AXELSCHE COURANT NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAAND EREN. ANNEXATIE. De Nederlandse Volksbeweging UFliNlE-OiNÜEKZuEK IN NEDjsKLaND. HOE OORDEELT ONS VOLK No 91. ZATERDAQ 4 AUGUSTUS 1945. 59e JAARGANG. Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK AXEL Adres Redactie en Administratie; Markt 12 AXEL T. C. Hoofdredactie: VINK - van VESSEM NIET POTTEN. Het Ministerie van Financiën maakt bekendSinds de inlevering van de 100-gulden biljetten, gaat het publiek voort de ontvangst van biljetten van f 50, f25 en f 10 te schuwen en zich hef bezit te verzekeren van biljetten van f2,50 en van f 1, benevens van zinken munten. Voor deze houding bestaat geen enkele grond Het ligt namelijk in het voornemen, om wanneer tot verdere verplichte inlevering van bank- en muntbiljetten wordt overge gaan, de groote en de kle ne coupures gelijkelijk te treffen, terwijl ook met betrekking tot het zinken geld maat regelen zullen worden genomen. De regeering doet daarom een drin gend beroep op alle burgers, om niet door het oppotten van bepaalde soorten van geld en het weigeren van de groote bankbiljetten het betalingsverkeer te bemoeilijken. (Anep Aneta) Oorlogsschade. Verschenen is het Staatsblad F 98, dat den tekst beva* van het Kon. Besluit van 16 Juni 1945, dat de Regeering blijkens art 18 van deze bepalingen verder wenscht te noemen „Besluit Overgangsregeling oorlogs schade". Het is eigenlijk een bevestiging van de bestaande (onofficiëele toestand, dat de schade geregistreerd wordt door de Schade- enquête-commissies. Ook heeft het begrip „oorlogsschade" eenige wijziging onder gaan. viel hieronder gedurende de bezet ting alleen schade ontstaan door oorlogs geweld, thans heeft men eronder te ver staan „alle schade als rechtstreeks gevolg van oorlogsgeweld, van handelingen of maat regelen van den vijand, Qf oorlogsomstan digheden, ontstaan aan onroerende goederen of zoodanige roerende goederen, die tot een bedrijf behooren of tot het uitoefenen van een beroep dienen, daaronder begrepen binnenvaartuigen, veren, vaatbaar materieel, drijvende inrichtingen, alsmede door den Minister van Financiën aan te wijzen zee schepen, dan wel aan huisraad, voorzoover die goederen ten tijde van het ontstaan der schade toebehoorden aan Nederlanders, Nederlandsche onderdanen uit anderen hoofde of Nederlandsche rechtspersonen en zich bevonden binnen de grenzen van het Rijk in Europa". Principieel is de wijziging deze Tijdens de bezetting kende men naait oorlogsschade nog de zgn. bezettingsschade. Dit was de schade ontstaan door hande lingen van de Duitsche weermacht. Dit be grip is thans van de baan, en alle schade kan dus thans op de daarvoor bestemde formulieren aan de schade-enquête-commis sies worden aangegeven. Werden tijdens de bezetting alleen opge nomen schaden aangericht door de Duitsche Weermacht, thans kunnen ook in de enquête worden betrokken schaden ontstaan door maatregelen yan den v ij a n d, dus ook van den burgerlijken vijand, met als aan voerder Seyss-lnquart. Wij denken hierbij aan de- door dezen laatste georganiseerde rooftochten in Arnhem b.v. de inundaties, het doen vellen van boomen, het in beslag nemen van meubilair enz. van jnodsche landgenooten, idem van betrapte clandestiene radioluisteraars, het vorderen van schepen, auto s, paarden en vee, fabrieksinstailaties, enz., zonder betaling. Zelfs de verbeurd verklaring van radio's en kerkklokken inder tijd zal onder dit begrip vallen De goederen, waaraan schade ontstond, moesten zich tijdens de beschadiging be vinden binnen de Nederlandsche grènzen en