Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. No. 71. DINSDAG 6 DECEMBER 1932 48e Jaarg. Algemeene beschouwingen op de Gemeentebegroting 1932. J. C. VINK - Axel. FEUILLETON. De witte Bloem. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Zooals gemeld, zette de heer 't Gilde de algemeene beschou wingen in met een zeer lange rede en was het daarop, dat dhr. Verschelling wees, toen hij zeide, dat „cnzerzijdsch" reeds uitvoerig critiek op het beleid van B. en W. was gehoord. Uiteraard is het ons ondoenlijk om die rede in zijn geheel over te nemen en namen we ons voor de in betrekking tot de begrooting en het gemeentebelang meest be langrijke gedeelten daarvan over te nemen. Nu we echter niet in 't bezit daarvan zijn, en ook niet konden vermoeden, dat we van die rede geen inzage zouden kunnen nemen, moeten we ons nog verder beperken en wel tot datgene, waartoe ons geheugen en eenige korte aanteekeningen ons in staat stelden. Dhr. 't Gilde dan zeide, dat hij wel nimmer een somberder stuk van de gemeentesecretarie heeft ontvangen, dan deze be grooting en leest dan in het be geleidend schrijven de verzuch ting van B. en W., dat als de cijfers niet zoo worden aange nomen, als ze zijn begroot, het voor hen niet mogelijk is om te regeeren, m a.w. het is gebiedend noodzakelijk. Spr. zou het college gaarne krachtig steunen in zijn plannen, maar nu ze meenen, dat hun methode van belastingheffing de eenig goede is, moet spr. er zich tegen verzetten. Bij gereduceerde inkomens de belasting verhoogen. Hoe kan dat Het geldt ook hier Quo Vadis? Waarheen wil men het sturen De crisisnood is toch niet te peilen naar de weg geworpen bananenschillen De salarisverlagingspolitiek in deze begrooting spreekt boekdeelen. Er zit geen lijn in. Wikken en wegen om iets te bereiken, zie daar het cachet dat het tweetal Oggel-Van de Bilt zal dragen, zoodat we niet van een leidend college zullen kunnen spreken. Wij, zegt spr., zullen ons op een hooger standpunt stellen en zullen tegen alle voorstellen stem men, die als nieuw door het col lege worden ingediend. B.v. tegen kindertoeslag, die zóó is opgezet, dat net alle amb tenaren er buiten vallen. Dan hoofdstuk 12, dat buiten gewoon verontrustend issteun- uitkeering tot f30 000 toe! Dat men met zulke voorstellen durft komen, stemt tot nadenken. Men wil der.zelfden weg als in de democratische streken, maar het zal echter voor de arbeiders niet meevallen, want men wil uit de inkomens het dubbele halen. De heffing van opcenten op de vermogens wordt als een nieuwe bron aangekondigd. Toch meent spr. dat het te ver gaat met de eischen en gelooft hij het roer te zullen moeten omgooien. Er is een blijk van ongevoeligheid ter eene en overgevoeligheid ter an dere zijde. Maar het is geen reclame, dat door B. en W. niet is getracht om tijdig een betere salarisregeling in elkaar te zetten. Men was te lang optimistisch gestemd, omdat ze geen zorg kenden. Spr. herinnert aan de vergaderingen van Mei en Juni, toen zoo'n ongunstige toon werd aangeslagen en meende dat Lei den in last was, terwijl later de zaak weer precies andersom stond. Spr. herhaalt, dat er geen lijn zit in de leiding. In Mei had men geen reden tot bezorgdheid en stemde men zelfs tegen eigen voorstellen. Spr. hoopt dat de wethouders het nu ook zullen doen, want hij vindt het geen beleid om f 7000 te voteeren voor werkverschaffing en f8100 voor werkloozensteun. Daarbij gevoegd nog 2 X f8100 van het Rijk en de kolenbbns, dan wordt het meer dan f 50000. Spr. meent dat het college zich teveel laat leiden door dhr. Hamelink, die in Mei zeide, dat hij niet zou meewerken aan de voorstellen, zoolang er geen centen werden gevoteerd voor de werkloozen. Ook wordt maar steeds toege geven aan den drang uit Middel- DRUKKER-UITGEVER O Wordt vervoQsf, burg, om te trachten reserve te kweeken. Spr. zou liever beginnen met een post van f15000 voor werk- loozenzorg. Als vroeger een voor stel werd gedaan om een grootere post voor