AXELSE COURANT
De rijwieldynamo
iZWITSAl
„Met raad en daad"
Gezo/ide Ba bies
Wmppers
KLEINSTE KRACHTCENTRALE TER WERELD.
J. C.VINK
Frankcring bij abonnement, Axel
ZATERDAG 31 JULI 1954
68e Jaargang No. 83
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
VERSCHIJNT IEDERE WOENSDAG EN ZATERDAG
Ideaal voor ieder
die brieven schrijft!
FIRMA
Markt 12
AXEL.
Dingen, die ons dagelijks omringen, wor
den al gauw als de gewoonste zaak van de
wereld beschouwd en na verloop van tijd
nauwelijks meer opgemerkt. Wat op een
bepaald ogenblik een bezienswaardigheid
vormt, valt soms na een paar jaar niet eens
meer op.
Naast vele andere aanvankelijk opzien
barende of althans sterk de aandacht trek
kende gebruiksvoorwerpen heeft ook de
rij\dieldynamo dat lot ondergaan. Bij de
aankoop van een nieuwe fiets laat men
deze, zonder er verder bij na te denken,
meteen van een electrische verlichting voor
zien. Zonder een dergelijke installatie acht
niemand de fiets compleet. Dat dit nog be
trekkelijk kort geleden anders was, kan de
huiidige generatie zich amper voorstellen.
De uitvinding van de rijwieldynamo
een vernuftg product van pj-ecisie-arbeid,
dat in wezen de kleinste krachtcentrale ter
wereld is betekende vlak voor het uit
breken van de eerste wereldoorlog een uit
komst voor de zich steeds uitbreidende fiet-
sersschare en bracht een totale omekeer te
weeg in het inmiddels snel toenemende
verkeer.
Niet alleen in de specifieke rijw'iellanden,
maar bij nagenoeg al de honderdmillioen
fietsers, die de wereld rijk is, heeft de elec
trische rijwiellamp zich langzamerhand zo
ingeburgerd, dat zij ongemerkt een onmis
baar uitrustingsstuk is geworden.
Een jaar of dertig geleden was de toe
stand nog heel anders. Toen ging men pas
in de allernoodzakelijkste gevallen er toe
over, een fiets van verlichting te voorzien,
den meed het rijden in het donker zo veel
mogelijk, om de doodeenvoudige reden dat
men niet voldoende vertouwen had en
ook niet kón hebben in de hulpmiddelen,
welke de wielrijders van toen ten dienste
stonden om de gevaren van de duisternis
op de weg te kunnen omzeilen.
Men was aangeWezen op het gebruik van
ïinderlijk flikkerende kaarslantaarns, die
weinig licht verspreidden en om de haver-
dap opnieuw moesten worden aangestoken
omdat zij vaak bij het minste briesje uit
woeien. De carbidlampen, die daarna een
tijd in zwang geweest zijn, gaven wel een
Jehoorlijke hoeveelheid licht, maar schon-
zen evenmin bevrediging. Men kon ze dik
wijls ook al moeilijk brandend houden, ze
verspreidden een onfrisse geur en waren
nogal royaal van omvang en gewicht. Het
grootste bezwaar vond men echter, dat deze
ichtbronnen zoveel zorg en bediening ver
eisten om ze bedrijfsklaar te krijgen en te
ïouden.
Na vele vrijwel alle mislukte po
gingen om de rijwielverlichting te voeden
door natte of droge elementen (hetgeen
tevens een tamelijk kostbare geschiedenis
was), kwam dan op het reeds genoemde
tijdstip de rijwieldynamo tot ontwikkeling
en al spoedig besefte men, dat dit de op-
ossing betekende van een vele decennia
oud probleem.
De electrische rijwiellantaarn deed zijn
intrede en het fietsen bij avond veranderde
van een kwelling in een pretje. Het formaat
en het gewicht van de meeste dynamo's wa
ren |in het begin weliswaar aanmerkelijk
groter en de capaciteit geringer dan tegen
woordig, maar de zegetocht was begonnen
en de veiligheid van het verkeer werd er
zodanig door gewaarborgd, dat de fietsers
's avonds met een gerust gemoed de duis
ternis konden trotseren.
