AXELSCHE COURANT Moeilijkheden in de Tepka AXELSCHE K COURANT STAALFABRIEKEN IN HET OERWOUD. D.D.D V aki Vooral nu NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag y Drukker-Uitgeefster.- Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie- AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel 56§ HocTdredactie: T C. VINK-van VESSEM M/ftioe NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie: AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel 56§ VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag HocTdredactie: T C. VINK-van VESSEM De echte hy//-tand pasta OMGEVING. X E L voor Uw banden Frankering bij Abonnement Axel. ZATERDAG 29 NOVEMBER 1952 67e JAARGANG No 18 s Abonnements- prijs i Losse nummer»* Kwartaal abonnement Axel binnen de kom !i Alle andere plaatsen in Nederland en Ned. Indlé fl. Buitenland fl. 1 Advertentie prijs 7 cent per m.m. Ingezonden Mededeelingen 20 cent per m.m. •■'ine Advertei-tièn \u. dmum 8 regels) I - 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra. volgens de noodwet-Drees, hoeveel mag men dan vrij geld bezitten, voordat aftrek wordt toegepast en hoeveel mag men biiverdienen 2.1k meen, dat dergelijke rentetrekkers ook vermindering heb- MIJNHARDT Frtnktring bij Abonnement Axel WOENSDAG 26 NOVEMBER 1952 67e JAARGANG No. 1? Abonnements- prijs. Losse nummers Kwartaal abonnement Axel binnen de kom fl Alle andere plaatsen ln Nederland en Ned Indte fl. Buitenland fl. Advertantl* prl)« 7 cent per m.m. Inaexonden Mededeelingen 20 cent per m.m. (Cl»ine Adverteutlta iu„ dmum 8 regel») I 5 regel» 60 cent Iedere regel meer 12 cent extra lit Bombay staat aan zee, vlak achter ,,de poort van India'" het grootste luxe-hotel uit geheel Azië, het Taj Mahal-hotel. Wie heeft dit enorme hote! gebouwd Tata, luidt het antwoord. En het zie kenhuis er naast Ook Tata. Jamsjedi Tata, de oprichter van het Tata-concern, zo ve rtelde men mij,, werd op een dag zo woedend, omdat in de grote goede hotels alleen maar bui tenlanders werden toegelaten, dat hij zelf een luxe-hotel ging bouwen, dat alle andere in de schaduw zette. Dit is een typisch voorbeeld van de Tata-geest, die nog altijd leeft. De naam Tata is reeds lang internationaal be kend, dank zij de Indische ijzer- en staalindustrie, maar minder algemeen bekend is het, hoever de belangen van dit geweldige concern zich uitstrekken Tata produceert katoenen stoffen, zeep, cement, radiotoestellen, chemicaliën en nog veel meer. De goedkope haman-zeep, die ik kocht, wordt door Tata gemaakt, evenals het zeer dure parfum. De Indische huisvrouw gebruikt in de keuken bij voor keur „cocogem-olie", natuurlijk door Tata ge maakt. De Tata-electrische centrales leveren cen derde van alle stroom in India en ook de grootste luchtvaartmaatschappij Air India is een Tatabedrijf Zoals in de meeste Indische steden, staan er in Bombay tal van standbeelden van vooraanstaande Engelsen er zijn echter slechts enkele Indiërs, die in de Engelse tijd hun standbeeld kregen. Eén van hen is Jamsjedi Tata. En hij heeft het verdiend. Want de geschiedenis van het huis Tata vormt een apart hoofdstuk in de strijd om de onafhanke lijkheid van India. In India zijp op het ogenblik twee grote indu striële concerns Tata en Birla. Birla is op het ogenblik wel de rijkste en meest invloedrijke man in India. Ook zijp concern omvat textielbedrijven, luchtvaart)ijnen enz., maar hij mist de basis van de zware industrie Daartegenover staat dat Birla een echte Hindoe is Dat zijn de Tata's niet zij zijp Parsi, dus leden van de kleine, in geheel In dia niet meer