Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen.
No. 72.
VRIJDAG 9 DECEMBER 1932
48e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Algemeene beschouwingen
op de Gemeentebegrooting 1932.
FEUILLETON.
De witte Bloem.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Gent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
De replieken.
De VOORZITTER zegt met
genoegen te hebben geluisterd
naar de verschillende redevoe
ringen, ofschoon daarin nogal
iets is op te merken. In hoofd
zaak geldt het de voorgestelde
bezuinigingen en belastingen. Het
college van B. en W. is aange
vallen, dat zij in 1932 de toe
stand wel eens anders hebben
voorgesteld, maar dat komt, om
dat men steeds rekening moest
houden met de omstandigheden.
Zeker, er werd eerst gedacht aan
verhooging en later bleek die
weer niet noodig, vandaar dat
onze houding gewijzigd werd.
Ons principe is om een gezonde
basis te houden en daarbij den
wettelijken weg te kiezen en ook
wettelijke lasten op de begroo
ting te zetten. Als dhr. 't Gilde
zegt, dat het vorig jaar met
f 12500 voor werkloozensteun
is begonnen, kan spr. zeggen,
dat die post herhaaldelijk is
verhoogd en f 38000 is geworden
vandaar dat we nu f 20.000 voor
stellen.
Dhr. van Bendegem heeft ge
klaagd over een fout in de lei
ding als dat gebeurd is, dan
vraagt spr. excuus en hoopt hij
dat later te voorkomen.
Wat de bemerking van dhr.
Hamelink betreft, dat sommigen
steun zou onthouden worden,
zal in de commissie worden be
sproken. Omtrent de woningpo-
litiek en steunuitkeering is het
spr. aangenaam, dat dhr. Hame
link het met spr. eens is en niet
den weg opwil, die dhr. 't Gilde
aangeett.
Dhr. OGGEL merkt op, dat
ten aanzien van de salarisverla
ging niet is voorgesteld in het
georganiseerd overleg, zooals het
voorstel van de wethouders luidt
en geeft daarom een nadere toe
lichting. Integenstelling met de
bewering, dat er geen lijn in zou
zijn, acht spr. de lijn wel zuiver
en juist progressief. De korting
is naar gelang van de hoogte
van het salaris 5, 10, 15, 20 en
25 pet. En ter voorkoming van
een tweede korting van sommige
ambtenaren, is de eerste daarin
opgenomen. We hebben daarmee
dan Ged. St. voor een voldongen
feit gesteld. Mocht het kunnen
worden aangenomen, dan kunnen
we op de verhooging van de
personeele belasting 10 pet.
sparen. Zoo volgt dan het een
uit het ander en lijkt het voor
stel niet zoo bruut als men
voorgeeft.
Dhr. 't Gilde houdt wel een
lange rede, maar van bezuiniging
is weinig te bespeuren.
Dat de belasting voor een
benzinepomp de burgers drukt,
is ook abuis, want het zijn de
groote Maatschappijen die het
betalen en daarom begrijpt spr.
niet, hoe dhr. 't Gilde daartegen
op kan komen.
De bepalingen van het ambte
naren-reglement liggen ook in de
salarisregeling opgesloten. Dat
er bij belastingverhooging salaris
verlaging mogelijk is, komt daar
uit voort, zegt spr., dat juist de
index-cijfers 30 pet. naar beneden
zijn, zooals door partijgenooten
van dhr. Hamelink elders is
gezegd. Overigens zou spr. dhr.
Hamelink moeten danken, waar
hij het beleid van het college
heeft verdedigd en o. a. ook
ingezien heeft, dat het geraamde
bedrag voor den steun noodig
zal zijn.
Dhr. VAN DE BILT voegt eraan
toe, dat de genoemde kindertoe
slag logisch isals het bij de
hoogere salarissen wordt toege
past, waarom zal men het dan
niet doen bij de kleinere sala
rissen
Dhr. VAN KAMPEN zegt geen
discussie te zullen houden bij
iedere post, maar acht toch de
begrooting ook niet van dien aard,
dat alle posten gehandhaafd
moeten worden. Dhr. 't Gilde
heeft we! gezegd, dat de Burger
wacht, Landbouwcursus, Handels
school en Ambachtsbelang, enz.
de subsidie niet noodig hebben,
maar de muziek wel. Maar dan
(Dnitsche vertaling).
15)
De oude dame richtte zich met een
scherpen trek om de trotsche lippen
hoog op, en vervolgde „Hij heeft in
de stad veel aanleiding tot spreken
gegeven, zooals ik nu en dan verne
men heb. Met wie verkeert hij
Overmorgen zal hij bij de vrouw
van den minister van Buitenlandsche
zaken soupeeren, antwoordde Brand
met een eenigszins boosaardigen na
druk, bij gelegenheid van de soirée
musicale,
Wat I Bij de vrouw van den
minister? Mon Dien!... Ik verwacht
vol belangstelling uw bericht, welke
rel hij daar spelen zal i U zijt toch
ook genoodigd, doctor
Ik zal mijn vriend vergezellen
antwoordde Brand, terwijl hij opstond
om Verja, die juist weder binnentrad,
een stoel aan te bieden. Ik zal u van
alles op de hoogte houden, mevrouw
de barones.