eigendom zijn van Nederlanders of Neder landsche rechtspersonen. Hieruit volgt dat b.v. schippers en de tallooze arbeiders, die in Duitschiand schade leden, nog niet onder deze regeling vallen. Evenals Vroeger wordt schade, geleden door publiekiechteriijke lichamen en daar mede gelijk gestelde lichamen en zgn. kleine schaden, met in de enquaae opgenomen. Schade aangericht door Geallieerde troe pen, nk het tijdstip, waarin Je eigenlijke gevechtshandelingen plaats hadden, valt er dus met onder. Nadrukkelijk zij er op gewezen, dat de schade moet zijn van materieeleu aard (schade in goederen dus) en schade wegens het derven van inkomsten of winst uitdruk kelijk is uitgesloten. Zeer belangrijk is art. 8 van het Besluit. Dit komt hierop neer, dat alle aangiften dienen te zijn ingeleverd voor 28 Augus tus 1945. Komt men na dien tijd, dan kun nen de Schade-enquête-commissies met goed keuring van den Minister van Financiën ook nog aangiften aannemen, doch dan zal aangever hebben aan te toonen, dat het vetzuim niet aan hem te wijten is. Dit zijn ongeveer de voornaamste bepa lingen waarmede onze lezers voor het oogen blik rekening hebben te houden. Een ieder zij dus gewaarschuwd, dat de aangiften tijdig worden ingeleverd. Voorts kan worden medegedeeld, dat de schade wordt geschat op basis vAn de prij zen van voor den oorlog (9 Mei 1940;, en dat dit Besluit nog niet voorziet in eenige bijdrage van Rijkswege in de geleden schadehet geeft alleen aan op welke wijze de schade dient te worden gere gistreerd en getaxeerd: Wel kan onder bepaalde omstandigheden een voorschot worden verstrekt, indien de door oorlogsgeweld getroffene buiten staat is om de noodzakelijke wederaanschaffing of herstel zelf te bekostigen. Door het Hoofdbestuur van de HARK is aan de Z.-Vl. afdeelingen een schrijven verzonden van den volgenden inhoud Aan alle plaatselijke H.-tRK-comité's in Zeeuwsch-Vlaanderen. Het zal U bekend zijn. dat eenige voor aanstaande Amerikaansche figuren ons land hebben bezocht, speciaal in verband met het werk, da' door de Nationale Hulpactie Roone Kruis wordt verricht. ik kan U mededeelen. dat de Amerikanen, rondgeleid door den Reserve-Majoor Jhr. Ir. R.E. Laman Trip, niet alleen zeer onderden indruk waren van de uitstekende organisatie van de H.A.R.K., maar ook uiterst tevreden waren over de nauwkeurige administratie, welke van de ontvangen goederen was bij gehouden. niervoor meen ik U in de eerste plaats te moeten bedanken, want door Uw activiteit en ijver is het mogelijk geweest om dit werk in betrekkelijk korten tijd tot stand te brengen. Ik vertrouw en hoop, dat deze blijk van waardeering van de Amerikanen vO"r U een prikkel zal zijn om U te blijven geven aan het mooie werk van de Nationale H.A.R.K Nationale Hulpactie Roode Kruis. (w.g.j J. WERNER, Directeur. Ook In Nederland wordt door velen, «oowel Abonnements prijs- Loss# nummers 3 c Kwartaal abonnement AXEL binnen de kom il. 1.25 Alle andere plaatsen il. 1.55 f Advertentieprtji"^ 7 ct per m.m. Ingezonden Mededeellngen 15 ct per m.m. Kleine Advertentlön (maximum 8 regels) 1 5 regels 62 ct. Iedere regel meer 12 ct. extra dienstaanbiedingen Voorop, een voorbehoud t.a.v. het woord .