dan 100 000 zielen tellende minderheid, die lang geleden uit Perzië naar India vluchtte, toen de muzelmannen Perzië veroverden en tot de jslam bekeerden Birla is de man, die sinds onheugelijke tijden de Congres-partij heeft gefinanciërd en bij hem placht- te Mahatma Gandhi te logeren Hij, onderhoudt dus nauwe betrekkingen met de regering, hetgeen de Tata's niet doen Birla is de stichter en bescher mer van verschillende sociale en religieuze orga nisaties, o.a. van een grote Biria-tempel in New- Delhi, een nogal protserig bouwwerk in de Hindoe- of beter gezegd neo-Hindoe stijl. Ook de Tata s hebben heel wat organisaties gesticht, maar zij dragen geen specifiek godsdienstig karakter. De Parsi, die altijd goed met de westerlingen hebben kunnen opschieten, zijp bijna steeds goed ontwikkeld zij beschikken over voortreffelijke scholen zij zijn altijd de traditionele godsdienst van Zoroaster trouw gebleveu en als de moderne leiders van het Tata-concern eens sterven, zullen hun sterfelijke omhulsels precies als die van hun voorouders in de „torens van het zwijgen,, wor den prijs gegeven aan de gieren. Jamsjedi Tata, die stamt uit een priestergeslacht, werd voor ziin opvoeding naar Engeland gestuurd, „om eerst te leren, hoe men het doet en om daarna te leren hoe men het niet doet" (zo zegt een officiële bio grafie). India werd door de Britten bestuurd, maar deze jonge Parsi moest bewijzen, dat India precies hetzelfde kon presteren als Europa. Hij begon met de oprichting van katoenspinnnerijea, maar al gauw bleek, dat India vanwege het warme kli maat niet dezelfde kwaliteit katoen kon spinnen als Engeland. Tata liet zich niet afschrikken en hij bouwde ondanks alle scepsis van de technici een air- conditioned fabriek (in 1877 1). Het ex periment slaagde en Jamsjedi behaalde zijp eerste zege. Kort daarop bracht hij een technische ver andering in het spinnen aan, die de Engelse in dustriëlen als ondeugdelijk hadden afgewezen. Ook dit bleek een succes. Maar Jamsjedi wilde meer hij wilde India industrialiseren. Daarvoor had hij ijzer en staal, ,en hij, zag dat al heel vroeg in electriciteit nodig. Hij gaf deskundigen opdracht te onder zoeken of er ijzererts in de Indische bodem zat, maar zij vonden niets en men begon Jamsjedi spot tend „dromer" te noemen. Pas na 25 jaar werden er hele heuvels van ijzerhoudend gesteente (met een zeer hoog gehalte van 55 tot 65°/o) gevonden in het grensgebied van de provincies Orissa en Bihar, in de buurt van de plek, waar thaus de grootste staalfabrieken ter wereld staan. Jamsjedi is in 190-1 gestorven de verwezenlijking van zijn droom heeft h ijniet meer beleefd. Toen zijn zoons drie jaar later in Engeland geld wilden lenen voor de oprichting van hoogovens, kregen zij geen cent. „De Indiërs kunnen geen staal- industriën opbouwen," zei men, „de plek is bo vendien olkomen fout gekozen enz. Toen deel den de Tata's iets ongehoords mede zij, zouden het geld in India zelf lenen Nog geen drie weken later hadden zij meer dan 15 millioen gulden bijeen, geleend door 8000 Indiërs. Ook de bouw van de grote electrische centrales, aangedreven door waterkracht zijn andere droom heeft de oude Tata niet meer beleefd. Maar zijn zoons en verdere familie werkten in zijn geest voort. De huidige leider van het Tata-concern is Jehangir R. D. Tata, eeu achterneef van de stichter. Deze 45-jarige wordt dank zij zijn pioniersgeest en zijp visie beschouwd als een der grootste industrië len ter wereld Jehangir, die een Franse moeder heeft, was de eerste Indiër, die zijn luchtvaart- brevet kreeg en hij