werkloozensteun, dan werd steeds gezegd, dat zal wel gegeven worden als het noodig blijkt. Welnu, dat zelfde zegt spr. nu ook. Als het noodig is zal de Raad wel bijpassen. De belastingverhooging toch is zoo funest, dat de burgerij het niet zal kunnen betalen. Spr. hoopt, dat de Raad het ook zoo ziet. Zeker de Raad van Axel staat in Middelburg in geen besten reuk, dat is gebleken bij de stichting van de waterleiding en bij de electriciteitskwestie. Maar spr. vindt, dat men los daarvan moet doorwerken. Waar de gemeente lijke economie zulke knauwen krijgt, verwacht spr. het fiere neen van B. en W. Maar het blijkt meer en meer, dat met Middelburg weer contact is ge zocht en zoo wil men het aan sturen op een ambtenarenregee- ring. Eenige maanden geleder, namen de wethouders daartegen over een fiere houding aan, maar nu is het weer een leidzaam volgen. Het is bezuiniging ter eene zijde en belastingverhooging ter andere. Intusschen moet ook de sterkste fractie hier in den Raad nog toonen, dat ze leiding kan geven. Aan de hand van ver schillende feiten tracht spr. dat te bewijzen en noemt spr. b.v. de benoeming van den bode een politieke benoeming. Bij de sa larisregeling is dhr. Smidt, een onzer ijverigste ambtenaren, al tweemaal verlaagd. Dat werkt ontmoedigend. Tenslotte zijn die menschen geen marionetten. Spr. wil de bezuiniging van boven af en afwachten wat Gedep. Staten doen. Ook komt spr. er tegen op, dat b.v. een veldwachter in salaris boven den boekhouder van de gasfabriek staat, boven den gem.-opzichter en boven ambte naren ter secretarie. De Voorz.Dat is niet zoo. Dhr. 't Gilde Dhr. Griep heeft boven zijn salaris f30 -f- f200 f 200 f 40 -f- f 25 f 25, dat is in totaal meer dan f2000. De Voorz.: Maar niet als veldwachter. Dhr. 't Gilde: Ze krijgen het toch maar. Dan wil spr. de subsidie ad f 300 voor de R.-K. handelsschool en de f 200 voor de landbouw school schrappen. Vroeger was men er tegen en nu het er af kan, gebeurt het niet. Of is dat ook ter wille van de politiek? En zoo is het ook met de Bur gerwacht en enkele andere posten. Ten slotte gaat spr. over met bespreking van de politiek en toetst daaraan de houding in 't bizonder van de heeren Dieleman, die naar hij meent over stag is gegaan en Hamelink, wiens po litiek hij noemt wars van prac- tischen zin. De Voorz. treedt hier tusschen- beide en zegt, dat die persoon lijke beschouwingen en beoor deelingen van personen en zaken welke dhr. 't Gilde naar voren brengt, o.a. uit andere gemeenten, provinciën en zelfs andere landen niets met de belangen van de gemeente hebben uitstaan en laat o.a. het citeeren van krantenuit knipsels niet toe. Dhr. 't Gilde is alzoo genood zaakt zijn rede af te breken, al thans te bekorten. Dhr. HAMELINK zegt niet zoo lang te zullen zijn als de voor gaande sprekers. Bekroop hem eerst de lust om van zijn spreek- lust te getuigen, meer en meer bleek het hem schadelijk te zijn en op de tegenstanders toch geen invloed te hebben. Het spreekt vanzelf, dat ook hij over tuigd is, dat de tijden zorgelijk zijn en er maatregelen genomen moeten worden. Alleen geven wij sociaal-democraten een andere oplossing, al is het dat gezegd wordt, dat die geen practischen zin hebben. Maar wij zien de zaken anders in dan de overige partijen en dus hebben we ook een anderen kijk op de voor stellen in de begrooting. Door sommigen is op de trom geslagen, alsof zij alleen de wijsheid hebben. Maar spr. zegt tegen dezulken: als gij de middelen tot oplossing der crisis bezit, grijpt ze dan aan, of wordt het maar gezegd om der sensatie wille? Wij hebben de oplossing wèl, maar die wordt niet aanvaard. Als het kapitaal niet in staat blijkt, om de naakten te kleeden, terwijl er overal overvloed is, dan moet men geen sociaal democraat zijn, om te zien, dat er onwil is. Wij stellen de planmatige distributie. De crisis gaat wel over, zoo zegt men, maar dan stelt men zich weer bloot aan depressie. Spr. geeft deze korte uiteenzetiing, opdat de raadsleden zullen