Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuvvsch- VI aan deren.
No. 11.
VRIJDAG 1MEI 1933
49e Jaarg.
a Ak j
Het onwrikbare feit.
FEUILLETON.
De valsche Gravin.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
In dezen tekst worden we ge
plaatst tegenover wat ik zou wil
len noemen het onwrikbare feit
in iemands J^ven.
Men maakt het dezen blinde,
die door Jezus genezen is, lastig
genoeg. Hij staat schuldig aan
Sabbathsschennis, want hij heeft
slijk laten strijken op zijn arme
blinde oogen. Zijn ouders worden
erbij gehaald en loopen gevaar
om uit de Joodsche kerkelijke
gemeenschap gestooten te worden,
't Is voor den man om te gaan
verzuchten „Was ik maar weer
blindeman, toen had ik het veel
rustiger en iedereen was vriende
lijk voor me". Om die onderstel
ling moet u niet lachen, 't 'Is
heel gewoon, dat zelfs groote
weldaden door de beweldadigde
innerlijk worden betreurd. Want
iedere weldaad brengt een last
mee. De zieke die naar gezond
heid haakt, de arme die om zijn
armoede zucht, laten zij hun wen-
schen eens vervuld zien. "Dat valt
niet steeds mee. Gij weet wel
van dien man die dagelijks vloekte
tegen zijn kruis en in den droom
de vergunning kreeg uit een me
nigte van kruisen dan te kiezen
wat hem wel aapstond. Hij haal
de er tenslotte met groote blijd
schap uit het kruis dat hem wer
kelijk aanstond. En het was
zijn eigen oude kruis. „Was ik
maar weer blindeman".
Doch dat zegt deze man niet.
A'Ie aanvallen van de Joden stui
ten af op zijn groote blijdschap.
Het feit van zijn genezing heeft
heel zijn ziel ingenomen. Het
raakt hem niet meer, wat ze hem
zeggen en wat ze hem doen. Hij
weet één ding, dat hij blind was
en nu ziet, en dat vergeet hij nooit
en er is niets, dat hem dit feit
uit handen kan slaan of tot bit
terheid maken.
Mij lijkt zulk een onwrikbaar
feit een merkwaardig zielkundig
verschijnsel bij den mensch.
Het heeft wel degelijk iets met
de ziel te maken. Het is niet
waar, wat men spreekwoordelijk
zegt, dat een feit een feit is en
dat er geen ontkomen is aan de
feiten. Het is een onloochenbaar
feit, dat een alcoholist door den
alcohol te gronde gaat, maar de
alcoholist weet dat weg te blazen
als een veertje. Wij zijn juist
bijzonder handig in het wegblazen
van feiten, als ze ons niet aan
genaam zijn. Als deze man ge
wild had, dan was het niet zoo'n
kunst geweest om de eigenlijke
kracht te ontnemen aan hetgeen
hij nu verkondigt als onwrikbaar
feit, waar hij niet om heen kan
komen. Hij had kunnen spreken
van zinsbegoocheling, of van too-
venarij. Zijn genezing kon ook
best toeval zijn, zoodat hij toch
juist op het punt stond ziende te
worden.
Aan niets daarvan dacht hij.
Het feit van zijn genezing is ge
vallen in zijn ziel en het neemt
hem in beslag en het maakt hem
voor eeuwig den getrouwe zijns
heelmeesters. Het feit heeft post
gevat in de ziel van dezen man
als een waakzaam schildwacht,
die niets door laat wat iets van
de waarde van het feit zou afdoen.
Het zijn lastige dingen zulke
onwrikbare feiten. Wij vinden
het nu bij dezen mar. wel mooi.
Dat is nog eens een man, die
deze valsche Farizeeër zoo zijn
feit durft vooi behouden Maar
de Joodsche volksleiders hadden
er een anderen kijk op. Zij zagen
wat eraan vast zat, als die man
zijn feit bleef vasthouden. Dat
moest uitloopen op een breuk met
de synagoge. Daarom brengen
ze heel hun gezag en de kracht
hunner redeneering bij, om dit
onwrikbare feit weg te krijgen.
