AXELSE COURANT
Op bezoek bij
pottenbakker Ravelli.
ZEELAND EN HET HOGER ONDERWIJS.
J. C. VINK
Frankering bij abonnement, Axel
ZATERDAG 9 FEBRUARI 1957
71e Jaargang No. 37
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
VERSCHIJNT IEDEkE WOENSDAG EN ZATERDAG
Drukker - UitgeefsterFIRMA J. C. VINK
Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Tal. 0 11 SS-646
Hoofdredactie: J. C. VINK
FIRMA
Markt 12
AXEL.
Ideaal voor ieder
die brieven schrijft!
SUCCES VOOR EEN GROOT DEEL TE DANKEN AAN
NADENKEN, HARD WERKEN EN DOORZETTEN.
De naam Ravelli heeft de laatste tijd een
bekende klank gekregen voor hen, die zich
met de moderne interieurkunst bezig houden
of er belangstelling voor hebben. In vrijwel
alle zaken op dit terrein treft men Ravelli-
aardewerk aan, dat voor het merendeel be
staat uit asbakken en geestige dierplastieken.
Ravelli's atelier lijkt, buiten gezien, een
doodgewone boerenschuur. Als men er ech
ter is binnengestapt, staat men in een ruime
en lichte werkplaats, waarin de aardewerk
pullen en kannen un rekken en op planken
staan. De medewerkers van Ravelli zitten er
aan de draaischijfze zetten de pas ge
draaide schalen klaar om te drogen en schui.
ven andere werkstukken in de oven. Andere
werken met fijne penseeltjes of bespreken
het een en ander met elkaar.
De pottenbakker zelf is een opgewekte,
vlotte dertiger, met een aanstekelijke glim
lach en stevige, slanke banden. Hij erkent
dat hij zijn succes voor ieen groot deel te
danken heeft aan nadenken, hard werken en
doorzetten. Daarbij komt veel geluk en last
but not least de trouwe toewijding van zijn
medewierlkers. „Wat zou ilt zondet hen
moeten beginnen zegt hij.
wmiwuutgi
Oorzaak van succes.
Zijn succes begon met de komst van de
plantenhanger, de bekende combinatie van
aardewerk met bamboe of rotan. Nu zijn ze
in praktisch iedere Nederlandse huiskamer
te vinden. Daarna waren het de kleine dier
plastieken en de maskers, die bekendheid
kregen. Overal zag men de kleine, guitige,
grijsbruine beestjes, niet te duur en ideaal
om als souvenir te dienen.
Verder leverde Ravelli zijn vazen en pul
len, theekoppen en drijfschalen. Nu heeft hij
weer enkele nieuwe dingen, b.v. een fruit
schaal, waarbij aan de schelpvorm is ge
dacht. Glanzend van binnen met matte bui
tenkant, zwart en op houten pootjes. Een
bijzonder artistiek, voorwerp, dat zeker ge
waardeerd kal worden. 'Dan zijn er nog
meer plannen. Grote dierplastieken, zoals het
tijgertje dat we zagen, een originele sigaret
tendoos en bijpassende aansteker. Apropos,
heeft u het Ravelli-kratje al gezien De in
houd bevat een snoezig aapje, stevig in hout
wol en zwart gedrukt papier verpakt, met
een kaartje er bij, waarop het een en ander
van het diertje verteld wordt, terwijl er
ruimte is gelaten voor de naam van de af
zender. Men moet maar op het idee komen
Bijzonder voorrecht.
Ideeën heeft de heer Ravelli ruimschoots.
Soms inspireren hem de wolken of een be
paald landschap, of de bergen, of het ritme
van de muziek. Onlangs had hij het voor
recht een reis naar Italië te kunnen maken.
Het werk avn de Franse en Italiaanse beeld
houwers heeft hem sterk geboeid. Ravelli
noemt vooral Zadkine en Manini, bij wie
hem de beeldende uitdrukking en de vol
ledige vrije vorm in de ruimte opvielen. Zelf
werkt Ravelli aan een paard met jockey, ge
ïnspireerd als hij was door Marini s schep
pingen.
Bijzonder prettig voor Ravelli was de
kennismaking met de directeur van het in
ternationale aardewerkmuseum. In het mu
seum ris werk vertegenwoordigd van kunste
naars uit alle landen van de wereld, zelfs
uit IJsland. Nu gaan ook tien verschillende
modellen van Ravelli's hand naar het mu
seum, waar o.m. de vaas van Picasso een
plaats heeft.
Het is niet de eerste keer, dat Ravelli het
buitenland bezochtvroeger reeds maakte
hij studiereizen naar Zuid-Frankrijk en naar
Wenen, terwijl hij bovendien reeds als
jongen met zijn vader meereisde naar Oost
en West-Indië, Curasao en Zuid-Amerika.
