Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch - Vlaanderen. No. 62 VRIJDAG 4 NOVEMBER 1932 48e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Het levensverzekeringsbedrijf. FEUILLETON. De witte Bloem. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER tot 5 regels 60 Centvoor Groote letters worden naar ADVERTENT1ËN van 1 eiken regel meer 12 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, tot Dinsdag*, en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Alle takken van ons bedrijfs leven worden één voor één door de meedoogenlooze crisis aan getast en ook het levensverzeke ringsbedrijf ondervindt hiervan de nadeelen, daar het gevoelig is voor scherpe koersdaling van prima beleggingsfondsen, voor namelijk van obligaties. Nu voe ren de Nederlandsche levensver- zekeiingsbedrijven over het alge meen een zeer conservatieve be- leggingspolitiek, die nog geac centueerd werd door de débacle in de na-oorlogsjaren van de Kosmos en de Algemeene. Waar de sociale zijde van het ievensverzekeringsbedrijf een niet te onderschatten factor is im mers, menschen van bescheiden middelen dekken zich hier, tegen betalen van geregelde premies voor de risico's welke in het leven geloopen worden op ma terieel gebied is 't niet te ver wonderen dat men deze bedrij ven aan strenge normen heeft willen onderwerpen, vooral na de bovengenoemde débacle en dat men er zelfs een staatsbedrijf van heeft willen maken. Zoover is het gelukkig nog niet geko men, maar de wet heeft een Verzekeringskamer ingesteld, die toezicht houdt op de levensver zekeringsbedrijven, die verplicht zijn inzage aan haar te verstrek ken van alle gegevens omtrent balans-positie, reserves, wijze van reserve-berekening, beleggings- politiek, enz. Indien de omstandigheden de Verzekeringskamer onbevredigend voorkomen deelt zij dit mede aan de betrokken maatschappij en zelfs kan zij eischen, dat, in dien de verplichtingen volgens haar niet ten volle kunnen wor den nagekomen, dit aan de ar- rondissements-rechtbank in het ressort der betrokken maatschap pij wordt medegedeeld. De Verzekeringskamer heeft een vrij vergaande bevoegdheid, alhoewel zij natuurlijk débacles niet geheel kan voorkomen en machteloos staat tegen eventu- eele noodlottige gevolgen van zeer sterke koersdaling van waar depapieren bijvoorbeeld. In tegenstelling met de usance der grootbanken, die elkaar te hulp snellen, wanneer een in moeilijkheden raakt, daar dit tevens hun eigen belang dient, kan dit niet van de levensver zekeringsbedrijven gezegd wor den. Hier staat ieder individueel en apartmen voelt te dezen opzichte saamhoorigheidsgevoel. Verkeeren één der broeders in moeilijkheden, dan is er natuur lijk steeds een kans, dat uit winstoogmerk een portefeuille door sterkeren wordt overgeno men, die dan ook de verplich tingen tenvolle garandeert doch dit is alsdan een daad van koop- mansbeleid. De levensverzekering is een voudig en toch uiterst moeilijk, daar men zich geheel op de verre toekomst moet instellen. De maat schappijen gaan contracten aan, die het overgroote deel van een menschenleeftijd kunnen duren en menigmaal een geheel men schenleven omvat. Hiervoor dient men zich een beeld te vormen van die toekomstdrie groote eenheden komen daarbij in het spel n.l. het sterfte-cijferde toekomstige onkosten en de be- leggingspolitiek. Hoe grillig da levensduur van een mensch ook is, er zijn wel degelijk goede statistieken samen te stellen van den gemiddelden leeftijd van een groote groep menschen. Door de sterftekans aan den veiligen kant te houden, kunnen de levensverzekerings maatschappijen zich voor groote decepties op den duur hoeden. Deze zijde van het vraagstuk baart geen zorgen, mits zwakkere concerns zich niet laten verlei den, terwille van de concurrentie hun premies lager te stellen dan volgens de voorzichtige normen gewenscht is. De kostenkwestie is eveneens van secundair belang daar de vaststelling hiervan niet zoo uiterst moeilijk is. Echter moet er bij het aanvaarden van risico's ten opzichte van de draagkracht van de verzekerden uiterst voor zichtig te werk worden gegaan i wij laten