Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeen wscli- VI aan deren
No. 39.
DINSDAG 22 AUGUSTUS 1933
49e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Raadsverslag.
FEUILLETON.
De valsche Gravin.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vriidagvoormiddair 11 ure.
Zitting van 15 Augustus.
(Slot).
5. Vaststellen nieuwe Bouw
verordening.
De VOORZ. deelde mede, dat
de gemeenten vóór 19 Aug. a.s.
de bouwverordening opnieuw
moeten vaststellen. In verband
daarmede komen B. en W. in
deze vergadering met het voor
stel om de Bouwverordening
behoudens één uitzondering, hier
na te noemen, vast te stellen,
zooals deze in ontwerp is toe
gezonden aan de leden.
De leden der Bouwcommissie
gaan eenparig met het toege
zonden ontwerp accoord.
Uit het advies van de Gezond
heidscommissie blijkt, dat deze
bezwaar heeft tegen het weglaten
van het verbod tot het maken
van bedsteden. B. en W. zijn
ook van oordeel, dat in verband
met de hygiène het inderdaad
ongewenscht is, om weer gele
genheid te geven de bedsteden
te maken.
De VOORZ. achtte met het oog
op den tijd het niet gewenscht
om het ontwerp, dat meer dan
100 artikels bevat, artikelsgewijze
te behandelen en zal daarom
bladzijde voor bladzijde noemen.
Wie dan aangaande een of ander
artikel iets wenschf'op te merken,
kan dan het woord vragen.
(Daar we ons voorstellen de
verordening afzonderlijk te publi
ceeren, noemen we alleen die
artikels, waarover gesproken is).
Algemeene beschouwingen wer
den niet gehouden.
Bij art. 11 dan is bepaald.dat
een weg, waaraan gebouwd wordt,
moet aansluiten aan het net van
verharde wegen en aan de ge
stelde voorschriften voldoen, o.a.
5 M. breed en tot 3 M. verhard.
Dhr. D1ELEMAN vroeg of deze
bepaling voor de buitenbewoners
geen bezwaar is
De VOORZ. antwoordde, dat
voor bewoners buiten de kom
de eischen minder streng zullen
worden toegepast en mochten
zich moeilijkheden voordoen, dan
kan de verordening gewijzigd
worden.
(We vernemen, dat dit ant
woord door meer burgemeesters
is gegeven aangaande sommige
bepalingen, in verband met den
haast, waarmede deze verorde
ning door de verschillende ge
meenteraden moest worden be
handeld. De opmerking is dan
o.i. van ver strekkenden aard en
stelt de mogelijkheid, dat van de
uniformiteit dezer verordening
voor de verschillende gemeenten
niet veel over zal blijven).
Art. 13 geeft aan, dat B. en W.
de rooilijnen aanwijzen.
Dhr. VAN KAMPEN merkte op,
dat over rooilijnen nog al iets te
zeggen zou zijn, maar bepaalde
zich tot de woning van De Regt
aan de Stationsstraat, hoek Prins
Hendrikstraat, waar zooals hij
vernam een heg zou geplaatst
worden. Als dat zoo is, dan
heeft spr. bezwaar tegen dit ar
tikel, want dan wordt het uitzicht
weer belemmerd
De VOORZ. stelde daaromtrent
gerust, want het wordt een lage
heg. Heggen van 1.50 M. hoogte
mogen bij hoeken niet gezet
worden.
Art. 23 luidt, dat Burg. en
Weth. binnen een maand na de
aanvrage (om bouwvergunning)
beslissen.
Dhr. VAN KAMPEN vond die
termijn te lang, daar B. en W.
toch minstens iedere week ver
gaderen. Als er dan nog een
week bij komt, dan is het al 5
weken en dat kan voor belang
hebbenden, zooals wel eens ge
beurd is, zeer lastig zijn. Boven
dien hebben volgens dit artikel
B. en W. het recht om den ter
mijn nog met een maand te ver
lengen ook.
De VOORZ. zeide, dat het tot
heden bepaald was op 14 dagen,
doch die termijn is gebleken te
kort te zijn. Het is niet onze
bedoeling om de vergunning lan
ger op te houden, dan noodig is
en hem zijn ook geen klachten
bekend, dat men te lang heeft
moeten wachten. Als de ver
zoeken binnen komen, moeten
die grondig worden onderzocht
door B. en W. en ook door de
Bouwcommissie; dat eischt tijd
en dan zijn 14 dagen tekort.
Dhr. OGGELIn den regel
komen de menschen laat met
hunne aanvragen ook.