Verja en Brand waren heengegaan J
de barones stond midden in de kamer,
trots opgericht, en met een strakken
blik op de deur, waardoor zijn donkere
gestalte verdwenen was. Een geheim
zinnige uitdrukking lag in haar grijse
oogen, een mengeling van haat er.
voldoening, een bijna onheilspellende
glans, die dreigde tot een vlam uit te
barsten. Diep ademhalend legde de
barones haar smalle rechterhand op
het hart en sloeg den blik ten hemel,
ziet spr. niet in, waarop de
muziek hooger staat, dan de
eerstgenoemde lichamen.
Aan het adres van dhr. Hame
link zegt spr., dat men wel zegt
een practischen kijk op de crisis
te hebben en een oplossing wel
degelijk uitvoerbaar is, maar dan
berust dat volgens spr, niet op
juiste gronden. Dhr. Hamelink
heeft geweigerd om de hoogste
salarissen naar beneden te bren
gen, en als dat nu getuigt van
een practisch meeleven, dan weet
k het niet meer. Als handel en
andbouw opdrogen en de over
leden weigeren zich aan te
passen, dan is dat geen juiste
kijk. Men moet het leven in
overeenstemming brengen met
het maatschappelijk bestaan. Door
de economen zijn wel gedeeltelijk
oplossingen aangegeven, maarzij
kunnen het daarom niet zeggen,
omdat de oplossing niet zit bij
menschen, maar ligt in het bestel
van God oppermachtig. Spr.
wijst in dat verband op de uit
spraken van Karl Marx, maar de
VOORZ. maakt er een eind aan
en vraagt dhr. van Kampen op
die wijze niet voort te gaan.
Dhr. VAN KAMPEN Dan stop
ik. Ik moet dat noemen ter ver
dediging. Als de kapitalistische
klasse maatregelen neemt, dan
weigert de s.d.a.p. om mede te
werken en daardoor zijn er veel
meer warkloozen gekomen. Als
ze menschwaardig willen behan
deld worden, moeten ze ook geen
cokes hebben. Spr. zal het niet
hebben over zwaar werk, maar
er zijn ook menschen, die gehakt
koopen voor de geheele week en
het zoodanig mengen, dat ze
meer beschuit dan gehakt eten.
Ook onder de middenstanders
zijn er zoo. Het komt maar aan
op de verantwoordelijkheid. Kijk
eens naar het Bolsjewisme.
De VOORZ.Ik mag die be
schouwingen niet toelaten.
Dhr. VAN KAMPEN: Dhr.
Hamelink heeft zooveel gezegd,
dat met de practische politiek te
maken heeft, en wat ik gaarne
zou verdedigen, maar ik zal me
bekorten. Het doet me in elk
Toen nam zij de geel geworden pa
pieren en borg ze weder in haar
schrijfbureau, waar, ia een geheim vak,
nog verscheidene herinneringen aan
het verleden lagen, onder andere een
verdord eikentakja, door den tijd half
vergaan, en een klein portret met de
pen geteekend. De oude dame nam
het met een zekeren eerbied op en
boog zich diep over de haif uitge
wischte trekken; het was een mannen
kop, met een uitdrukking van fierheid
en levenskracht, met krullend hoofd
haar en levendige, zwarte oogen. Er
schenen reeds veel tranen over de
teekening gevloeid te zijn, de naam,
die er onder stond was nauwelijks
leesbaar
„Lewin
Marie trad de kamer binnen. De
barones sloot het schrijfbureau en trad
haar dochter met levendigheid tege
moet.
Lief kind 1 klonk het teeder, op
een toon, zooals zij haar nog nooit
had toegesproken.
Heb je mij lief. Marie?
Verlegen, nauwelijks haar oogen
geloovende, vlijde het bekoorlijke
meisje zich aan de borst harer moeder
O mama I bracht aij stamelend
uit. Lieve, beste mama!
Toen gebeurde iets ongehoords- De
barones boog zich over het blozend
gezichtje en drukte een kus op het
blanke voorhoofd.
Wees heden recht vroolijk. lieve
Marie, lach en zing, want vandaag
viert je moeder een grooten feestdag 1
XI.
Het salon ter rechterzijde van de
groote zaal had de echtgenoote van
Zijne Excellentie den minister van
geval genoegen, dat hij aan de
zijde der s.d a.p. ook waardeering
heeft bemerkt voor de politie.