opende persoonlijk als piloot de Tata-luchtvaartlijpen met een vlucht van Bom bay naar Karatsji. In Calcutta bezichtigde ik het grootste bedrijf van Tata, de staalfabrieken. Van Calcutta nam Sir Jehangir Ghandy, één van de leiders van het concern, mij in een particulier Tata-vliegtuig mee naar Jamsjedpoer. Vol belangstelling sloeg ik deze jongeman met het intelligente gezicht gade. Het is algemeen bekend, dat hij het hoogste salaris geniet, dat in India aan iemand wordt betaald. Toen de Engelsen nog in India waren, bleek, dat hij meer verdiende dan de vice-koning. Dat kon niet, want prestige is prestige. Een deel van Sir Jehangirs inkomen werd toen maar als „onkosten jujitbeitaald. i Jamsjedpoer, genoemd naar de stichter van het concern, was 25 jaar geleden een gehucht itu is het een stad met 250.000 inwoners, gelegen tussen met oerwoud bedekte heuvels. Men denkt, dat men een industriegebied zal zien, maar wat men ziet, is veeleer een tuinstad, waarboven enkele hoogovens uitsteken en waarboven men de gloed ziet van^dc vuren. Het is heel heet, als wij de volgende ochtend door het grootste tropische staalbedrijf wandelen met zijp vijf hoogovens en zijn vele installaties tot har ding en veredeling van het staal. De walswerken hebben een enorme uitgestrektheid de arbeiders die hier werken, hebben geen droge draad meer aan het lijf. Hier en daar staan de mensen met wij,d-uitgespreide armen voor de grote electrische ventilatoren om wat af te koelen. De huidige installaties dateren grotendeels uit 1925 zij zijn dus nog altijd modern. Maar toch is het leven niet zo gemechaniseerd als bij ons. Wij zijn toch nog in India. In deze wereld van vuurspuwende ovens en ge weldige gieterijen dragen slanke, vaak gracieuze vrouwen zware lasten op het hoofd. Zij dragen de Indische sarong. Zij lopen statig, zoals alleen men sen, die gewend zijp iets op het hoofd te t dragen, dat kunnen, met zakken cement, ijzererts of man den met kolen van 50 kg. Ik probeer, geholpen door een kantoorbediende, een van de zakken cement, die deze vrouwen op het hoofd dragen, op te tillen. Het gelukt me eenvoudig uiet. Enkele jaren geleden werd een machine aange bracht om de kolen te verladen, maar die werd na korte tijd weer buiten gebruik gesteld. Waarom? Een van de buitenlandse technici, die bij Tata werken, gaf hiervan de volgende verklaring „Het is Sv oor een Indisch ingenieur vaak moeilijk te beslissen, of hij het bedrijf verder moet mecha niseren Het komt niet alleen op rationalisatie aan, hij moet ook aan sociale factoren denken. India is overbevolkt, er zijp voldoende arbeids krachten en zij zijn betrekkelijk goedkoop." In 1950 produceerde Jamsjedpoer ongeveer een millicti" ton ruw ijzer en bijna 800.000 ton staal de andere Indische staalfabrieken produceren bij elkaar nog geen 200.000 ton. Het is de bedoeling de> productie van Tata op te voeren tot 930.000 ton, ongeveer een-tiende van de West-Duitse staal- productie in het Roergebied. De Indische staalproductie is nog altijd te Laag; men schat de jaarlijkse behoefte op ongeveer twee millioen ton er moet dus altijd nog duur staal worden ingevoerd. Men koos destijds Jamsjedpoer als plaats van vestiging voor de staalindustrie, omdat de tj^er- mijnen er vlak bij liggen en ook de kolenmijnen niet te ver verwijderd zijn, ongeveer 200 km. Maar bovenal koos men de plaats, omdat er water is, want staalfabrieken hebben veel water nodig en ook de bevolking in een gebied met staalindustrie ver bruikt grote hoeveelheden water. Jamsjedpoer, dat door Tata en niet namens de regering 'bestuurd