Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwseh- Vlaanderen.
No. 50.
VRIJDAG 29 SEPTEMBER 1933.
'49e Jaarg.
JAl
J. C. VINK - Axel.
Nu, meer dan ooit.
FEUILLETON.
De valsche Gravin.
Binnenland.
I/OA
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNF.MENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
tot 5 regels 60 Centvoor
Groote letters worden naar
ADVERTENT1ËN van 1
eiken regel meer 12 Cent.
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Eerste Blad.
Nu, meer dan ooit, is propa
ganda noodig voor de „Vredes-
gedachte". Want wat leert ons
de geschiedenis Dat machts
wellust naar de wapenen doet
grijpen, om met geweld van dood
en vernieling te onderdrukken
allen en alles, wat dien lust
weerstaat.
Of dan die machtswellust er
is? Och, men zie slechts over
de grenzen. En of die dreigend
is? Nu, direct nog niet, maar
wat zal zij straks doen, als zij
de kans geschikt acht? Zal
Duitschland zich eenmaal sterk
gevoelend, 'niet weder, zooals
het met de politietroepen deed,
de op iedere gemeente opge
richte „turnverein" omzetten in
eer. legerafdeeling, klein of groot,
en daarmede ten strijde trekken,
voor een grooter Duitschland en
onder de leus „Deutschland über
alles
We kunnen de zaak echter ook
anders stellen We kunnen zeg
gen, dat machtswellust Duitsch
land heeft geknecht en geboeid
in een vredesverdrag, dat
schreeuwt om verlossing van die
knellende banden en roept om
herovering van het verloren ge
bied. Maar hoe men het zich
ook stellen wil, de machtsduivel
loert. Zoodra de kans er is,
bespringt hij zijn prooi. En wat
ertegen te doen
Het antwoord is eenvoudig.
Hem de kans niet geven
Minder eenvoudig is echter de
uitvoering van dat gebod. En
toch is het mogelijk. We hebben
er een machtig middel voor: de
Volkenbond
Zeker, de tijden voor den
Volkenbond zijn niet gunstig.
Men heeft er ook wel eens ge
faald. Het werk der Ontwape
ningsconferentie, dat binnenkort
zal worden hervat, heeft aan de
destijds toch waarlijk niet hoog
gespannen verwachtingen slechts
zeer gedeeltelijk voldaan. De
Economische Conferentie is, ten
einde eene algeheele mislukking
daarvan te voorkomen, verdaagd
en twijfelachtig is of zij in den
loop van dit jaar nog wel op
nieuw zal bijeenkomen. In die
omstandigheden is het niet te
verwachten, -dat van de jaarlijk-
sche Assemblée, de veertiende in
de rij, die op 25 September te
Genève is geopend, groote kracht
zal uitgaan. Van haar zijn, waar
zij deze beide belangrijke vraag
stukken terzijde moet laten, geen
groote dingen te verwachten.
Maar dat is zeker, dat toch de
Volkenbond reeds meermalen is
geweest de rem, die eenerzijdsch
de verhitte gemoederen, welke
reeds de tanden lieten zien, heeft
gekalmeerd, en anderzijdsch het
hare heeft gedaan, om overdreven
eischen van den meerdere tot
minder zware bepalingen te be
perken.
En nu zijn er in ons land
niet alleen die de schouders
ophalen en zeggen: ik heb het
altijd wel voorspeld. Maar met
scepticisme alleen komt men er
in de ontredderde wereld van dit
oogenblik niet. Of men al dan
niet juist voorspeld heeft, doet
op het oogenblik weinig terzake.
