Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, No. 63. DINSDAG 8 NOVEMBER 1932 48e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Binnenland. FEUILLETON. De witte Bloem. Rechtszaken. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER tot 5 regels 60 Centvoor Groote letters worden naar ADVERTENTIËN van 1 eiken regel meer 12 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Hofbericht. De hofdames en de waarne mend grootmeester van H.M. de Koningin-Moeder maken bekend dat H.M. zich gedurende het win terseizoen bij het verleenen van audiënties zal moeten beperken en in deze omstandigheden niet verwacht, dAt aanvragen om eer biedige opwachting aan H.M. te mogen maken niet zullen worden ingediend. In stede hiervan kunnen dames en heeren zich inschrijven in het daarvoor bestemde boek ten pa- leize Voorhout. Ook dit najaar zullen op Het Loo geen Hofjachten plaats vinden. Aftreden geëischt. Uit den beschrijvingsbrief voor de te Groningen te houden ge westelijke jaarvergadering van de S.D.A P. blijkt, volgens de „Te legraaf", dat de kwestie, die ge rezen is in de soc.-dem. Staten fractie over het voorstel van Ged. Staten betreffende de korting op de salarissen en loonen der provinciale ambtenaren en werk lieden bij de eindstemming stemden mevr. Ploegsma—Ben- turn en de heeren Bartels, Mans- holt, Spiekman, Buitenkamp en Freye voor de verlaging, mevr. De Vries Frowijn en de heeren Van Hylkema, Bredman, Polling, Zorge en Mengerink tegen, ter wijl de heeren Meyer en Van Geuns niet aanwezig waren in de afdeeling Groningen groote ontstemming heeft gewekt. Deze komt tot uiting in een voorge stelde motie, waarin wordt ge zegd, dat de jaarvergadering, kennis genomen hebbende van het feit, dat een zestal soc.-dem. Statenleden heeft gestemd voor loonsverlaging van het personeel in dienst van de provincie, vast stelt dat de houding van deze partijgenooten in lijnrechten strijd is met de geheele politiek van de partij en dat door een der gelijke houding het prestige van de partij in hooge mate is ge schaad. De motie eischt van deze partijgenooten dat zij hun mandaat ter beschikking zullen stellen van de partij en zullen aftreden als leden der Prov. Staten. Heffing van opcenten. Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over het wets ontwerp tot heffing van opcenten op de gemeentefondsbelasting en de vermogensbelasting over het belastingjaar 1933—1934, is het volgende ontleend Konden verscheidene leden zich met het voorstel vereenigen, som mige hunner zouden de voorkeur gegeven hebben aan een heffing van opcenten op de Rijksinkom stenbelasting, niet alleen wijl zij meenden, dat het aanbeveling ver dient de Gemeentefondsbelasting gedurende de eerste jaren met rust te laten, doch ook wijl op die wijze een betere progressie regeling zou worden verkregen. Zij drongen er op aan, dat de regeling zal worden gewijzigd in dien zin, dat de progressie bij een veel lager inkomen aanvangt. Hiertegenover stelden zich ver scheidene leden, die op het ge vaar van belastingvlucht wezen. Ook waren er leden, die zelfs tegen de voorgestelde progressie bezwaar hadden. Deze zal, naar hun meening, een zoodanigen druk op de groote inkomens leg gen, dat, om van belemmering van kapitaalvorming maar in het geheel niet te spreken, zij, die deze inkomens genieten, tot dras tische bezuinigingen genoopt zul len worden. Ten aanzien van maatregelen, welke tot een zoo danig gevolg leiden, is in dezen tijd, waarin de luxe bedrijven toch reeds veel te lijden hebben, voor zichtigheid geboden. Eenige leden vroegen, of het niet mogelijk zou zijn op de laagste inkomens minder dan 30 opcenten te heffen, bijv. 10 of hoogstens 20, zoodat eerst bij een inkomen van 3 a 4000 gulden 30 opcenten worden geheven. Het door den fiscus op deze wijze te lijden verlies zou dan wellicht «- O, zijt h het tante Vtija I kunnen worden goedgemaakt door de progressie, gelijk reeds eerder werd aanbevolen, vroeger te doen beginnen. Ook waren er leden, die de lagere inkomens, bijv. tot