(Annexatie". Annexatie is) volkenrechtelijk, inlijving van vreemd gebied met inbegrip van de daarop levende bevolking. Voorzoover op dit moment te peilen, is ten onzent de publieke opinie was van het opnemen van een zeker kwantum Duitschcr.s binnen onze grenzen. Wij gebruiken daarom hierna het woord annexatie los van de zeer belangrijke - vraag, of en in hoeverre de Duitsche bevolking uit het aan te hechten gebied moet worden verwijderd. Voor heden dan beschouwen wij de z.g. „ethische" argumenten en bezwaren nopens de gedachte gebiedsuitbreiding. Betoogd wordt, dat onze nationale traditie zich verzet tegen an nexatie, afgezien van het feit, dat elke oorlog, ook vroeger in Nederland, grenswijzigingen heeft teweeggebracht. Na den vorigen oorlog werd aan Nederland Duitsch gebied aange boden, in ruil voor afstand van Nederlandsche gebied aan België. Dit werd geweigerd, en te recht. Nederland was niet in oorlog met Duitschland geweest: het had geen schade vergoedingsvordering tegen dit land. Het ver schil m de huidige situatie is schreeuwend duidelijk. Nederland heeft een immense herstel- vordering op Duitschland: Duitscnland zal in eenigerlei vorm moeten betalen, anders be talen wij Nederlanders ze, onze kinderen en kinds-kinderen. Duitschland kan althans het grootste deel dier vordering slechts betalen in land. Nationale „ethische" traditie, hoe sym pathiek en respectabel ook, houdt daartegen over geen stand. Nieuwe tijden brengen nieuwe eischen. Trouwens ieder is er reeds van over tuigd, dat de komende vrede toch leiden zal tot ingrijpende grenswijzigingen in Oost-, zoo wel als in West-Europa, wijzigingen, die het Hptionaliteitenprincipe doorbreken en rekening houden met de toekomstige veiligheid en wel vaart van de door Duitschland vertrapte lan den elk afzonderlijk en de veiligheid en wel vaart van het geheel. In dat licht bezien en van ethiek gesproken heeft Nederland niet slechts een recht, doch ook een plicht jegens de nieuwe volkerengemeenschap, een evt. geboden gelegenheid tot het trekken van Duitsch ge bied binnen zijn grenzen aan te grijpen. Zuiver ethisch is vooral het bezwaar van de als volstrekt onvermijdelijk te beschouwen verwijdering resp. overplaatsing van de op het in te lijven gebied wonende Duitsche be volking, naar schatting 3 a 4 millioen menschen. Deze verwijdering zal vrijwel algemeen moeten zijn, hoewel er uitzonderingen zullen worden opengelaten. De hardheid van het door Duitschland het eerst toegepaste beginsel kan in dit geval verzacht worden door de Duitsche regeering zelf, die voor de uitvoering zorg zal moeten dragen en te zijner tijd het te ontruimen gebied „schoon opleveren". Deze taak is niet te zwaar, want els men deze be volking T>ijv. naar de provincie Pruisen brengt, krijgt deze nog een geringere bevolkingsdicht heid dan ons huidige Drente. Bovendien zullen deze menschen worden schadeloos gesteld door hun eigen regeering. Dit is een Duitsche, geen Nederlandsche zaak. Wij Nederlanders zullen dezen menschen toestaan, hun persoonlijk bezit aan kleeding, huisraad enz., mee te nemen. Duitschland heeft zijnerzijds alle noodige er varing in het opvangen van zulke emigraties zijner „volksgenooten" uit zijn randgebieden en zelfs uit den vreemde. En dan, bovenal: komt men niet tot verwijdering van Duitschers uit dit gebied van Europa, dan zal een aanzienlijk aantal Nederlanders uit Nederland verwijderd moeten worden onder den naam „emigran ten" daar ons land op het oogenblik te klein is, om de steeds toenemende bevolking op te vangen. De vraag is dus niet: moet er al dan niet geëmigreerd worden, maar wel, wie moeten emigreeren, Nederlanders of Duitschers? Een vraag, die zichzelf beantwoordt. En waar deze vraag juist door het Duitsche optreden ter vernietiging van ons volksbestaan acuut is geworden, lijkt het ons toe, dat de Duitschers die schuldig zijn, dat wij onze be volking niet meer kunnen herbergen, moeten worden verwijderd uit die gebieden, welke wij evt. toegewezen