Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. No. 53. DJNSDAG 4 OCTOBER 1932 48e Jaarg. J. C. VINK - Axel. De Actie van het Zeeuwsch- Vlaamsch Kanaal-Comité. FEUILLETON. Een moeilijke taak. Raadsverslag. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER (Ingezonden). In een drietal te Middelburg, Goes en Vlissingen verschijnende bladen is dezer dagen een artikel verschenen naar aarleiding van het door het Z. V!. Kanaal-comité gepubliceerde adres aan de Prov. Staten van Zeeland, waarin een inzender het gewenscht acht ook eens een ander geluid, een waar schuwende stem te laten hooren. Het artikel werd door een drietal bladen in Z. VI. en W.-Brabant overgenomen. De waarschuwende stem er kent, dat de actie om, het inder daad groote gevaar voor onze nationale zeehavens biedende ontwerp eener Antwerpen-Hol- landsch-Diepverbinding te keeren succes heeft gehad. Doch, zoo voegt de geachte inzender daaraan toe, dit is slechts een nagatief succes. Hij waarschuwt vervolgens tegen optimistische verwachtin gen omtrent een hierop volgend positief succes, dat zou moeten bestaan in het verkrijgen van een zeehaven aan den Brabantschen wal te Bergen op Zoom, in open verbinding met de Wester-Schelde benevens een scheepvaart-kanaal tusschen die haven en het Vol kerak en een scheepvaart-kanaal Hulst - Axel - Sluiskil - Driekwart- Sluis. We nemen gaarne acte van de erkenning van inzender, dat de actie in Noord-Brabant en Zeeuwsch-Vlaanderen succes heeft gehad, zij 't dan vooralsnog maar een negatief succes. Toen de comité's met de actie begonnen, hebben zij veel ont moedigende stemmen en com mentaren tegen het eerste deel hunner taak moeten hooren, veel somberder klinkende en vooral van veel minder waardeering ge tuigende stemmen dan die thans de geachte inzender doet hooren ten aanzien van het tweede, het positieve deel der taak van de comité's. Doch zij hebben zich daardoor niet van hun stuk laten brengen. Natuurlijk niet, want hun bedoe ling was goed en hun zaak stond sterk. De geachte inzender noemt verder slechts het afweren van een groot gevaar voor onze zee havens. Het veld van arbeid was echter veel ruimer; het afsnijden van de belangen van hel Zuidelijk deel van het vaderland bij eene goed bevaarbare open Schelde. Daarin zijn Nederlandsche belan gen naast speciaal Zeeuwsche en Noord-Brabantsche belangen van ver reikende strekking verdiscon teerd. De prijs was den strijd waatd en wij hebben reden om aan te nemen dat in veel uitge strekter kring dan inzender schijnt te beseffen in Nederland aan de door de comité's gevoerde actie dank wordt geweten. Nu komt het tweede deel, de positieve taak, en opnieuw komen talloozen, zooals ook inzender, bij voorbaat met een domper, met een koude douche. Men gelooft niet aan eigen kracht, aan eigen goed recht. Dit proces heeft zich in Nederland al zoo vaak afge speeld drie geslachten hebben actie moeten voeren voor den Rotterdamschen Waterweg, voor een Rijn-vaartkanaal voor Amster dam drie geslachten hebben actie moeten voeren voor de opheffing van de Beersche Maas, enz., enz. Telkens door koude douches ter neergeslagen hebben belangheb benden zich echter niet laten ontmoedigen. Zij hebben ten slotte overwonnen, vaak na veel overleg en nadat zij hunne plan nen heel wat hadden zien wij zigen. Inderdaad namen al die actie voerenden als vaststaand aan wat zij gaarne geloofden zoo als inzender van ons Kanaal comité vermoedt en wat zij ten slotte dan ook hebben ver kregen en bereikt. Al die groote voorbeelden werken bemoedigend voor ons comité, hetwelk er zich overigens wel van bewust is, dat het in breeden kring, ook in eigen omgeving nog niet wordt begre pen, laat staan gewaardeerd. Voor het eerste gedeelte, het negatieve deel onzer taak, was spoed noodig en voorts een aan eengesloten front. De tijd om zich allereerst met de bestaande kanalen-comité's in Z. VI. in ver binding te stellen, alvorens tot bespreking over te gaan, ontbrak. Zoodra het comité tot stand was gekomen, heeft het zich met de K.A H.A. in verbinding gesteld en het resultaat daarvan was, dat op 17 Sept. j 1. door de besturen van de K.A H.A. en hetZ. VI. Kanaal comité besloten werd tot samen werking. Natuurlijk zijn er tal van bij overwegingen, die duiden op be zwaren en wenschen, welke moe ten worden overwogen, besproken en onder de oogen gezien. De geachte inzender zinspeelt er op enkele het bestaan van de haven van Vlissingen, van die van Ter- neuzen, van de Z. VI. trams, van voldoende industrieterreinen langs het kanaal van Terneuzen naar Sas van Gent, enz., voorts op de geringe bevolkingsdichtheid van de streek, en in verband