AXELSE COURANT
Rotterdam - .Sterker door strijd'
BABYVESTJE
J. C. VINK
M
Frankering bij abonnement, Axel
ZATERDAG 4 MEI 1957
71e Jaargang No. 61
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
VERSCHIJNT IEE/ E WOENSDAG EN ZATERDAG
Drukker - UitgeefsterFIRMA J. C.VINK
Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Tol. 0 1155-646
Hoofdredactie: J. C.VINK
FIRMA
Markt 12
AXEL.
II. (Slot).
De Spoorwegen hebben ook radicale ver
anderingen aangebracht. Het Maasstation
is gesloopt men kan nu van het Centraal
Station vroeger Delftse Poort geheten
ook in de richting Utrecht reizen, hetgeen
een grote verbetering is. Alle stations zijn
geheel vernieuwd. Door het verdwijnen van
het Maasstation is de mogelijkheid gescha
pen een grootse Maasboulevard met veel
groen aan te leggen, die aan het rivierfront
geheel nieuwe en wijdse aspecten zal bieden.
In de citytzijn minstens twee complexen
tot stand gekomen die uniek zijn het win
kelcentrum Lijnbaan en het Groothandels
gebouw. Het is de moeite waard de achter
gronden te leren kennen. Die van de Lijn
baan genoemd naar een vroeger op die
plaats gelegen straat is deze de finan
ciële draagkracht van het gros van de win
keliers die nieuwe huisvesting behoefden was
niet zodanig, dat zij konden bouwen op de
schaal die het na-oorlogse stadsbeeld vroeg.
Woningen „op hun dak" achtten zij niet
aantrekkelijk. De financiering van gecombi
neerde winkel-woonblokken was bovendien
moeilijk. Men vond een geniale oplossing
bouw lage winkels, en zet woningblokken
er vlak achter, met de „rugzijde" naar de
winkels gekeerd gebruik de straat tussen
de achterkanten van winkels en woonblok
ken als expeditiestraat en bestem de straat
vóór de winkels uitsluitend voor de voet
gangers. Zó werd het winkelcentrum „Lijn
baan" gebouwd, de er achter liggende woon
blokken zijn zo hoog, dat men ze toch van
de winkelstraat uit ziet en het winkelend pu
bliek zich echt „in de stad" voelt, terwijl het
anderzijds veilig is en buiten het stadsge
woel. Het resultaat is zodanig, dat buiten
landse stedebouwers van heinde en verre
toestromen om een en ander in ogenschouw
te nemen.
Hoeveel „lijnbanen" het is een begrip
geworden er nu in de wereld zijn of
komen, weet ik niet, maar zeker is, dat er
in verscheidene Amerikaanse steden een is
verrezen, en dat zij zelfs in sommige ge
vallen ook Lijnbaan zijn genoemd.
Het Groothandelsgebouw is ontstaan als
een van de tastbare gevolgen van een heil
zame bundeling van krachten. Reeds tijdens
de oorlog werden ten behoeve van de weder-
opbouwplannen contacten gelegd tussen ver
tegenwoordigers van zeer veel geestelijke en
maatschappelijke kringen dit heeft het fei
telijke opbouwwerk eerst mogelijk gemaakt
in de vorm en.op een Schaal, zoals nu tot
stand is gebracht.
Het Groothandelsgebouw is het verzamel
gebouw van de grossiers. Uit het overleg
tijdens de oorlog bleek, dat de grossiers
allen de wens hadden dicht bij het station
en dicht bij elkaar gevestigd te zijn. Dit had
dus betekenis voor het stadsplan, maar ook
vloeide hieruit voort dat de grossiers zich
met elkaar bezonnen over de verdere voor
delen van een concentratie. Nog tijdens de
oorlog viel het besluit gemeenschappelijk te
bouwen om te kunnen profiteren van ge
centraliseerde voorzieningen als liften, ver
warming, kantoren, telefoon-centrale, enz.
Zo kwam een gebouw tot stand, waarvan
de opzet enig is in de wereld, dat een „sym
bool is van gebundelde kracht, van gecon
centreerd technisch vernuft en van het on
verwoestbaar vertrouwen in de oer- en
groeikracht van Rotterdam".
