AXELSCHE COURANT 1 s I 1 k NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEE U W S C H- VLAANDEREN. Het leven in Hollandia. 'i v i dl ■II ■j II l' 1 I '«tÉÉII*' De nieuwe jaarkring. Overdenkingen in West Zeeuwsch-Vlaanderen. HUI p, 31 VRIJDAG 5 JANUARI 1945 58e JAARGANG TlcJaiïOié&eS* 7 TT\ No. 30 WOENSDAG 3 JANUARI 1945 58e JAARGANG Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK AXEL Adres Redactie en Administratie: Markt 12 AXEL Hoofdredactie: T. C. VINK - van VESSEM V- 't Is nu de dag der zaligheid, Die God zijn volk heeft toegezeid. 't jaar der verlossing is gekomen, Festeert en juicht, gij Christen- [vromen. Vondel. Nieuwjaar ligt weer acuter ons. De tijd vliedt snel. Maar als een hoopvolle heraut is 1945 tot ons gekomen met de heerlijke belofte van den aanstaanden vrede en de definitieve zege praal op den gemeenschappelijken vijand der vrije volkeren. Het kan zijn nut hebben nog een oogenblik bij de zooeven gepasseerde mijlpaal te verwijlen. Sterk in ons leeft het vertrouwen van de nakende algeheele bevrij ding van het vaderland boven de rivieren. Een vertrouwen, dat ons frisschen moed schenkt om voorwaarts te schrijden. Doch waarbij wij immer nog door gemengde gevoelens bezield blij ven om het vreeselijke lot van onze zwaarbeproefde landgenoo- ten boven den Moerdijk. Om het lijden ook, dat aan alle mede- menschen beschoren is, die nog leven in de gevechtszöoe's of deze gebieden moesten ontvluch ten met achterlating van have en goed en slechts door ééne ge dachte bezield het veege lijf te redden. Inzonderheid denken wij daarbij aan de dappere strij ders voor onze hoogste waarden vrijheid en democratie. Aan onze soldaten Mogen zij allen kracht putten uit de rechtvaardigheid van onze gemeenschappelijke zaakeen einde te stellen aan het lijden en de verdrukking ons opgelegd door een stel verdwaasde despo ten die met een niets ontziende onmeedoogendheid voortgaan hun evangelie van den haat te pre diken en hun verblinde volge lingen bij honderdduizenden en millioenen in den dood te jagen. Wij denken aan de ten doode vervolgde Joden. Medelijden, maar ook bewondering koesteren wij voor dit wonderlijke, in de geschiedenis der volkeren zoo ontelbare malen opgejaagde en vervolgde volk. Vooral nu zij in ons land, waarin zij sinds ver scheidene eeuwen vergroeid waren met onze natie, geen schutze meer vonden en ten bloede toe gepijnigd, gefolterd, gedeporteerd en vermoord zijn. Wij sidderen en gruwen nog als wij denken aan de opschriften: „Voor Joden verboden" op markt plaatsen en in herbergen, als bittere ironie nog van kracht zelfs nadat het gros van dit oude volk naar de gruwelkam- pen ver over de grenzen was ontvoerd. Onbeschrijfelijk is het lijden, uitgestort over onze Israëli tische landgenooten. Eens te meer is in deze bar- baarsche verdwazing te onder kennen den geest uit den afgrond, die onkundig is van het eeuwig ware woord„Waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelvewant gij die oordeelt bedrijft dezelfde dingen. Wij weten echter, dat het oordeel Gods onpartijdig gaat over hen, die zulke dingen bedrijven. Rekent gij weliicht hierop, o mensch, die oordeelt over hen, die zulke dingen bedrijven, en ze zelf doet, dat gij het oordeel Gods ontgaan zult Zij missen ten eenenmale het besef van de belofte, dat on danks de verharding gansch Israël behouden zal worden gelijk geschreven staat„De Verlosser zal uit Sion komen, Hij zal de goddeloosheden van Jacob af