Er zijn vele gevallen, dat ook
wij het vasthouden der menschen
aan hetgeen zij zien als onwrik
baar feit zoo ellendig vinden.
De vraag is zelfs of alle vast
houden aan z.g. onwrikbare feiten
niet verkeerdsis. Een mensch
wordt daardoor ontoegankelijk
voor redeneering. En heeft rede-
Hq besloot voorloopig lijding van
Helene af te wachten en eerst dan
vifdere besluiten te nemen. Maar in
geen geval bleef hij hier, als de gra
vin, zooals 't wel leek, in 't geheel
geen plan had om naar Egypte terug
te keeren.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56 - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
neering niet meer recht dan
feiten Wie iets weet van de
leer der menschelijke kennis, weet
dat feiten zeer los staan. Ten
slotte is heel die geweldige we
reld der feiten, die zoo vast buiten
ons schijnt te staan, zoo weinig
als werkelijk buiten ons bestaande
te bewijzen, dat een echt filosoof
alle waarde aan feitelijkheid gaat
ontzeggen. De redelijkheid gaat
ver boven de feitelijkheid uit.
En nu laten toch slag op slag
de menschen hun levensopvat
tingen afhangen van z.g. feiten,
die zij dan aanzien voor onwrik
bear en waar geen praten tegen
is. Dat is ergerlijk. En zij zien
het blijkbaar zelf niet. Zij doen
alsof zij buitengewoon logisch
zijn en objectief en zij zijn zoo
subjectief en zoo onlogisch Het
is altijd uitgesproken of niet
het eene ding dat zij weten en
dat hun houding bepaalt. Is dat
den mensch waardig?
Mijn antwoord is, dat dit juist
echt menschelijk is en niet anders
kan en mag. Onze levenshouding
hangt niet af van redeneering, van
logisch nadenken. Natuurlijk ook
niet van het tegendeel. Ik wil
geen verdediging leveren van de
willekeur. Ik kan alleen zeggen
dat over onze eigenlijke levens
houding beslist wordt op deze
wijze, dat het een of ander zich
stelt voor onze ziel en ons vast
grijpt en onwrikbaar wordt, niet
uit kracht van redeneering, maar
omdat het zich aan ons opiegt
als feit, waaraan geen ontkomen
is. Zoo grijpt liefde onze ziel en
ook de haat, als onwrikbare feiten
die onze levenshouding bepalen.
Het onwrikbare feit voert velen
ten verderve. Zij zijn hopeloos
ingewikkeld in allerlei, waartegen
geen praten is en waarop alles
wat anders is afstuit, terwijl het
toch zoo duidelijk is, dat hun
leven gaat in verkeerde richting.
Zullen zij tot omkeering gebracht
worden, dan moet van andere
zijde een sterke macht hen aan
grijpen. Dat kan, maar het is
een zware taak. Het is meest
het zware werk vyi den druppel
die den steen moet uithollen, van
de zachte adem van de lente die
de harde aarde moet week maken
en het leven te voorschijn brengen.
En onze invloed op elkaar heeft
zoo weinig van de gestadige
kracht van den druppel en nog
minder van de zachte adem van
de lente.
Deze blindeman is aangeraakt
door de liefde van Jezus Christus
en die liefde heeft hem gemaakt
tot een mensch op wien al het
andere afstuit. Hij is zoo ge
grepen door het onwrikbare feit.
En dit maakt hem zoo krachtig
vastHet is een man om plezier
in te hebben, een lust om te zien.
Onwankelbaar en geestig. Hij
weet dat heel zijn positie als Jood
wankelt als hij Jezus durft eeren,
maar hij doet het toch. En hij
heeft heiligen schik in het geval.
