AXELSCHE K COURANT C2 v»o Kindje verkouden? AM F ra kerirg bij abo^nern^n*. Axel. /T 7ATERDAQ 14 1ANUARI 1950. 64" JAARGANG Nn 30 NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§ Hoofdredactie: T. C. VINK-van VESSEM Wanneer verscheen de eerste krant Na de oude strijdvraag „Coster of Guten berg" weer eet;s is opgelaaid, mogen wij er op wijzen, dat ook in de perswereld een dergelijk meningsverschil bestaat, nl. waar en wanneer is de eerste krant ver schenen Ook de kwestie van de oudst gedrukte periodieke krant is nauwelijks op te lossen. (Men denke echter al spreken wij van krant dat men de oud^ nieuws berichten niet kan vergelijken met onze tegenwoordige dagbladenverre van daar Zoals bekend is de ontwikkeling van nieuws bericht tot krant geleidelijk gegaan. Eerst wanneer de nieuwsberichten op geregelde tijden verschijnen, kan men spreken van kranten, hoewel die oude krantjes nog geheel het karakter van het vlugschrift hadden. Daar is dan Duitsland, dat er aanspraak op maakt de oudste gedrukte regelmatig verschijnende kranten te bezitten en wel die van Augsburg en Straatsburg, beide uit 1609. Van elk van beide uitgaven, de „Avisa" uit Augsburg en de „Relation* uit Straatsburg, is een jaargang bewaard ge bleven. Echter zonder aanduiding van plaats van uitgaaf of naam van drukker, dus geheel nog in pamflet-vorm, zoals er toen al sedert tientallen jaren nieuwsberichten uitkwamen. De Straatsbnrger Relation draagt een langdradige titel „Relation aller Fürnehmen und gedenck- würdigen Historiën, so sich hin und wider in Hoch und Nieder Teutschland, auch in Franckreich, Italien, Schott- und Engelland, Hispanien, Hungarn, Polen, Siebenbürgen, Wallachey, Moldaw, Turckey, etc. lnn diesem 1609 Jahr verlauffe». und zutragen möchte. Alles auff das trewiichts, wie ich solche bekommen und bringen mag, in Truck veifertigen will". (Wij merken hierbij op dat Straatsburg eigenlijk toen niet ia Duitsland lag, want de hoofdstad var. de Elzas in de zeven tiende eeuw was een vrije stad Hoewel, van de andere kant bezien, onderhorig aan het Oostenrijkse huis). De Augsburger „Avisa* is van dezelfde aard als de .Relation" en heeft ook een lange titel „Avisa, Relation oder Zeitung. Was sich begtben und zugetragen hat in Deutsch: u^d Welschland, Spannien, Niederlandt, Engelland!, Franckreich, Ungero, Oster- reich, Schweder. Polen vnnd in aden Pro- vintzen in Oost und West Indien etc. So alhie den 15 January angelangt." In 1903, toen deze Avisa werd ontdekt, hield men haar voor een voortzetting van de „Fugger Zeitungen" en noemde men die „Augsburger Avisa", omdat de andere .Strassburger Relation" heette. Volgens de jongste onderzoekingen, sedert 1943 gaande, is men op grond van dialectonderzoek tot de conclusie gekomen, dat de vermoede lijke plaats van- uitgave van de „Relation" Keulen is, de „Aviso" uit Nedersaksen zou stammen en waarschijnlijk door een Bruns- wijker boekdrukker zou zijn gedrukt. Vol gens andere onderzoekingen zou deze „Avisa" in Praag zijn gedrukt, omdat vele berichten in dit blad uit Bohemen en nabu rige landen afkomstig zijn. Hoewel dus niet met zekerheid vaststaat waar deze beide uitgaven oorspronkelijk voor het eerst zijn verschenen, blijven ze in de krantenge schiedenis bekend als „Augsburger Avisa* en „Strassburger Relation* en worden als de eerste Duitse periodieke kranten be schouwd. Deze „kranten" werden spoedig gevolgd door andere in grote steden, o.a. Basel 1610, Weenen en Frankfort 1615, Hamburg 1616, Amsterdam 1618, enz. Maar in 1605, dus vier jaar vóór Augsburg en Straatsburg, zou Abraham Verhoeven te Antwerpen een privilege van Albrecht en Isabella ontvan gen hebben voor het uitgeven van recente berichten, in het Vlaams gedrukt en voor zien van houtsneden en gravures ter illu stratie. Bekend is, dat tussen 1605 en 1619 negen en veertig publicaties van Verhoeven zijn verschenen. Het oudste nieuwsbericht is een gravure met een bijschrift „Oprechte ende waerachtige afbeeldinghe van de wonderlijcke victorie verceghen teghens de Rebellen van hunne noochheden den XVII Mey in den Jare 1605 op Blockers- Dijck de welcke comende te water ende te Lande" met