wenden. En dit is mijn verbond met hen, wanneer Ik hunne zon den wegneem." Klein en armzalig staat tegen over deze onomstootelijke waar heid uit het Boek der Boeken de gedrochtelijkheid van een natio- naal-socialistisehe wereldbeschou wing van een Alfred Rosenberg c.s., die zich bedienen van satel lieten en marionetten als een Göbbels en een Hitier, om de menschheid, in casu hun eigen volk deze doodelijke injectie toe te dienen. Treurig den moed om dezulken te willen scharen onder de grooten die hun stempel op de geschiedenis drukken 1 Ongelukkig het land en diep rampzalig het volk, hetwelk zich laat voeren van zulke demonische drijvers, die bezeten van machts wellust en expansiezucht zelfs in het laatste stadium van hun kort stondig schrikbewind zich met hand en tand vastklampen aan hun valsche en gedrochtelijke waandenkbeelden en daarbij een geheel volk slachtofferen en naar den absoluten ondergang voeren. Is Hitier bijv. bij een Napoleon vergeleken geen dwerg, een wil lig werktuig in de handen van een kleine kliek van misdadige elementen, al is er, afgezien van den maatstaf t.o.v. de personen, overeenkomst in sommig opzicht. Zoo o. m. dat evenals bij de bestrijding van den grooten Cor- sikaan in 1815 ook nu de Euro- peesche volkeren zich hebben aangegord om een juk af te schudden dat een groot deel van het vasteland, na vooraf te zijn overrompeld, gewelddadig was opgelegd. Engeland was ook toenmaals de ziel der coalitie, de bindende factor. Zoo is het ook nu weer. Toen openbaarden zich diepgaande meeningsverschillen, die er onge twijfeld ook thans zijn. Dezelfde mogendheden die bij Leipzig Napoleon hadden ver slagen in de grootste eendracht, raakten op het Weener congres zelfs bijna slaags. Bij tegenstelling van belangen kon hel nauwelijks anders. Het Fransche spreekwoord „l'Histoire sa lépète" (de historie herhaalt zich) is ook nu nog van kracht. Doch één groot en gemeen schappelijk ideaal is thans onmis kenbaar. Een merkwaardige een heid van denken en willen smeedde zich met het doel: de vernietiging van bruut geweld en slavernij. De vrije wereld heeft zich op gemaakt om dit schrikbeeld te verdrijven en de hooge mensche- Iijke waarden van democratie en vrijheid veilig te stellen. Dit beteekent geen nieuwe ge lijkgeschakeldheid in dien zin dat elk er nu voortaan op los zou kunnen leven of een soort wereld gelijkvormigheid na moet streven. Het zij verre en integendeel. Geen vrijheid in losbandigheid, maar in een waarachtige gebon denheid. Een waarlijk groot Europeesch vorst zei in de 18e eeuw dat ieder op zijn eigen manier zalig moest zien te worden. Zoo zij het ook weer niet. Maar wel zal veel wederzijdsch begrip gevergd zijn. Als de Kerstboodschap, nog nauwelijks verklonken, zij ook deze boodschap van naastenliefde gebracht aan „de menschen die van goeden wille zijn 1" Zij mogen hebben geleerd en verstaan Opdat de ware demo cratie daaruit herboren moge worden en deze ons in 1945 worde geschonken. En wij met Valerius mogen zingen: Gelukkig is het land, [dat God de Heer beschermt, Als daar met roof en brand, [de vijand rondom zwermt, En als hij meent hij zal, t schier overwinnen al Dat dan. dat dan, dat dan, [hij zelf komt tot den val Bram De redeneering van velen is momenteel zoo „De geallieerden hebben de zaak stuk gemaakt, nu moeten ze het zelf weer maar opbouwen ook". Het voornaam ste vergeten zij, dat de gealli eerde soldaten hier gekomen zijn voor onze bevrijding ook en dat dit