Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- VI aan deren. So. 28. VRIJDAG 14 JULI 1933 49e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Twee oogen Binnenland. FEUILLETON. De valsche Gravin. lüj Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Eerste Blad. Twee oogen.... Een eeuwig heid ligt er in. De ziel van een mensch. De liefde, de haat, de onverschilligheid van een mensch. Twee oogen. Ze verraden een karakter. Ze stooten af of trek ken aan. Ze lachen of schreien. Ze spotten of troosten. Ze trium- feeren of hunkeren. Midden in, het drukste stadsverkeer kunt ge plotseling in twee oogen zien, die gillen om hulp, die het nood sein uitzenden van eigen ont reddering of die met de besmet ting dreigen van geestelijk verderf Twee oogen: een gedicht of een vervloeking. Een hoop of een vonnis. Een ontdekking of een geheim. Twee oogen. Wat ligt er niet in het „oogenblik" en in een „oogen-blik". De sluwe, de huichelende geeft zich met één blik der oogen soms bloot. Indien ge een bekende geheel onverwacht te midden eener me nigte in de oogen blikt, kan 't voorkomen, dat ge schrikt voor de ontdekking van een mensch, dien ge niet kende. Twee oogen: één onsterfelijke ziel. Geeft geen oogen ergernis. Spaart kinderoogen vooral. Zoo veel afschuwelijks voor de eeu wigheid komt door de oogen geslopen. Open oogen, open gemoed. Uw blik zij frank en vrij, spiegel van een gave ziel. Twee oogen Ik ben volkomen wel alleen inaar wat moe. 35 jarig regeeringsjnbileuin van H. M. de Koningin. Door het Nationaal Jongeren Verbond, afd. Amsterdam is het initiatief genomen om op Zater dagmiddag 9 September a.s. in het Olympisch Stadion tè Am sterdam aan H. M. de Koningin een groote Amsterdamsche en Nationale Hulde aan te bieden. In dit jaar is het 35 jaren ge leden, dat H. M. de Koningin de regeering over haar land aan vaardde. Het Comité meende dat deze gebeurtenis aanleiding geeft om een arootsche betooging op touw te zetten, teneinde aan het Nederlandsche volk de gelegen heid te geven, zijn trouw en aan hankelijkheid aan de Koningin te toonen. Het ligt daaiom in de bedoe ling van het uitvoerend Comité om deze huldiging niet plaatse lijk, maar door geheel Nederland te doen geschieden. Hiervoor worden dan ook alle vereenigin- gen, corporaties enz. opgeroepen aan deze Nationale Huldiging te willen deelnemen. Het Comité verwacht dan ook, dat zeer vele vereenigingen enz. in Nederland en de stad Amsterdam, zich hier voor zullen willen opgeven. Ook personen, losstaande van eenige organisatie kunnen aan de hulde deelnemen. Het Comité hoopt, dat velen zullen medewerken om den dag van 9 Sept. a.s. een onvergete- lijken feestdag te maken voor H. M. de Koningin en Haar Huis, waarvan de herinnering nog lang bij Haar zal mogen blijven voort leven. Voor deelneming aan het défilé kan men zich opgeven aan het Secretariaat van het Nat. Huldi gingsdéfilé, Koninginneweg 7, Amsterdam (Z.) Prinses Juliana thuis. Prinses Juliana is Woensdagoch tend uit Londen vertrokken om van haar vacantieverblijf in En geland naar Nederland terug te keeren. H. K. H. werd vergezeld door haar adjudant Baron Baud. Aan Liverpoolstation werd zij uitgeleide gedaan door Prinses Alice en den Earl Athlone, wier gast zij tijdens haar verblijf te Londen is geweest. De Prinses nam zeer hartelijk afscheid en dankte Prinses Alice herhaaldelijk voor de betoonde gastvrijheid en de bu:tengewoon prettige vacan- tiedagen die haar waren bereid. Toen de trein zich in beweging zette, opende de Prinses het coupéraam en bleef met haar zakdoek naar de achterblijvende vrienden wuiven tot de trein uit het gezicht verdween. Met den boottrein uit Vlissin- gen is Prinses Juliana van Haar verblijf in Engeland in de resi dentie teruggekeerd. De Prinses werd op het perron verwelkomd door de Koningin. Het op het perron aanwezige publiek