begrijpen, waarom zijn voorstel anders is. Wanneer ik dus critiek lever op het beleid van B. en W., dan zal dat zijn uit hoofde van de noo- dige bescherming van de gedu peerden. Komend tot de begrooting zegt spr., dat in de salariskwestie niet de lijn zit, die hij verwacht had en er een onmisbare voor waarde is. Indertijd is een storm van verontwaardiging gerezen door een groep, die meende, dat de ambtenaren te hoog gesalari eerd werden, maar zij vergeten, dat als de conjunctuur gunstig was, de democraten reeds hebben gestaan voor verbetering der salarissen. Spr. is sceptisch gestemd ten opzichte van het voorstel van B. en W. aangaande de salarisrege ling. Hunne motiveering dekt niet de bedoeling van B. en W. Voor het goed functioneeren der zaken is noodig, dat men amb tenaren heeft, die met vastheid aan hun betrekking zijn gebon den. Ambtenaren mogen niet zijn de speelbal van maatschappelijke toestanden, maar moeten stabiel zijn. Toen het college van B. en W met de verlaging kwam der salarissen, had spr. gaarne weer eens gezien de daling der AXELSCHE Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. zij kreeg een zenuwkoorts en stierf. Haar laatste woord was de naam van den man, dien zij zoo onuitsprekelijk had liefgehad. Op haar sterfbed heeft zij dan ook alle verdere nasporingen verboden. En nu wilt h, na zooveel jaren viel Brand met een ongeloovigen glimlach in. Ik meen dat die schelm nu wel elk spoor onmogelijk zal ge maakt hebber. Zeker, zei de barones, maar zie hier, dit heeft het voorval weder in mijn geheugen terug geroepen. Zij reikte hem een uitknipsel uit een nieuwsblad toe. Brand nam het ang stig aan en las, onder het opschrifi .Een doortrapte schurk1' een irt/oerige beschrijving van een diefstal, te W. door een bedrieger op de ergerlijkste wijze bedreven. Onder een valschen naam had hij zich bij rijke famiiiën toegang verschaft en van de liefde eener jonge dame misbruik gemaakt om kostbaarheden en papieren van waarde tot een aanzienlijk bedrag te ontvreemden. Wel, zeide Brand, diep adem halend. Dat is zeker al zeer opmer kelijk. Dezelfde geschiedenis I U hebt wel gelijk, mevrouw de barones, dat u met die aanklacht weder voor den dag komt. Misschien zijn beide mis drijven door denzelfden gersoon ge pleegd. Dit is ook mijn meening, ant woordde de barones bedaard, met een uitvorschenden blik op Brand's gelaat. Ik wil wgten of er gerechtigheid op deze wereld is. Ik vrees, dat de zaak reeds lang verj :ard is en zou geen stap willen doen zonder den bijstand van een rechtsgeleerde. Mijn schoon zuster heeft mij zooveel goeds van verteld, dat ik op den inval kwam mij tot u te wenden. Ik hoop, dat u mij dit onbescheiden verzoek niet ten kwade suit duiden. Ik acht mij gelukkig u van dienst te kunnen zijn. Wilt u reeds dadelijk een onderzoek laten instellen O neen. Te veel moeite uwer zijds verlang ik niet. Als u zoo goed zoudt willen zijn, de zaak in het oog te houden, zoude ik u reeds dankbaar zijn. Ik z;l mij uw vertrouwen waar dig toonen, mevrouw, antwoordde Brand met een buiging. Als u mij nood g hebt, waar en wanneer ook, hebt u maar over mij te beschikken. Dank u I Ik sie wel, dat mijn schoonzuster mij niet te veel heeft veiteld. Als ik u dan in de eerste plaats mag verzoeken te willen op* leiten, of er nog nadere bizonderheden aan het licht komen.... U, als jongerta.i van de wereld, kunt dat beter dan een oude vrouw, die in eenzaamheid leef*. U zult altijd een welkom bezoeker in ons huis zijn. Brand trok de hand der barones aan zijn lippen. Ik ben steeds in uwe nabijheid en op den minsten wenk tot uw dienst bereid. Mijn vriend Qerrald geniet het voorrecht uw over buurman te «Bn, dus ben ik dikwijls in de gelegenheid uw deur voorbij te komen. Kent u mijnheer Qerrald vroeg de barones, merkbaar koel. O ja, ik herinner mij, dat Verja daarvan gesproken heeft. Hij is koopman, nietwaar (Duitsche vertaling). W Verja stond op en verwijderde zich. Buiten de kamer bleef zij veront waardigd staan