal een voortref felijke vestiging van de grote arbeiders groepen die de industrie behoeft. Het zal een blijvende zorg en gewetensvolle tstudie vergen om de goede weg te kiezen in de mogelijkheden van concentratie, deconcen tratie of satelliet-vorming rondom de grote steden." Over de toekomst van de landbouw merkt ir. Buskens op, dat de uitbreiding van het areaal door het ontginnen van woeste grond niet meer veel zal opleveren. De recreatie- en natuurbescherming en de defensie eisen de nog overgebleven „restanten" daarvan onvoorwaardelijk op. De enig afdoende op lossing voor expansie van de landbouw ligt op kwalitatief niveau. Voor Brabant wordt dit door onze zegs man als volgt onder woorden gebracht „Een agrarisch welvaartsplan waarvan in tussen het algemeen gedeelte verschenen is, zal hierin de weg moeten wijzen, vooral met betrekking tot de herinrichting van het land bouwgebied, zowel qua grondwaterstanden en waterafvoer, ontsluiting en cultuurtoe stand van de grond, als in de vorm en lig ging van de kavels en in de opzet en leiding van vele bedrijven. Er ligt een onmetelijk werkterrein alleen al in de beheersing van het grond- en oppervlaktewater. Niet alleen de grote plannen om water in te voeren vanuit grote reservoirs tussen de Hollandse en Zeeuwse eilanden, maar in het gehele stelsel van afvoer en stuwing in onze beken en stroomgebieden kunnen zeer vele hecta ren een sterk verhoogde opbrengst geven." Tot zover ir. Buskens. Er moet dus veel groots verricht worden in Brabant. En het zal waarachtig wel gaan. Als we bedenken, dat de geschetste ont wikkeling tussen 1930 en 1950 plaats had in een tijd waarin achtereenvolgens een ernsti ge depressie en de tweede wereldoorlog vie len, dan weten we dat in Brabant fut zit. De gevolgen van de oorlog zijn voor Bra bant niet gering geweest, geen enkele Ne derlandse provincie had zoveel door oorlogs geweld getroffen stads- of dorpskernen als Noord-Brabant, n.l. 60. Er waren 2500 boer derijen totaal verwoest. Van de kunstwerken behorende bij de rijkswegen en kanalen ver keerden er 45 in hopeloze staat, w.o. alle sluizen in de Zuid-Willemsvaart de Pro vinciale Waterstaat moest 350 km. van het provinciaal wegennet weer bruikbaar maken en circa 60 bruggen vernieuwen. Het vroe gere dijkdorpje Empel, ten noorden van Den Bosch, dat aan stukken werd geschoten, is midden in het lage land herbouwd van de plaatsjes Maren en Kessel, welke hetzelfde lot ten deel viel, heeft men één nieuw dorp gemaaktde Nolder genaamd. Na de oorlog hebben zich meer dan 250 nieuwe bedrijven in Noord-Brabant geves tigd. Dit succes is voor een groot deel te danken aan het In 1947 opgestelde Provin ciaal Welvaartsplan (waarmee onze pro vincie een primeur presenteerde), dat rich ting gaf aan de activiteiten van publieke en particuliere instellingen. Het groeitempo van de werkgelegenheid in Brabant is duidelijk sterker dan in het gehele land, terwijl de binnenlandse vertrekoverschotten uit dit ge west zelfs omsloegen in een vestigingsover schot. Laten we nu, na deze algemene intro ductie ,op onze zevenmijlslaarzen door het Brabantse land trekken, te beginnen in het westen. Het uiterste westen herinnert ons aan de watersnood van 1953, waarvan het herstel al een heel eind gevorderd is. Even verder stappen we het „ontwikkelingsgebied West- Brabant" binnen, gelegen tussen Breda en Roosendaal en ten noorden en zuiden van deze lijn. Hier moeten we even stilstaan, er is veel veranderd. Vroeger waren in dit af gelegen grensgebied diegenen en dat waren er velen die niet in de landbouw terecht konden, aangewezen op het zoeken van arbeid in Breda en Roosendaal. De Werkgelegenheid daar was veel te gering en lag merendeels in de seizoenbedrijven (conservenfabrieken), zodat des winters de werkloosheid in die streek nog groter was dan in de zomer. Nu zijn er op het platte land industrieën verrezen, die aanvankelijk alleen voor ongeschoolden werk brachten. De geschoolden werden geïmporteerd van elders. Deze toestand was voor de streek geen afdoende uitkomst. Zij moet zelf kan sen bieden aan dezulken die tot meer in staat zijn. En zover komt het al, want er zijn overal (speciaal in Etten en Rucphen) diverse soorten opleidings- en vakscholen gekomen. Ook huishoudonderwijs voor de meisjes. Met dit laatste wil men voor de jonge vrouwen bereiken, dat zij enerzijds eventueel buiten de fabriek werk kunnen vinden en anderzijds later als moeder van een gezin een belangrijke bijdrage kunnen leveren voor de kwaliteitsverbetering (zo noemt men de opheffing van het peil der levensgewoonten, wel wat onbarmhartig in de sociale economie) van de bevolking. In Etten werd een industriepark aange legd waar zich o.a. de hypermodern opge zette Tornado-fabriek vestigde, de fabriek die o.m. de metalen draadprodukten ver vaardigt, die welhaast in geen keuken meer ■ontbreken. In Rucphen werd zelfs met een diamant-industrie begonnen, een driest ex periment, dat schijnt te lukken In Ouden bosch gaat het ook goed Oosterhout is een bloeiende plaats met veel nieuwe be drijven. Maar er zijn ook wel zorgen. In de tijden dat in de streek veel werklozen waren, be gonnen1^' (per bus) te pendelen naar Dor drecht en Rotterdam, waar ze vooral werk in de havens vonden, en zij doen dat, in groten getale, nog. „De pendel" biedt veel aantrekkelijks. Het loonzakje aan het eind van de week is beter gevuld dan dat van de thuisblijvers. Maar de nadelen zijn be denkelijk de mensen maken heel lange da gen, kunnen zich te weinig aan hun gezin wijden. Bij conjunctuuromslag zijn zij de eersten die op de keien staan. Ook is er de wel zeer abrupte overgang van het besloten leven in het Brabantse dorp naar dat van de „grote stad" waar de eenvoudigen van hart en geest overrompeld worden door toestan den en ideeën die ze niet altijd op de juiste wijze kunnen verwerken. Hoewel nog niet voor allen is er voor velen van hen nu werk in de streek zelf. Maardat loonzakje En nu bestaat daar de vreemde toestand dat de bedrijven in Breda, Roosendaal, Etten en Rucphen kampen met tekorten aan personeel terwijl er regelmatig door Rotterdam c.s. wervingsavonden worden gehouden, waarop met succes getracht wordt de mensen „weg te kopen", enhet departement van Maatschappelijk Werk gelden beschikbaar stelt om de, in sociaal en cultureel opzicht nadelige gevolgen van het pendelen te be strijden. In het uiterst zuid-westen is ook industrie. Bergen op Zoom, Hoogerheide, Ossendrecht. In Zundert bloeit de wereldberoemde boom kwekerij van Pierre Lombarts, die een enorme verscheidenheid van gewassen voort brengt. Geheel West-Brabant kent waterstaat kundige noden. De Deltawerken zullen hier menselijkerwijs gesproken aan het overstro mingsgevaar een eind maken. Maar men maakt zich in dit land nu zorgen, dat het tot stand komen van een definitieve regeling van het afwateringsprobleem, doordat het Deltaplan nog uitgewerkt moet worden, weer op de lange baan komt, omdat alle water staatkundige werken ten nauwste samen hangen. Onzekerheid heerst omtrent de re geringsplannen inzake de Schelde-Rijn-ver- binding. Ook vreest men dat door het ont werpen van een verbindingsweg Rotterdam- Antwerpen over de Volkerakdam, de z.g. Zoomse weg, de ontworpen verbinding Roo- sendaal-Moerdijk, waarnaar men reikhal zend uitziet, nu van secundair belang is ge worden. De landbouw levert in West-Brabant vlas, suikerbieten, aardappelen, tarwe en gerst. Het is verheugend, dat in het begin van de 50-er jaren de coöperatieve vlasfabriek „Dinteloord" te Steenbergen een spinnerij heeft opgericht, die een heel nieuwe ver schijning was in de Brabantse vlaswereld. In het zuidelijk gedeelte vinden we gemengd bedrijf met zwartbont vee voor de melk productie. Rond Breda ligt het bekende tuinbouw bedrijf (o.a. aardbeien en frambozen) dat de conservenfabrieken deed ontstaan. We waren al veel te lang ;n het westen, op de valreep nog gezegd dat Breda meer en meer gevariëerde industrie krijgt en Gilze- Rijen en Dongen ook meedoen. We komen nu in het noorden bij de grote rivieren en memoreren dat het land van Aalten en Heusden zwaar te lijden heeft ge had van het oorlogsgeweld. In Heusden gaat een zeer dynamisch bedrijf grote ac tiviteit ontplooien. „Verolme's Verenigde Scheepswerven" wil daar de bestaande werf uitbreiden, zodanig dat daar liefst