f 1400, geheel van de opcentenheffing wilden zien onttrokken. Sommige leden vestigden er de aandacht op, dat de hierbedoelde heffing een der gebreken van ons belastingstelsel accentueert, het welk daarin bestaat, dat niet vol doende rekening wordt gehouden met de groote gezinnen. Wat de voorgestelde heffing betreft, stelden verscheidene le den op der. voorgrond, dat de Vermogensbelasting bedoeld is als aanvulling op de Inkomsten belasting, opdat de inkomsten uit vermogen nog eens afzonderlijk worden getroffen. Gezien dezen opzet achtten zij in dezen crisis tijd, nu de normale band tusschen vermogen en inkomen is verbro ken doordat een groot deel van het in ondernemingen belegde vermogen geen rente opbrengt, een verzwaring van den druk op de vermogens in beginsel onjuist Taak der Boerenleenbanken. Men verzoekt ons opname van het volgende Men kent den nood der boeren en niet ten onrechte roept men om steun voor de tarwe, voor de zuivel, voor de varkens, voor de kippen en voor den tuinbouw ook in pachtzaken wordt getracht, steun te verleenen, maar wat doen de boeien en hierbij heb ik vooral het oog op de boerenleen banken zelf? Wordt het niet hoog noodig, dat deze haar leden zoovetl mogelijk de helpende hand toesteken door bijvoorbeeld de aflossing te verlichten en de rente te brengen van b.v. 5 op 3 pCb Er zijn afdeelingen, die groote reserves hebben zooals het heet, voor het geval „de nood aan den man komt". Welnu, die tijd is er thans De boerenleenbanken zijn er toch voor de boeren het is heel mooi, er is zoo en zooveel winst, maar nu kan men daarvan profiteeren ten algemeenen nutte. Diep ademhalend viel zij op een itoel neder en trok Marie op een Engelsche gaskolen. De Londensche correspondent van de „Maasbode" meldde dezer dagen het volgende „Naar de Engelsche bladen melden, heeft het Amsterdamsche gasbedrijf onderhandelingen ge voerd over de levering in het volgende jaar van 65000 ton Durban-steenkool. Gevraagd is door sommigen Is daar reden voor?" „Bij de bespreking omtrent den penibelen toestand in onze Lim- burgsche mijnen is een tijdje geleden ook reeds gewezen op het betrekken van kolen uit het buitenland door de gemeente Amsterdam. En is dat niet mede aanleiding geweest voiir minister Ruys om aan de gemeenten zijn bekende circulaire le zenden „De Amstelbode" deelt echter na ingewonnen inlichtingen mede, dat niets anders is geschied din andere jaren. Voor de gasfabrie ken zijn een ander soort kolen noodig dar, voor de electriciteits- werken en deze kolen kunnen niet zoo goed door de Limburg- sche mijnen geleverd worden. Intusschen heeft de gemeente Amsterdam zich een aanzienlijk offer getroost door voor een be paald percentage van 10 pet. zich bij de Limburgsche mijnen vast te leggen. De invoer van buitenlandsche kolen is trouwens in de laatste twee jaren aanzienlijk terugge- loopen en voor zoover het met Amsterdam's belangen eenigszins is overeen te brengen zal de binnenlandsche mijnnijverheid be voordeeld worden. Dit sluit echter niet uit, dat de gewone jaarlijksche onderhandelingen ook met het buitenland geschieden, zoodat men in het gebeurde niets bijzonders en geen passeeren van den Nederlandschen mijnbouw moet zien. Bakkers en meelfabrikanten zyn het ééns. Het „Handelsblad" verneemt dat de gezamenlijke Nederland- sche meelfabrikanten en bakkers- bonden een contract hebben aart- gegaan, volgens hetwelk de fa brikanten geen meel zullen leve ren aan bakkers, die onder een bepaalden prijs verkoopen, ter wijl meelfabrikanten, die zich daar niet aan houden, geboycot zullen worden door de leden der bakkersbonden. Daartoe zal een Centraal Bureau met een „zwarte lijst" worden opgericht. Bakkers, die hieraan niet willen meedoen, zullen alléén meel kunnen koo- pen bij een op te richten Cen traal Verkoopbureau, waar zij eenige guldens per 100 K.G. boven den marktprijs zullen moeten betalen. Dit contractje is een indirect gevolg van de Tar- wewet en kan alleen worden uitgevoerd dank zij de Tarwewet, die den invoer van buitenlandsch