Als hij iederen keer teruggaat tot
het feit van zijn genezing, dan is
dat opzet. Hij weet hoe hij die
menschen daarmee plaagt. Zij
willen debatteeren, hij werpt met
feiten En dan, dat hij Jezus een
profeet noemt. Hijwistbest.dat
deze menschen een gloeienden
hekel hadden aan profeten. Tot
op Johannes den Dooper hadden
ze niets dan last gehad van de
profeten en dan moesten zij bo
vendien nog hun graven versieren
ook. Tot slot vraagt hij zeer be
langstellend, of zij soms ook zijn
discipelen willen worden.
Dat is de werking van het on
wrikbare feit.
Als het goed is en op goede
wijze zich vastlegt in de ziel dan
maakt het ons tot echte menschen.
Dr. v. D.
Opening der Kamers.
Dinsdag is de buitengewone
zitting der Staten-Generaal ge
opend: de nieuwe Tweede Ka
mer is dus in functie, maar de
„zitting 1933" duurt slechts tot
den derden Dinsdag in Septem
ber. Dan volgt er weer een
„echte" opening door de Ko
ningin.
Verreweg de meeste afgevaar
digden waren aanwezig en de tot
Kamerlid gekozen ministers be
wogen zich tusscben hen. Alleen
de communisten waren wegge
bleven. Bij een dergelijke ope
ning, die niet door de Koningin
geschiedt, gaat het weinig pi, ch-
tig toe de afgevaardigden waren
in hun gewone pakjes, met uit
zondering van de leden van het
Bureau en van de Commissie
van Ontvangst, die in ambtge
waad waren, en van ds. Lingbeek,
die zich in rok had gestoken.
Rechercheurs waren om de zaal
en op het Binnenhof aanwezig,
om eventueel te kunnen ingrijpen,
maar er gebeurde niets. De Mi
nister-President, in groot gala,
hield een korte openingsrede en
daarmee was de plechtigheid ge
ëindigd.
De Minister verliet, voorafge
gaan door de commissie, de
vergaderzaal en vertrok, zooals
hij gekomen was, gezeten in een
gala-hofrijtuig, met twee paarden
bespannen. De koets was vooraf
gegaan en gevolgd door een
detachement huzaren.
Eenigen tijd later kwamen de
beide Kamers weer bijeen, maar
nu afzonderlijk.
De Eerste Kamer benoemde
eenige commissies voor den huis-
houdelijken dienst en stelde de
afdeelingen samen.
De Tweede Kamer hield een
vergadering van enkele minuten,
waarin de Commissie werd be
noemd die de geloofsbrieven der
gekozen afj e vaardigden zal on
derzoeken. Meer dan 97 leden
zuUen er niet toegelaten en be-
ëedigd kunnen worden, want de
heer Sneevliet zit in de gevan
genis en de heer Sardjona ver
blijft aan den Boven-Digoel en
de tweede inlander, heeft zijn
onderdaanschap verloren en het
is zeer de vraag of het hem ge
lukken zal, uit Parijs (waar hij
schijnt te wonen) de Nederland-
sche grens over te komen.
Gisteren is door H. M. de
Koningin tot voorzitterderTweede
Kamer herbenoemd de heer mr.
J. R. H. van Schaik.
(Wordt vwvolgd).
AXELSCH
COURANT.
Hij dan antwoordde: Of hij een
zondaar is weet ik niet een ding
weet ik, dat ik blind was en nu
zie. Joh. 9 25.
8)
Lindemann liet zich door de ver
schillende vertrekken voeren. Natuur
lijk dacht hij er niet aan, de villa te
huren, maar hij hoopte, dat hij mis
schien nog iets naders van de ver
trokkenen zou kunnen vernemen. De
vrouw wist echter niets. Niet eens,
waarheen ze vertrokken waren. Als in
een droom doorschreed de schilder
de verlaten vertrekker.