twee tank schepen van 20.000 ton tegelijk gebouwd kunnen worden. En dit terwijl een reeds vroeger besloten uitbreiding nog aan de gang is Maar de macht van de olie in de huidige maatchappij is bijna niet te over schatten iemand heeft de olie al genoemd het „levenssap der moderne beschaving". Intussen is de uitbreiding van de werf een gigantische onderneming, want o.a. moeten de rivierdijken er voor verlegd worden. Er zal nog geruime tijd verlopen eer men met het leggen van de kiel van de tankers kan beginnen. En dan is misschien nog niet alles al voor elkaar inzake het bouwen van deze grote schepen. Het zal veel voeten in de aarde hebben om de benodigde werkkrach ten te krijgen. Er zijn nog andere moeilijk heden de sluis bij Andel en de brug bij Keizersveer zijn niet berekend op het door laten van zulke grote schepen. Indien hier geen voorzieningen getroffen worden kan de werf de schepen niet compleet afleveren, maar moeten de secties naar elders ver voerd worden. Dit is óók niet voor de poes. Maar men hoopt, gezien 'het belang van dit zeer grote bedrijf voor de gehele streek, dat met de overheid een financiële regeling kan worden getroffen voor vergroting van de sluis en het hefbaar maken van de brug. Niet ver van Heusden ligt Drunen, hier is een der meest merkwaardige bedrijven van het Brabantse land gevestigd. Dat is de fa briek, die in een kleine kwarteeuw tijds van een gieterijtje met 30 man personeel uit- groide tot een reusachtig bedrijf met meer dan 800 arbeiders, waar wekelijks zo'n vijf tal scheepsschroeven met meer dan 4 meter middellijn en dan nog een paar van 2 tot 4 meter middellijn worden afgeleverd, zowel aan Nederlandse als aan buitenlandse wer ven. Dit is een industrie om een boek over te schrijven Tanden wonderwii en altijd f risse adem Bij Raamsdonkveer is de grote Amer- centrale gebouwd, die meehelpt Brabant van electriciteit te voorzien. De centrale heeft een schoorsteen die even hoog is als de Domtoren van Utrecht. Een merkwaardig stukje Brabant is de Biesbosch. Geofysisch is het een uniek ge bied een zoetwater-getijden-delta komt in Europa verder eigenlijk nergens voor. Voor natuurliefhebbers is het een dorado, maar de boeren denken er anders over. Zij hebben een woon- en bedrijfsgebied, dat eeuw'ig be dreigd wordt door overstromingsgevaar. De exploitatie van hun landerijen kan door het isolement (arbeiders moeilijk te krijgen aan- en afvoer van ales wt nodig is moeizaam) niet efficiënt gebeuren, van enige mechani satie kan geen sprake zijn. Het water-vrij maken van de Biesbosch stond al heel lang op het programma, maar de hinderpalen zijn veelvuldig en van velerlei aard en vooral waterstaatkundig uiterst gecompliceerd. En nu spreekt alweer het Deltaplan een woord je mee voorlopig kan men de Biesbosch als gebied voor waterberging niet missen In deze streek hebben tegenstrijdige belangen sinds de vroegste eeuwen de situatie be heerst. Helaas is het nu wel duidelijk dat alleen de afsluiting van de zeearmen de zo zeer begeerde bestaanszekerheid zal kunnen vrschaffen. Intussen kan er echter wel iets aan de wateroverlast worden gedaan hier voor zou meer eenheid op bestuurlijk gebied heilzaam zijn. De Biesbosch levert behalve landbouwproducten veel riet, biezen en rijs hout. We passeren de Langstraat, waar we niet verblijven, iedereen weet, dat daar zoveel schoenen geboren worden. Vermeld moet wel worden, dat de Langstraat er water staatkundig slecht aan toe is. Afsluiting van de Donge en het Oude Maasje moet de ver betering brengen. Het is in studie of dit vooraf kan gaan aan de afsluiting van de zeearmen. Over Den Bosch straks, als er nog tijd is, nu eerst met een heel grote stap naar de Peel en naaste omgeving. (Vervolg op pagina 3) ABONNEMENTSPRIJS: Loste nummers 6 ent Kwartaal-abonnementi Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen 11,75 Buitenland I 2,00 ADVERTENTIEPRIJS: 8 cent per m.m. Bl] contracten belangrijke reductie. Inp tonden Mededelingen 20 cent per m.m. Klein*. ïdvertentiën (maximum 6 regels) 1-5 regels 70 cent iedere regel meer 12 cent extra.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1957 | | pagina 1