Getracht moet worden van het
internationale leven althans dat
gene te redden, wat voor elk land
een levensbelang is. Want, wij
kunnen ons niet ontveinzen, dat
de wereld, al schijnt zij thans van
den goeden weg te zijn afge
dwaald, economisch en sociaal,
maar daardoor ook politiek, zoo
danig is samengesteld, dat de
landen en volken elkander noodig
hebben. Geen land en geen volk
kan op zichzelf levende po
gingen, die daartoe gedaan wor
den, zijn tot nog grooter mis
lukking gedoemd dan die, welke
op ontijdige oogenblikken trach
ten het internationaal voertuig
weer op gang te brengen.
Van dit internationale samen
leven, gevolg van de steeds ver
beterde techniek, is de Volken
bond de drager. De Volkenbond
is geen uitvinding geen kunst
matige instelling. Hij is er, om-
dat hij er zijn moest. Hij is er,
omdat hij vorm geeft aan het
verlangen naar internationaal over
leg over groote en kleine zaken.
Misschien heeft de Volkenbond
in de eerste jaren van zijn be
staan te hoog willen grijpen, en
geen rekening gehouden met de
neg gespannen verhoudingen,
zoodat de pogingen van den
Volkenbond door de politieke en
economische naweeën van den
oorlog niet tot resultaat hebben
kunnen leiden. Dat mag echter
het vertrouwen in den Volken
bond niet aan het wankelen bren
gen. Wij zijn er langzamerhand
allen wel van overtuigd, dat de
Volkenbond zal blijven voortbe
staan, maar het gaat er om in
welken vorm. En hoe krachtiger
deze nu gesteund wordt, hoe
meer kans is er, dat van hemzelf
initiatief, ook en in de eerste
plaats van politieken aard kan
uitgaan, als verwezenlijking van
wat men onder de Volkenbonds
gedachte verstaat.
Men kan wel ten opzichte van
den oorlog een kreet aanheffen
dit nooit meer, maar met het
negatieve komt men er niet. De
oorlog kan alleen dan afdoende
worden bestreden, wanneer een
rechtsorganisatie hem onmogelijk
gaat maken.
Zij, die vóór den oorlog het
pacifisme beleden en voorstonden,
werden veelal verweten te zijn
vage idealisten. Inderdaad, zij
konden zich op niets tastbaars
beroepen. Dat is na den oorlog
anders, want er is een Volken
bond als eerste poging tot ver
wezenlijking van de Volkenbonds
gedachte. Het Volkenbondspaci-
fisme is een realiteit. Een rea
liteit, die ongetwijfeld versterking,
uitbreiding, erkenning behoeft,
maar die er is, en waaromheen
kan worden gebouwd. Het is
geen toeval, dat na den oorlog,
terzijde van de meer algemeene
vredesvereenigingen, die in de
verschillende groote en kleine lan
den bestonden, zijn opgericht Vol-
kenbondsvereenigingen. In Neder
land heeft de algemeene Vredes-
vereeniging zich in een Volken
bondsvereeniging getransfor
meerd, en zij draagt den naam
van „Vereeniging voor Volken
bond en Vrede". Ook zij is in
hoofdzaak draagster van het
Volkenbondspacifisme.
Deze Vereeniging is algemeen,
en omvat allen, van elke staat
kundige richting en van elke
godsdienstige gezindte. De Ver
eeniging, die twee jaren geleid
werd door den oud-Minister van
Buitenlandsche Zaken, den Heer
van Karnebeek, den man dus,
die voor Nederland's toetreding
tot den Volkenbond zorg droeg
heeft presidenten van vooraan
staande beteekenis, maar van ge
heel uiteenloopende politieke
overtuiging aan haat. hoofd ge
zien. Figuren als wijlen Mr. H.
C. Dresselhuys, Mr. J. Limburg
en wijlen Prof. Mr. M. W. F.
Treub. De samenstelling van het
Hoofdbestuur dezer Vereeniging
geeft duidelijk te kennen, dat
allen, zonder onderscheid van
richting, daarin willen zitting
nemenvan elke politieke partij
worden daarin vertegenwoordi
gers, en waarlijk niet de minsten
in hun partij, aangetroffen.