meel onmogelijk maakt. Intusschen kan men dan de broodprijs „op peil" houden. Groenten naar Frankrijk. De Minister van Economische Zaken en Arbeid heeft bepaald, dat zijn beschikking van 25 October j.l. inzake regeling van den uitvoer van versche groenten naar Frankrijk achter „Groenten" ingelascht moeten worden de woorden „met uitzondering van witte kool (voor zuurkoolberei ding)". AXELSCHE m X COURANT Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. (Daitsche vertalini 8» Zij sloegen de straat in, waar twee euderwetsche huizen stonden en wel dra hield TheobalJ voor zijn woning stil. Woont u hier? Uw eigen huis? vroeg Brand, terwijl hij 't met een snellen blik oveizag. Een merkwaar dig, oud gebouw, Ik houd veel van die ouderwetsche huizen, ik wilde in mijn jeugd architect worden, maar mijn vader had er bezwaar ttgzn. Q meet mij vergunnen, het eens van binnen te zien... neen, dank u, nu niet, weerde hij beleefd af, toen Theobald met een gebaar daartoe uitnoodigde. Nu niet, maar ik kom spoedig terug, als ge mij veroor looft. Tit weerziens, mijn vriend, ik wensch u geluk met zulk een woning! Hij drukte hem hartelijk de hand Adieu 1 Hij had znlk een innemende manier om adieu te zeggen, dat het wel een aangenamen indruk moest achterlater Peinzend ging Theobald de trap op naar zijn kamer. Aan de overzijde beweegt het witte venstergordijn, de rozen wiegelen zacht heen en weer en Theobald treedt snel aan tut venster en groet zijn Gretchen met stralenden blik, terwijl een ruiter op een zwart ros in vliegenden galop door de straat rent Mephisto I VII. Een jaar is voorbijgegaan. in Marie's kamer heeft de avond schemering de geurige maandrozen in schaduw gehuld en de kleine ge vederde zangers in slaap gesust. Van al het fraais, dat hier verzameld is, was niets meer te onderscheiden en zelfs tante Barbara's portret was als met een grauw fl >ers omhangen, alleen de oogen schenen als twee donkere vlekken neer te zien op haar schoone na-nicht, die, in ge,-eins verzonken, tusschen de rozen zat, met de hand onder het hoofd. Zij was gekleed in een donkeren peignoir, de blonde vlechten hingen los over haar hals. Zij deed denken aan de schilderij, voorstellende „de Liefdezuster wakende bij de sponde van den jongen krijgsman". Zoo stil, vroom en rein was de jonge freul; Von Rotterswyl. Zij peinsde. Waarvan zou zij we droomen De rozen geurden zoo zoet en lieflijk alsof zi] haar gedachten konden begrijpen, zij bogen zich naar het jonge meisje toe en fluisterden haar in 't oor van lief en jong Mei groen. van den jonkman, die aan de overzijde woonde, die zulk een edel voorkomen had en zoo lang aan het venster stond, om een blik van haar op te vangen, dien jonkman van wien geheel haar geest vervuld was, die Gerrald heette en daarom, alleen reeds om dien naam, zoo gehaat werd door haar moeder. De deur wordt zacht geopend, hel der lamplicht dringt het kamertje binnen. Marie schrikt op en doet een paar schreden naar de deur. Een slanke vrouwengestalte treedt binnen. Zij houdt de lamp omhoog en roept mtt luide stem uit Zoo'ii klein sentimententjI Juist zooals ik gedacht heb, a leen tusschen de rozen, in een donkere kamer Ciel 1 kind, 'tis jammer dat k niet een paar heeren heb meegebracht. dan zouden zij morgen misschien om die levende idylle hebben geduelleerd Maar wat is 't verschrikkelijk donker hier, ik begrijp niet, hoe je u Uoudt, ik had me al lang doodgekniesd. Zij zette de lamp op de tafel en wierp den kostba-en ijaal over den naastbijzijnden stoel, daarna sloeg Zij den arm om het jonge meisje en kuste haar op de rooskleurige wangen. Lieve tante, sprak Marie op te - deren toon. Zijt u zooveel trappen oi - geklommen om mij in mijn eenzaam heid op te zoeker.? Ik krijg hier zoo zelden bezoek en daarom verheug* het mij dubbel, dat u aan mij het t gedacht. Ik moest je heiligdom toch eens bewonderen, sprak de jonge vrouw lachend, terwijl zij ook waaier en handschoenen op den stoel wierp. Ik heb altijd van je rariteiten hooren sprtk-m. zonder er