hief het Wilhelmus aan en riep Leve de Koningin en Leve de Prinses. Nadat de vorstelijke personen het station hadden verlaten, ver trokken zij per auto naar het landhuis De Ruygenhoek te Scheveningen. De rampen in Zuid Sumatra. De berichten uit Zuid-Sumatra, welke in den aanvang schenen te wijzen op een nieuwe natuur ramp, zijn nog steeds erg vaag. Zij geven den indruk, dat de autoriteiten zelve nog niet weten, wat er precies is gebeurd. Er is melding gemaakt van een aschregen in Kola Agoeng; de bewoners verlieten de plaats, autoriteiten waren niet bereik baar, het telefoonpersoneel kreeg last, in ieder geval op zijn plaats te blijven. Maar, wat er precies gebeurde, wist men toen niet. Later werd een waarschuwing uitgegeven, een soort aschregen- waarschuwingssein, dat de Kra- katau dreigde. Maar, deze vul kaan vertoonde geen werking, er gebeurde niets en de bevolking was noodeloos nog meer ver ontrust. Nu komt er weer een bericht uit Kroë, dat vuurverschijnselen zijn waargenomen. Waar? Van welken berg af komstig Met andere woorden waf ge beurt daar in Zuid-Sumatra Wij weten het niet. En, ver moedelijk, weet men het te Ba tavia ook niet, getuige de ver warde en vaak onvolledige be richten. Voor een deel komt dit ver schijnsel op rekening van de omstandigheid, dat deze streken schaars bevolkt zijn en de com municatiemiddelen gebrekkig. Maar anderzijds komt het ons voor, dat juist hier een gebrek zich demonstreert. Er is een ernstige ramp te betreuren geweest, leder weet, dat zulk een natuurramp nog lang nawerkt en de kans groot is, dat herhalingen zich voordoen. Zou het niet op den weg der Overheid liggen, tijdelijk in een of meer plaatsen in dit gebied een draadloos sein- en ontvang station te plaatsen Men is dan steeds tijdig inge lichtkan tijdige maatregelen treffen, hetzij om erger te voor komen, hetzij om hulp te bieden, en behoeft geen halve, vertraagde of onjuiste berichten de wereld in te seinen. In het leger beschikt men wel over draadlooze stations, die naar zulke gebiedsdeelen kunnen wor den gedirigeerd en o.i. ook voor vredesdoeleinden kunnen ge bruikt worden en vooral als het de lijdende menschheid betreft. Waartoe doet men anders zoo veel aan „Eerste Hulp"? Onze Landbouw politiek. De kans, dat de Londensche economische conferentie nieuw ieven zal worden ingeblazen, is zeer gering, al leeft de patiënt nog. Zoolang er leven is, is er hoop, zegt de bekende spreek wijze, maar ten opzichte van de internationale gedachte is die hoop op het moment buitenge woon gering. Dr. Coliji heeft reeds enkele malen uiting gege ven aan zijn pessimisme te dezen opzichte en Nederland zal bin nenkort voor het feit staan, - aldus schrijft de economische mede werker van de „Avp." - dat ook wij zoo veel mogelijk zullen moeten trachten datgene voort te brengen, wat in de eigen behoef ten zal kunnen voorzien. Tuinbouw-producten zullen moeten worden beperkt, want men kweekt geen sla, tomaten, kool etc. voor den mesthoop. Onze export naar Duitschland zal vermoedelijk nog verder terug- loopen, wanneer onze Regeering met retorsie-maatregelen gaat dreigen, terwijl andere landen eveneens bezig zijn om hun na tionale landbouwproductie te ver- hoogen. Natuurlijk kan men trachten nieuwe markten te zoeken, waar toe een import- en exportbureau nuttige diensten zou kunnen be wijzen, vooral wanneer op een gegeven moment onze handels politiek radicaal zal worden ge wijzigd. Wanneer wij breken met de meestbegunstiging en met ons fiscale tarief. Wanneer wij een hoog autonoom invoerrechten- stelsel zullen invoeren en daarop reductie verleenen voor die lan den, die ons van hun zijde even eens faciliteiten toestaan. Doch dit is toekomstmuziek. Dr. Colijn heeft enkele wenken gegeven, welke aanwijzingen zijn voor de komende landbouwpoli tiek, wanneer de Londensche on derhandelingen definitief