Van de eerste rijwieldynamo's is het be
rend, dat zij nog al wat bandenslijtage ver
oorzaakten. Sommige merken kwamen dan
ook voor de dag met een uitvoering, waar-
Jij het metalen aandrijfwieltje niet door de
Jand doch via de velling in beweging ge-
jracht werd. Het was daartoe voorzien van
een rubberringetje, dat evenwel snel sleet
en dientengevolge regelmatig moest worden
vernieuwd. Verder had deze oplossing het
nadeel van slippen bij regen- en sneeuw
buien, zodat dit systeem na verloop van tijd
weer werd verlaten.
Knappe technici en wetenschappelijke
vindingen zorgden er voor, dat de nog
vaak wat logge, stroef en zwaar lopende
soms ook lawaaiige en snel slippende ap
paraten langzamerhand plaats maakten voor
kleine, uiterst licht en- geruisloos lopende
producten, welke bij alle weersgesteldheden
'betrouwbaar functionneerden. Sindsdien
heeft de rijwieldynamo het pleit geheel
gewonnen, ook al doordat men er nage
noeg geen omkijken naar heeft. De elec
trische rijwiellantaarn is steeds bedrijfs
klaar en vergt practisch geen kosten voor
onderhoud.
Hoe veelsoortig de verlangens en eisen
van de wielrijders ook zijn omtrent bóuw
en kwaliteit van de fiets de een wil een
elegant sportkarretje, de ander stelt dege
lijkheid zonder franje als eerste voorwaarde
en weer anderen hebben hun zinnen gezet op
producten van extra-zware, oersolide con
structie over de verlichtingseisen bestaat
hoegenaamd geen verschil van opvatting.
Algemeen is men het er over eens, dat die
moet voldoen aan velerlei eisen, welke dan
hoofdzakelijk betrekking hebben op de dy
namo. In korte trekken komen zij neer op
voldoende lichtsterkte, constante spanning,
onverslijtbape en soepel draaiende lagers,
gemakkelijk (zowel met de hand als met
de voet) te bedienen inschakel-mechanisme,
effectieve afscherming van het geheel tegen
regen en vifil en afdoende maatregelen tegen
het euvel, dat het doorbranden der lampjes
vormt.
De meeste merkdynamo's beantwoorden
aan de gestelde betrouwbaarheidseisen en
hebben zich dientengevolge allengs een
goede naam weten te verwëi^en. Tot de
meest bekend e behoren waarschijnlijk wel
de Phlilps rijwieldynamo's. Terwijl de mees
te dynamo's vier-polig geconstrueerd zijn en
daardoor bij langzaam rijden een flikkerend
licht kunnen veroorzaken, zorgt bij dit pro
duct een acht-polige magneet voor een re
gelmatige stroomtoevoer. Reeds bij zeer ge
ringe snelheid krijgt men voldoende licht
en bij een vaartje van tien kilometer wordt
de maximum spann'ing van 6 volt al bijna
bereikt. Daarboven wordt het effect (in casu
de spanning) hoegenaamd niet meer ver
hoogd, zodat het doorbranden van de lamp
jes vrijwel uitgesloten is.
De vraag dring tzich wellicht op, hoe
men bij Ph'ilips op het idee gekomen is, rij
wieldynamo's te gaan vervaardigen. Het
verband met de fabricage van gloeilampen
is evenwel veel nauwer en logischer dan
men op het eerste gezicht zou vermoeden.
De productie van gloeilampen léidde Via
radiobuizen consequent tot de vervaardiging
van andere radio-onderdelen en ten slotte
van complete ontvang-apparaten. Voor een
van de voornaamste onderdelen, de luid
spreker, maakte men gebruik van een in
het eigen laboratorium ontwikkeld hoog
waardig magneetstaai. Dit miagneetstaal
kenmerkte zich door uitstekende electrische
eigenschappen en was dan ook als het ware
voorbestemd om dienstbaar te worden ge
maakt aan de fabricage van rijwieldynamo's.