om een oogenblik na te denken, wat zij doen zou. Luiste ren Neen, daartoe was zij te trotsch, dus er zat niet anders op dan toe te geven. Met een toornigen blik keek zij nog eens naar de gesloten deur, daarop liep zij snel de trap op. Het zal u wel verwonderen, dat ik mijn schoonzuster wegstuur, ving de barones aan. heimelijk lachend over het verbaasde gezicht van Brand, maar ik heb u over een zaak te spre ken, die mij alleen betreft en die ik niet gaarne aan de openbaarheid wil prijs geven. Verja is een lieve vrouw, maar zij is wat levendig en, helaas, al te spraakzaam. Brand schoof verlegen op zijn stoel heen en weerde doordringende blik bit die grijze oogen hinderde hem. Ik zal mij zeer gelukkig achten U van dienst te kunnen zijn, mevrouw de barones. Van mijn bescheidenheid kunt u verzekerd zijn. Mevrouw Von Rotterswyl glim lachte bijna onmerkbaar en geheim- Zinnig U zijt rechtsgeleerde, nietwaar, dus zeker op de hoogte van proce dures Ik ben wel niet meer in de prak* tijk, maar ik hoop u toch met mijn raad te kunnen terzijde staan. Ik vrees helaas, dat de zaak reeds verjaard is, ging de barones voort, maar het is beter te veel te doen, dan te weinig. Zij stond op en liep langzaam het salon door. Ook Brand was opgestaan en leunde in afwachtende houding op de leuning van .zijn stoel. Hij verkeerde in groote spanning, dat kon hij niet ontkennen en ofschoon hij zeer kalm scheen, verrieden niettemin een lichte trilling van zijn neusvleugels en de wantrou wende blik, dien hij om zich heen wierp, mtt welk een koortsachtige opgewondenheid hij een nadere ver klaring afwachtte. De barones kwam met een bundel papieren terug. Hier zijn eenige stukken, opge steld door den rentmeester van A U moet weten, dat het geheele drama afspeelde op het landgoed van een mijner vriendinnen. Dj geschiedenis gaat mij, oppervlakkig beschouwd, weinig aan, maar niettemin is mijn leven er door vergald. Het geheele feit zal u ongelooflijk toeschijnen, doch niettemin heb ik bewijzen en in het ergste geval ook getuigen. Wilt u eens even inzien Brand nam de stukken aan, boog zich over de tafel en begon te lezen. Het papier klaterde tusschen zijn vin gers, allengs verdween alle kleur van zijn gelaat en tenslotte werd hij doods bleek. Dit viel niet bizonder in het oog, want hij had nimmer een kleur, maar thans waren zijn lippen bijna b'.auw. De oogen der barones waren met een eigenaardig vorschenden blik op zijn trekken gevestigd zij leunde met de hand op de tafel en zag op ftljn voorover gebogen hoofd neder. Met bijzondere opmerkzaamheid be schouwde zij zijn haar... Ja, er liepen witte draden door en aan de wortels was het rossig... het was geverfd. De barones glimlachte, maar hij zag dit niet. Zeer belangwekkend, inderdaad een merkwaardig geval, zeide hij. Tot mijn spijt kan ik er echter den gt- hetlen samenhang niet van vatten. Zoudt u de goedheid willen hebben, mevrouw, mij te verklaren... Het geval heeft zich aldus toe gedragen, viel de barones hem in de rede. Toen ik nog hofdame was, br- zocht ik een vriendin op het slot H. Ik kende haar van mijn prilste jeugd af, haar en haar broeder Lewin. Zij was weduwe, j mg. rijk, schoon en geestig. Zij had den winter te Stutt- gard doorgebracht en daar kennis gemaakt met een j mgen graaf, die weldra haar salon bezocht en haar den volgenden zomer els haar verloofde naar H. vergezelde. Zij was onbe schrijfelijk gelukkig, want zij beminde hem. De barones zweeg een oogenblik. Brand luisterde met gespannen aan dacht. De graaf was een bedrieger I ging zij voort. Op zekeren dag was hij verdwenen en met hem de helft van Ida's vermogen. Wat Lewin bi- t efthij werd doodgeschoten in een bosch gevonden. En heeft men geen spoor van den moordenaar gevonden Brand's stem klonk vreemd en heescb. Alle pogingen waren tevergeefs, Men heeft niet het minste spobr om- dekt j graaf Von Berndt was verdwe nen. Mijn vriendin treurde zich dood)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1932 | | pagina 1