Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Wekelijksche Goederenmarkt.
No. 43
DINSDAG 5 SEPTEMBER 1933
49e Jaarg
J. C. VINK - Axel.
FEUILLETON.
De valsche Gravin.
lea®
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Ofschoon nu ten tweede male
is gebleken, dat een goederen
markt te Axel na een voorafgaande
reclame-campagne en allerlei
maatregelen, waardoor men van
de deelname van marktkramers
verzekerd is, zeer goed in elkaar
gezet kan worden en met zoo
danig resultaat, dat aan die markt
een druk bezoek ten deel valt
en wellicht dus ook de kooplieden
de een meer en de ander minder,
maar ook de een spoediger dan
de ander, met tevredenheid op
hun onderneming kunnen terug
zien, kortom ofschoon we nu
twee malen op gezette tijden met
een groote tusschenruimte in onze
gemeente een mooie en drukke
markt hebben mogen aanschou
wen, behooren we niet tot de
genen, die met prijzenswaardig
optimisme daarin voldoende be
wijs zien, dat zoo'n markt we
kelijks dezelfde resultaten zal
opleveren en dus deze markt tot
een bloeiende, of althans ren-
deerende weekmarkt kan
worden uitgebreid, en gelooven
we eerder, dat meer succes te
wachten zou zijn, indien bij wijze
van attractie nu en dan een markt
werd in elkaar gezet, zooals we
nu hebben mogen waarnemen.
Anderen denken er anders over
en zoo wenscht het bestuur van
de winkeliersvereeniging „Een
dracht maakt Macht" met door
zettingsvermogen, werkkracht en
een ijver, deze zaak waardig, aan
haar plannen uitvoering te geven
en deze markt wekelijks te orga-
niseeren.
Echter, al moge verschillend
geoordeeld worden over de levens
vatbaarheid van die plannen,
zoodat niet wij alleen maar velen
twijfelen aan blijvend succes, toch
mag allerminst worden onder
schat, dat allen even sterk
verlangen naar een gunstig resul
taat ervan en dat ook de pessi
misten zelfs met even groot ge
noegen als de andersdenkenden
zouden zien en willen hope dat
wekelijks de markt den aanblik
toone, die zij jl. Zaterdag te zien
gaf. Wij zullen daarom bereids
in de pen houden de factoren,
die bovengenoemden twijfel recht
vaardigen en willen liever den
„Eendracht" uit de machtspreuk,
die de vereeniging voert, nog
steunen en ons stellen boven het
klein gedoe, dat geen personen
van zaken kan onderscheiden.
We willen hopen, dat wordt in
gezien, dat slechts door een
dracht de macht wordt ver
kregen, die noodig is om aan
deze markt wekelijks den luister
bij te zetten, die stad en land
naar onze veste trekt; en dat
wordt ingezien, dat alleen door
dien eendracht de volharding
sterk genoeg blijft om te ver-
krijgen, dat men alom spreekt
van de Axelsche markt, als van
de plaats, waar men wekelijks
kan koopen en verkoopen met
een voldoening en een plezier,
die de menschen niet een enkele
maal, maar wekelijks naar Axel
lokt.
Dat z ij zoo 1
Zooals gezegd, is Zaterdagmid
dag dan de goederenmarkt inge
steld, hetgeen met eenige plech
tigheid gepaard ging, Waar bij
deze gelegenheid van alle kanten
en met zooveel ijver de geschie
denis is aangehaald, is het be
grijpelijk, dat vergeten is de
pers uit te noodigen die bestond
in vroeger eeuwen nog niet, of
had althans niet de tegenwoordige
beteekenis.
Toch moeten we bij het woord
„vergeten" een vraagteeken zetten,
waar de secretaris dezer organi
satie zelf meermalen voor de pers
optreedt en ook voor een naburig
blad het verslag leverde van deze
gebeurtenis. Commentaar is dus
overbodig.
Van af de pui van het stadhuis
riep te ruim één uur de heer A.
Antheunis, als voorzitter van de
Axelsche winkeliersvereeniging,
de menigte het welkom toe, wat
door het opstellen van een mi-
crophoon met luidspreker door
de Axelsche Radio-Centrale over
het geheele marktplein hoorbaar
en ook dank zij de goede
installatie duidelijk verstaan
baar was.
„Het is ons meer dan een ge
noegen, aldus zeide dhr. Antheu
nis, U allen naar onze stede toe
te trekken, want zij was het groote
centrum in 't verleden, is 't nog
op heden en wordt de stad
Oi hemel, en als hij «elf eens
der toekomst, tot heil van de
cultureele vooruitstrevendheid van
eiken Zeeuwsch Vlaming.