Hetgeen in 1934 prompt gebeurde.
Het kan zijn nut hebben er tot slot nog
op te wijzen, dat de rijwieldynamo in het
algemeen de beste resultaten geeft, indien
zij wordt gebruikt in combinatie met een bij
passende lantaarnkap en achterlicht, welke
voorzien zijn van de vereiste lampjes. Vooral
op dit laatste dient men bij vernieuwing ter
dege te letten. Hierdoor kan veel ongerief
voorkomen worden. De practijk heeft even
wel uitgewezen, dat vele gebruikers met
deze voorwaarde niet bekend zijn. Het ver
dient daarom aanbeveling, zich in voor
komende gevallen door een terzake kundige
rijwielhandelaar te laten voorlichten. Eerst
dan heeft men het volle profijt van dit even
vernuftige als onmisbare hulpmiddel de
electrische rijw'ieldynamo de kleinste
krachtcentrale ter wereld
Uitsluitend bij Apothekers en Drogisten
Brandend zuur op Uw maag
dooft prompt
met een ol twee Rennies.
Een Amsterdamse visbakker had de
gewoonte twee sigarenkistjes ntet kasgeld
in d eoven van zijn fornuis op te bergen,
omdat hij soms de in zijn winkel binnen
tredende klanten niet hoorde en het geld
dan gestolen zou kunnen worden. Met het
kille weer van Zondag stak hij zijn fornuis
aan. Te laat herinnerde hij zich de beide
sigarenkistjes. Slechts enkele dubbeltjes ble
ken vuurbestendig. De resten van het bank
papier, plm. 650 zijn aan de experts van
de Nederlandse Bank gegeven. Als het mo
gelijk is uit de resten nog de waarde en de
nummering te reconstrueren, zal de schade
misschien nog meevallen.
Het gemeentebestuur van Den Haag
heeft aan zuster E. M. D. Schildt van de
cjemeenteziekenhuizen een gratificatie van
200 toegekend voor een utvinding op me
disch gebied. De vinding van zustét Schildt
heeft betrekking op de z.g. ijzeren long
Door haar vinding wordt het lijden van de
patiënt, die vaak maandenlang in dit toestel
moet verblijven, zeer verlicht. Zij heeft n.l.
een nieuwe wijze van afsluiting bedacht,
waardoor de gehele hals en een deel van
de borst van de patiënt vrijkomen. Als J
volg hiervan krijgt hij grotere beweging,
vrijheid en is hij bevrijd van de druk op dt
bovenkant van zijn hals, die bij het oude
systeem bestond. Bovendien kan door deze
nieuwe vinding de arts in voorkomende ge
vallen, b.v. bij verstikkingsgevaar, chirur
gisch ingrijpen, wat tot dusver niet moge
lijk was.
ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent
Kwartaal-abonnement i
Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen 11,75
Buitenland f 2,00
Drukker-Uitgeefster: FIRMA J. C.VINK
Red. enAdm.: Axel, Markt 12, Tel. 0 1155-646
Hoofdredactie: J. C.VINK
ADVERTENTIEPRIJS: 8 cent per mm
Bi] contracten belangrijke reductie.
Ingezonden Mededelingen 20 cent per m.m.
Kleine advertentiën (maximum 6 regels) 1-5 regels
70 cent iedere regel meer 12 cent extra.
Lezeres. Ik ben anderhalf jaar als dienstbode werk
zaam en ga binnenkort trouwen. Heb- ik recht op
vacantie Bij de indiensttreding is mij beloofd, dat
ik voor elke maand dienst een dag vacantie zou
krijgen.
