Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen No. 57. DINSDAG 18 OCTOBER 1932 48e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Buitenland. FEUILLETON. De witte Bloem. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Duitschland. Het gaat er meer en meer op lijken, dat Duitschland zich op werpt als de spelbreker in de internationale politiek. Het on miskenbare streven der Franschen om Frankrijk een overheerschende positie te verschaffen bij het vast stellen der onderlinge verhouding tusschen de staten heeft van ver schillende zijden afkeuring onder vonden. De minderwaardigheid, aan het Duitsche volk door het verdrag van Versailles opgedron gen, moest ook naar het oordeel van leidende staatslieden in an dere landen noodzakelijkerwijze worden opgeheven, wilde de ver- eischte samenwerking tot opbouw van een nieuwe en betere wereld orde verkregen kunnen worden. Zoowel van Amerikaanschen als Engelschen kant beijverde men zich mogelijkheden te scheppen, om de slagboomen tusschen Frankrijk en Duitschland te ver wijderen en in die richting waren reeds belangrijke resultaten be reikt. Dit geschiedde ondanks het feit, dat de binnenlandsche politieke verdeeldheid in 't Duit sche rijk nu juist niet opwekte tot een onbeperkt vertrouwen in hetgeen daar te lande te gebeuren stondde naaste toekomst liet zich voor Duitschland donker aan zien, niet alleen in economischen, maar ook in financiëelen zin en politieken zin. Toen dook plot seling de regeering-von Papen op, welker ontwijfelbare groote ver dienste het is, een £inde te heb ben gemaakt aan den zoogenaam- den kleinen burgeroorlog, sinds jaar en dag woedende binnen de landsgrenzen. Op internationaal terrein echter heeft het ministerie von Papen zich waarlijk niet bij zonder onderscheiden. Maar de rijkskanselier en z'n ministers hebben zich nu eenmaal in 't hoofd gesteld te moeten fun- geeren als sterke mannen, door wier gezamenlijke kracht Duitsch land uit den put zal worden ge haald. Teneinde nu het volk (ook buiten de rijksgrenzen) te imponeeren, wordt de houding van onvervalschte krachtpatser aangenomen, waarbij tevens een groote mond wordt opgezet. De overigens alleszins te billijken eisch voor gelijkberechtiging werd gelanceerd op een manier, welke het voormalige keizerlijke regime ternauwernood had kunnen ver beteren. Dat Berlijn daarvoor bij nota van Sir John Simon werd geka pitteld behoeft dan ook allerminst te verbazen, doch op den een maal ingeslagen weg moest nood gedwongen worden voortgegaan terwille van de volksmeening. Daarom wordt in de aangenomen houding volhard op gevaar af, dat de ontwikkeling der interna tionale politiek daardoor wordt gedwarsboomd, om niet te zeggen belemmerd. Zoo geschiedde ten aanzien van de ontwapeningsbe sprekingen te Genève, waaraan de Duitsche delegatie niet langer deelneemt en eveneens met be trekking tot de Londensche onder handelingen inzake het bijeenroe pen eener 5 mogendhedenconfe- rentie teGenève, waaraan Duitsch land niet zal meedoen, tenzij eerst de gelijkberechtigingseisch wordt ingewilligd. Dit alles gebeurt om het Duit sche volk te suggereeren, dat deze regeering zoo sterk is als men slechts kan wenschen. Op bin- nenlandsch politiek gebied moe ten daarvoor de plannen dienen, ontworpen ter bestrijding van de werkloosheid en herstel der eco nomische en finaeciëele positie. Wat de daaronder ressorteerende contingenteering betreft, daarop zal waarschijnlijk binnenkort wel moeten worden teruggekomen, aangezien het plan tot volkomen mislukking gedoemd schijnt. Over de verdere voornemens kan nog niets gezegd worden, wijl ze slechts toekomstmuziek vertegen woordigen en de resultaten dus moeten worden afgewacht. Hoe fiink en moedig het kabi- net-von Papen zich ook betoont, kan voor het oogenblik toch slechts de conclusie gelden, dat zijn optreden nog geen onwrik baar houvast biedt voor redding uit den nood en dat er misschien weinig meer dan zelfoverschatting aan ten grondslag ligt. Eerst later kan blijken of die meening al dan niet juist is. In elk geval moet