Deze Vereeniging doet alge
meen werkzij licht de open
bare meening terzake van Vol
kenbondsvraagstukken voorzij
tracht de stem der openbare
meening bij de Regeering te ver
tolken zij neemt ook deel aan
den internationalen arbeid van de
Union der Volkenbondsvereeri-
gingen, die meer dan eens de
voorhoede van den Volkenbond
is geheeten. Maar, wil zij ons
Volk in alle geledingen bereiken,
dan heeft zij behoefte aan plaat
selijke afdeelingen, die, op de
meest uiteenloopende wijze en in
verband met de plaatselijke om
standigheden, de voorlichting der
openbare meening plaatselijk ter
hand nemen. Zulke afdeelingen
telt de Vereeniging ten getale
van omstreeks 100zij heeft
daarnevens in kleine plaatsen
correspondentschappen, die er
zijn ten getale van ruim 30. Aan
plaatselijke vertegenwoordiging
ontbreekt het haar dus niet.
Maar in onze gemeente is
zoodanige vertegenwoordiging
niet aanwezig. Er is geen corres
pondentschap, er is geen afdee-
ling. En toch treffen wij in de
lijst der afdeelingen plaatsen aan,
zeker niet grooter, zeker niet be
langrijker dan de onze, waar een
afdeeling, zij het soms ook van
bescheiden omvang, bestaat. Fi-
nanciëele bezwaren zijn niet aan
wezig, want de Vereeniging
eischt een contributie van fl,en
wil men dit plaatselijk aldus
regelen van slechts f0.50.
Het gaat hier niet om de wil
lekeurige oprichting van een
nieuwe Vereeniging. Nederland
maakt deel uit van den Volken
bond, en de kennis van wat de
Volkenbond is en kan zijn, be
hoort reeds daartoe tot de plich
ten van den gemiddelden Neder-
landschen staatsburger. Vandaar,
dat onze Redactie zich niet heeft
onttrokken aan het verzoek, tot
haar gericht door het Hoofdbe
stuur der Vereeniging voor Vol
kenbond en Vrede. Het verzoek
nl. om de aandacht var, onze
stadgenooten op deze leemte te
vestigen en degenen onder hen,
die daartoe bereid zijn, op te
wekken daarvan kennis te geven,
hetzij aan onze Redactie, of an
ders aan het Algemeen Seretariaat
der Vereeniging, Jan van Nassau-
straat 93 te 's-Gravenhage, van
hun of hare bereidwilligheid om
aan de werkzaamheden tot op
richting eener Afdeeling deel te
nemen. Veel wordt van hem of
haar niet verlangd.
Onze gemeente is nooit ach
tergebleven, waar het ging om
de bevordering van een nuttig
en algemeen belang. Moge dat
ook dezen keer zoo zijn. Wij
wachten gaarne op bewijzen van
instemming.
De WerklooKeasteon.
Het Volk meldt
Wij zijn in staat bijzonderheden
mee te deelen omtrent de voor
nemens van de regeering tot ver
laging van den werkloozensteun.
(Wordt vervolgd,)
m
COURANT.
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
43)
Maar laten we hier niet meer over
spreken. In dit opzicht blijft alles,
zooals ik besloten heb. Laten we er
liever over nadenken, hoe wij kur.nen
verhinderen, dat Parkinson morgen
komt.
Als u het eene niet wilt, blijft
slechts het andere overu zendt hem
morgen heel in de vroegte een bode
met het bericht, dat de gravin ziek is
en hem verzoekt pas overmorgen te
te komen.
Zoo zal het gaan. Weet je, waar
hij woont
Ja. De gravin vroeg hem immers
onder meer ook, waar hij logeerde,en
of hij den nacht niet op Dubschinka
wilde doorbrengen. Hij weigerde...
Gelukkig.
