Nieuws- en Advertentieblad
voor Z e e u w s c li - V1 a a 11 d e r e n
No. 64.
VRIJDAG II NOVEMBER 1932
48e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Raadsverslag.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Zitting van 8 November.
Aanwezig alle leden behalve
de heer C. Hamelink.
De Voorzitter, de heer F. Blok,
burgemeester, opent de openbare
raadszitting met het gebedsformu
lier en stelt de agenda aan de
orde.
1. Notulen.
Deze worden behoudens een
kleine opmerking van dhr. Se-
ghers zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
Dhr. OGGEL deelt mede als
voorzitter van de antirevolution-
naire raadsfractie, dat het geschil
dat tusschen 2 leden dier fractie
blijkens de notulen bestond, in-
tusschen is opgelost.
3. Ingekomen stukken en
mededeelingen.
Voor kennisgeving worden aan
genomen a bericht van goedkeu
ring door Gedeputeerde Staten
var. genomen raadsbesluiten.
b. Schrijven van den Rijks
dienst der Arbeidsbemiddeling,
enz. dat zij geen vrijheid heeft
om een hoogere bijdrage te ver-
leenen in het salaris van den
agent der arbeidsbemiddeling.
Dhr. VAN KAMPEN vraagt of
in het schrijven aan de Rijksbe
middeling ook gemeld is, dat de
correspondent alhier ook vroeger
werkte voor een salaris, dat met
de werkzaamheden niet even
redig was
De VOORZ. Ja, in dien geest
is geschreven.
Dhr. OGGEL: En ook, dat
het werk veel is uitgebreid.
o. Bericht, dat Ged. St. hand
haven het Raadsbesluit, waarbij
de woning van A. van Veldhoven,
F 31 onbewoonbaar is verklaard.
d. Proces-verbaal van kasop
name bij den Gem.-ontvanger,
waaruit blijkt dat in kas moest
zijn f 33507.44, hetgeen overeen
komt met de getoonde waarden
en bescheiden.
e. Verzoek van de Prov. Com
missie voor werkloozenzorg van
N.V.V. en S.D.A.P. om, met ver
wijzing naar hun motie d d. 16
Dec. 1931 met memorie van toe
lichting, tijdig zorg te dragen,
dat voor den komenden winter
plannen van werkverschaffing
aanwezig zijn, die in dat tijdvak
uitgevoerd kunnen worden.
De VOORZ. deelt mede, dat
alle mogelijke plannen overwogen
zijn en er slechts enkele kleine
objecten resten. Omvangrijke
werken, waarvan vele werkzaam
heden worden geëischt, zijn hier
volgens B. en W. niet te vinden.
f. Aangaande een schriftelijk
voorstel van dhr. Hamelink om
met ingang van 1 November aan
de werkloozen een brandstoffen-
toeslag te verstrekken van een
gulden per week, volgens de
circulaire van den Min. van Bin-
nenlandsche Zaken, zegt de
Voorz. dat hierover de Commis
sie van Advies in zake werkloo-
zensteun is gehoord, doch in
verband met drukke bezigheden
nog geen voorstel kon worden
Ingediend.
g. Van E. van Nieulande en
5 anderen is een verzoek inge
komen, om voor hunne woning
aan de Noordzijde van de Ka-
haalkade een lantaarn te plaatsen.
Het is er, naar zij beweren, 's
avonds helsch donker, zoodat
het moeilijk is, er den ingang
Van hun woning te vinden, en
bizonder waar de zinkput voor
het hekkentje ligt.
De VOORZ. zegt, dat B. en
W. naar die behoefte een onder
zoek hebben ingesteld, en tot de
conclusie zijn gekomen, dat een
lantaarn aldaar niet direct noodig
is, zoodat wordt voorgesteld om
het verzoek niet in te willigen.
Dhr. SEGHERS vindt het juist
in verband met de bocht in den
weg en het drukke verkeer zeer
noodig.
De VOORZ. zegt, dat is ver
schil van opvatting. De weg is
er goed, zoodat men er gemak
kelijk kan passeeren ock heeft
men er licht van de lantaarns
aan den overkant van het kanaal.
Spr. erkent, dat er wel een lan
taarn bij kan, maar het is niet
noodig en de tijden zijn er niet
naar om maar overal lantaarns
te plaatsen waar het gevraagd
wordt. Het is niet in de kom
van de gemeente en verscheidene
buitenbewoners zouden wenschen
dat het er bij hen zoo licht was,
als aan de Kanaalkade.