betreurd worden, dat de onmisbare internationale samen werking er zoo zwaar onder te lijden heeft. Geen politiek door predikanten. Gezien het feit, dat de leden der Evangelische kerken tot poli tieke partijen van zeer uiteenloo- pende richting behooren en deze partijen thans op ongekend felle wijze tegenover elkander staan, dringen onderscheidene kerkelijke landsbesturen in Duitschland er op aan, dat de predikanten zich geheel buiten den politieken strijd houden. De jongste besluiten ter zake zijn van het kerkbestuur der Beiersche Evangelische kerk. Dit kerkbestuur treedt scherp op. Het vermaant de predikanten in zijn ressort „om ingevolge hun ambtsverplichtingen alles te ver mijden wat er toe leiden zou, dat het werk der kerk schade leed en de zielen afgetrokken werden van het ééne, dat noodig is". Het wijst op „zeer onaangename erva ringen in den laatsten tijd, n.l. dat predikanten de geboden terug houding, in vragen van politieken aard, tot een bedenkelijken graad hebben laten varen, zonder te bedenken, dat de dienaar van het Evangelie krachtens zijn ambt plichten heeft jegens alle leden zijner gemeente, zonder onder scheid van de partij, waartoe zij behooren" en hoopt ernstig „dat het kerkbestuur niet genoodzaakt zal worden tegen dragers van het geestelijk ambt, die niet voor schenden van de kerkelijke orde terugdringen, disciplinair te moe ten optreden". Bloeiende smokkelhandel. Van 1 tot 30 Sept. hebben de beambten te Keulen, belast met de bestrijding van den smokkel handel, vele successen behaald. Het gelukte in dit kwartaal 10.000 strafvervolgingen tegen smokke laars in te stellen. Gedurende dit kwartaal werden als belangrijkste in beslag genomen: Ongeveer drie millioen sigaretten, 56.000 pakjes sigaret tenpapier, 9000 K.G. rooktabak, 26.000 K.G. koffie, 24 000 K.G. meel, 30.000 K G. koloniale wa ren, 65000 K.G. suiker,- 16.000 K.G brood. Verder vielen den beambten in handen 560 rijwie len, 17 motorfietsen en 47 auto's waarmede de smokkelwaren wer den vervoerd. Opgemerkt moet nog worden dat het grootste gedeelte in be slag genomen werd in de maand Sept. toen verscherpte maatrege len tegen den smokkelhandel werden genomen. Deze statistiek toont wel aan op welk enorme schaal de smokkelhandel langs de westelijke grens bloeit. Gevechten in het oerwoud. Naar uit Manilla wordt gemeld, hebben 60 politiebeambten onder leiding van een Amerikaanschen politie-officier op het tot de Philippijnen behoorende eiland Jolo in het oerwoud de schuil plaats ontdekt van den beruchten Morostam, welke zich daar met vrouwen en kinderen had ver schanst, nadat bij achtervolging 24 politie-beambten van verdekte plaatsen uit waren neergeschoten. Bij een gevecht met den Moro stam, dat acht uren duurde, werden meer dan 10 inboorlingen en een politiebeambte gedood. Tijdens het gevecht, heeft een aardbeving plaats gehad. De politie zet thans haar pogingen voort den Morostam tot gehoor zaamheid te dwingen en het eiland Jolo van bandieten te zuiveren. Langzaam werd zijn gelaat door een Geen inflatie. Met warme instemming zal de overgroote meerderheid van Ne- derland's ingezetenen de besliste afwijzing vernomen hebben, die minister De Geer geuit heeft in zijn intervieuw met het Ned. Cor respondentie-Bureau. Er is nu en dan, hier en daar, een afzonderlijke stem opgegaan, bewerende dat een depreciatie van onzen muntvoet nog zoo kwaad niet zou zijn, of zelfs dat zulk een inflatie ons wel te pas zou kunnen komen, maar het gezond inzicht van ons volk heeft daarop nooit echo's uit zijn midden doen opgaan. Het heeft van te nabij gezien, hoe de in storting van de Reichsmark, de Belgische en Fransche francs kapitalen van moeizaam gespaard geld heeft doen teloor gaanhoe er wel door weinig nauwgezette speculanten groote sommen aan zijn verdiend, maar vooral de minder-bemiddelden, de ouden van dagen en de arbeiders er door gedompeld zijn geworden in zeeën van ontbering en armoe. Ook de schijnbare opleving van de Engelsche industrie na den val van het pond heeft nergens den indruk kunnen wegnemen, dat ook