wordt, is een stad, aangelegd volgens een vast plan. De oude Tata had in Engeland goed geleeru, hoe „men het niet doet". Hij wenste geen „slums" hij wilde dat de arbeiders behoorlijk konden leven. De Tata's bouwden niet alleen ziekenhuizen e*. scholen, laboratoria en straten, maar zij bouwden in de eerste plaats huizen voor de arbeiders en zij gaven hun land. Tata boorde bronnen aan, bouw de dijken en maakte grote meren. De malaria weri» uitgeroeid, het oerwoud gerooid. Maar dit alles gebeurde met overleg in de buurt van de ijzer mijnen b.v. werden direct weer bossen aangeplant. En in het oerwoud in de omgeving laat men oli fanten, luipaarden, beren en andere wilde dieren leven. Jamsjedpoer vormt met het gebied van de mijnen een oase in het oerwoud, een oase in Iqdia. Hier merkt men niets van honger en ellende. Voor de 60.000 arbeiders van de staalfabrieken en bijbe horende bedrijven wordt goed gezorgd zij delen in de winst en zij hebben uitstekend functionnerende ■vakverenigingen. Er is hier ook geen kinder arbeid, die elders in India zelfs bij de overheids bedrijven wel voorkomt. De Tata-staalbedrijven hebben een grote toekomst, „groter dan zelfs da meeste Tata-mensen bevroe den", zei een buitenlands ingenieur, die vele staal bedrijven in alle delen van de wereld kent. Vol gens hem kan de productie van ruw ijzer eu staal met behulp van moderne methodes in de loop der jaren vertienvoudigd worden. Volgens hem was er in geheel Azië (met uitzondering misschien van het gebied van de Sovjet-Unie) geen streek, waarvan men zo goed een Aziatisch „Roergebied" zou kun nen maken als van Jamsjedpoer. (Uit een artikel van Lily Abegg in „Di Weltwoche"). irdevolste.namelijk Vitamine A en D Apothekers en Drogisten EN ONVERSTANDIG. dat men met het mistige v en regen glibberige wegen op de weg tegenkomt, die en onder deze omstandig- vol licht dus niet ge instens de helft der auto's - of stadslichtjes, die men auto vlakbij is en het te aart te minderen of verder ze automobilisten toch ook huil tegenliggers met vol wel zien naderen en de en ook dan pas zien, als lichtbaar is, terwijl van de pnden regelmatig wordt ge- e verplichting om bij mist verdient zeker onze plaat lezer dagen op verschillende igen weggebruikers op hun e wijzen en die zodoende pijdrage leverde tot veiliger eilijke omstandigheden van RENSBEWAKING. „Het Centrum" een verga len voor de werving van reserve-grensbewaking. Voor verwijzen we naar de in nde advertentie. I een film worden vertoond, n zal door de burgemeester n het ereteken voor orde ereikt. ndacht op deze vergadering e werd alhier geen propa- e grensbewaking, welke een van het wapen der Kon. een mooie dienst, die on- re belangstelling zal heb- indighcden zal de normale en der Kon. Marechaussee rden opdat de dan zoveel jker taak in voldoende mate tgevoerd in het belang van a die bereid zijn enige tijd ndige opleiding als reservist de bijeenkomst zal over een delingen worden gedaan, dien en het wel menen met 'el dames als heren, in het en, worden opgewekt deze n. Het bindt tot niets. En er wat leren en een ge- Zuiver en ontsmet uw huid met de helder vloeibare D.D.D. De jeuk bedaart, de ziektekiemen worden gedood GEN GEN iLLECTE NADERT 00 GULDEN. e gemeenten de opbrengsten ctc bekend geworden, iet hoogste gemiddelde per lans is het record al 2.0 de volgende 20,5 f 88,10 18,3 f 154,13 18,1 f 144,70 17,8 f 376,16 17,6 f 275,— 17 f 153,25 17 f 110,54 15,2 f 131,81 14,2 f 68,25 14 f 238,65 i f 9201,63 of 7 cent per inwoners.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1952 | | pagina 1