in dit verband keuring etc., weg, omdat hier het gebied der medische wetenschap wordt betreden). Indien een verzeke ringsmaatschappij te lichtvaardig hierover oordeelt kan het gevolg zijn, dat tal van posten in het eerste jaar worden ontbonden met groote schade voor de be trokken levensverzekerings-maat- schappij. Immers, de kosten aan het afsluiten van posten verbon den zijn door omstandigheden hoog (keuring, acquisitie met zijn net van inspecteurs, hoofdagenten en agenten, reis- en verblijfkos ten etc.) en kunnen gewoonlijk niet uit de eerste jaar-premie worden bestreden. De belegginspolitiek speelt een zeer groote rol en hier oefent de crisis ook haar invloed uit, maar waar onze groote levensverzeke ringsmaatschappijen in dit op zicht zeer voorzichtig zijn en zeer groote reserves bezitten om eventueel schokken op te vangen, gelooven wij niet, dat men zich in dit opzicht ongerust behoeven te maken. Hoewel er geen maat schappij zal zijn, die op haar bezit geen koersverlies zal heb ben geleden, maakt dit betrek kelijk weinig uit, daar de beleg gingen geschieden, niet voor korten dunr, maar voor een zeer lange periode, zoodat slechts een boekverlies valt te constateeren, dat van weinig of geen invloed is Inkrimping der kantonge rechten. De besturen van den Chr. Boe- ren- en Tuinderbond in Neder land, den Kath. Ned. Boeren- en Tuindersbond en het Kon. Ned. Landbouwcomité hebben aan den minister van Justitie een schrijven gezonden, waarin zij zeggen het wetsontwerp tot nieuwe vaststel ling van rechtsgebieden en de zetels der rechtbanken en kan- tongerechten met gemengde ge voelens te hebben ontvangen. De plattelandsbevolking toch tornt voor allerlei zaken, met uit zondering van die van strafrech terlijken aard, min of meer gere geld in aanraking met den kan tonrechter. Na de tot standkoming van dit wetsontwerp zullen de justiciabe- len vrij algemeen een aanmerke- ijk grooteren afstand moeten af- eggen om het kantongerecht te kunnen bereiken. Het behoeft geen nadere toelichting, dat in dezen tijd van zware economische depressie elke nieuwe financieele last onze landbouwende bevol- cing uitermate onwelkom is. Naar het adressanten voorkomt, zou aan dit bezwaar kunnen wor den tegemoetgekomen door voor te schrijven, dat in de op te hef fen kantons geregeld op bepaal de dagen en gedurende vooraf vastgestelde uren een kantonrech ter zal zitting houden. Ware vriendschap. Een zeer bekend Hervormd predikant is ds. J. W. H. le Roy, te Sloterdijk. Over hém schrijft de heer Jan Taal, in het Roomsch-Katholieke maandblad Het Schild het yol- gende „Op 3 November van dit jaar viert de bekende ds le Roy zijn zilveren ambtsjubileum. Het grootste gedeelte van den tijd, dat hij predikant is, heeft hij doorgebracht in zijn tegenwoor dige gemeente Sloterdijk en Am sterdam-West. Ik ken den jubi laris persoonlijk en ik heb dik wijls op de aangenaamste wijze met hem van gedachten gewis seld en meer nog, ook wezenlijk „gemeenschap der heiligen" on dervonden. Hij is een bezielend prediker, een ijverig pastor, ter wijl hij door zoo menige fijne schets in Ons Lampje zich deed kennen als een keurig stylist. Toen het dorp, waaraan hij ver bonden was, vanuit Amsterdam werd aangebouwd tot een stad van enorme afmetingen, trok ds. le Roy erop uit, om overal geld te verzamelen, „opdat die stad niet langer zou zijn zooals hij het uitdrukte een stad zonder tempel". Op zijn initiatief verrees de Jeruzalemkerk, waar de altijd opgerichte avondmaalstafel, soms met brandende kaarsen erop, ons Katholieken op beschamende wijze er aan herinnert, dat wij zoo dikwijls den altijd op onze altaren aanwezigen Gast vergeten ter Wiens eere anderen, zonder hem nog in zijn sacrement te kennen, de kaarsen reeds aan dragen. Ook op andere wijzen heeft ds. le Roy dikwijls zijn liturgisch streven getoond. Wie hoorde niet van zijn Passiestonden, van zijn diensten in den Kerstnacht en van zooveel meer? Dan is hij evenals ds. J. R. Callenbach een der beste Guido Gezellen- vertolkers, uit wiens verzen hij niet moede wordt te declameeren. Ds. le Roy is geen anti-papist, al is hij overtuigd