Bij de herbouw was het van het begin af
aan duidelijk, dat een deel van de verwoeste
woningen en vooral van de fabrieken niet in
de binnenstad zou kunnen terugkeren. Bo
vendien was het zaak dat Rotterdam zich
meer zou gaan toeleggen op het stimuleren
van de industriële bedrijvigheid omdat de
economische structuur, die min of meer een
zijdig was gericht op havenbedrijf, scheep
vaart, scheepsbouw en petroleumindustrie,
te conjunctuurgevoelig was. Door annexatie
kon het stadsbestuur de nodige armslag ver
krijgen in 1941 werden de gemeenten Hil-
ligersberg, Schiebroek, Overschie, IJssel-
monde, een deel van Capele aan de IJssel
en een klein deel van Kethel bij de stad ge-
vogd. Reeds in 1934 waren ten zuiden van
de Maas Pernis en Hoogvliet bij Rotterdam
gevoegd. Nu kon er een uitbreidingsplan
komen waarin havens, spoorwegen, hoofd
wegen, woonwijken, industriegebieden en
recreatieterreinen in hun onderlinge verhou
ding en hun relatie tot de stadskern op el
kaar konden worden afgestemd.
Voor de industrie zijn en worden vele
voorzieningen getroffen. In het noorden van
de agglomeratie is voor de kleinere industrie
de „Spaanse Polder" ontsloten, de Delfs-
havense Schie kreeg insteekhavens en de
toegangswegen zullen binnenkort up to date
zijn. Alle terreinen zijn reeds uitgegeven. Ten
oosten van dit complex ligte de nieuwe woon
wijk Overschie (Kleinpolder)Helemaal aan
de andere kant, in het zuidelijk deel van de
gemeente, is een veel groter terrefin met
havens eveneens voor de lichtere industrie
en voor overslag bestemd het Eemhaven-
complex dat qua oppervlakte water plus
terreinen het Waalhavencomplex, waar het
ten westen aan grenst, nabij streeft.
Gaan we verder naar het westen, dan ont
moeten we voorbij het oude dorp Pernis de
Tweede Petroleumhaven die in 1955 gereed
kwam het is een reusachtig terrein waar
de leek en wie is dat niet verstomd
kijkt naar de aantallen zilverkleurige petro-
leumtanks en de volkomen ondoorgronde
lijke wirwar van technische installaties. Hier
regeert Koning Olie, in dit geval geliëerd
met de Caltex. Op het buurtterrein, rond de
Eerste Petroleumhaven, een al even fantas
tisch geheel, huist de B.P.M. Maar Koning
Olie is een heel expansieve potentaat, hij
vraagt steeds meer havens om zijn tankers
te lossen en meer installaties om de olie te
verwerken en chemisch te lijf te gaan. Aan
de westelijke oever van de Oude Maas is
de Derde Petroleumhaven aan het ontstaan,
een deel van de terreinen is al aan de grote
petroleummaatschappijen uitgegeven. Ook
zal een Amerikaans chemisch bedrijf (Dow
Chemical) er spoedig beginnen met een fa
briek voor plastics te bouwen. Op de punt
van Rozenburg is Verolme al bezig een grote
werf uit de grond te stampen. Wij zijn hier
al buiten het gemeentelijk gebied van Rot
terdam. Gelukkig is het echter niet altijd
nodig om te annexeren ter wille van het doen
slagen van grootse plannen. Ja, het Botlek
plan, waartoe de Derde Petroleumhaven be
hoort, is een groots plan. Het beoogt een
gigantisch haven- en industrieterreinen-com
plex voor de zware industrie, die aan het
meest grootscheepse vaarwater moet liggen,
te verwezenlijken ter weerszijden van de
Botlek, die dan zelf opgenomen zal zijn in
dat havengeheel. Dit alles zal zich, op delen
van de gemeenten Rozenburg, Heenvliet,
Geervliet en Spijkenisse afspelen. Annex
hieraan is het besluit om de Waterweg uit
te diepen tot 12 meter. Hiermee zal Rotter
dam dan de derde haven op het Europese
continent worden, die schepen kan ontvan
gen van 45.000 ton in de petroleum- en
Botlekhavens. De twee andere zijn Le Havre
en Marseille.