Dhr. SEGHERS wijst op het
drukke verkeer daar. Van den
overkant is er geen licht en als
er een auto komt zijn ze verblind
van het licht en zien op den weg
niets. Spr. wijst op de Emma-
straat, waar maar 1 auto komt,
tegen hier 25 en daar staan 2
lantaarns. Dan hebben de men-
schen z.i. er hier ook recht op.
De VOORZ. erkent, dat het in
de Emmastraat niet zoo druk is,
maar daar is veel meer gebouwd.
Bovendien hebben ze daar al een
derde gevraagd en toen hebben
we eveneens gezegd, dat dat niet
ging, voordat de straat langer
werd. En wat auto's en rijwielen
betreft, die hebben zelf licht en
dus moet daarvoor geen lantaarn
geplaatst worden.
Dhr. VAN BENDEGEM heeft
ook gezien, dat er aan den over
kant 2 lantaarns staan en als die
beide branden acht hij ook, dat
het er licht genoeg is.
De VOORZ meent niet beter
te weten, dan dat ze branden,
tenzij er een defect is.
Het afwijzend voorstel wordt
z.h.s. aangenomen.
h. De VOORZ. deelt de be
antwoording mede van de vragen,
zooals in ons vorig nummer is
gemeld.
Dhr. VERSCHELLING Mijn
heer de Voorzitter, ik moet U
meedeelen, dat dat geen antwoord
is op mijn gestelde vragen. Het
raakt kant noch wal, men draait
er met groote sprongen omheen.
Wat betreft de eerste vraag krijg
ik ten antwoord, dat het bij on
derzoek niet gebleken is, dat bij
aannemen er. ontslag willekeurig
wordt te werk gegaan. Maar
wanneer men 4 losse werkkrach
ten op de gasfabriek gehad heeft,
waarvan er 3 losse ontslagen zijn
door een besluit genomen in den
raad, en nu de vierde losse
werkkracht nog steeds op het
gasbedrijf werkzaam is, die toch
ook in dat raadsbesluit valt, zoo
zou ik Burg. en Weth. willen
vragen, of er dan niet willekeu
rig worden te werk gesteld op
de fabriek. Daar er toch bij de
3 ontslagenen zijn met de ge»
noemde jaren in mijn tweede
vraag, kunnen dan B. en W. mij
zoo'n antwoord geven Ik moet
U dan van hier meedeelen, dat
het niets anders is dan willekeur
bij den directeur. Is het soms
omdat die persoon den tuin on
derhoudt en een kropje sla» een
boschje prei of een beetje soep
groenten voor mevrouw haalt
Dhr. SEGHERS: Zeer juist.
Dhr. VERSCHELLINGEn
wat vraag twee betreft krijg
ik ten antwoord, dat het ambte
naren-reglement niet van toepas
sing is op dat personeel. Maar
de directeur heeft toch allereerst
ontslagen degenen die om een
vaste aanstelling gevraagd hebben
en welke er al lang recht op
hadden Hij heeft er wel één
in lossen dienst gehouden die
nog maar een los dienstjaar
heeft. Dus is het weer niets
anders dan willekeur, mijnheer
de Voorzitter, want wanneer er
maar voor één persoon werk is,
laat het dan om 1 of 2 weken
doen. Maar gelijk het nu gaat,
beantwoordt het niet aan het ge
nomen raadsbesluit van 19 April
1.1., want dan zouden ze allemaal
ontslagen worden. Nu blijkt, dat
men alleen die personen dupeert,
die de meeste jaren, in lossen
dienst werkzaam zijn geweest.
En wat vraag III betreft is het
weer al hetzelfde liedjeer is
geen willekeur op de gasfabriek.
Want, zeggen B. en W., het is
juist gebleken, dat bij het op
nemen der muntmeters, enz. een
ongehuwde, die geen kostwinner
is, heeft geholpen aan het opne
men der meters, want zeggen B.
en W dat kunnen de werkloo
zen niet. Maar vroeger kon het
dan wèl, dan liet men de losse
werkkrachten wèl de meters op
nemen, als dat nu bij B. en W.
geen willekeur is, bij mij dan
wèl, want het is wel eigenaardig,
dat die persoon zijn moeder het
bureau des morgens komt schoon
maken. Is dat weer geen wille
keur of is het samenloop van
omstandigheden, mijnheer de
Voorzitter? Hoe komt het dan,
dat vroeger een andere onge
huwde meeging tot het opnemen
der meters, of wat zit daar achter
Maar mijnheer de Voorzitter ik
kan het niet verklaren, want in
de vergadering van 19 April 1932
is besloten aan 2 een vaste aan
stelling te geven en de anderen
te ontslaan. De kwestie is dat
er geen overeenstemming is ver
kregen in verband met dat losse
personeel, tusschen B. en W. en
gascommissie en den directeur.