Protestant. Hij gelooft aan een hereeniging van Katholieken en Protestanten in een verre toekomst door veel lijden en verdrukking heen. Met mannen als Gunning, Oberman, Van der Leeuw, e.a. doet hij ook t.o.v. waardeering van katholieke meeningen en gebruiken „een nieuw geluid" hooren. Wij katho lieken wenschen hem dan ook van heeler harte Gods zegen toe op zijn feestdag en tot in lengte van dagen 1 Jezus Christus blijft dezelfde gisteren en heden en tot in eeuwigheid (Hebr. 13 8)." Wij maken van deze Roomsche waardeering voor een Prote- standsch geestelijke hier met bijzonder genoegen melding. Indien de geest van erkenning en verdraagzaamheid die daaruit spreekt, eens algemeen ware onder Katholieken en Protestanten, zouden we een heel eind gevor derd zijn in onze samenleving. De Koningin heeft f 1000 geschonken voor de tehuizen van het Leger des Heils in Ned.-lndië voor Europeesche crisis slacht offers. (Wordt vervolgd) CHE Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. uiterlijk (Duitsche vertaling)- 7> Dat lijkt wel de wilde jacht, door den duivel-zelf aangevoerd 1 dacht Theobald, terwijl hij uitweek om voor dien dolleman plaats te maken. Deze scheen echter andere bedoelingen te hebber, want naast Qerrald's rijtuig gekomen hield hij den teugel in en nam beleefJ zijn hoed af. Heb ik het genoegen mijnheer Gerrald te spreien Mijn naam is Gerr; l 3, antwoordde Theobald verbaasd. Het verheugt mij zeer u nog te treffen, hernam de onbekende. Ik kom regelrecht van den molen, waar ik tot mijn spijt vernam, dat u reeds waart uitgegaan. Ik wilde de eer hebben een vluchtige kenn s naking te hernieuwen en u een bezoek te brengen. Ik weet waarlijk niet... ik kan mij met den besten wil niet herinne ren... stamelde Theobald. Niettemin kwam dat bleeke gezicht mtt die scherpe oogen en stereotiepen glim lach hem niet geheel onbekend voor. Mijn naam is Brand, doctor in de rechten. Met deze woorden stelde de ruiter zich beleefd voor. Misschien herkent u mij niet meer, daar ik maar zeer vlucht'g het gepoegen had te Wiesbaden aan u te worden voorge steld. Ën wat verschaft mij nu de eer? Vroeg Theobald koel en eenigszins uit 6e hoogte. Ik ben hier gekomen om, als 't mij te E. bevalt, mij hier te komen vestigen. Ik b:n hier echter geheel vreemd en moet op eigen wieken drijven en daarom zou ik mij zeer gelukk'g achten als ik hier een bekende trof, die zoo goed zou willen zijn mij omtrent verscheidene zaken in te lichten. Uw naam was de eenige, dien ik kende en dat is dus de missch en eenigszins egoïstische reden, waarom ik u heb opgezocht. Ik vrees, u niet bizonder behulp zaam te kunnen zijn, antwoordde Git- rald met beleefde terughouding, voor zoover het tenminste uw doel is in g.zelschapskringen te worden geïn troduceerd. Ik verkeer er zelf bijna niet meer, en Ea ronduit gezegd hebt gii ook volstrekt geen kennis aan mijviel Brand hem glimlachend in de rede, terwijl zijn scherpe blik zich doordrin gend op den j inkrrai vestigde. O. mijnheer Gerrald ging hij voort, ter wijl een donkere schaduw over zijn gelaat zweefde, er is een tijd geweest, waarover ik mij schaam, en die u wel reden geeft mij te wantrouwen een tijd, dien ook u hebt doorleefd. Ik behoef u maar te herinneren aan de speeltafel te Wiesbaaen, waar gij met volle handen het geld wegsmeet, waar gij met open oogen het verderf tege moet holdet... dat alles heb ik aan gezien en wel gevoelde ik diep in mijn hart, dat Ik u moest tegenhouden, dat ik, uw jeugd in aanmerking ne mende, u voor het gevaar moest waarschuwen maar ik zweeg Gij ziet mij ontstemd aan... mijnheer Gerrald... waarom rijdt gij eensklaps zoo snel Neen, gij moet nrij aanhnoren, het is bijna een biecht) die ik afleg. Met krachtige hand greep hij in de teugels van Geirala's span en de vurige paarden inhoudende, vervolgde hij „Drie avonden achtereen zag ik u spelen, ik sloeg u gade, kreeg mede lijden met u en stelde belang in u. Het is niet waar, wat de menschen bewc ren, d. t men aan de speeltafel niets anders z t en h oit dan den mammon integendeel, ik neb noo t hartstochtelijk gespeeld, doch ging er in hoofdzaak heen om andere menschen te zien en te bestudeeren. Zoo zag ik ook u. Uw jeugdig, voorkomen boeide mij, het scheen mij toe, dat uw karakter zeer eigenaardig moest zijn. Het was waa. schijnlijk de eerste maal, dat u speel det, r.