Maar dit is nog niet alles wat men voor
de toekomst nodig acht. Er zijn alweer
nieuwe plannen. Het ene is de bouw van
een Vierde Petroleumhaven op de kop van
Rozenburg voor de allergrootste tankers, die
meer dan 45.000 ton meten en zeer grote
diepgang hebben. Men denkt zich daar dan
ook een ertscentrum. Er zijn n.l. al heel grote
schepen gebouwd, die gecombineerd olie en
erts vervoeren die zouden dan in deze
haven terecht kunnen. De Waterweg nadert
zijn maximum-capaciteit veel meer schepen
zouden de kans op ongelukken sterk ver
groten. Daarom zou deze vierde petroleum
haven een eigen uitgang naar zee moeten
krijgen, dwars door het natuurreservaat ,,De
Beer". Dit zou dan de ondergang van dit
voor de wetenschap en recreatie zo belang
rijke gebied betekenen, een offer, dat zeer
te betreuren zou zijn, doch ook inhaerent is
aan andere plannen. De nieuwe havenuit
gang zou dan tevens de mond kunnen wor
den van een tweede „Waterweg", die pa
rallel aan de bestaande gegraven zou worden
naar de Botlek, om ook verderop de Water
weg te ontlasten.
Er is echter ook een nog veel stoutmoedi
ger plan geopperd het bouwen van een
haven met bijbehorend industrieterrein bui
tengaats, op de zo geheten Maasvlakte voor
Rozenburg.
Al deze plannen zijn in studie, waarbij
uiteraard de technische mogelijkheden, de
kosten, landbouwvraagstukken en industrie-
belangen een rol spelen.
En waar wonen, of zullen gaan wonen,
de mensen die daar werken of gaan werken
Ook daar zijn de plannen voor gereed. Het
eerst zijn de nieuwe wijken in Rotterdam-
Zuid aan de beurtPendrecht, Zuidwijk,
Lombardijen en na 1960 IJsselmonde.
Tezamen zullen deze wijken uiteindelijk
circa 100.000 personen onderdak kunnen
bieden. In de twee eerstgenoemde buurten is
de opbouw in volle gang. Voor de werkers
van de petroleumindustrieën wordt de satel
lietstad Hoogvliet gebouwd daar zullen
60.000 zielen een volledige stad met alle
nodige voorzieningen gaan betrekken. Om
de gedachten te bepalen Zwolle heeft ca.
54.000 inwoners, Vlaardingen ca. 60.000 en
Amersfoort 65.000.
Dit is nog niet genoeg als de Derde
Petroleumhaven en de overige havenbek
kens van het Botlekgebied op volle toeren
zullen zijn, zal ook Spijkenisse tot een stad
van circa 50.000 personen zijn uitgegroeid
nu ongeveer 3200 in volledige samen-|
werking met de gemeente Rotterdam.
Te zijner tijd zullen de gebieden in heij
oosten van Kralingen in het bebouwde ge
bied worden opgenomen, maar verschillende I
moeilijkheden, o.a. van waterstaatkundige
aard en met betrekking tot de bodemgesteld
heid, leiden er toe dat daar nog geruime tijdl
mee gemoeid zal zijn
Rotterdam had 1 januari 1957 rond de
723.000 inwoners, voor 1980 heeft men een
„werkgemiddelde" van 875.000 zielen aan
genomen.
Poortugal, Rhoon en Barendrecht zijn niet
opgenomen bij de agglomeratie Rotterdam,
omdat hun gebied in het structuurplan een
recreatieve bestemming heeft gekregen.
En dan nog later Er is een heel inte
ressante „visie" op de toekomst verschenen,
het plan-Lange, neergelegd in het boekje
„Randstad en Delta", uitgegeven door de
Provinciale Planologische Dienst van Zuid-
Holland.