Of het daardoor komt dat de neger-plastiek-
jes zo raak getypeerd zijn
Wind vóór en tegen.
Ravelli is oorspronkelijk Brabander, ge
boren in Pnincenhage. „I'k kneep al in de
klei toen ik drie jaar was", glimlacht hij.
Zijn opleiding ontving hij op het Rijksinsti
tuut lin het Rijksmuseum en later op de
Academie voor Beeldende Kunsten in Den
Haag. Les in beeldhouwen kreeg hij van
Dirk Bus en Van Haren. Helaas waren de
tijdsomstandigheden voor een jong artiest
niet zo gunstig de crisis deed hem alle
mogelijke baantjes accepteren. Eerst werd
hij tekenaar op een drukkerijtje. Een paar
maanden later echter, juist op oudejaars
avond, kreeg hij zijn ontslag en met dat be
richt startte hij in het nieuwe jaar. Achter
eenvolgens reisde hij nu voor een fotozaak,
een tandpastafirma, pelde bloembollen en
voerde administratie op een loonbureau.
Het was in het begin van de oorlog, dat
er (iemand bij hem kwam die hem vroeg een
tegel in klei te ontwerpen. Het werd een serie
van zes, die wel in de smaak viel. Hij kreeg
steeds grotere bestellingen op deze tegels en
eindelijk besloot hij zelf te beginnen. Eerst
in een oud pakhuisje in Leiden, een vertrek
van drie bij vier meter, geassisteerd door een
broer van hem, die ook nu nog de zakelijke
leiding van het bedrijf heeft, en een draaier.
Na een jaar vertrok de firma Ravelli naar
Valkenburg, nu al met vijf man. En ja, toen
is het eigenlijk vanzelf jjegaan. Langzaam
maar zeker breidde de zaak zich uith et
aantal bestellingen nam toe en thans is het
zover, dat de naam Ravelli reeds een ruime
bekendheid geniet.
In de keuken van het bedrijf.
Wilt u weten wat u voelt, wanneer u zelf
achter de draaischijf zit U moet in overall
hoor, voor de spatten. Rechts van u staat
een teiltje water, vóór u ligt de klei op de
schijf. Eerst de handen natmaken, dan met
de voet tegen de onderkant van de schijf
trappen. Deze gaat draarien en de klei in uw
handen ook. Proberen nu de klei in het mid
den stevig vast te krijgen. Met beide handen
vasthouden en aandrukken. Gelukkig 1
Nu is de bodem aan de beurt. De beide dui
men in re klei gezet en drukken maar. Als
dit klaar is, wordt de vorm aan het voor
werp gegeven. Eerst weer eens de handen
natmaken en nu heel langzaam de klei om
hoog trekken. Hier heeft iedere pottenbakker
zijn eigen handgreep en de leek zal eerst na
eindeloos oefenen er in slagen de gewenste
vorm te geven. De klei wordt afgewerkt met
sponsje en snijdraad en dan gaat het voor
werp naar de droogkamer. Na een paar
dagen drogen wordt het gebakken, de eerste
keer tot 1000° C., afgekoeld, geglazuurd en
weer gebakken, nu met een warmte van
1160-1200° C.
Het glazuren vergist weer een aparte be
handeling. Met een tang wordt het vaasje
in een bak met een bepaalde vloeistof ge
dompeld. Tot de rand, niet er overheen, en
weer uit. Bij twee kleuren wordt eerst de
binnenkant geglazuurd, met behulp van een
lepel, de druppels weggeveegd, en daarna
komt de buitenkant aan de beurt. Voor de
druppels, die we zo vaak op een vaas zien,
bestaat een bepaalde giettechniek. De rode
kleur, de z.g. „sang de boeufontstaat door
toevoeging van en'kele gassen. Zo brengt het
beroep van pottenbakker steeds nieuwe ex
perimenten teweeg. Naast het speciale ci
troengeel heeft de firma Ravelli een tweede,
ook een dikwijls gevraagde kleur geel.
Natuurlijk zoekt de heer Ravelli steeds nog
naar nieuwe mogelijkheden. Zo werkt hij
momenteel met de kleur goud, wat ons mis
schien wat gewaagd in de oren klinkt. Maar
Ravelli weet de kleur direct op de klei te
gebruiken, zonder eerst te glazuren. De matte
goudkleur, die nu ontstaat, heeft iets voor
naams, evenals de strakke vormen, die al
zijn werkstukken kenmerken.
Prettige samenwerking.
Waar al Ravelli's scheppingen naar toe
gaan Voor een groot deel zijn de kunst- 3
zaken de afnemers de rest gaat naar het
buitenland. Dat zijn België, Frankrijk, Enge
land, Scandinavië, Duitsland, Noord-Afrika,
Marokko en Nieuw-Zeeland. Ravelli weet,
dat hij veel te danken heeft aan zijn broer.