Dhr. VAN BENDEGEM zegt,
dat hij niet alleen op de salaris
sen, maar ook op de subsidie's
en andere posten wilde bezui
nigen.
Dhr. 't GILDE zegt dat dhr.
van Bendegem een onjuistheid
heeft gedehiteerd, zijn parlemen
taire bedrevenheid is niet even
redig aan zijn bruten toon. Het
voorstel de Feijter is in Febr.
1932 gekomen en de benoeming,
waarop hij spreekt heeft in Mei
plaats gehad. Spr. bemerkt, dat
hij met dien man moet oppassen,
want dat dhr. van B. hetgeen
vertrouwelijk met hem besproken
wordt, in de openbare Raadszit
tinguitbuit Spr. dacht dat hij nogal
goede maatjes met hem was,
maar het blijkt van niet.
Ten opzichte van de voorstel
len van B. en W. heeft spr. zijn
houding nog niet gewijzigd. Be
lastingverhooging acht spr. met
een voorstel tot subsidie aan een
badinrichting niet strookeud.
Over de werkloozensteun hoort
spr. ook geruchten, dat B. en W.
reeds met hun uitgaven in de
begrooting van 1933 zitten. Dat-
is financieel geen goed beleid.
De VOORZ.: Aan praatjes
van de straat kan men zich niet
storen.
Dhr. 't GILDE: Neen, dat zijn
praatjes van een Raadslid, van
dhr. van Bendegem.
De VOORZ: Iemand die wer
kelijk op de hoogte is, kan zeg
gen, dat dit onmogelijk is. Het
zou hoogstens f 500 kunnen zijn,
omdat we weten, dat de Raad
de werkloozen een goed hart
toedraagt, maar het is niet zoo.
Dhr. 't GILDE is niet tegen
het uittrekken van geld voor de
werkloozen, maar ik heb willen
wijzen op het zeer ruime stand
punt, dat B. en W. nu innemen,
terwijl men vroeger voorzichtiger
was. Dhr. Hamelink zegt wel,
dat ik er anders tegenover sta
dan vroeger, maar dat is alleen
in verband met den klassestrijd
van de s. d. a. p. Een mensch
Buitenlandsche Zaken tot tooneel be
stemd. De breede vleugeldeuren waren
door een purperkleurig gordijn ver
vangen, daarneven bedekten draperieën
van dezelfde kleur de wanden en
kwamen in het schijnsel der ontelbare
gasvlammen in haar volle pracht uit.
De l chten der lustrus en candthbres
spiegelden zich duizendvoudig af in
Venetiaansche spiegels. De lange suite
der andere kamers was even schitte
rend verlicht, ook het rijk voorziene
buffet en de ruime gangen, die door
kunstvaardige handen in weelderige
bloemengaarden herschapen waren.
Geurige planten stonden in hoeken en
nissen, groepen dwergpalmen en lau-
rierboomen omringden de marmeren
beelden en sierlijke guirlandes waren
om de zuilen in de danszaal geslingerd.
Reeds ritselden satijn en zijde over
den parketvloe', blinkende uniformen
schaarden zich bij de damestoiletten
of zwermden om de groepjes der
gasten, sterren en kruizen wedijverden
met het geflonker der kostbare paarlen,
juweelen en robijnen, die hals en
boezem der dames, waaronder vele
erkende schoonheden, versierden.
Achter groen en bloemen verscho
len, deed zich het oikest reeds hooren
en de gastvrouw, een dame met een
statig voorkomen in een smaakvol,
prachtig toilet, liep groetend tusschen
het gezelschap dcor en had voor ieder
een vriendelijk woord. Nu ging zij
naar de eerste rij der fauteuils, die
vlak tegenover het tooneel voor cte
oudere en hooger geplaatste gasten
bestemd waren en nam plaats naast
een der dames, met wie zij weldra in
druk gesprek gewikkeld was. De op
deze wflze uitverkorene, met eenigs
zins stijve gestalte) in zwart moiré
antique en met kostbare parelen ge
tooid, een zeldzame verschijning op
hals en feesten, was de oude barones
Von Rotterswyl, die heden, tot groote
verbazing van alle aanwezigen, op de
soirée der ministersvrouw verschenen
was. Niemand begreep er iets van en
die zonderlinge afwijking van haar
gedragslijn gaf aanleiding tot allerlei
veronderstellingen.
Het gordijn werd bijna onmerkbaar
terzijde geschoven en een zwart ge
lokt hoofd keek er even door. Dade
lijk werd het teruggetrokken, om zich
het volgend oogenblik tot de hand
der gastvrouw neer te buigen.
Welkom, lieve mevrouw Von
Kartegg I riep de ministersvrouw uit,
terwijl zij snel een bewonderenden
blik wierp ep de sierlijke gestalte der
jonge vrouw. Het doet mij zeer veel
genoegen u reeds hier te ziener is
achter het gordijn zeker nog veel te
doen.