De VOORZ.Als er bijzondere
reden voor is, kunnen daarom
B. en W nog een maand uit
stellen, maar dat zal uitzondering
zijn. Meestal komen de men
schen, zooals dhr. Oggel zegt nog
juist even vóór de Raadsvergade
ring, terwijl dan de tijd voor
onderzoek ontbreekt. Ze zouden
al gaan bouwen, vóór ze om de
vergunning gevraagd hebben. In
gewone gevallen kan echter dhr.
Van Kampen gerust zijn, dat de
beslissing zoodra mogelijk zal
volgen.
Art. 35 luidt
1. Elke woning moet, gemeten
binnen de omtrekmuren, hetzij op
den beganen grond, hetzij op een
verdieping een oppervlak hebben
van ten minste 30 M2.
2. Elke woning moet, uitslui
tend ten behoeve van de gebrui
kers daarvan, ten minste be
vatten
a. een toegangsportaal, tenzij
de buitendeur, welke als hoofd
toegang tot de woning dient,
uitkomt in een gang, winkel,
magazijn, werkplaats, schuur,
spoelruimte, bijkeuken of soort
gelijke bijruimte;
b. een vertrek met een vloer
oppervlak, na aftrek van vaste
kasten, gemeten binnen de wan
den, van ten minste 15 M2. en
een breedte van ten minste
3 30 M
c. buiten het onder b ge
noemde vertrek een vertrek met
een vloeroppervlak, gemeten als
onder b genoemd, van ten minste
7 M2. en een breedte van ten
minste 2 M.
d. een bijkeuken, spoelruimte,
waschruimte of andere besloten
en afsluitbare ruimte, tenzij be
halve de onder b en c genoemde
vertrekken een keuken aanwe
zig is;
o. één behoorlijke stookplaats
f- een geschikte bergplaats
voor levensmiddelen
g. een bergplaats voor brand
stoffen, tenzij in de onmiddellijke
nabijheid der woning en ten
dienste daarvan, een schuurtje
aanwezig is. Bovendien moet
elke woning, uitsluitend ten be
hoeve van de gebruikers daarvan,
voorzien zijn van een privaat.
Dit privaat moet ook aanwezig
zijn bij afzonderlijk staande kan
toorruimten en werkplaatsen.
3. Elk tot een woning behoo-
rend vertrek moet uit elk ander
deel der woning bereikbaar zijn,
zonder dat daarbij een ruimte
behoeft te worden betreden, welke
niet tot de woning behoort.
4. Elke woning moet, aan of
nabij de hoofdtoegangsdeur voor
zien zijn van een sleuf voor het
inwerpen van poststukken. Deze
sleuf moet een grootte hebben
van minstens 20 maal 2 c M. en
afgesloten worden door een be
weegbare plaat, alsmede een goed
werkende bel.
5. Van het bepaalde in het
tweede en derde lid is vrijstel
ling mogelijk voor het maken van
een gemeenschappelijk privaat
ten behoeve van woningen be
doeld in art. 36, indien deze
gelegen zijn in meergezinshuizen
En Burg. en Weth. hebben er
nog aan toegevoegd
6. Bedsteden mogen niet wor
den gemaakt.
Dhr. VAN BENDEGEM zou
van de verplichting tot een brie
venbus en een bel vrijstelling
willen geven. Verschillende men
schen hebben daar bezwaar tegen
en vooral voor buiten de kom
is dat niet noodig.
De VOORZ. meende dat er al
een bizondere reden moet zijn,
om daar tegen te zijn. Het is
toch een algemeen belang, dat
er een sleuf is in den gevel,
zoodat brieven en kranten zoo
vlug mogelijk besteld kunnen
worden
Dhr. OGGEL merkte op, dat
dit vroeger al eens door de pos
terijen is voorgeschreven, omdat
het wachten bij de deuren maar
- Ik wil geen Silas heettn, als
vertraging van de bestellingen
geeft.
Dhr. VAN BENDECEMIk
bedoel voornamelijk de bel. Het
is toch een kleintje om bij dit
art. te zetten, dat vrijstelling kan
verleend worden
Dhr. DIELEMAN zou die be
paling willen schrappen. Het
gaat te ver om van een arbeider
te eischen, dat hij een bel aan
de deur heeft. Wie er een
hebben wil, kan er een laten
maken.
Dhr. VAN BENDEGEM: Ont
heffing is voldoende.
Dhr. DIELEMAN meende van
niet, want als er een ander
college van B. en W. komt, is
het de vraag, of ze er zoo over
denken en dan krijg je 't er niet
meer af.
De VOORZ.Er wordt alleen
maar bedoeld bij nieuwbouw.
Dhr. IZ. DE FEIJTER achtte
het voor de buitenwijken niet
noodig.
Dhr. OGGELZooveel kost
toch zoo'n bel niet. Sommigen
nemen eenvoudig een fietsbel.