zullen worden verdaagd. Nederland zal zijn tarwe-areaai krachtig gaan uitbreiden, want tarwe is nage noeg nog het eenige product, waarvan wij een groot invoer- surplus hebben. Om hier efficiente maatregelen te kunnen nemen, zal eerst de ingediende (tweede) landbouw- machtigingswet moeten zijn aan genomen. Deze wet beoogt het geven van vérstrekkende bevoegd heden aan de Regeeringwan neer dé Volksvertegenwoordiging accoord gaat met het decreteeren van de producten, welke als cri sis producten moeten worden be schouwd, dan verlangt de Regee- AXELSC ANT Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. 23) Wat^kan hij huichelen, dacht Helene verwonderd, en een akelig gevoel be kroop haar bij de gedachte, dat deze man eens in ernst haar vijand zou kunnen worden. Wat ze tot dusver in haar onschuld niet had opgemerkt, drong zich heden letterlijk aan haar op: de zonderlinge tegenstelling tusschen de voorname, ja, bijna edele trekken van den graaf, en de brutale wreedheid van zijn koele, groengrijs glinsterende oogen. Of lag die uitdrukking daar pas heden voor 'i eerst in Als het waar was, dat het oog de spiegel der ziel is, dan kon graaf Egon Koschwinski geen goed mensch zijn. Plotseling schoot het Helene te bin nen, dat Lindemann haar voor de gravin gewaarschuwd had. En voor mamsel Kathinka had men haar nu gewaarschuwd. Lieve hemel, in welke omgeving was ze tcch gekomen Wat gebeurde hier om haar heen Het beklemmende gevoel, hetwelk ze in den herfst, toen ze 'i huis voor de eerste maal betrad, had gehad, maakte zich weer van haar meester en drong haar het bloed naar het hart. Ze ge voelde, dat ze bleek werd. En daar vroeg de gravin ook reeds Bent u niet wel, ji ff rouw U ilet er opeens uit, alsof u een spook had gezien. Geen wonder zei de graaf met een glimlach, en er blonk iets als spot in zijn oogen; juffrouw B;ron heeft den dag goed besteed en misschien wat te veel van haar lichaam gevergd, toen ze moeite deed om de geheimen van Dubschinba te doorgronden. De gravin begon luidkeels te lachen. Geheimen Hier op dit verve lende Dubschinka? Och, beste juf frouw, laat mij er toch ook van weten, als u zoo gelukkig bent er een te ont dekken. Misschien waart er hier een geest rond of vindt men ergens een onderaardsche gevangenis. Ik zou gaarne zoo iets eens willen zien. De graaf fronste het voorhoofd. Beste G'ace, me dunkt, je deed beter met juffrouw B ron niet zulke dwaze dingen voor te praten en haar van den slaap te betooven, dien ze zeker heel noodig zal hebben. Je hebt gelijk. En als juffrouw Hrlene werkelijk slaperig is, willen we haar niet langer ophouden, ofschoon we heden juist zoo gezellig met z'n drieën babbelen. Wel wat dunkt js er van, lief kind? Ze zei dat op den toon van harte lijke, moederlijke bezorgdheid en keek Helene, die buitengewoon verbaasd was over dat ongewone, vertrouwelijke 'lief kind", vragend aan. Toch had het jonge meisje het besliste gevoel, dat men haar kwijt wilde zijn, en stond dadelijk op. Als mevrouw de gravin het ver oorlooft, zou ik mij inderdaad nu gaarne terug willen trekken. De fris- sche lucht en de lichaamsbeweging hebben me werkelijk moe gemaakt. Ze had goed geraden, Men deed geen poging, om haar nog bij zich te houden, maar wenschte haar goedennacht. HOOFDSTUK X. Van dezen avond af werd Helene overmeesterd door het ongekende ge voel, dat ze zich op een onbekend terrein bevond en ze bij den volgenden stap misschien op glad ijs of in een moeras zou geraken. De menschen, met wie ze moest leven, deden allen schijnbaar hun u.terste best om haar zoo beminnelijk „mogtlijk tegemoet te komen. Mamsel Kathinka dong met roerenden ijver naar haar vriendschap, meneer Do- biuck bood zich aan om haar gids te zijn, wanneer ze eens lust had om met de kleine gravin een wandeling buiten de naaste omgeving van Dubschinka te maken de graaf boud haar zijn slede aan voor het maken van ui!