Toen hebben B. en W. gezegd,
wij zullen een voorstel aan den
raad doen om een tweetal vast
aan te stellen, want we moeten
er ten slotte uitkomen en geef
dan degenen die overbodig zijn
tegen 1 Mei a.s. ontslag. Daar
aan heeft de directeur gevolg
gegeven door allen die in los-
vasten dienst waren ontslag aan
te zeggen. Hij is gaan redenee
ren dan houd ik er geen 2 of
geen- 4, dan geef ik allemaal
ontslag, aangezien ik er geen
lieve kindertjes op na wil hou
den. Dus, mijnheer de Voorzitter,
hoe zou men dan toch tevreden
moeten zijn met zoo'n antwoord
En nu mag men weer wel eens
vragen op de gasfabriek hoe
komen die raadsleden toch aan
al die feiten, maar voor mij is
dat gauw genoeg opgelost, want
het is toch niet dat het bedrijf
op een verborgen plaats staat of
ergens diep in een bosch van
100 H.A Neer, mijnheer de
Voorzitter, van 's morgens vroeg
tot 's avonds laat komen er de
melkboeren en kastjesventers, ja
tot zelfs de politieke groenteboe
ren in die straat.
De VOORZ. wenscht niet terug
te komen op de kwestie van al
of niet aanstellen van personeel
aan de gasfabriek. Die is nu
opgelost. De gestelde vragen
zijn behandeld door de gascom
missie en daarin heeft de direc
teur zich verdedigd en gezegd,
dat hij voor bepaalde werkzaam
heden maar niet allerlei onge
schoolde krachten kan nemen.
Bovendien behoort die zaak tot
de bevoegdheid van den directeur
en dus bemoeien we ons daar
niet mee. Gezegd is, dat de
menschen worden genomen over
de arbeidsbeurs en dan zal ook
wel ieder zijn beurt krijgen. Ook
voor de meteropname neemt hij
een werklooze kantoorbediende,
omdat zulks niet aan ieder kan
toevertrouwd worden. Spr. be
merkt, dat wordt gezinspeeld op
een bepaald persoon, van wien
de directeur zegt, dat hei een zeer
goede kracht is voor de fabriek,
die trouwens ook over de ar
beidsbeurs is genomen.
Dhr. SEGHERS: Maar als 't
nu blijkt, dat zoo'n man maar
steeds naar willekeur wordt ge
nomen door den directeur, moe
ten dan B. en W. daar maar in
blijven berusten, ook als anderen
met dat werk op de hoogte zijn
Ik ben van dezelfde meening als
dhr. Verschelling, dat het niets
dan willekeur is van den direc
teur.
De VOORZ. zegt, dat als de
directeur menschen neemt, die
goed zijn voor hun werk en voor
de fabriek, dan moeten wij daar
zeker in berusten, dat eischt het
belang van 't bedrijf. B. en W.
moeten toch in zoo'n geval den
directeur de vrijheid niet ontne
men en er maar op aandringen,
dat iedereen tewerk gesteld wordt,
of ze goed zijn of niet voor het
werk De gasfabriek is geen
philantropische instelling en dus
is het in ieders belang, dat er
economisch wordt gewerkt en de
zaak zoo goed mogelijk marcheert.
Het zou iets anders zijn, als er
menschen werden genomen, wier
werk tot schade zou lijden, dan
zouden B. en W. moeten in
grijpen.
Dhr. SEGHERS meent, dat als
de ontslagen stokers om beurt
waren genomen, dit voor de fa
briek niet duurder zou geweest
zijn.
De VOORZ. herhaalt.dat des
tijds het besluit van B. en W. is
gevallen, om de losse werklieden
der gasfabriek te ontslaan om
van het gescharrel over los-vast
personeel af te zijn. Daar moest
een eind aan komen. Sinds kan
de directeur aannemen, wie hij
wil omdat hem daartoe de be
voegdheid is gegeven, tenzij de
Raad een ander besluit neemt.