Antwoord Huishoudelijk personeel valt niet onder
de wettelijke bepalingen. Beide partijen dienen zich
te houden aan eventueel gemaakte overeenkomsten
of afspraken, die dan schriftelijk vastgelegd dienen
te zijn om een en ander te kunnen bewijzen. U moet
dit dus regelen met uw werkgeefster. Naar onze
mening zou uw werkgeefster in dit geval kunnen
volstaan met een derde van het overeengekomen aan
tal vacantiedagen.
J. R. Wil een houten schuur bouwen voor zijn
erf. Is daarvoor een vergunning nodig
Antwoord Wendt U tot B. en W. in uw gemeente.
V. Hoe verwijdert men inktvlekken uit katoen,
linnen en een smyrnakleed
AntwoordIn dunne weefsels moet men een inkt
vlek betten met azijn, citroensap of citroenzuurop
lossing totdat de vlek geen kleur meer afgeeft. Onder
de vlek een schoteltje schuiven en op de overge
bleven inktvlek enige kristalletjes citroenzuur leggen,
hierop wat water druppelen en laten weken. Ver
volgens opnieuw betten met citroenzuuroplossing. Deze
behandeling herhalen totdat de vlek verdwenen is
of niet meer lichter wordt. Vervolgens de plek na-
betten me water, totdat er geen zure lucht meer aan
te ruiken is. De overgebleven vlek in gekleurde Weef
sels nabehandelen met sop of ammonia en direct met
water nabetten. In ongekleurde weefsels de resten
van de vlek verwijderen met een bleekmiddel voor
katoen en linnen en voor nylon met verdund bleek-
water. De inktvlek in uw srrtyrnakleed gaat er moei
lijker uit. We dienen rekening te houden met de pool.
Normaal dienen deze kleden behandeld te worden
aan de achterkant van het kleed om pletten van de
pool te voorkomen. Doordat het kleed dus aan de
achterkant nat gemaakt wordt, wordt de voorzijde
eveneens nat en men kan de vlek (kleurstof) op
nemen met vloeipapier of met eem schone, oude spons.
Op de vlek kan men desnoods wat melk gieten, maar
opnemen met vloeipapier. Naspoelen met water.
L. R. van R. Heeft zelf zijn keuken geschilderd
en toen dat klaar was, werd vanwege de huiseigenaar
de boel weer bedorven door het werk van lood
gieters e.d. Hoe moet ik daarmee aan
A'ntwoordU bent verplicht het gehuurde in een
goede staat van onderhoud te houden en dat hebt
u gedaan. De huiseigenaar moet nu de ontstane schade
weer (doen) herstellen, dat is niet meer dan billijk.
Praat er eens over met de huisbaas, het is immers
ook in zijn belang, dat zijn huis netjes bewoond
wordt. Hij zal u in ieder geval wel wat verf be
schikbaar willen stellen om het beschadigde weer
bij te werken.
H. B. Wij hebben last var^ mieren. Wht te doen
Antwoord Probeert u eens de door u genoemde
plaatsen te begieten met water, waarin gist is op
gelost. Ook fijn gemalen wit krijt is een goed middel,
evenals potas met suiker vermengd.
H. W. Moet de huurder de huur van een woning
brengen of moet de verhuurder de huur halen
Antwoord Men moet zich houden aan een even
tueel gemaakte afspraak. Is er geen afspraak gemaakt
dan dient de huur gebracht te worden.
M. T. Heeft een huis gekocht in 1937 en kan dit
nu weer verkopen voor ongeveer 3000 meer. Moet
van die hogere opbrengst belasting worden betaald
AntwoordHogere opbrengst valt niet in de In
komstenbelasting.
K. De verzekeringsmaatschappijen met kantoren in
Indonesië betaalden tijdens de oorlog afgelopen ver
zekeringssommen hier in Nederland uit met 20%
korting. Is deze kwestie thans reeds geregeld
Antwoord Inderdaad is deze kwestie thans ge
regeld. Wij raden u aan u te wenden tot het hoofd
kantoor vgn de maatschappij, waarbij u verzekerd
was, onder opgave van het polisnummer en verdere
belangrijke gegevens.