In het kader van het Deltaplan oppert dit
geschrift uitbreiding van de Rotterdamse be
langen zowel wat betreft de havens, de in
dustrie als het wonen, in de richting van
het Haringvliet. We kunnen er hier niet op
ingaan, het za look zeker niet in de gegeven
vorm worden gerealiseerd, wat ook niet de
bedoeling van de opstellers was. Uitdrukke
lijk hebben zij hun ideeën een visie genoemd.
Misschien komen wij er in latere artikelen
op terug. Kortgeleden werd van overheids
wege Centraal Planbureau en Rijksdienst
voor het Nationale Plan een brochure uit
gegeven „Het Westen en overig Neder
land".
Hierin wordt ook aangetoond dat het
noodzakelijk is de ontwikkeling van de
Randstad Holland niet tot in het extreme te
laten voortgaan, omdat de mens dan zou
verkommeren in een steenwoestijn van fa
brieken en huizen .zonder de mogelijkheid
van recreatie in de natuur, of op het vrije
veld.
Men acht het nodig, dat de rest van het
land, meer dan tot nu toe het geval was,
meedoet met het huisvesten van nieuwe in
dustrieën en wat dies meer zij. Rotterdam
is niet erg gelukkig met deze idee. Rotter
dam wil zich ontplooien zonder restricties.
Het zal zeer belangwekkend zijn de toe-
komsrige ontwikkelingen gade te slaan.
M. Boetje.
TOERISTISCH NIEUWS UIT BELGIË.
Belangrijke oudheidkundige vondsten
in Oost-Vlaanderen.
In Beerligem, enkele tientallen kilometers
ten zuiden van Gent, zijn onlangs belangrijke
i oudheidkundige vondsten gedaan.
Nadat begin van dit jaar al ruim honderd
oude graven van geringe archeologische
waarde waren blootgelegd, vond men on
langs een soort houten grafkelder met een
lengte van bijna vier meter, een breedte van
j ongeveer 2 x/ï meter en een hoogte van 1J^
meter, waarvan de ouderdom op minstens
1300 jaar wordt geschat. Van het skelet, dat
in het graf werd aangetroffen, was practisch
niets meer over. Wel kon worden geconsta
teerd, dat het van een vrouw afkomstig was,
die nu de „Vrouwe van Beerligem" wordt
genoemd. Zij moet een belangrijke figuur in
deze omgeving zijn geweest, te oordelen
naar de vondsten die in de grafkelder wer->
den gedaan. Van zeer grote waarde zijn
vooral een gouden ring en een gouden mesje
die bij het geraamte werden aangetroffen.
Verder vond men onder stukken fijn weefsel,
sieraden van aardewerk en glas, een vaas
en twee fraai bewerkte drinkbekers.
De vondsten worden door de oudheid
kundigen van grote betekenis geacht, omdat
daardoor een beter inzicht kan worden ver
kregen in de zeden en gewoonten van de
oorspronkelijke bewoners van deze streek.
Brussels stadhuis krijgt carillon.
Dank zij het initiatief van het „Grote Gilde
van Brussel" zal in de stadhuistoren van de
Belgische hoofdstad een carillon worden
aangebracht. Het „Grote Gilde van Brussel"
dat in 1946 werd opgericht, is de moderne
voortzetting van het eertijds vermaarde Gilde
der Lakenwevers, dat in het culturele leven
van het oude Brussel een belangrijke plaats
innam. De vereniging stelt zich ten doel, de
stad tegen het verlies van historische ge
bouwen en monumenten te beschermen. Zo
is ze er in geslaagd, de oude Brigittienenkerk
op de lijst van historisch-waardevolle ge-
bowen geplaatst te krijgen. Verder steunt het
Grote Gilde tal van folkloristische manifes-
tatie's, die elk jaar in Brussel worden ge
houden.
ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent
Kwartaal-abonnement
Axel binnen de kom 11.55 Andere plaatsen f 1.75
Buitenland f 2.00
ADVERTENTIEPRIJS8 cent per m m.