zullen krijgen. Het is nu al weer twee maanden geleden, dat „Je Maintiendrai" met haar „Bevrijdings nummer" uit de illegaliteit in de legaliteit trad. Dit nummer bevatte de oproep van de Neder landse Volksbeweging, die korten tijd daarna op 24 Mei j.l. in Rrasnapolsky in Amsterdam officieel werd opgericht. Ondanks de grote vervoers- en contactmoeilijkheden is er sinds dien veel bereikt. In bijna alle steden en dor pen in Nederland zijn op plaatselijk initiatief comité's samengesteld, die zo kwaad als het ging contact gezocht hebben met het hoofdbe stuur in Amsterdam, dat de nodige richtlijnen -op politiek en organisatorisch gebied heeft ge geven. De in deze afdelingen geformeerde be sturen dragen allen slechts een voorlopig ka rakter, aangezien de definitieve besturen t.z.t. door de ledenvergaderingen zullen worden aangewezen. Het weekblad „Je Maintiendrai". dat thans nog voor de verschillende delen van het land in een viertal afzonderlijke edities verschijnt, is practisch in iedere gemeente verkrijgbaar. Zo spoedig mogelijk zal worden overgegaan tot het uitgeven van een centrale editie, waarvoor reeds thans de abonnementen kunnen worden opgegeven. In verschillende delen van het land, zoals Amsterdam, Den Haag en Rotterdam, Fries land, Twente etc. worden reeds grote vergade ringen van de Nederlandse Volksbeweging plaats. Het ligt in de bedoeling deze bijeen komsten, waar leidende personen uit de N.V.B. het woord voeren, nog in vele andere steden en dorpen te doen plaats vinden. Het program der N.V.B. is ter perse en al verhindert de papierschaarste om de oplage zo groot te maken, dat aan alle aanvragen zal kunnen worden voldaan. Menig Nederlander zal zich binnenkort behoorlijk kunnen oriën teren over de concrete voorstellen die de N.V.B. te doen heeft. Een tweetal brochures, n.l. de „Oproep met toelichting der N.V.B." en „Nu of nooit zijn reeds verschenen, een derde brochure wordt binnenkort verkrijgbaar gesteld. Tenslotte iè er nog het „J.M. Fonds" dat is ingesteld ter ondersteuning van de nagelaten betrekkingen van hen, die hun leven hebben gegeven in dienst van „Je Maintiendrai" en de daarbij behorende groepen. Het fonds zal met tertijd onder een eigen beheerder worden op genomen in de „Stichting 1940-1945". Met dank baarheid kan worden geconstateerd, dat de regelmatig gestorte bedragen die varieren van enkele dubbeltjes tot honderden guldens, het bewijs ervan leveren, dat Nederland zijn ge vallen strijders niet vergeten zal. Londen, 23 Juli (ANEP-ANETA). De wereldvermaarde Amerikaansche architect Frank Lloyd Wright, bekend om zijn „aard bevingsvrije" scheppingen (hij heeft o.a. het Imperial Hotel en vele andere gebouwen te Tokio gebouwd en later de Amerikaansche luchtmacht verteld hoe ze het best te bombar deeren) zal, na den oorlog, op Fifth Avenue te New-York een spiraalvormig museum bouwen, dat tien verdiepingen zal hebben, aldus meldt de „Evening Standard". Het museum zal eigenlijk een lange zaal zijn, die spiraalvormig is en zèer langzaam oploopt („zoodat je de schilderijen in een rolstoel kunt gaan bekijken"). Een soort van slakkïnhuis- achtige galerij. Meer en meer worden wij ons bewust van hoe groot belang de publieke opinie is in onze samenleving. Terecht wees onze Minister- President er op, dat het noodzakelijk is, dat verschillende belanrijke maatregelen als bijv. een eventueelê annexatie „gedragen of ver worpen moeten worden door het zedelijk besef en het zakelijk inzicht van ons volk Terecht ook wees Minister Van Kleffens er op, dat het van de allergrootste beteekenis is, dat ons volk zich