- stapjes en verzekerde, dat het hem een genoegen zou zijn zelf koeisier te wezen. Ook liet hij een rodelbaan aanleggen en bij den vischvijver een bank plastsen, opdat Helene en Snoes het gemakkelijker zouden hebben, wanneer ze de schaatsen onder bonden. Het beminnelijkste was de gravin. Ze had haar trots tegenover Helene geheel afgelegd, was ook vee! minder gesloten dan in Caïro en Napels. Ja, ze deed blijkbaar haar best om een vriendschappelijke verhouding tusschen haar en Helene te doen ontstaan, Daar mamsel Kathinka als een gunst had verzocht in haar vrije namiddag uren met Snoes te mogen spelen „'k ben nu eenmaal dol op kinderen en onze kleine is allerliefst", verklaarde ze als om zich te verontschuldigen verzocht de gravin Helene haar ge durende dezen tijd wat voor te lezen of tenminste voor een babbeluurtje bij haar te komem Daarbij kwain nog meneer Bastide, die in weerwil van Helene's gereser veerde houding, zich vaker dan nood zakelijk was in haar nabijheid ophield, haar zooveel mogelijk van dienst trachtte te zijn en zelfs soms, wan nier Helene met Snoes bij den vijver was om schaatsen te rijden, daar plotseling voor den dag kwam, een poosje oo den dijk slond en met een welwillcnden glimlach op't gelaat toe keek. A's Helene volkomen onbevooroor deeld ware geweest, zou ze zich thans zeker in haar betrekk ng zeer op haar gemak hebben gevoeld. Maar nu wekte die algemeene voorkomendheid war- t ouwen. Zij had 't gevoel, dat ze soms letterlijk bewaakt werd, en dat dit alleen gebeurde om haar niet aan zichzelve over te laten. Onder deze oms a digheden had ze het tot dusver ook niet gewaagd me neer Bastide haar brief aan Linde mann, dien ze nu al weken lang In den zak droeg, ter bezorging toe te vertrouwen. En toch wachtte de arme Peter zeker reeds in de grootste on rust op een teeken van leven en Hi- lene verlangde niet minder naar een brief van hem. Wie weet, hoeveel brieven er reeds voor haar op het postkantoor lagen. En ze had geen gelegenheid om ze te halen. Maar nu zei de giftaf op zekeren dag aan tafel t Juffrouw, zou u het misschien prettig vinden met Snoes eens naar Kolarschin te tijden? Ik heb daar morgen wat te doen en Dobruck ook. Het is weliswaar een ellendig nest, maar de rit is waarschijnlijk vcor u toch een kleine afwisseling in het eenlonige van uw verblijf alhier. Helene's hart begon van blijdschap te kloppen. Kolarschin was hei postslation. Dus eindelijk een gelegenheid om brieven af te geven en te halen. Haastig en blijde stemde ze toe. Dadelijk na den eten zou men weg rijden. Den heelen voormiddag reeds vormde het uitstapje het onderwerp van gesprek tusschen Helene en Snoes, die z ch eveneens zeer verheugde, want de gravin had haar geld gege ven en veroorloofd om zich daarvoor bij den Kohrschiner kocpman te koc- pen wat ze maar wilde. Weet je wat ik zal kooper, tante Hela, vrorg het kind, toen ze kort voor den maaltijd van het schaatsen rijden terugkeerden. Wel wat dan lieveling? Een paar warme schoenen voor de arme oude Babuscha en een sjaal voor Marinka. Denkt u, dat ik die zal kunnen krijgen voor het geld, dat mama mij geueven heeft Zeker schat. En het is mooi van je, want de twee zijn werkelijk heel arm. Ja en ze lijden altijd koö, als ze naar net bosch gaan om hout te sprok kelen. Marinka heeft het mij laatst verteld en mij ook de schoenen van haar moeder laten zien. Stel u voor, ze waren vol gaten. En dat nu, terwijl er zooveel sneeuw ligt en het altijd zoo koud is. De oude Babuscha was een weduwe, die met haar dochter in een ellendige hut acn den weg naar Herrenwalde woonde. In den zomer werkten beiden voor dagloon. Des winters trachtten ze met 't vlechten van korven een schraal loon te verdienen. (Wordt vervolgd),

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1933 | | pagina 1