ooit geweest te zijn. Je mama was niet in het salon, daarom heb ik maar eenvoudig de lamp genomen en ben et mee naar hier gekomen. Hemel, als ik haar niet had gehad I Neem me niet kwalijk, Marie, jullie huis is vreeselijk i.aar. Wat al trappen en portalen en torentjes en uitstekken, telkens als Ik mijn honf tegen een balk of een hoek stocbe, dankte ik Onzen Lieven Heer, dat ik hier niet behoefde te wonen. voetbankje naa* zich. Tante Verja was een zeer bevallige vrouw, een echte Rjssin met een smal pikant gezichtje, bleek, met dat door schijnend waas, die Oostersche vrou wen zoo goed staat, en een fijnbi - sneden arendsneus, die er een karak teristieke uitdrukking aan gaf. Haar oogen waren groot en levendig, af wisselend zach -peinzend of hartstoch telijk schitterend. De wenkbrauwen waren als met een pens. ei getrokken en om de helderroode lippen, die, al, zij tot een glimlach half geopend waren, kleine, hagelwitte tanden toon de*, speelde een trek, nu eens spo'- tend schalksch, dan pruilend, al naar haar grillen het wcnschten. En geestip, boeiend vrouwtje! zeide men te D. van haar en men kon de schoonheid der j >nge barones niet genoeg roemen. „Een klein du'- velinnetje, vol snaaksche invallen I" liet men er ook wel op volgen en men bewonderde de guitenstreken, die haar zoo aardig afgingen en die zij zoo goed wist te pas te brengen. Verja verkeerde in een schitterende positi". Zij was g trouwd met den jongsten broeder van barones Von Rotte'wyl, baron Von Ksrtegg, v'eu- I geladjudant van Zijne Hoogheid die zijn I bekoorlijke vrouw verafgoodde en haar tot de ster en het middelpunt der D'sche gezelschapskringen had gemaakt Weet je Marie, Seide baar jeug dige tante, wit ik or 1 ngs voor een ontmoeting gehad heb Verheeld j 'n paar weken geleden heeit mijnheer Von Esen mij een jong advocaat voor gesteld, zwart, 'n gelaat zoo bleek ais marmer een imposante vei- schljningEn spreken kan hti dat grenst aan het ongelooflijke I Bijna Verduistering, Voor da rechtbank te Middel burg werd Vrydag j.l. behandeld de strafzaak tegen H. J. v. d. O., 67 jaar, kassier te Terneuzen. Blijkens de ter terechtzitting voorgelezen dagvaarding waa verdachte ten laste gelegd, dat hij als secretaris-ontvanger van de navolgende polders en water schappen, en welde Nieuwe Ottaene, de Groote HuiasenB, de Eendragt, de Margaretba, de Aan- en Genderdijke, de Nieuwe Neu zen (binnenbebeer), de Kreke, de Oude Westenryk, de Kleine Hnissens, de Nieuwe Neuzen (buitenbeheer), in de jaren van 1923 tot 1932 te Terneuzen in het arrondissement Middelburg, eeu half uur lang heb ik een gesprek met hem gevoerd en het speet mtj, dat ik het welstandshalve moest af breken. Jammer, dat hij maar eenvou dig Brand heet en die geestige kop niet van adel is. Marie had in ademlooze spanning geluisterd. En die doctor, tante, vroeg zij met gloeiende wangen, lijdt hij ojk te paard ZekerHij maakt een prachtig figuur als ruiter en dat weet hij ook. „Piuto is mijn lust en mijn leven I" verklaarde hq zelf. Marie was van een andere meening. Zij huiverde steeds als ze hem naast Gt-rrald zag draven, waarom echter wl=t zji zelve niet te verklaren. Ik zou hem wel gaarne eens wetrzien, ging Verja levendig voort, ik moet heir, om bizondere redenen weder ontmoeten, maar waar Ja, wacht eens, hij rijdt eiken dag naar den molen van den jongen Gerrald A propos, het is nu reeds 'n jaar ge leder, dat die zijn moeder verloor, nu zal die jonge zonderling zijn droefenis over haar overlijden tcch wel te boven zijn I Wat gaat de tijd toch gauw om Maar zeg, Marie, ga je morgen om drie uur met mij mee uit rijden Ik zal je met mijn ponies afhalen en dan rijden wij den weg naar den moletl op Dat moet eer, mooie laan zqn, Zorg precies op tijd klaar te «ijn, Ik zou hem niet graag willen missen. Barones Von Kartegg zag op haar horloge en sloeg daarna snel haar sjaal om. Wil je mee naar Tannh&usef Marietje Er is fiag plaats in onz# loge. iWordt vervclgl;

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1932 | | pagina 1