de natuurlijke weerom stuit zich onvermijdelijk zal doen gevoelen, wanneer de eerste jaren na de inflatie zullen ver- loopen zijn. Er is een zeer gemakkelijk middel om voor 't oogenblik uit den nood te geraken, die onze schatkist bedreigtleenen, en nog eens leenenmillioenen, een half milliard desnoods. Stel den inteekenaren een hooge rente in uitzicht, biedt hun een in schrijvingspremie aan in den vorm van een koers stevig bene den pari, en er komt geld genoeg in. Kunt ge dan aan uw aflossings- en rentebetalingsverplichtingen niet voldoen, welnu, dan leent ge opnieuw, desnoods tegen nóg hooger rente en nóg lager inschrijvingskoersen. Maar ge begrijpt, dat binnen- en buitenland dan spoedig ge noeg de oncredietwaardigheid van ons land bemerken en onze betalingspromessen niet meer vol waardig achten. Ik neem aan, voor dit papier honderd gulden te betalen, zegt de Ned. Staat. Maar het buitenland zegt't zal mooi zijn, als je de helft ervan binnen krijgt. Dan zakt ons AXELSCHE COURANT Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. (Duitsche vertaling). 2» Horster ontkurkte bedaard een tweede flesch en schonk zich langzaam een glas parelenden wijn in. Natuurlijk is dat zoo antwoordde hij, terwijl hij zijn glimlach zoo ge blaseerd mogelijk trachtte te maken, 't ls wel schande, dat ik het bekennen moet, maar onder ons gezegd, je be grijpt wel, Linden... waarom zouden de vurige oogen dier Circe mij niet evengoed betooveren als ieder ander, als zooveel honderden, die bq haar niet de helft genieten van de voor rechten, die zij mij waardig keurt? 't Is nu eenmaal zoo en niet anders, mijn waarde 1 Aan het ballet moeten tegenwoordig de hoogst geplaatsten tol betalen, het verwondert mij zelfs dat er boven rijksappel en kruis niet een gouden pantoffeltje prijkt, samen gesteld uit de namen van al de bal lerinas, die door hunne ondeugden de gekroonde hoofden zonder eenig mededoogen aan haar voetjes gebracht hebben. Prins Lodewijk mankeert nooit in het salon der bekoorlijke Heloïse en moet, naar algemeen ver teld wordt, duizenden aan haar ver kwist hebben. Het meest belachelijke vind ik echter, dat Zijne Hoogheid zoo lang een doodgewoon fabrikantje, dien molenprins, zosals hij genoemd wordt, als medeminnaar duldt. Als een kostschooljongen ligt de prins aan haar voeten en verdraagt al haar nukken met een geduld, een betere zaak waardig 1 Zij is een heks, die Hek Ire, maar ik zal zoo dwaas niet zijn om mij nog langer door haar om den tuin te laten leiden. Wat heb ik eraan 't ls om je dood te kniezen van ergernis 1 Hij geeuwde voor de zooveelste maal dien avond en stond op. Ga je mee naar de manége, Linden Luitenant Von Hühn wil zijn nieuwen vos dresseeren. Neen, ik heb een bezoek af te leggen, dat ik al drie weken op de lange baan geschoven heb, antwoordde Von Linden, terwijl hij langzaam zijn blmd kneveltje opstreek. Ik moet mij haasten om tijdig bij mevrouw Von Linau present te zijn, misschien wil zij mij ook onder de getrouwe habi- tué's van haar avondjes tellen, maar dan, o onsterfelijke Munchausen, sta mij bij, opdat ik haar zulke onge hoorde geschiedenissen verhalen kan, dat haar de lust in de cronique scan- daleuse voor altijd vergaat Lachend gespte hij zijn sabel om en nam den helm onder zijn arm. Tot ziens heeren 1 II. Di jonge Gerrald liet er zich weinig aan gelegen iiggeni wat de eerzame burgers van D. van hem te vertellen hadden Of zij hem in een vlaag van edele verontwaardiging veroordeelden of dat zij hem tegenover de lasterton gen verdedigden, hij stoorde er zich niet aan. Hij had zich In de voor kamer opgesloten om in alle eenzaam heid te waken bij de kist, die het stoffelijk omhulsel zijner moeder be vatte, Niemand dan da oude Qreta was in al dien tijd bij hem toegelaten, en dan nog alleen, wanneer zij hem iets van ernstigen aard te vragen had. Theobald had een zolderkamertje voor haar in gereedschap doen brengen, waar zij voortaan als huisbewaarster zou wonen. De zwarte kist was stil en zonder praal in de groeve neergelaten en nu stond de jonkman alleen en