P. Stelt een vraag over kinderaftrek in verband
met het bezoek aan klein Seminarium.
Antwoord Aangezien het kind nog geen 16 jaar
is, is eenmaal aftrek slechts mogelijk. Dit is een on
billijkheid. De wetgever heeft gemeend van niet en
daarom de onderhavige regeling vastgelegd in de
wet. Een inspecteur der belastingen mag in deze niet
oordelen hij voert de wet slechts uit.
2) En kinderaftrek in verband met de personele be
lasting
AntwoordDe verandering in de kinderaftrek
geldt niet voor alle wetten. O.a. niet voor de perso
nele belasting. Men moet deze wetten geheel los van
alkander zien.
T. G. D. Heeft een ziekencoupon ingeleverd over
de afgelopen maand en moet tevens de prehiie voor
vrijwillige verzekering over diezelfde maand nog eens
betalen, omdat zijn werkgever hem bij schrijven be
richtte, dat hij met ingang van die maand als ambte
naar in vaste dienst was opgenomen. De werkgever
wil geen restitutie van de ingehouden premie over
die maand teruggeven en het ziekenfonds wil vrij
willige premie hebben, zodat hij over die maand nu
dubbel premie moet betalen. Hoe moet ik daarmede
aan
AntwoordHet kan vreemd lopen. De werkgever
heeft zeer goed geweten, dat u die maand niet meer
onder de verplichte verzekering viel, desondanks
houdt hij toch premie in. Intussen zit u er mee. Dit
is een zaak, die u in orde moet maken met uw
commandant. Hij is in het bezit van de nodige for
mulieren en weet,- hoe te handelen. Inderdaad heeft
het ziekenfonds gelijk.
J. Th. D. Wanneer men gehuwd is op huwelijkse
voorwaarden en de man aangeslagen is voor in
komstenbelasting, maar weigert deze te betalen, kan
dan door de belasting beslag worden gelegd op de
inboedel. Deze is geheel eigendom van de vrouw,
ook de huur staat op naam van de vrouw, aangezien
dat al reeds zo was voor het huwelijk. Man en
vrouw hebben ieder een inkomen, waar loonbelasting
van ingehouden wordt. De vrouw wil wel betalen,
maar dan een gedeelte.
AntwoordDit ligt aan de huwelijkse voorwaar
den. Art. 56 Besluit Ink. Belasting zegt, dat de ge
huwde vrouw voor de aanslag van haar man aan
sprakelijk is, alsof zij zelve ware aangeslagen, voor
zover de belasting pp zuivere inkomsten em op
brengsten van haar zijde betrekking heeft. Voordat
hierop een beroep wordt gedaan (door de ontvanger)
moet de inspecteur het bedrag vaststellen waarvoor
de vrouw aansprakelijk is.
J. Th. D. Mijn vrouw krijgt een aanslag van de
schoolbelasting van 1948 zij was in dat jaar zonder
inkomen en kreeg steun van Sociale Zaken. Wij zijn
in 1952 getrouwd, ben ik nu verplicht deze belasting
te betalen, aangezien de aanslag nog op naam van
de eerste echtgenoot staat
Antwoord): De schoolbelasting 1948 wordt be
rekend naar het inkomen van 1947. Laat zij zich eens
wenden tot de gemeentelijke belastingadministratie.
Misschien is de vrouw voor deze belasting ook mede
aansprakelijk. Dan moet zij nu betalen, maar wan
neer door huwelijkse voorwaarden nu elke gemeen
schap van goederen is uitgesloten, is de tegenwoordige
echtgenoot in geen geval aansprakelijk.
Geen wonder, dat iedereen Renies kent enroemt.
Niet zonder reden hebben acht van de tien mensen
Rennies steevast bij de hand. Voor eigen gebruik of
om bij te springen als 't lot van zuurbranden anderen
treft. Water of wat ook komt er niet aan te pas.
Gewoon, als was t een snoepje, laten smelten op de
tong. En Rennies zijn nog smakelijk ook.
Ingez. Med.
s