een menichte van schepen meynden door het doorsteken van den seluen Dijcke de stadt var Antwerpen te beleghren soo hier naer vocht." Het geschrift bevat een kopergravure, de veldslag voorstellende en wordt bewaard in de stadsbibliotheek van Antwerpen. Maar in 1899 werd in de Augustus aflevering van „Bibliotheca Bilgica" door Th. J. Arnold een bewering van Alph. Govaerts tegengesproken als zou Abraham Verhoeven de eerste „courantier* in de Nederlanden geweest zijn. Volgens Arnold zou Broer Janszoon te Amsterdam al in 1604, dus vóór Verhoeven, een vlugschrift gedrukt hebben „Journael ofte Dachregister van 'i principa tste in Vlaenderen ghe- schiet", enz. en die zich „out courantier int Leger van zijn Prinselijke Excellentie" (Maurits van Nassau) betitelt. Hij gaf ook een buitengewone tijding in het licht bij Oldenbarnevelt's terechtstelling 13 Mei 1619. Een ander vroegtijdig in Nederland gedrukt nieuwsbericht is dat van 27 Auhustus 1610 „Extract tot de laetste courante", enz. uit gegeven door Gerrit van Breugel te Am3ter dam. Maar een tijding van Verhoeven, van 1617. bevatte het bericht dat men „alle 8 of 9 daghen den leser precits zal laten weten het principaelste wat dalter gepas- seert is in vreemde landen" etc. Hieruit kan men dan de gevolgtrekking maken dat een soort van periodiciteit in de Zuidelijke Nederlanden in 1617 begonnen is. Sedert Juni 1629 verschenen deze publicaties ais „Weckelijcke Tijdinghe". In verband met het vroegtijdig verschij nen van kranten te Amsierdam, is het interessant op te merken dat de oudste gedrukte Duitse .kranten* uit het begin van de zeventiende eeuw in vele gevallen gevuld waren met nieuws uit Nederland. Dit zegt wel iets, als we r.og eens dieper willen ingaan op de kwestie „waar verschenen de eerste kranten". De oudste kranten werden aanvankelijk overgedrukt. Brengen de oud- Duitse „zeitungeu" zo vaak berichten uit Nederland, dan kan men veronderstellen dat er daarvóór reeds Nederlandse „kranten" waren, inderaaad is daar iets voor te zeg gen, temeer daar in de Nederlanden Ant werpen en Ameterdam twee belangrijke centia waren van internationaal verkeer. Volgens de jongste onderzoekingen is een exemplaar van 16 Juni 1618 de eerste gedrukte krant (dus een periodiek nieuws blad in Amsterdam. Er zijn een aantal aanwijzingen van ver schillende aard, dat er reeds in 1607 in Nederland nieuwsbladen zouden zijn ge- geweest. Broer |anszoon was toen „couran- tler", wat zou blijken uit aantekeningen van het jaar 1607, op het Rijksarchief te Den Haag bewaard. Ook heeft men een resolutie gevonden van de Amsterdamse Kamer der Oost Indische Compagnie van 7 April 1607 inhoudende het „verbod tot het medenemen uit de Kamer van een krant of andere stukken", waaruit blijkt dal er in 1607 al kranten waren. In eik geval staat vast dat zowel Broer Janszoon als Gerrit van Breu gel in 1610 nieuwsberichten hebben uitge geven. Ook de meermalen aangehaalde uit spraak van P. C Hoott in zijn „Warenar" uit 1617 willen wij even noemen: „Twee maal ter weeck leest me 'r van biat tot blai De courante-nouvellen uit de vier hoeken van de stat." (Waarschijnlijk worden hier echter de geschreven kranten mee bedoeld). Da bekende Zweed Folke Dahl, die voor enige jaren heeft aangetoond dat er te Amsterdam in 1618 al een echte krant ver scheen, erkent dat Amsterdam omstreeks .1620 een centrum van de pers in West- Europa was. Hieruit valt te concluderen dat in Amsterdam daarvóór al kranten ver schenen een perscentrum moet geleidelijk zijn ontstaan. Het zou ook niet zo vreemd zijn dat Nederland wellicht vóór Duitsland aanspraak kan maken op de oudste kranten, hoewel daar geen directe bewijzen voor te vinden zijn. Men bedenke daarbij nog dat Amsterdam ook een centrum was van handel en scheepvaart en met zo goed als alle grote steden van Europa verbonden (Antwerpen en ook Dordrecht, als tussen station van Frankrijk, Spanje en Portugal) en dat van dit verkeer vanzelf de post- en ook de berichtendienst voor de pers profi teerden. Nog een feit van betekenis is dat de eerste Engelse nieuwsberichten en publi caties niet alteen veel nieuws uit Neder land gaven, doch