Dhr. VAN BENDEGEM: Over
de kosten gaat het niet, maar de
menschen hebben er bezwaar
tegen.
Dhr. DIELEMANJa, en een
brievenbus is ook niet noodig,
beide zijn niet overal op z'n
plaats.
Dhr. VAN KAMPEN wilde
over dit geheele artikel wel eens
iets zeggen in 't algemeen. Het
heeft hem verwondeid, dat èn
het college van B. en W. èn de
Gezondheidscommissie èn de
Bouwcommissie niet hebben be
grepen, dat we toch zóó niet
voort kunnen gaan met het bou
wen van huizen. Op het oogen
blik zet men een woning voor
ongeveer f2000, doch rekening
houdend met deze verordening
zal het wel f 2300 zijn en als
men rekent met de ruimte die
geëischt wordt voor de woning
en men neemt daarbij nog de
bijgebouwen, dan wordt het f3000
en moet dus op f4 huur per
week gerekend worden. Stelt
men nu, dat het weekloon f 14
(Wordt vervolgd.)
AXELSCHESCOURANT
33)
Hij dacht alleen maar, zoo'n gele
genheid doet zich misschien nooit
weer voor. en zelfs wanneer de graaf
mij betrapt en mij onmiddelQk uitzijn
dienst jaagt, ligt mij daar niets aan
gelegen.
Bovendien kan ik in geval van nood
altijd wel een uitvlucht bedenken
Hij trok dus het poortdeurije zacht
achter zich toe en snelde, zonder ge-
druisch te maken, naar het voorhuis.
Nergens was eenig geluid te hooren.
Als het licht er niet geweest was, zou
hij hebben moeten denken, dat het
huis onbewoond was.
Het was een oud gebouw in den
rococostijl met groene jaloezieën in
een steil pannendak.
Boven de getijkvloersche verdieping
was er nog een, in den vorm van een
mansarde. Een ijzeren wenteltrap
leidde er heen. Rechts ea links van
den ingang was een deur,
Marbler, die den plaatselijken toe
stand met één blik had overzien en
zich herinnerde, dat het lichtschijnsel,
hetwelk hij buiten had waargenomen,
Uit een der bovenvensters viel, bere
deneerde, dat de geheimzinnige be
zoekers eveneens op de bovenverdie
ping gezocht moesten worden.
Maar om niets te verzuimen pro
beerde hij behoedzaam de beide deu»
ren in het voorhuis te openen. Ze
Waren beide gesloten. Hii ging nu
naar de wenteltrap en wilde juist den
voet op de eerste trede zetten, toen
achter hem haasiig een deur geopend
en een man naar hem toesprong. Hij
keerde zich om maar viel bijna op
't zelfde oogenblik zonder geluid te
geven, neer. Een slag met een stomp
werktuig, bliksemsnel en met groote
vaardigheid toegebracht, maakte aan
al zijn nieuwsgierigheid een einde.
HOOFDSTUK IX.
Toen Silas Hempel thuis kwam, zag
hij, dat er alleen nog in de slaapkamer
der gravin, in de vestibule en in de
kamer der dienstboden, die naast de
keuken lag, licht brandde.
Daar iedereen wist. dat hij heden
zijn vrijen namiddag had, bestond er
volstrekt geen reden om het uur van
zijn thuiskomst te verheimelijken.
De detective betrad het huis door
den hoofdingang, zoodat hij de por
tiersloge voorbij moest. De portier
was echter niet op zijn post,
In de dienstbodenkamer zat een deel
van het personeel rondom den kok,
monsieur Aidée, die een bowl voor
zich had staan en met echt Fransche
overdrijving allerlei oorlogsavonturen
opdischte, welke hij a's jongmensch
in 1870 in het belegerde Parijs beleefd
zeide te hebben.
Bastide werd door hem uitgenoo-
digd om van de bowl mee te drinken,
wat deze echter met zijn gewone be
leefdheid onder dankbetuiging wei
gerde, daar hij moe was en dadelijk
te bed wilde gaan.
Daarentegen verzocht hij Suzette,
de kamenier van de gravin, met be
minnelijke gemeenzaamheid hem ge
zelschap te willen houden, terwijl hij
aan een ander tafeltje zijn koud sou
per gebruikte,
Suzette, die er in weerwil van Ba-
st;dt's grijze haren niets tegen had,
dat hij haar op zijn plechtstatige, oud-
Fransche manier het hof maakte,
vooral, omdat zij de eenige was, met
wie hij zich inliet, voldeed dadelijk
aan zijn uitnoodiging en weldra zaten
de twee gezellig te babbelen.