ög zou het tijd geweest zijn voor een vriendenhand om u tegen le houder, maar u weit zelf hoe de wereld is, die zelfzuchtige, onve> schil lige zwakke wereld. „Wat gaat 'r aan deed een wrtede stem in mij binnenste zich hooren, „waarom u met andermans zaken te bemoeien, om misschien met ondank beloond te worden Ik zap hoe ge aan 't vei liezen waart, hoe 'tééne bankbiljtt na het andere naar den croupier ging Doch ik zweeg. Zoo ging het voort, totdat ik u niet meer zag. Dat had mij onverschillig kunnen zijn, maar het was mij alsof er aan de groene tafel iets ontbrak, ik miste iets, waarin ik belang stelde, en ik verveelde mij daar, Als door een onzich.bare macht gedreven moest :k u hierhtCn volgen, uzelf hooren en spreken, nader kennis met u maken. Ge houdt mij voor 'n zonderling? Die moeten er immers ook Zijn! Maar wees overtuigd, dat ik het trouw en oprecht meen, ntt ik u de hand van vriendschap bied. De stem van den man klonk oprecht en wegsleepend. Theobald nam de hand aar, die hem gereikt werd, maar nog stteds was er iets terughoudends in den toon, waar op hij antwoordde Ge zijt mij welkom, mijnheer. Ik rti hier alleen en zonder vrienden en ben dankbaar voor elk bewijs van deelneming. De lijd, waarvan gij spreekt, is voor mij slechts een scha duwbeeld, dat verdwijnen moet in het licht van het heder. Arbeid en be drijvigheid maken mij gelukkig en als gij gezien zi 1 hebben, welke ovei- winninger. ik dagelijks behaal, zult gij ook begrijpen, hoe verheven het is t kunnen zeggen „Dat is mijn weik, dat heb i k volbracht I" Brand knikte zwijgend. Zijn gelaat vertoonde thans een heel andere uit drukking ais zooeven. Hij was een in 't oog vallende verschijning, niet bepaald ieelijk, maar van dien aard, dat men bang \oor hem werd zonder te weten waarom. Smal en kleurloos, met een stereotiepen glimlach om de dunne lippen, maakte zijn gelaat den indruk van een gipsafgietsel, waarop aan de beide slapen blauwe aderen geteekend waren. Alleen de dieplig gende oogen, die een onaangenamen glans hadden, gaven er leven aan. De j nge meisj s ontvloden hem, de yrouwen hielden zich \ftn hem opeen afstand, maar de mannen lachten ze uit en noemden hem een bizonder interessant en geestig n an, ofschoon er ook onder hen scherpe tongen be weerden, dat Biand voor model had gezeten, toen Kaulbach zijn Mephisto teekende. Hij vatte het gesprek weder op. U zijt wel gelukkig, maar toch ontbreekt u iets. En dat is Een vrouw, een schoone, trouwe levensgezellin. Zoudt ge dan alleen voor uzelf willen werken Wanneer ik aan u dacht, stelde ik mij tevens een idealistisch meisje aan uw zijde voor. Gerrald glimlachte droevig. Mij rest nog zooveel te doen, eer ik haar kan verwerven. De scherpliggende oogen wierpen hem een blik toe zls van een ratel slang, die van uit de verte óp haar s'achUiffer loert. Gij weet dus waar haar te zoeken Gij hebt dus uwe keuze reeds gedaan Gerrald Hoosde onwillekeurig. Ik Wat zou ik te kiezen hebben Luister mijn vriend, hernam Brand, terwijl hij zich vertrouwelijk naar hem toe boog, men mompelt van een liaison met Chêiois. Is dat waar? Tneobald deinsde terug alsof een ad der hem met fonkelende oogen teger.- giste. Neen. neen 1 riep hij uit, duizend maal neen I Wie waagde het, dat nu mg te zeggen! Wel heb ik haar vroe ger liefgehad, maar toen was ik bijna nog een knaap, cie nog behagen schepte in bonfg..kleurde vlinders, doch nu is het uit tusschen ons en nooit hoop ik haar weder te ontmoeten. Brand glimlachte veelbeteekenend. Oo 'i zelfde oogenblik deed hij zijn naard met een s.-rorg zijwaarts wijken, E:n tijtuig reed hem voorbij en een zwartgclokt hoofd boog zich daaruit, om met gespannen blik de beide rui ters na te oogen. Brand beantwoordde dien blik snel, waarna de equipage verdween en alleen de dilke stofwol ken er achter opdwarrelden.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1932 | | pagina 1