Hier had Helene dus gewoond. Hij
verbeeldde zich soms haar lieve,
slanke gestalte ergens te zullen zien
opduiken.
In de kamer van de gravin de
vrouw, die P.ter vergezelde, zeide
tenminste, dzt dit vertrek door de
gravin bewoond werd, was hij bijna
gevallen. Zijn voet was op een in
eengerold stuk papier terecht gekomen,
dat op den vloer iag en hem bijna
deed uitglijden.
Werktuigt lijk bukte hij zich en
raapte het op. Het was het verfrom
melde telegram, dat men de gravin
den vorigen dag aan tafel bracht en
dat ze toen in den zak stak. Bij het
inbakken moest ze het weer verloren
hebben. Lindemann hield het nog
gedachteloos in de hand, toen hij ver
volgens Helene's kamer binnentrad.
Zoekend keek hij om zich heen. maar
hier lagen geen papieren in 't rond
zooals In de kamer der gravin. Hier
was alles met pijnlijke nauwgezetheid
Opgeruimd*
Zijn handen speelden zenuwachtig
met het balletje papier. Werktuigelijk
begon hij hit uit elkaar te rollen en
glad te strijken. Daarbij werden zijn
oogen plotseling zeer groot en hij be
keek onthutst het papier wat nauw
keuriger.
Dat was immers een telegram.
De naam Harriet viel hem in 'i oog.
Ah misschien helderde dat alles op.
Hij las het telegram,
„Zooeven gelukkig aangekomen.
Hoop over twee dagen bij je te zijn.
Verheug me zeer in 't vooruitzicht
van 'i weerzien. Harriet", stood daar
in 't Engelsch. Wat moest dat toch
beteekenen De gravin had bericht
ontvangen, dat haar zuster haar wilde
bezoeken en ging op reis? Het
telegram was den dag te voren te
Alexandrië aangeboden.
Lindemann kon hier met den besten
wil geen verband vinden. Maat ein
delijk schoot hem te binnen, dat mis
schien een plotseling ziek worden van
j haar man de gravin genoodzaakt kon
hebben te veHrekken. Ja, dat alleen
kon de reden -(jri. Maar waar was
ze heengegaan Naar Dubsehinka of
Mendowan
Den volgenden dag, toen hij mis
moedig en zich vervelende door de
straten slenterde, deed een toeval hem
Harriet Morgan ontmoeten, die enkele
uren te voren was aangekomen.
Weet u iels van mijn zuster?
vroeg de Amerikaansche dadelijk, nadat
ze elkaar bi groet hadden. Was u
reeds bij haar
Ik ben gister bij haar aan huis
geweest, maar werd niet ontvangen.
Hé werkelijk. Grace ontving
haar geëerden „hofschiidei* niet Hoe
vreemd
Ook ik verwonderde mij erover.
Afgaande op de verhouding, welke er
bij ons afscheid in Weenen bestond,
mocht ik hopen
Wel natuurlqk. Ik weet ook be
slist zeker, dat Grace voor geen
mensch zooveel hoogachting en sym
pathie koestert, als voor u. Ze sprak
in haar brieven dikwijls over u en gaf
haar spijt' te kennen, dat de omstan
digheden na haar huwtl'jk haar belet
hadden weer met u in aanraking te
komen. En thans, nu het mogelijk
geweest zou zijn, ontvangt ze u niet 1
Harriet zuchtte. Mijn zuster moet
in haar huwelijk wei veranderd wezen;
Ja, stel u eens voor, meneer Lin
demann, ik gaf haar bericht van mijn
;ankomst in AUxindrië en ontving
niet eens antwoord. En het eerste,
wat ik hier hoor, is dat ze gister, ver
trok. Nu weet ik niet eens, waarheen.
U weet het dus ook niet? Heeft
ze dan niet een boodschap voor u
achtergela'en
Neer. Ik kan niet anders veron
derstellen dan cat het telegram haar
niet meer bereikt heeft. En toch deed
ik de reis van Amerika naar hier
alleen om haar.