Het is ons, winkeliersvereeni
ging, zelfs een buitengewoon ge
noegen 'n steentje te kunnen bij
dragen voor de welvaart van
Zeeuwsch-Vlaanderen met als ge
ografisch centrum, haar stad Axel.
Dank zij de vlotte medewerking
van het achtbare Gemeentebestuur
en inzonderheid van onzen Bur
gemeester, konden de door ons
ontworpen plannen spoedig wor
den verwezenlijkt en staan wij
thans aan t begin van onze eersle
goederenmarkt.
Deze eerste markt blijkt van nu
af reeds een voldongen succes.
Dit moet echter in de toekomst
zoo blijven, opdat deze dag als
'n historisch feit van groot belang
opgeteekend kan worden in de
geschiedenis van Axel, waarop
ons nageslacht met trots zal
terugblikken als het moment voor
de eerste steenlegging voor de
herleving van de „Zeeuwsch-
Vlaamsche stad".
Dan Dames en Heeren is ons
de groote eer te beurt gevallen
den „grootsten" onder alle Zeeu
wen bij deze officiëele opening
in ons midden te krijgen. Zee-
lands grootste historicus, de
werker voor het doen slagen der
Zeeuwsche idealen; hij! Mr.
Dieleman in zijn kwaliteit van
waarnemend Commissaris der
Koningin, is 'n Axelaar in merg
en been.
Wij danken U mijnheer Diele
man voor de belangstelling, die
U hiermee betoont aan Uwe oude
geboorteplaats Axel.
Ik geloof dan ook uit aller
naam te spreken, indien ik aan
U in 't bijzonder een hartelijk
welkom toeroep.
Wij zien gaarne en met span
ning Uw lippen in beweging
komen, om aan Uwe gedachten
betreffende Zeeuwsch-Vlaanderen,
en Axel in 't bijzonder, uiting te
.geven."
Hierna kregen we te hooren
een schitterende rede van den
heer mr. P. Dieleman, die we,
uit oorzaak van onze afwezigheid
heden niet volledig meer konden
opnemen. Wel werd ze ons van
bevriende zijde gezonden, doch
helaas te laat. We bepalen ons
tot een gedeelte in afzonderlijke
tubriek.
Nadat deze rede met krachtig
applaus was beloond, nam de
heer J. M. Oggel het woord, en
sprak als volgt
Dames en Heeren,
Na de schoone rede van onzen
Zeeuwschen Historicus zult ge van
mij geen lange speech meer mogen
verwachten.
Immers, waar de zon schijnt,
licht maan noch ster.
Toch wil ik gaarne voldoen
aan den plicht, die als waarn.
burgemeester dezer gemeente op
mij rust om deze wekelijksche
warenmarkt te openen.
Als motto kies ik daarbij de
woorden van den grooten dichter
Bilderdijk
ln 't verleden ligt het heden,
ln het nu, wat worden zal.
Uit de rede van Mr. Dieleman
hebben we gehoord wat grootsch
verleden ons Axel heeftwat een
moed er door de bevolking in
der eeuwen loop getoond is om
de rampen, die haar troffen steeds
weer te boven te komenmet
hoe taaie volharding immer weer
werd opgebouwd, wat te vuur en
te zwaard was verwoest.
In deze donkere tijden, nu alles
zucht onder crisis en malaise,
waardoor velen den moed laten
zakken, bij de pakken neer gaan
zitten en „Vadertje Staat" maar
laten zorgen, ziet men weer dien
zelfden moed bij onzen nijveren
middenstand, aangevuurd door het
bestuur der Winkeliersvereeniging
„Eendracht maakt Macht" om,
niettegenstaande de taïlooze be
zwaren, die zich voor den midden
stander steeds vermenigvuldigen,
liet hoofd koel en de hand vaar
dig te houden om met alle kracht
te trachten eigen bestaan te ver
stevigen, de belangrijkheid onzer
plaats te verhoogen en daardoor
de belangen van al onze burgers
te dienen.
Moge het aanvankelijk groote
succes, dat uit zoo talrijke deel
name blijkt, in de toekomst be
vestigd worden, doordat vele
koopers van Axels wekelijksche
warenmarkt profiteeren daartoe
ziju nw streven, handelaars! om
steeds goede waar te leveren,
zoodat geen enkel kooper zich
„miskocht" gevoelt en met volle
Helene staarde somber naar den
vertrouwen hier zijne inkoopen
kan doen.
Daartoe sta de oude Holland-
sche trouw en eerlijkheid U steeds
voor oogen en leide U in uwe
handeiingen.