Bastide wist altijd boeiend te ver
tellen en had altijd een geopend, be
langstellend oor, wanneer Suzette van
haar meesteres te lijden had. Tus-
schenbeide wist hij ttouwens ook nog
allerlei handige vragen te doen in
welker beantwoording hij belang
stelde. D ich dat merkte Suzette niet.
Zoo vernam hij thans ook, dat de
mamsel boven bij de gravin was, dat
juff ouw Biron sliep en de graaf nog
niet thuis was gekomen.
En meneer Dobruck
O, die ging vanavond al tijdig te
bed, daar hij zich niet recht wel ge
voelde. Hij heeft Paul verzocht het
huis te sluiten en op te blijven, tot de
graaf komt.
De deur was echter straks nog
open.
Zoo, dan heeft Paul het zeker
vergeten. Er ligt eigenlijk ook niets
aan gelegen, want voor dieven is men
in deze eenzame, van de gansche
wereld verlaten omgeving, zeker wei
veilig. Ik zou niet weten, waar die
vandaan moesten komen. Maar ik zal
Paul toch aan zijn plicht herinneren,
hij zou anders onaangenaamheden
met den graaf kunnen krijgen.
Ze stond op en ging naar Paul, die
s graven lijfjager was en tegelijk het
oopertoezicht over de twee rijpaarden
van zijn meester had,
Ook Bastide stond nu op, wenichte
allen goeden nacht en verwijderde zich.
Op zijn kamer gekomen, ging hij
zonder eerst licht te maken, naar het
venster, dat op de binnenplaats uitzag
en opende de blinden een weinig om
te zien of het nog sneeuwde. De
sneeuw viel thans niet meer zooals
straks door den wind voortgejaagd,
maar in groote, dichte vlokken lang
zaam naar beneden. Bij het licht
van een dichtbij hangende stallanta-
ren, die men óf had vergeten uit te
doen óf met opzet liet branden, om
dat de graaf nog niet thuis was, zag
Hempel, dat de sneeuwlaag reeds een
vrij aanzienlijke hoogte bereikt had.
Gerustgesteld dat morgen niemand
de voetsporen van hem en Marbler
zou kunnen zien, wilde hij de blinden
juist weer sluiten, toen hij een man,
zonder eenig gedruisch te maken,
langs de stallen zag sluipen. Zou dat
Marbler zijn, die nu pas thuis kwam
O mogelijk. Marbler was ook veel
kleiner en tengerder en moest ook
reeds lang thuis zijn. -«Thans kwam
de sluipende in den lichtkring der
lantaarn en Hempel herkende den
portier Dobruck, die zooals het heette,
ziek te bed lag.
Zijn eerste gedachte was, hoe goed,
dat ik hier geen licht heb en hij mij
niet zien kan. Het trok zijn aandacht,
dat Dobruck er zoo wonderlijk uit
zag. Hij was met een dikke laag
sneeuw bedek', alsof hij wie weet hoe
lang, buiten had rondgezwórven.
Toen de portier onder de heldere
lantaren stond, zag Silas, dat zijn ge
laat glom, alsof hij zeer bezweet was.
Op dat gelaat lag een duivelsche
triomfantelijke uidrukking. Daarom
liet hij het voorkomen, alsof hij ziek
Was.
daar niet weer de een of andere ge-
meene streek achter zit, zei hij luid
bij zich zelve.
De portier had intusschen den
lichtkring weer verlaten en stoop
verder, Hempel's venster voorbij, naar
de achterdeur van het slot. Daar
ging hij, zich niet bekommerende om
de sneeuw, op den drempel zitten,
en trok zijn laarzen uit, waarop hij
de deur zacht open sloot, een poosje
luisterend staan bleef en toen zoo
onhoorbaar als een kat in het huis
verdween.
S las liep naar de kamerdeur,
opende die voorzichtig een klein
eindje en keek door de deuropening.
Ja daar sni Ue hij de trap op
met de laarzen onder den arm en
telkens achterom ziende, of er in de
vestibule ook iemand voor den dag
kwam. Thans had hij de eerste ver
dieping bereikt en verdween op de
trap naar de tweede voor het oog van
den detective.
Hempel deed zijn kamerdeur op
slot en begon in het donker onrustig
op en neer te loopen.
Waar was Dobruck geweest Welk
werk had hem het zweet zoo op
voorhoofd en wangen gedreven
Naar de massa sneeuw te cordeelen,
die op zijn kleeren lag, moest hij
zeer lang buitenshuis geweest zijn.
Ei was dit het geval hoe gemak
kelijk had hij dan den huiswaarts
keerenden rijknecht kunnen ontmoe
ten. Dan wist hii nu in elk gevat,
dat die niet van Krisan kwam, Hoe
verdrietig.