veelal vertalingen waren van Nederlandsche kranten. Maar van het meeste belang is wel dat deze eerste Engelse en ook Franse kranten namen ver melden van de Hollandse uitgevers, dezelfde van wie onze eerste kranten afkomstig waren. (Het oudst bekende Engelse exem plaar dateert van 2 December 1620 en bevat berichten van 5—24 November 1620. Zonder tit 1 en gedrukt door George Vese- laer te Amsterdam. Het oudst bekende Franse exemplaar is „Courant d' ItaMe d' Almaigne", voor Caspar van Hilten gedrukt door Jacobs in 1620. Uit alles blijkt duidelijk dat op Nederlandse bodem zich de eerste wereldpers heeft ontwikkeld. Men versta het woord „wereldoers" niet verkeerd, in die zin, zoals wij die thans onmiddellijk in onze gedachten halen. Maar het feit dat Nederlandse en voornamelijk Amsterdamse kranten ten voorbeeld werden genomen voor andere buitenlandse nieuwstijdingen en de verspreiding van deze berichten in verschillende landen, spreekt voor zichzelf. Wat de wijze van drukken en uitvoering batreftmen make zich geen illusies, het waren kleine blaadjes van ongeveer 15 of 18 cm. bij 25 cm. drukspiegel, aan één zijde met dikwijls onregelmatige gothische letters. Na 1620 werd het papier meestal aan twee kanten bedrukt en soms ook in groter formaat: 30 bij 50 cm. ongeveer. De berichten bevatten vooral oorlogsnieuws. Speciale drukpersen voor deze „kranten" waren er niet, het was dezelfde pers waarop boek en krant werden gedrukt. De oudste krantjes hebben dan ook in alle landen het gewone boekformaatmeestal iwee of vier pagina's, soms ook acht en meer. (Bij de Italiaanse „avisso's* vooral). Nog in het midden van de 17e eeuw bestond een krantenonderneming uit enkele dingen een kast met letters, een handpers en wat klein materiaal, zoals initialen, randen en hout sneden ter versiering. De uitgever, „cou rantier" genaamd, was meestal auteur, zet ter, drukker en verzenderEen groot „bedrijf" had soms twee of vier personen in dienst. Het oudste gedrukte bericht (oorlogs bericht) in Nederland, het pamflet uit 1604 dat in de Koninklijke bibliotheek te Den Haag berust „Journael ofte Dach-register van 't prin cipaelste in Vlaanderen gheschiet, sedert den 25 April tol een 25 Sept. 1604, so van 't inneme der schansen, schermutselingen, als ooc van 't geweldich belech ende over- gaen van Sluys mitsgaders alle hetgene dat Spinoia uylgherecht heeft met syn Legher van die ure af dat hij aengecomen is tot dezen teghenwoordigen dach. Alles soo ick het selve gesien en van gheloof- weerdighe persoonen gehoort hebbe. Ghe- druct t' Amsterdam voor Broer Jar.sz. 1604." Een andere publicatie van Broer Janszoon bevat de beschrijving van de kroning van koning Jacobus van Engeland met koningin Anne „Cort Verhael uyt seeckere tijdinghe gecomsn uyt Engeland 1603," een uit het Engels vertaald nieuwsbericht, gedrukt in 1604. Te Middelburg werd ir. 1606 bij Arien Lenaetts een publicatie uitgegeven onder de titei „Generale nieuwe tijdinghe gheschreven uyt veel verschtyden steden etc." Behalve van Broer Janszoon, die „Cou rantier in het leger van Sijn Princelijcke Excellentie" was, ziji er nog enkele oude gedrukte publicaties bekend met berichten over Maurits van Nassau, van 27 Augustus 1610: „Extract tot de laetste courante der ghe- looffwaerdichsten gheschiedenissen inde belegheringe voor de Stadt ende Casteel van Gulick, tsedert den sevenentwigsten Auhusti tot den teghenwoordighen dach datmen de naeste warachtighe tijdinghe becomen can. t' Amstelredam bij Gerrit van Breugel inde Raemsteech in den vergulden Brandewijnketel 1610." Het origineel is aanwezig in het „Nederlands Persmuseum" te Amsterdam. Maar belangrijker is een aankondiging aan het slot van dit nieuwsbericht, namelijk een zelfde soort kennisgeving als de bekende ?n veel geciteerde passage in de persgeschiedenis, aan het slot van een bul letin van broer Janszoon uit 1619: „Wat voorders passeert sal ic U E. toecomende Vrijdaghe inde courante mededeelen." Aan het slot van de publicatie uit 1610 van Gerrit van Breugel komt reeds een dergelijke mededeling voor „Dit is het sekerste voor dees iyt wat vorder passeren sal wil ick U adviseren." Een