Worde het welslagen van dezen
dag, waarmee ik de winkeliers
vereeniging gelukwensch, door
een blijvend en stijgend succes
bekroond, zoodat Axel, dat in het
verleden zoo belangrijke plaats
innam, ook in de toekomst blijke
te zijn het centrale punt van han
del en industrie voor deze streek.
Hiermede verklaar ik de weke
lijksche warenmarkt van Axel
geopend.
Ook nu klonk een sympathiek
applaus van de aandachtig luis
terende menigte.
Intusschen was echter veel
geëischt van het geduld eener-
zijdsch van de kooplieden, die
hun waren reeds hadden uitge
stald en verlangden om deze
zoo spoedig mogelijk aan den
man te brengen anderzijdsch
van degenen, die hunne en hare
nieuwsgierigheid moesten be
dwingen om te zien welke en
tegen wat prijs de artikelen zou
den worden geboden. En dus
vulden zich spoedig de gangen
tusschen de dubbele rijen van de
talrijke kramen, die op het markt
plein waren opgesteld.
Practisch was, dat de winke
liersvereeniging een dertigtal ge
lijkvormige tenten had laten ma
ken en deze met het al of niet
noodige zeildoek tegen bepaalden
prijs ler beschikking had gesteld
van de kooplieden, terwijl even
eens ten opzichte van de staan
plaatsen daarmede rekening was
gehouden, dat de concurrenten
niet naast of tegenover elkaar
kwamen te staan. En zoo hebben
daar verschillende maatregelen
ertoe geleid, dat men boer en
burger, jong en oud, van beider
lei kunne, van elke richting en
stand zag drentelen en dringen
en koopen en kijken, bieden en
loven, om zijn voordeel te doen.
Het was een druk bevolkte markt,
dank zij ook het gunstige weer.
Gedurende de markt werd door
genoemde microphoon ook ver
sterkte radio-muziek uitgezonden,
wat vermengd met het marktge
schreeuw hier en daar een echte
(Wordt vervolgd,)
AXEL
•IX. X3
COURANT
37)
De koetsier waa het meest van
streek. Helene bemerkte, dat de andere
dienstboden zich op een afstand van
hem hielden en hem met schuwe
blikken gadesloegen, maar ze waagden
het niet te vragen, wat dit moest
beteekenen, daar de koetsier in de
huisdeur stond en elk woord had
moeten hooren.
Toen se daarna weer langzaam de
trap op ging, kwam Marianne haar
achterna.
Weet u het al, jnffrouw De lui
zeggen dat de koetsier onlangs rusie
met Wenzel gehad heeft, en gelooven,
dat hij meer van diens verdwijnen
weet dan hij bekennen wil.
Helene keek haar verschrikt aan.
O je wilt toch niet zeggen,
dat dat
Ik zeg heelemaal niets, juffrouw,
en ik heb medelijden met oen koet
sier, want ik houd hem voor een
braaf man. Maar de anderen beweren,
dat hij Wenzel wel uit wraak uit den
weg geruimd zou kunnen hebben.
Qroote hemel. Maar dat zou
Immers een moord zijn. Leefden
te dan ln vijandsctap?
Dat juist niet. Wenzel moet den
jtoetaiar eens betrapt hebben terwijl
deze in 't geheim haver verkocht, en
hem toen hebben gedreigd, dat hij er
aangifte van zou doen. Daarover kre
gen ze ruzie. Paul, die er ook van
wist, heeft het aan den graaf mede
gedeeld, omdat hij zich daartoe ver
plicht achit'.
En de graaf gelooft het?
Dat weet men nog niet. Hij heeft
voorloopig alleen maar Paul naar
Kolarschin gezonden om aangifte van
't verdwijnen van Wenzel te doen.
Ze hadden de eerste verdieping
bereikt. Marianne begaf zich nu naar
de linnenkamer, die heel aan 't e nd
van den corridor gelegen was. Helene
klopte aan de deur van de kamer der
gravin.
Toen ze na herhaald kloppen geen
antwoord kreeg, opende zij de deur,
daar de gravin wel in het aangrenzend
boudoir kon zijn.
De kamer was inderdaad leeg en
toen Helene een blik door de open
staande deur in het boudoir wierp, zag
ze, dat zich ook daar niemand be
vond.
Reeds wilde ze omkeeren, toen ze
uit de kamer van den graaf, welke er
naast lag, luide stemmen hoorde.