Dat hij z.i. de beste neemt spreekt
vanzelf, zoo doet men ook als
men bietenstekers noodig heeft
dan neemt men ook degenen, die
u het best aanstaan.
Dhr. SEGHERS meent, dat het
niet zit in het geschikt zijn, maar
in het voor en na werktijd voor
den directeur werken van dien
éénen man en zijn gezin.
De VOORZDat kan onder
zocht worden.
Dhr. SEGHERS: Dat kunt u
doen en dan zal de directeur
zich verdedigen en het blijft het
zelfde. We zijn niet anders ge
woon. Destijds is ook gezegd
door den boekhouder de di
recteur was er toen niet die
man kunnen we niet missen als
hulpstoker. Is dat geen bewijs,
dat ei een man teveel ontslagen
was P
Dhr, VERSCHELLING t Ze zijn
toen allen ontslagen, omdat de
directeur zei geen lieve kinder
tjes te hebben, maar wat doet
hij nü
De VOORZ.De menschen
worden toch ower de arbeidsbeurs
aangenomen
Dhr. VERSCHELLINGDan
moet u eens bij Visser vragen,
of de bewuste persoon daar in
geschreven stond als werkloos.
Het is met de meteropname ook
zoo. Vroeger was het de heer
Olijslager, later de heer Butler
en nu de heer Baert, wiens vader
een flink weekgeld heeft en wiens
moeder het kantoor schoonmaakt,
terwijl de geheele familie Butler
werkloos is. Wat zit daar achter
De VOORZ. zegt, dat dergelijke
persoonlijkheden niet in openbare
vergaderingen kunnen worden
besproken. Wat betreft het par
ticulier werken voor den direc
teur, dat zal spr. in de gascom
missie onderzoeken.
Dhr. VERSCHELLING: Als hij
dat in vrijen tijd doet, dan heb
ben we daar niets over te zeggen
en spr. wil daar ook niet op
spieken, want hij heeft niets
tegen den man, maar hij wil op
komen voor het recht dat anderen
even goed hebben om daar te
komen werken.
De VOORZ.Als de directeur
volgens zijn instructie handelt
moet men hem of de Raad er
ook niet om aanvallendan
moet men de instructie veran
deren.
Dhr. VERSCHELLINGHet
is toch wel aardig, dat er geen
raadsvergadering is, of de gasfa
briek komt ter sprake, een bewijs
dat het toch niet in orde is. En
als de toestand niet verandert,
dan zal spr. zeker een voorstel
doen om de instructie te wijzigen.
Dhr. VAN BENDEGEM wijst
er ook op, dat anderen slechts
éénmaal de meteropname deden,
terwijl de laatste er al 2 of 3
keer bij was.
De VOORZ. merkt op, dat het
beheer der gasfabriek berust bij
B. en W. en dat het niet ge-
wenscht is, dat nu de raadsleden
zich met allerlei kleinigheden
gaan bemoeien, zoodat men aan
handen en voeten zou gebonden
zijn, en men zou moeten gaan
vragen of het den heeren wel
bevalt, als die of die voor een
bepaald werk genomen wordt.
Dhr. SEGHERS: Mogen we
dan niet vragen, waarom Butler
het niet meer mag? Dat is toch
in de gascommissie besproken
De VOORZ. Jawel, maar het
is niet gewenscht die persoonlijk
heden hier te bespreken.
Dhr. SEGHERSik weet er
iets van. De boekhouder heeft
een reden opgegeven, maar daar
gaat de betrokken persoon ook
mank aan.
Dhr. VAN KAMPEN: Er is
een raadsbesluit volgens hetwelk
de directeur los personeel kan
aannemen en ontslaan. Dat heb
ben we te volgen en te eerbie
digen, al is de wijze waarop het
gaat, soms niet goed te keuren-
En als de raad dat niet goed
vindt, kan men een andere rege
ling treffen. Maar niemand wordt
gaarne besproken op een wijze,
zooals hier thans geschiedt. En
waar het een zaak is, die tot de
competentie van den directeur
behoort, gaat het niet op, dat in
openbare vergadering aldus te
bespreken.
Dhr. VERSCHELLING wil dan
den Voorz. nog danken, voor de
maatregelen aan het Nieuwed:ep
AXELSCHE
COURANT