Dat dacht ik ook. Vervolgens zei
hfl, dat hij pas aangekomen was en
onderweg in Kolarchin reeds kamers
had besteld. Natuurlijk in het .Zwarte
Paard".
Goed, dan zal ik Paul naar hem
toe zenden. Die moet zich tijdig gereed
houden.
Maar hoe zal morgen-nacht de
verhuizing uit het tuinhuis bewerk
stelligd worden Zult u er bij lijn,
meneer de graaf?
Er volgde een lange pauze, gedurende
welke de graaf zijn wandeling door de
kamer voortzette. Eindelijk zei hij
aarzelend
Neen, ik zou het liever niet willen.
Als ze mij ziet. komen er weer scèrjs
smeekbeden, tranen ik heb genoeg
aan 't geen ik daarvan tot dusver ge
noten heb. Als ik mij op u zou kun
nen verlaten Je weet wat ik bedoel
Dobruek
Meneer de graaf, nadat ik weet,
dat het uw onherroepelijk beslui! is,
dat er geen bloed meer zal worden
vergoten, geef ik u mijn woord van
eer
Bah jouw woord van eer, viel
de graaf hem met groote verachting
in zijn toon in de rede nu, we zul
len dat laten rusten. Ik verlaat mij
veel liever op je eigenbelang, en dat
eischt, dat je mij gehoorzaamt. Ik zou
voor jou en je vrouw noch voor Ka-
thinka en Mitc.slaw niet het geringste
doen, als er morgen-nacht bij den tocht
naar Benkowats een onvoorzien
ongeluk gebeurde.
Er zal niets gebeuren, meneer
de graaf.
Goed. Dan zal ik ook mijn woord
houden en voor een onbezorgde toe
komst van jullie zorgen. Kathinka mag
hier op Dubschinka blijven om op alles
te passen, a s ze dat wenscht, en dat
zal zoo goed zijn, alsof zij de mees
teres zelf waswant wij zullen hier
wel nooit weer komen. Jullie echter
Wij gaan naar Rusland, het ge
boorteland mijner vrouw, waarheen
Miecislaw ens volgen wil. En meneer
de graaf wil werkelijk voorgoed naar,
Frankrijk verhuizen
Ja. Ik houd van Parijs meer dan
van eenige andere stad en mijn vrouw
heeft in dit opzicht denzelfden smaak
ais ik. Mary brengen we in een inrich
ting van onderwijs.
Wat gebeurt er met Juffrouw
Biron Is het niet gevaarlijk ze maar
eenvoudig weg te zenden Ik wed
dat ze meer waargenomen heeft, dan
ons lief is. en zal niet nalaten dat te
vertellen. Zij zou ons nog veel last
kunnen veroorzaken.
Ik heb daaraan ook reeds gedacht.
Maar waar moeten we met haar heen
Vooreerst nemen we haar natuurlijk
mee naar Parijs. Doch later
Daarvoor weet ik een uitweg,
meneer de graaf. Ik zal u het adres
geven van een man, met wien ik in
de gevangenis kennis maakte en
die th n in Parijs leeft, waar hij een
handel met het Oosten drijft. Hij werft
mooie meisjes aan onder voorwendsel
van haar schitterende posities te zullen
bezorgen en zendt ze onder vetrouwd
geleide naar de steden van het Oosten,
waar ze in de harems verdwijnen en
haar foituin maken als ze verstan
dig zijn. Deze juffrouw Biron is zeer
schoon, waarom zou zij ook niet op
deze wijze haar fortuin maken In elk
geval kan ze dan niet meer gevaarlijk
voor u worden.
Hm, het idee Is niet slecht en ik
gun haar hoogmoed deze carrière.
Maar nu nog iets van groot belang.
Zul je bij nacht den weg naar Benko-
watz kunnen vinden
Ik hoop 't Een kwartier vóórKo-
larschin draait men links af en heeft
in 't geheel ongeveer drie uur te rijden,
niet waar?