„Wij zouden elkaar niet meer kunnen mis
sen", zegt hij. In het bedrijf is een prettige
samenwerking onontbeerlijk. En even on
misbaar voor deze kunstenaar zijn z'n vrouw,
zijn dochtertje Jacquelientje en zijn zoontje
Bob. Jacquelientje boetseert met haar zes
jarige vingertjes wespen en poesjes en haar
vader zorgt dat ze gebakken en geglazuurd
worden. Zo wordt er gewerkt, in de Leidse
Breestraat in het klein en op Valkenburg in
het groot. En wij mogen dankbaar zijn dat
het gebeurt
VOORLICHTING
VAN „VEILIG VERKEER"
Voorrang geven schijnt altijd een moeilijke zaak
te zijn. Niet omdat men niet zou willen, maar
eenvoudig omdat velen niet weten hoe deze
regeling eigenlijk in elkaar zit.
Hiernaast ziet U een auto, die een weg met het
bord „voorrangsweg nadert. Op deze voorrangs-
weg heeft al het verkeer voorrang
Ook de fietser, omdat die op een rijwielpad rijdt,
dat behoort bij de voorrangsweg. Of die fietser
nu van links of van rechts komt, doet er niet toe.
De fietser op het plaatje gaat dus vóór de auto
RAPPORT SAMENGESTELD DOOR DE STICHTING ZEELAND VOOR
MAATSCHAPPELIJK EN CULTUREEL WERK TE MIDDELBURG.
Dezer dagen werd dit rapport gepubli
ceerd. Het zou ons te ver voeren dit rapport
in zijn geheel weer te geven, doch het voor
woord en de voornaamste conclusie's laten
wij hier volgen. Lezers die meerdere cijfers
wensen, kunnen deze in het volledige rap
port terug vinden.
Het is met een vrij scherp omlijnd doel, dat
de Stichting Zeeland voor Maatschappelijk
en Cultureel Werk dit rapport over „Zeeland
en het Hoger Onderwijs" heeft samengesteld.
Het initiatief tot dit onderzoek is door ile
Stichting zelve genomen.
De aanleiding tot dit onderzoek vormde
de van velé zijden vernomen uitspraak, dat
Zeeland relatief te weinig studenten levrt.
Ware dit het geval, dan zouden maatregelen
ter opheffing van dit tekort overwogen en
genomen dienen te worden.
Het onderzoek was noodzakelijk om in dit
opzicht zoveel mogelijk zekerheid te ver
schaffen. Een aanleiding vormde tevens de
oprichting van het Provinciaal Zeeuws Stu
diefonds, in het kader waarvan het rapport
mogelijk mede zijn nut kan bewijzen.
Een eerste uitspraak, welke men vaak ver
neemt, is, dat de Zeeuwse plattelander zijn
kinderen toch niet laat studeren. Naar uit
het volgende zal blijken, gold dit vermoede
lijk voor de laatste wereldoorlog wel enigs-
2.
4.
5.
zins, maar zeker niet algemeen. Een be
langrijke overweging in dezen zou ook wel
eens geweest kunnen zijn, dat men niet in
de gelegenheid was zijn kinderen naar een
middelbare school van eigen levensbeschou
welijke richting te zenden, omdat er nu een_
maal geen was of althans niet op dagelijks
bereikbare afstand.
Een tweede verzuchting welke men nog
al eens hoort slaken is, dat Zeeland veel te
ver weg ligt van de inrichtingen van Hoger
Onderwijs, vooral die van eigen levensbe
schouwelijke richting. Niet alleen, dat men
de hoge reiskosten naar huis te bezwaarlijk
acht, men is ook van mening, dat de af
stand psychologisch zo groot is, dat de be
kendheid met de mogelijkheden welke het
Hoger Onderwijs biedt, gering is. Het is dan
ook verheugend, dat uit het onderzoek blijkt
dat van diegenen, die in Zeeland hun eind
examen hebben afgelegd, een minstens even
groot percentage is gaan studeren als in de
rest van ons land het geval is.
Het moeilijkste probleem, waarover men
uitspraken hoort is echter gelegen in het
feit, dat men van oordeel is, dat slechts een
zeer gering aantal van de in Zeeland ge
boren studenten na hun studie naar Zee
land terugkeren.
Over dit probleem staan ons helaas geen
meer recente gegevens ter beschikking dan
die van .de volkstelling van 31 mei 1947.