spoedig een meening vormt over diverse politieke vraagstukken. Meeningsvorming alleen is echter niet vol doende; er dient tevens een middel, een sy steem te zijn om de bij het Nederlandsche volk bestaande stroomingen en meeningen naar aard en omvang te bepalen; men dient de publieke opinie ook te „meten" en men dient haar dan te meten met een bevredigende mate van nauw keurigheid. Het middel voor dit meten bestaat. In de praktijk van vele democratische landen heeft het zijn bruikbaarheid bewezen. De praktijk wees uit, dat de schriftelijke en- quete, waarbij het publiek vragenformulieren ter beantwoording en terugzending ontvangt, voor de meeste onderzoekingen niet voldoet. De resultaten bleken bij deze methode onf ver schillende redenen zeer onbetrouwbaar te zijn. Men was dus aangewezen op de mondelinge enquete, waarbij een flink aantal goed ge- instrueerde enqueteurs de vragen, welke men beantwoord wil zien, met het publiek gaat be spreken; in den regel worden vele duizenden soms enkele tienduizenden gesprekken gevoerd. De proefpersonen worden zoodanig gekozen, dat de te ondervragen groep wat samenstelling betreft overeenkomst vertoont met de geheele bevolking. Dus worden zoowel mannen als vrouwen, plattelanders als stedelingen, werk gevers als werknemers, rijken als armen, jon gen als ouden gekozen en wel zoo goed moge lijk in de verhouding, waarin zij in het geheele volk voorkomen. Ook op godsdienst en politieke richting kan bij de keus der te ondervragen per sonen worden gelet. uit overheids- als particuliere kringen, de drin gende behoefte aan goed gefundeerd opinie onderzoek gevoeld. Van verschillende kanten werden in de achter ons liggende jaren plan nen gemaakt, die reeds gedeeltelijk zijn geco ördineerd. O.a. door de Nederlandsche Stich ting voor Statistiek te 's-Gravenhage werd in dit opzicht een groote activiteit aan den dag gelegd. In de oorlogsjaren organiseerde zij reeds enkele economische enquetes voor het bedrijfs leven. Thans is een zeer belangrijk opinie onderzoek gaande, waarin o.a. de meening van het publiek over de regeling van den radio- omroep, over de houding van het Nederland sche volk tijdens de bezetting, over de N.S.B., de aansprakelijkheid van het Duitsche volk en over nog enkele andere actueele vraagstukken wordt vastgesteld. Binnenkort zal het resultaat van dit opinie onderzoek kunnen worden bekend gemaakt. Inmiddels is door Dr. Ph. J. Idenburg, Direc teur van het Centraal Bureau voor de Sta tistiek en Voorzitter van de Nederlandsdte Sichting voor Statistiek en Prof. Mr. H. R. Hoetink te Amsterdam het initiatief genomen tot oprichting van een Vereenigjng voor Opinie onderzoek. Deze Vereeniging, waartoe allen, die belangstelling hebben voor het opinie onderzoek, als lid kunnen toetreden (de mini, mum-contributie bedraagt f 6,- 's jaars), heeft tot taak het opinie-onderzoek hier te lande te stimuleeren. De Vereeniging zal een program- me opstellen van onderwerpen, die in cultureel en politiek opzicht van belang zijn en het ligt in de bedoeling de Nederlandsche Stichting voor Statistiek met de technische uitvoering van dit programma te belasten. Het Dagelijksch Bestuur der Vereeniging voor Opinie-onderzoek zal voorloopig bestaan uit: Prof. Mr. R. Hoetink, voorzitter Dr. Ph. J. Idenburg, vice-voorzitter; Th. M. van der Beugel, en Prof. J. E. de Quay. Het secretariaat (Prinsegracht 73, 's-Graven hage) dat voorloopig wordt waargenomen door Drs B. M. Sweers, zal belangstellenden gaarne nadere inUehtlngea verstrekken.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1945 | | pagina 1