Ja, de inrichting van dr. Veigel-
stock ligt op een hoogte in de onmid
dellijke nabijheid van Benkowatz. Het
is op een villa, gelijkend gebouw, door
een grooten tuin en een hoogen muur
omgeven. Je zult het gemakkelijk her
kennen, want er is in den omtrek geen
enkel soortgelijk gebouw, De poort
waardoor men binnengaat, ligt aan
den kant van den weg, maar is na-
tuurlijk altijd gesloten. Men zal u daar
opwachten. Mocht er niemand bij de
poort staan, dan moet je driemaal
achter elkaar bellen. Daaraan kan men
hooren dat het geen ongewenschte
gast is, die begeert binnengelaten te
worden.
Maar dan is alles in orde
Zeket. En nu wil ik nog gauw
het briefje aan Parkinson schrijven,
opdat je Paul daarmee morgen-ochtend
dadelijk op weg kunt zenden. Kom
mee naar beneden, ik wil het op mijn
kamer schrijven. Ik moet vandaag dus
niet meet bij de gravin komen
In geen geval. Het is ook goed,
als ze morgen te bed blijft de Ame
rikaan kon nog eens op de gedachte
komen om te vragen, of ze werkelijk
ziek is. Ook heeft ze overmorgen weer
een moeilijke taak te vervullen en het
zal goed zijn, als ze daarvoor krachten
verzamelt.
Welnu, naar we hopen, is dit het
laatste, wat we in deze richting van
haar zullen moeten vergen.
De beide mannen verwijderden zich
en Silas Hempel verliet eenige minuten
later zijn schnilplaats en daalde de
kleine trap af.
Zijn gezicht straalde. Wat hij ge
hoord had overtrof verreweg zijn ver
wachting.
HOOFDSTUK XVIII
Midden in den nacht werd de por
tier Dobruek door Paul, wiens kamer
naast die van Bastide lag, gewekt.
Ik weet niet, wat er met den ka
merdienaar te doen is, berichtte hij,
Hij steunt en jammer reeds sedert een
uur allerakeligst en klaagt over hevige
buikpijn. Mariane, die ik wekte, kookte
hem thee, maar daarvan werd het nog
erger. Hij vreest, dat hij wat vergiftigs
gegeten heeft en s erven moet, en ver
langt, dat men hem onmiddellijk naar
Kolarschin naar den dokter za| brengen,
Onzin het zal immers wel zoo
erg niet zijn, bromde Dobruek, maar
stond toch op en ging naar beneden
naar de kamer van Bastide.
Toen hij den jammerenden man zag,
die van pijn ineenkromp, en wiens ge
zicht geheel blauw was geworden,
schrikte hij hevig.
Dat ontbrak er nog maar aan,
dat de kamerdienaar hier nu ook stierf,
zei hij knorrig. Wat zou dat weer
een drukte en een gepraat geven en
misschien nog wel een gerechtelijk
onderzoek. Alsof we al niet genot g
te doen hadden met het verdwijnen
van Wenzel. Wat heb je toch gegeten
Bastide Je was immers vanavond in
't geheel niet thuis,
Bastide antwoordde slechts door ge
kreun en jammerde, dat men hem toch
om 's hemels wil naar den dokter zou
brengen, epdat deze hem een tegengif
kon geven want anders ging het ver
keerd met hem.
De bloedworst de vervloekte
bloedworst, stamelde hij eindelijk, en
staarde met verglaasde oogen rond.
Ik zou wel met hem naar Kolar
schin willen rijden zei Paul goedhartig,
als u 't maar vooraf aan mijnheer
den graaf wilde vragen, meneer Do
bruek. Zonder diens toestemming durf
ik niet inspannen.
Och wat, span in 's hemels nsam
maar in, ik neem de verantwoording
op mij, luidde Dobruck's antwoord.—
Meneer de graaf kan ik thans midden
in den nacht toch niet wakker maken,