verlaten in de sterfkamer. Een algeheele verandering had bij hem plaatsgegrepen. Ernstig en streng was zijn blik geworden, vast waren de lippen op elkaar geklemd, een rimpel had zich in het voorhoofd gegrift. Theobald Qerrald was tot man gerijpt. Nog slechts eenige dagen geleden hadden die trekken van weinig karakter getuigd, zelfs hadden losbandige ve;- maken er hun stempel op gedrukt, doch nu was die crisis gekomen, waarin het noodlot den messch brengt, wanneer het met ruwe hand voor 't eerst den glimlach van de lippen weg vaagt en vervangen doet door den ernstigen trek van de ondervinding. Hij had een breed rouwfloers om den arm. Voor hem lag een versche bloem, die hij als laatst aandenken uit den krans, welke de kist zijner moeder had gedekt, genomen had. Weemoedig drukte hflde witte bloem aan zijn lippen. Mijn talisman, mfjn heiligdom 1 riep hq uit, terwijl hij zijn portefeuille opende om de bloem er in te bewaren. In al de tasschen ligt iets Hier ls 't een granaatbloesem „Uit Heloïse's lokken I" staat op het papier, waarin ze gewikkeld is, daaronder de aanhef van een wuft drinklied... Neen, daar past het heilige symbool Uiet bij I blos van schaamte bedekt. Hier staan cijfers, haastig genoteerd aan de speeltafel- Vol verachting slingert hij de por tefeuille ver van zich in het haardvuur. Daarna legt hij de witte bloem in een gouden étui, dat hij aan zijn borst een plaats geeft. Het ongehoorde was een feit ge worden. Hij, de jonge, levenslustige, lichtzinnige bon vivant was tot inkeer gekomen, leefde stil en solide en deed ijverig aijn plicht. Hij werkt als 'n paard, riep baron Von Linden zijn vriend in 't voorbij gaan toe. Jammer genoeg luidde Horstei'* antwoord. Hij was 'n fideele kerel 1 Enfin, die ijver zal wel spoedig be daard zijn I De jonge dames hadden het ook zeer druk over den „'nterressanten Gerrald," dien men zelf aan den me len had zien staan om de zakken na te tellen. Wat 'n harde lesZóó van de speeltafel aan het sterfbed, die arme jongen 1 Gerrald had van al die praatjes niet het flauwste vermoeden. Hij herin nerde zich alleen, dat hij een fabriek bezat even buiten de stad. Vroeger werd die fabriek door waterkracht gedreven, zoodat men haar nog alge meen „de molen" noemde. Tijdens het leven zijner moeder had hij er zich weinig om bekommerd, toen had hij andere zaken in 't hoofd. Maar nu dacht hij er weer aanzoozeer hij ze vroeger verwaarloosd had, nam de „molen" nu al zijn tijd en werkkracht in beslag. Hij herinnerde zich, dat men hem al vroeger opmerkzaam had gemaakt, dat de administratie en het opzicht in slechte handen waren en begreep nu, dat hij aan dat wanbeheer een einde moest maken. Den dag na de begrafenis reed hij er heen. Wel zagen de knechts hem verbaasd aan, toen hij zoo beslist optrad om zqn rechten als eigenaar te doen gel den, De meesten kenden hem ternau wernood, terwijl de opzichter niet den minsten lust scheen te hebben om hem de teugels in handen te geven. Hij had zich zijn jongen patroon zoo geheel anders voorgesteld als dien man, die zop fier voor hem stond en was niet voorbereid op het onderzoek, dat Gerrald instelde. Een ware chaos van bedrog en die verij kwam aan den dag. De boeken waren verwaarloosd, de rekeningen niet bijgehouden, overal fouten en verzuim, onafgedaan werk lag bergen hoog opgestapeld en maanbrieven van schuldeischers lagen bij pakken in den lessenaar. De fabrieksgebouwen bestonden uit een blok huizen aan het einde van de voorstad. Het middelpunt werd gevormd door een breed, vierkant binnenplein, door arbeiderswoningen en werkplaatsen ingesloten en aan de oostzijde begrensd door de opzichters- woning, waaraan de schuren en stallen grensden. De arbeiders, door den opzichter aan gehitst, hadden zich tot openlijke dienstweigering laten vervoeren. Wie waagt het mij hier tegen te spreken klonk Gerrald's kalme stem uit boven de muitende arbeiders, die niet wilden gedwongen worden zich aan de nieuwe maatregelen te onderwerpen, (Wordt vervolgd;

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1932 | | pagina 1