Wat jullie hebt het lijk niet
meer gevonden
Het is wig? riep de gravin met
krijschende stern en de stem van D--
bruck antwoordde t -
Neen, we hebben het niet meer
gevonden, Iemand moet het heimelijk
hebben weggebracht,
was weggegaan en degenen herkend
had, die
Stil. Schreeuw niet zoo, Grace,
viel de stem van den graaf haar in de
rede. Hoe licht kan Suzette hier
naast zijn.
Neen, ik zond haar straks met
een pak garen naar juffrouw Biron om
te voorkomen, dat die ons hier op
zocht. Wij zijn volkomen veilig
Meer hoorde Helene niet. Doodeiflk
ontsteld wankelde ze de kamer uit en
liep, als zinneloos tot aan het einde
van den corridor. Daar leunde ze
sidderend tegen den muur. Ze waagde
het niet haar kamer te betreden, want
daar wachtte, zooals ze gehoord had,
Suzette op haar en het scheen Helene
onmogelijk, dat ze op het oogenblik
tegenover wie ook. zou kunnen staan.
Groote hemel, wat was dat ge
weest Welk lijk was „niet meer ter
plaatse? Kon daarmee dan iemand
anders bedoeld zijn dan de rijknecht
En hoe wisten zij, wat anders niemand
in huis wist dat hij dood was?
Het duizelde haar. En de angst deed
haar voortdurend rillen. Daarbij was
het haar, alsof de eene sluier na de
andere voor haar geestesoog werd
weggetrokken. Al het geheimzinnige,
het onbegrijpelijke in dit huis, dat
haar steeds met een geheime onrust
vervuld had, kwam nu in een geheel
ander licht te staan. Hier werden
misdaden gepleegd, hier...
-* Wees bedaard, juffrouw Biron,
•ei rlj'sellng een zachte, maar drin
gends stem dicht bij haar oor IJ
moogt geen levende ziel laten merken,
wat u zoo pas vernam. Ook niet, dat
u in de kamer van de gravin was.
Helene keek ontsteld op. Bastide
stond voor haar.
Hoe weet u...? stamelde zege-
heel van streek.
Ik heb hetzelfde gesprek gehoord,
dat u zoo deed schrikken. Ik stond in
de kleedkamer van den graaf. Toen
hoorde ik lichte voetstappen in den
corridor en kon door de spleet van de
opengelaten deur zien, dat u het ver
trek van de gravin betrad. Ik zag u
ook met alle teekenen van schrik
terugsnellen en volgde u hierheen,
opdat u geen onbezonnenheid zou
begaan. De zaak is zeer ernstig,
lufirouw Biron. Wil u me beloven
precies zoo te doen, alsof u niets had
gehoord
Maar dat is immers onmogeiök.
A's u gehoord en begrepen had
zooals ik
O, ik weet nog heel andere din
gen, beste Juffrouw. Maar het gaat
hier thans om uw persoonlijke veilig
heid, begrepen? Wil u me beioven.
niets te laten merken
Het zou tevergeefsch zijn hoe
zou ik deze menschen volkomen on
bevangen onder de oogen kunnen
komen
Meldt u dan ziek. Maar ga te
bed en speel de rol van sieke goed.
Intusschen moet u wilskracht verza
melen om morgen de oude Helene te
zijn.
grond. Eindelijk momoelde ze
tk zal het probeeren. Maar mor
gen bedank ik onder een of ander
voorwendsel voor mijn betrekking.
Dat zou even onverstandig als
gevaarlijk zijn. Men zou u in geen
geval laten gaan en zoo noodig ge
weld gebruiken. Denk aan den rij
knecht.
Helene rilde.
Maar ben ik dan hier een gevan
gene? stamelde ze met bleeke lippen.
Ja, zoo iets. En wees er zeker
van, dat men voor niets terug zou
deinzen, als men bemerkt, dat u meer
weet, dan dezen menschen hier lief is.
Overigens zal ik u twee dingen zeg
gen om u tot kalmte te brengen. Al
lereerst De rijknecht is niet dood en
bevindt zich in veiligheid. Ten tweede
Ik hoop, dat u reeds over enkele
dagen weer in 't bezit van uw volle
vrijheid zult zijn en Dubschinka dan
naar believen zult kunnen verlaten.
Tot zoo lang echter hangt uw
veiligheid alleen van uw schijnbare
onbevangenheid af.
Helene staarde hem vragend aan.
Wie bent u? vroeg haar ver
baasde blik, want hij had gesproken
op den overtuigden toon van iemand,
die den loop der dingen naar believen
kan regelen.
De kamerdienaar glimlachte, legde
den vinger op de lippen, alsof hij
wilde zeggen: «Stil, vraag mij niet!"
en daalde daarna de trap af.