Bij contracten belangrijke reductie,
xonden Mededelingen 20 cent per m.m.
Kleinv idvertentién (maximum 6 regels) 1-5 regels
70 cent Iedere regel meer 12 cent extra.
Materiaal100 gram Scheepjes Lingeriewol blauw
en een restje wit voor garnering, naalden no. 2 en
no iy2 en 3 knoopjes.
Maten 20 steken zijn 6 cm. breed 18 naalden zijn
4 cm. hoog.
Rug. Op naalden no. 2 opzetten 76 steken en
3 cm. 1 st: recht verdraaid, 1 st. averecht breien.
Daarna overgaan op naalden no. 2J4 en tricotsteek
(d.i. heen recht, terug averecht) breien. In de eerste
naald echter meerderen tot 84 steken. Is de lengte
9 cm., dan voor de armsgaten 2-2-1 st. afkanten.
Is de lengte van het armsgat 10 cm., dan de schouder
in 3 x 8 steken afkanten, daarna de overblijvende
26 st. ineens.
Linkervoorpand. Opzetten 43 steken en 3 cm. 1 st.
recht verdraaid, 1 st. averecht breien, 9 st. aan de
sluitingskant op een veiligheidspeld zetten en over
de overblijvende steken 4 steken meerderen, totaal
38 steken.
Hierop als volgt breien
2 naalden tricotsteek met blauw, X 2 naalden recht
met wit, 4 naalden tricotsteek met blauw, 2 naalden
recht met wit. Nu 8 naalden tricotsteek met blauw,
doch in de eerste naald hiervan uit elke steek 2 steken
breien. Na de achtste naald het aantal steken weer
op 38 terug brengen, dus 2 aan 2 samenbreien, van
X af herhalen.
Is er vanaf de opzetrand 9 cm. gebreid, dan voor
het armsgat 2, 2, 1 st. afkanten. Tegelijkertijd ook
met het afschuinen van de halsopening beginnen.
Hiervoor elke zesde naald 1 steek minderen. Valt er
ecter een mindering van het armsgat of halsuitsnijding
in het streepdeel waar het aantal steken verdubbeld
is, dan ook voor de mindering dus het dubbele aan
tal steken minderen. Moeten er dus in dit streepdeel
voor het armsgat 2 steken geminderd worden, dan
er dus 4 steken van maken. Zijn er vier strepen met
wit gebreid, dan het verdere deel van het vestje in
tricotsteek met blauw afbreien. Is de lengte van het
armsgat 10 cm., dan de schouder afkanten als bij
de rug. Nu de 9 steken van de veiligheidsspeld op
een naald zetten en hierop 1 steek recht verdraaid,
1 steek averecht breien. Breien tot men een lengte
heeft verkregen tot het midden achter van de rug.
Rechter voorpand. In spiegelbeeld breien van het
linkerpand. In de sluitingsrand echter 3 knoopsgaten
breien. Hiervoor 4 steken breien, 3 steken afkanten,
de afgekante steken in de volgende naald weer bij-
opzetten. Het eerste knoopsgat 1 cm. vanaf de op
zetrand, de andere knoopsgaten met een tussenruimte
van VA cm.
Mouw. Opzetten van boven af 24 steken en tricot
steek breien. Aan het begin en einde van elke tweede
naald 15 maal 2 steken bijopzetten, totaal 84 steken.
Hierna 3 cm. breien, dan twee naalden recht met
wit, in de eerste naald hiervan echter minderen tot 44
steken. Nu 4 naalden tricotsteek met blauw, 2 naal
den recht met wit, 4 naalden 1 steek recht verdraaid,
1 steek averecht op naalden no. 2 vervolgens de
steken afkanten zoals deze zijn, dus recht op recht en
averecht op averecht.
Afwerken. Zij-, schouder- en mouwnaden dicht
naaien. Mouwtjes met enige ruimte inzetten. Op de
tricotbaantjes eerst een rij flanelsteken maken met
wit, daarna nog een met blauw, doch nu de steken
er tussen laten vallen. Knoopjes aanzetten.