Hieruit is bij ons onderzoek gebleken, dat
men in dezen niet zonder meer spreken kan
van een vlucht uit de provincie, maar dat
dit probleem grotendeels gezien moet wor
den in het licht van de beperkte mogelijk
heden welke Zeeland thans voor academici
biedt. Een voortschrijdende industrialisatie
kan vermoedelijk hierin verandering bren
gen dit te meer waarbuit het onderzoek
een grote interesse van de Zeeuwse stu
denten voor Hoger Onderwijs in de tech
nische wietenschappen is gebleken.
De toetsing dezer opvatting aan de cijfers
geschiedt in het rapport.
Bronnen voor het cijfermateriaal waren
naast eigen onderzoek het deelStatistiek
der academisch gevormden van de volks
telling van 31 mei 1947verschillende sta
tistieken van het C.B.S. over het V.H.M.O.
en verschillende jaargangen der provinciale
almanak voor Zeeland. Bij het eigen onder
zoek was het in vele gevallen zeer moeilijk
aan cijfers te komen, daar deze niet syste
matisch verzameld worden. Rest nog slechts
te vermelden dat het rapport werd samen
gesteld door drs. L. Turksma, socioloog der
Stichting.
Voornaamste conclusies
1. Voor de oorlog heeft Zeeland een, ge
zien zijn bevolkingsaantal, niet onrede
lijk aantal academici voortgebracht.
Slechts 15% van hen keerde na afloop
van de academische studie naar Zee
land terug (slechts voor één provincie,
Drente, was dit percentage nog lager.
Zeeland telde in 1947 ieen relatief laag
aantal academici onder zijn inwoners.
Theologen en veeartsen waren er meer
dan statistisch te verwachten was. In
Zeeuwsch-Vlaanderen woonden rela
tief minder academici dan op de Zeeuw
se eilanden.
Zeeland levert tot nu toe na de oorlog
slechts ca. 60% van de studenten welke
men op grond van het bevolkingsaantal
zou verwachten. Vrijwel alle randpro-
vincies blijven echter onder het ver
wacht aantal, hoewel niet zo sterk,
aVn het totaal aantal als studenten in
geschrevenen, is na 1945 gemiddeld 400
tot 450 uit Zeeland afkomstig.
Absoluut genomen is er onder hen een
grote voorkeur voor de Techhnische
Hogeschool in Delft, de Rijksuniversi
teit in Utrecht en de Stedelijke Univer
siteit van Amsterdam. Relatief studeren
er .ook veel Zeeuwen aan de Land
bouwhogeschool te Wageningen. Het
aantal Zeeuw'se studenten aan de R.K.
Universiteit te Nijmegen en aan de
Vrije Universiteit te Amsterdam neemt
sterk toe.
Minder dan verwacht werd studeren
er Zeeuwen aan Belgische inrichtingen
voor Hoger Onderwijs.
Zeeland levert relatief zeer weinig
vrouwelijke studenten.
Ondr de jongere jaars studenten uit
Zeeland zijn de R.K. sterker vertegen
woordigd dan op grond van het R.K.
bevolkingsaandeel te verwachten zou
zijn. Onder de Zeeuwse oudere jaars
komen (ten koste van de Ned. Herv.)
veel on'kerkelijken voor een .verschijn
sel dat geldt voor het gehele Neder
landse Hoger Onderwijs.
Het relatief geringe aantal studenten,
dat Zeeland levert is mede te verklaren
uit het ontbreken van grotere centra.
Vanuit Zeeland gaan zeker relatief niet
minder gediplomeerden van het middel
baar onderwijs studeren dan elders.
Het verschijnsel, dat Zeeland tot nu
toe relatief weinig studenten leverde is
voorts te verklaren uit ht tot voor kort
relatief geringe aantal leerlingen bij het
Zeeuwse V.H.M.O.
Ondanks de sterke landelijke stijging is
Zeeland er echter in geslaagd deze
achterstand bij het V.H.M.O. na de
oorlog geheel in te lopen.
Dit is een gevolg van de sterkere geo
grafische en de levensbeschouwelijke
spreiding van het Zeeuwse V.H.M.O.,
welke dus zeker in' dit opzicht een
succes is.
Dit brengt met zich mede, dat men mag
verwachten, dat dit op de duur ook tot
gevolg zal hebben, dat Zeeland zijn
evenredig percentage studenten zal
leveren. Zeeland levert de laatste jaren
al een steeds stijgend aantal gediplo
meerden van het V.H.M.O. af en ook
een stijgend aantal le jaars studenten.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
II
ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent
Kwartaal-abonnement i
Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen 1,75
Buitenland f 2,00
ADVERTENTIEPRIJS t 8 c«nl per m.m.
Bij contracten belangrijke reductie.
Inp «onden Mededelingen 20 cent per m.m.
KleUu Idvertentlën (maximum 6 regels) 1-5 regels
70 cent iedere regel meer 12 cent extra.
V