Alles is iu orde, mevrouw, ant
woordde de Russin lachend. Onze
artisten zijn voltallig, wij wachten
alleen nog op eenige voorname gasten
om met de voorstelling te beginnen.
De hertogin is altijd stipt op
haar tijd, zeide de gastvrouw met
innemende vriendelijkheid. U hebt,
als onze intendante, van avond veel
i verantwoordelijkheid op uwe schoone
schouders geladen en als het niet onze
onmisbare Verja was, die alles in
handen heeft, zou ik er mij bijna be
angst over maken I
Zij knikte haar hartelijk toe en liet
haar toen aan het gezelschap van
eenige heeren over, die mevrouw de
barones Von Kartegg hun hulde kwa
men brengen is den vorm van hun
balboekje.
is voor verandering vatbaar.
Tot dhr. van Kampen zegt spr.,
dat die in iedere vergadering wil
getuigen, dat hij anti-revolutionair
is, maar dat weten we wel en
daarom protesteert spr. er tegen,
dat die man telkens in de ver
gadering Gods naam gebruikt.
Dat noem ik juist het Gezag
neerhalen zegt spr. Men behoeft
niet overal het christelijke bij te
halen, want dan zeg ik met den
heer Braat destijds, waar moet
het naar toe, als er gereformeerde
beeten gaan groeien.
De VOORZ. hamert.
Dhr. VERSCHELLING Ik zou
willen vragen, Voorzitter, aan
iedereen het woord te geven voor
hetgeen hij zeggen wil. Bij
vroegere gelegenheden hebt u
gezegdwacht tot de begrooting
komt, dan kunt u de politiek
behandelen, en nu verbiedt u het.
De VOORZ.De leiding is
aan mij en als ik hetgeen gezegd
wordt niet noodig acht of niet in 't
belang der gemeentezaken, dan
zal ik dat beperken.
Dhr. VERSCHELLING Bij elke
begrooting wordt toch politiek
behandeld
De VOORZ.: Ja, maar ik laat
niet toe, dat hier gesproken wordt
over theorieën van Karl Marx,
Colijn, enz. Telkens hoor ik,
ook van Raadsleden Voorzitter,
u laat ze veel te ver gaan. De
zaken lijden eronder.
Dhr. VERSCHELLINGDat
zijn dan zeker degenen, die nooit
iets zeggen. Ik sta op het stand
punt van mijn groepsgenoot, dat
f15000 voorloopig voldoende is
als steunuitkeering.
De kazernebouw kan ook goed-
kooper.
Samengaan met dhr. Hamelink
zal ik niet, maar ik kan toch
evengoed voor de arbeiders zor
gen. Voorts wil spr. de subsidie
voor de autobus houden en tot
dhr. van Kampen zegt spr. ook,
dat hij niet gaarne hoort, dat
telkens Gods naam gebruikt
wordt, gedachtig aan het woord
werp geen paarlen voor de zwij
nen, want dhr. Hamelink zal
daardoor evenmin anti-revolutio-
Esn vonk onder de aschfluis
terde Brand met een langen blik op
de jonge barones.
Hij had met Gerrald een plaats In
de nabijheid van het tooneel weten te
vereveren.
Die vrouw, vervolgde hij, zich
tot zijn vriend wendende, beeft een
fabelachtigen smaak om zich te klee-
den. Ik geloof, dat, al stak zij in
een grof-linnen zak, zij nog boven
al de andtre dames in de meest schit
terende toiletten zou uitblinken.
Theobald richtte zijne oogen be
wonderend op de jonge vrouw, die ia
den vollen glans van de lustre in het
midden der zaal stond. Tal van heeren
omringden haar en de bekoorlijke
Rassin had voor ieder hunner een
schertsend woord of een stoutmoedige
opmerking, die zq vol humor verde
digde en volhield.
Goudgeel satijn omsloot haar slanke
gestalte en viel in sierlijke plooien
neder tot een langen sleep, waarboven
een crêpe garneersel van dezelfde
kleur kronkelde, hier en daar met een
glinsterende agraffe in den vorm van
een bloem opgenomen. Het weelderige
donkere haar, met purperkleurige bloe
men doorvlochten, golfde om een dia
deem, waarover een vorstin zich niet
had behoeven te schamen en hing in
glanzige lokken op den blanken hals
neder,
Verja liet haar waaier zakken en
wendde haar hoofd terzijde om een
onderzoekenden blik door de zaal te
werpen, Eindelijk ontdekte zij de rijzige
gestalte van Gerraid. Zij riep den heeren
nog een geestig woordje toe en stond
het volgende oogenblik voor den jonl»
man, die eerbiedig voor haar boog
Wordt vervolgd»
AXELSCHEffiCOURANT.