regelmatige verschijning Deze ver onderstelling wordt nog versterkt door de aanhef van Breugei's publicatie, welke gedateerd is 27 Augustus 1610. Hij geeft verschillende bericnten over net beleg van Gulick, gedateerd van 22 tot 27 Augustus. Maar begint aldus „Signeur mijnen Lesten li geweest opten 21 desen ende daerin verhaelt dat aic doen ghepasseerl was nu den 22 heeft den vyant gheweldicn gheschuten etc." Hieruit valt te concluderen dat hij op 21 Augustus al een publicatie heeft uitgegeven met, bijvoorbeeld, berichten van 16 tot 21 Augustus (immers in bovengenoemde publi catie van 27 Augustus lopen de berichten van 22 tot 27 Augustus). In elk geval, zowei uit de mededeling in de aanhef, als aan het slot blijkt dat voor en na een der gelijke publicatie uitgegeven kan zijn en dat wij dus hier hoogstwaarschijnlijk met een (tijdelijke) periodieke verscnijning te .doen nebben. Maar het Nederlands Persmuseum te Amsterdam bezit nog een auüer meuws- benent, ni. van 29 Augnsius 161(j, over heueitde onderwerp en wel van Biocr Janszoon. De „Nieuwe Tijdinge* uit 1610 neefl dezelfde lypogiafiscne uitvoering, vier kleine bladzijden gruoi als die van Gerrit van Breugelin de vorm van een krantje en getiteid „Nieuwe Tijdinghe, van het overgheven der Siadt Uutick etc." met berichten van 31 Augustus tot 4 September 1610. Het merkwaardige is nog dat bet een voort zetting is der berichtgeving van 22 tot 27 Augustus van Gerrit van Breugel. Tevens blijkt uit de aannet dat er een (of meer aan voout gegaan is (van Gerrii wan Breu gel of Broer Janszoon), want de „Nieuwe Tijdinhe* van 29 Augustus van 29 Augus tus 1610 begint aldus „Bem.nde Leser alsoo ick int voor- gaende belooft hadde U.E. te laten weten tgunt 'naerder souoe passeren door dien het voorgaende uit seggnen van een goede Vriendt mij verhoeken was, die so heel wel met onderrecht was can ik met na laten U.E. dit schrijvens mede te deelen)." (Hei is mogelijk dat net bericht een ver betering ivan een voorgaande uitgave is.) Zowel uit de „Tijdingtie" van Broer Jans zoon, als uit de „Courante" van Brcugnei blijkt dus dat zij ót samenwerkten of elkaar concurrentie aandeden. In elk geval nat zij in net jaar 1610 naar alle waarschijnlijkheid opeenvolgende publicaties uitgaven, hoewel geen andere aansluitende of voorafgaande aan deze bekend zijn. Genummerd z(jn deze nieuwsberichten niet, maar wij zouden geneigd zijn ze als „krant" te betitelen in verband met de strijuvraagwaar versche nen de oudste kranten Volgens de laatste onderzoekingen van de Zweed Folke Üahi staat vast dat net exem plaar, dat op het ogenblik de titel van oudste Neueriandse krant draagt, gtdateetd is Juni 1618, met btnehten van 1,2, 11 en 13 Juni; in 2 kolom druk, op een smal folio vel. Het origineel bevindt zich met nog talrijke andere oude in Nederland gedrukte exem plaren, in de Kuiigua Bibiioteket (Koninklijke Bibl(otheek) te btocknoim. Folke Danl neeit ln 1938 een omvangrijke collectie Nederlandse kiai.ten ontdekt, 139 van vóór 1626, waarvan 130 uit Amsterdam. Deze vondsi werd voor het eerst gepubli ceerd in 1938 in „Lychnos", hei jaarboek van de Zweedse Universiteit voor Historische Wetenschap, daarna werd een Engelse ver taling opgenomen in „Het Boek'. Voor ons land was dit van zeer groot belang en Folke üahi noemde terecht „Amsterdam het eerste krantencentrum van West-Europa." Als titel draagt deze oudste Nederlandse krant „Courante uyt Itatiën, Duyislandt, etc." en kwam eenmaal per week uit in Amsterdam. De drnkker was Joris Veselaer. Later geven Casper van Hilten en Jan van Hilten kranten uit. in 1619 verscheen de naam van de drukker voor het eerst op het nieuwsblad „Ghedruct t' Amsterdam bij Joris Veselaer aen de Zuyder Kerc inde Hope. A M.DC.X1X. Den 15 May." D a n rug, keel en borstje Inwrijven met Abonnements prijs Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom fl 1,25 Alle andere plaatsen in Nederland en Ned. Indiö il. 1,55. Buitenland il. 2, Advertentieprijs 7 cent per m.m. Ingezonden Mededeelingen 20 cent per m.m. Kleine Advertentiên (maximum 8 regels) 1 - 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1950 | | pagina 1