Wist de gravin dat
Ik vermoed het. Onze correspon
dentie was weliswaar nooit btfzonder
druk ailereeist omdat we geen van
belden gaarne brieven schrijven, en
vervolgens omdat er door haar huwe
lijk eenige verkoeling tussctien ons
kwam, msar ilke drie maanden schre
ven we elkander toch één keer. Toen
nu voor kort mij.n neef Allan ik
woon namelijk sedert mama's dood bij
de moeder van Allan Parkinson
meende, dat het noodzakelijk was, dat
een van out persoonlijk met Grace
over verschillende zaken sprak, bood
ik- mij voor deze zending aan en
schreef dit kcrt voor mijn vertrek aan
mijn zuster. lx schreef natuurlijk naar
Mendowan, want ik wist niet eens,
dat ze in Egypte was.
Antwootdde ze u?
Neen, Mijn schoonbroer ant
woordde ook eerst na geruimen tiid,
want de brief moest hem achterna
gezonden worden. Hij öeeide mij
eenvoudig mee, dat Grace in C*ï o
wa*. Toen veranderde ik natuurlijk
mijn reisroute. Nu heb ik vandaag
dadelijk aan hem getelegrafeerd en
hem gevraagd, waar Grace zich tegen
woordig ophoudt.
En...?
Ik heb nog geen bericht. Het kan
ook n<et voor vanavond hier zijn.
Reist u uw zuster dan achterna
Natuurlijk. Ik moet immers wel,
daar ik op mij genomen heb zaken
met haar te regelen,
Waarom is uw bloedverwant niet
meegekomen? Dimes zijn toch over
het algemeen niet zoo geschikt om
zaken te doen, zei Lindemann glim
lachend.
Och kom, wij Amerikaanschen
zijn daarin toch niet zoo onbeheerd als
uw dames hier, En bovendien komt
het er alleen op aan, Grace uit het
hoofd te praten, dat ze haar gild uit
de kolenmyn neemt, waarin het zeer
voordeelig belegd is, Wan! dat wil
ze, en dat Allan niet persoonlijk
kwam brieven zijn daarover genoeg
gewisseld daarvoor bestaat eer.
bepaalde reden. Het was vroeger na
melijk altijd een lievelingsplan van
mama en tante Parkinson, dat Grace
en Allan een paar zouden worden.
Hij had haar zeer lief en ze zouden
zeker voortreffeiqk by elkaar gepast
hebben, als... Koschwinski er maar
niet tusschen gekomen was. Maar u
begrijpt, dat het nu voor Allan eenlgs-
zins pijnlijk zou wezen...
Natuurlijk, dat begrijp ik. Alshü
haar bemind heeft
En ?q hem tot heden nog niet
onverschillig geworden is, zocals ik
bepaald geloof. Daarom juist bood
ik mij voor de reis aan.
Lindemann keek peinzend voor zich
nee'-. Harriet geloofde dus, dat de
gravin haar telegram in 't geheel niet
ontvangen had. Moest hij haar van
het tegendeel overtuigen Neen liever
niet. Het zou de zusters nog maar
meer van elkaar vervreemd hebben.
Maar toch zei hij, voorzichtig polsend
Zou het niet mogelijk zijn, dat
de gravin met opzet vertrok om de
besprekingen over zaken te ontloopen
Dat is volkomen uitgesloten. U
kent Grace niet, als u dat kunt ver
onderstellen. Ze zou veel te trotsch
zijn om niet eerlijk uit te komen voof
iets, dat ze wil. Ook weet 2e, dat
niemand haar dwingen kan of wil. Het
geldt hier alleen vriendschappelqke
overredingen. Men moet haar haaf
eigen voordeel doen inzien.
Zoudt u zoo vriendelijk willen
zqn, miss Morgan, mq de verblijf
plaats van uw zuster mee te deelen,
zoodra u die kent?