feit groote verplichtingen medebrengt. Wat zou er van ons geworden zijn, indien we onder het Duitsche juk hadden moeten blijven „Maar we kunnen toch niets doen", wordt er gemompeld Lamgeslagen, versuft, beroofd van soms alle stoffelijke middelen zien zij slechts één ding, zooveel mogelijk materiaal en diensten van het geallieerde leger te ver langen zonder er iets voor te doen. Medewerken zullen de geallieerden zeker, maar den kant, die het nu uitgaat, is ver keerd. Zelf moeten we aanpak ken en een uitweg proberen te vinden om te helpen de over winning sneller te doen plaats hebben. De geallieerde soldaten, weike slechts één doel hebben zoo snel mogelijk weer naar huis, zullen ons dan respecteeren en met op ons neerzien als een stel lastposten op hun weg naar een snelle overwinning. Zij moeten ons niet gaan minachten, dat zou een heele stap terug zijn en de verhoudingen ook na de vrede vertroebelen. We moeten nu toonen, dat wij kerels zijn en geen zeurpieten. „Je Maintiendrai", „Ik zal hand haven" moet onder alle omstan digheden onze iijfspreuk blijven. Dan zullen onze bondgenooten ons respecteeren en het zal ons weer een gevoel van eigenwaarde geven, dat voor de komende moeilijke jaren niet gemist kan worden. s. Zelfrespect. De bevrijding heeft plaats ge vonden en iedere vaderlander, hoe zwaar ook getroffen door de oorlogsdaden zal hierover ver heugd zijn. Het contact met de geallieerde legerleiding wordt steeds intenser, het wederzijdsch begrijpen van de omstandigheden met den dag beter. Dit is ten zeerste toe te juichen. Echter dient ervoor gewaakt te worden, dat het niet ontaart in ean zieke lijke afhankelijkheid. Wat de Duitschers van ons volk afdwon gen, dat dienen wij nu met blijd schap aan de geailiterdente geven, zijnde onze arbeid, ons materiaal, kortom alles wat noo- dig is om de overwinning zoo spoedig mogelijk te bevechten. Velen zullen hierbij bedenkelijk het hoofd schudden, maar het kan en zal moeten, willen we ons zelfrespect niet verliezen. Het leven der Nederlandsche gemeenschappen in Hollandia en in andere plaatsen langs de Noordkust van Nieuw Guinea is natuurlijk een leven onder de eenvoudigste omstandigheden. Aanvankelijk woonde men in tenten, maar daarna werden hut ten van bamboe met stroodaken door de inheemsche bevolking gebouwd. Men slaapt op veld bedden, in den morgenstond gaat men, na een primitief bad geno men te lubben, het standaard- rantsoen beschuiten, kaas en jam met koffie of thee nuttigen. In- tusschen heeft zich reeds 'n lange queue gevormd van patiënten, die op behandeling door den dokter wachten, terwijl er tevens perso nen in een rij te wachten staan voor het bureau van den ambte naar van het binnenlandsch be stuur om hem over ailes en nog wat te raadplegen. Dit leven eischt methodische arbeid, doorzettingsvermogen, een koel hoofd en veel common sense om alle arbeid te verrichten en zich mat door de drukte te laten overstelpen. De lunch bestaat evenals het avondmaal uit rijst met eenvoudige schotels, die de kok veel hoofdbrekens bezorgen, aangezien hij allerlei varianten moet zien te maken met ais eenig thema corned beaf. Versch vleescn visch, kip en eieren of groenten zijn niet voorhanden, terwijl het fruit heel schaarsch is. Hoewel de vruchtbaarheid in de tropen bijzonder groot is zijn de Jappen er in geslaagd al wat eetbaar was te vernietigen en zelfs tuinen te laten verwaarloozen. Dit alles is niet zoo belangrijk omdat men in gebieden waar militaire operaties plaats vinden altijd wel over voldoende voor raden beschikt, maar de vraag doet zich voor welke toestand zal intreden als dit gebied niet langer van militair belang wordt geacht. In de behoeften der burgers wordt in oorlogstijd altijd in de laatste plaats voorzien en de overgangs periode tusschen het terugtrekken der troepen en het herstel van het normale leven zal reeds bijzonder moeilijk zijn vanwege de beperkte hulpbronnen waarover dt Ncderl. beschikken kunnen. Zooiang. de troepen hier zijn kunnen allerlei extra's als bijv. brood verk egen worden en kan men des avonds tenminste ais eernge verpooztng 'n bioscoopvoorstelling bijwonen, terwijl men zelfs van de luxe van electrisch licht kan genieten. Maar velen schijnen te denken dat het leven in gebieden die in de frontlinie gelegen zijn, onder omstandigheden die in lndië eigen zijn en dus niet met die van Europa vergeleken kunnen worden een soort van plezierig padvin dersleven is. Het heeft ongetwij feld zijn plezierige oogenbiiKken, maar het is geen gemakkelijk leven. Het heeft iets stimuieerenus iets eigens,dat niet onder woorden gebraent kan worden en aneen Degrepen wordt door hen, die dit leven meemaken. Het is in de allereerste plaats de arbeid, die dit leve» aantrek kelijk maakt, hetgeen niet weg neemt, dat niemand er zich voor schaamt om na maandenlang voortdurend hard gewerkt te heb ben te bekennen, dat 'n variatie in maaltijden of een kans op meer ontspanning hem hoogst aange naam zouden zijn. Men moet niet denken, dat dit een soort ver- weekelijking beteektnt maar onoer deze omstandigheden van harden arbeid is een weinig meer com fort geen overdreven luxe. Wij hebben hier eemgen tijd bij stil gestaan omdat wij meeneri, dat zulks een goede waarschuwing zou zijn voor hen, die deigelijk werk voor zichzelf zouden wuien. Zoowel de droomen van een padvindersleven als een cynisch critiseeren van de gemakkelijke een schop gebruikt hebben I hun geldzak vol te scheppen. Dnze taak en bovenal de taak |i de pers is nuU in den treure wijzen op de plicht, welke jJdaag op U ligt. De plicht elk ent uit de samenleving te ver schroom de „groote heeren* aan te wijzen, die zich reeds in een veilig baantje genesteld hebben. Denkt dan echter aan uw bond genooten, die hun leven wagen door de betonnen bunkers te be stormen, waarin de Duitschers een eskauei |ü(jaua\.iic muiacis betrokken in Straat Bali op 17 Februari 1942, waarbij het schip met de overige geallieerde sche pen tusschen twee linies vijan delijke kruisers door voer. De Tromp" werd hier herhaaldelijk Londen, als eerste meisje uit bevrijd Nederland in MaRVA- unitorm. Een aantal Nedertandscheytneis- jes en vrouwen m Engeland had den zich reeds voor dit vrouwen doelen op Noord-Sumatra. Üp 3 Jan. zijn de geall. troepen op het eiland Akyao geland. Zij ont moetten slechts geringe tegenstand (Samengesteld uit berichten van Herrijz. Nederl. en Radio Oranje.) 1 i i !h i II 1 1 ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 5 ct. Kwartaalabonnement: AXEL, binnen de kom: fl 1 .25 Alle andere plaatsen: tl. 1.55 ADVERTENTIEPRIJS: 7 ct per m.m. Ingezonden Mededeelingen: 15 ct per m.m. Kleine Advertentièn: (maximum 8 regels) 1 - 5 regels 62 ct. iedere regel meer 12 ct. extra dienstaanbiedingen 52 ct UIMIIV/OtlIIlIMIU wp »«t UV/UIU «4UV1 jopauai. iuuuomcoiau rmguya, cu ■in i 11, IJ! i l' L 'l I i J L .1! I I ■i s

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1945 | | pagina 1