daarmee op haar geringe draagkracht, op de lange lijdensgeschiedenis van de Z. VI. waterleidingsplannen op die van het scheepvaartkanaal Axel-Hulst. De geachte inzender blijkt al dat „verleden" en dat „heden" goed te kennen. Doch wat hij r.iet ziet en waarin hij niet gelooft, dat is dat het anders kan worden, dat Z. VI. ruimer kan opbloeien, dat het zijn be volking kan verdichten, dat in dustrie, kunst en wetenschap hunnen plaats kunnen krijgen naast den landbouw, mits Z. Vlaanderen niet langer een uit hoek blijft, doch een levende schakel in het geheel wordt. De geachte inzender ziet, en gelooft blijkbaar niet, dat behoud van nationale zelfstandigheid mogelijk is bij meer economische en cul- tureele samenleving naar Noord en Zuid naar Oost en West. De geachte inzender durft Z. Vlaanderen niet vergelijken met het opbloeiende Limburg, omdat het geen kolen kan delven. Doch durft hij de streek ook niet ver gelijken met Noord-Brabant, dat ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. eveneens geweldig opbloeit, niet tegenstaande daar geen kolen worden gedolven Als de ge achte inzender maar geloofde in de toekomst, dan zou hij, met zijne blijkbaar groote liefde voor Z. Vlaanderen die streek zeker gaarne in zulk een opbloei doen deeien. Welnu, de actie van ons comité is er op gericht dat geloof in een toekomstig schooner en bloeien- der Z. Vlaanderen te doen wortel schieten, en daaruit vervolgens de kracht te putten om allen eens gezind die schoonere toekomst te bewerken en te bereiken. Ook wij werken voor onze kinderen en kleinkinderen, naar het voor beeld, dat in Nederlands roem rijke geschiedenis op elk gebied zoo rijkelijk is gegeven. Het Zeeuwscn-Vlaamsch Kanaal-Comilé, LOUIS VAN WAESBERGHE, Voorzitter. J. H. A. HOLTHUIZEN, Secretaris. Zitting van 20 Sept. 1932. Aanwezig de heerenburge meester F. Blok, voorzitter, J. M. Oggel, C. T. van de Bilt, wet houders, A. Th. 't Gilde, A. Ver schelling, L. P. Ortelee, Iz. de Feijtei, P. van Bendegem, B. Seghers, C. Hamelink, C. van Kampen, A. P. de Ruijter, F. Dieleman, J. de Feijter, leden, J. L. J. Maris, secretaris. IV. 14. Intrekking Raadsbesluit. Ingekomen is een verzoek van de Raadsleden Hamelink, Seghers en Dieleman om het raadsbesluit d.d. 26 Juli j.l. inzake korting van salarissen in te trekken. Bij dit besluit was nl. besloten om op de salarissen van de ge meenteambtenaren een korting toe te passen van 3 pet. beneden f 2000 en 5 pet. van f 2000 en hooger, uitgezonderd salarissen beneden f 1000 en die van de h.h. De Feijter en Francke. B. en W. deelen mede, dat hun standpunt in deze bekend is, doch hun meening is, dat zij niet moeten medewerken om be sluiten, in een vorige vergadering genomen, te herroepen nu niet en in de toekomst niet, weshalve zij adviseeren het voorstel niet aan te nemen. Dhr. ORTELEE zegt, dat hij zich in de vorige vergadering vergist heeft en is dus tegen de verlaging. Dhr. HAMELINK zegt, dat B. en W. het doen voorkomen, alsof het niet van bestuurskracht zou getuigen, als men een besluit in trok, maar spr. meent, dat zij dat moeilijk als steekhoudend kunnen aanvoeren, daar dit toch meer malen is voorgekomen, zelfs nog in deze vergadering. Spr. wijst op de besluiten inzake de jaar wedde van dhr. De Visser en het pensioen van dhr. Olijslager waar op men eveneens is teruggekomen. En dus meent spr. kan dat zeker, wanneer er een besluit is geno men met 1 stem meerderheid, dat op een klein deel der gemeente- naren een last legt, door verlaging van jaarwedden, en dat op grond zgn. van den ongunstigen toestand van de gemeentefinanciën. Een argument, dat z.i. aan twijfel onderhevig is, hetgeen wel bleek, toen er gesproken is over belas- tingverhooging. Er is altijd nog gezegd, dat de financiën er hier beroerd voor stonden, maar toen het in de vergadering van Mei ging over belastingsvoorsteiien, is door dhr. 't Gilde aangetoond, dat in het belastingjaar 1931/32 het belastbaar inkomen f 2.405.500 was en in de laatste 3 jaar met 2 a f 300.000 was vooruitgegaan en er dus geen belastingverhoo- ging noodig was. Waar is nu, vraagt spr. het motief, dat wegens den financiëelen toestand de ver laging van jaarwedden noodzake lijk is Spr. was het destijds eens met dhr. 't Gilde, maar nu draait deze de zaak om en noemt hij den toestand somher en wil hij de lasten op die menschen leggen. En met welk een meer derheid is dat besluit genomen? tilot volgt). AXELSCHE COURANT. Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. 71) Natuurlijk, zeide ik, bevreesd dat hij me voor den gek wilde houden, Goed, luister dan. Ik ben van plan u uw vrijheid terug te geven en uw naam op dit palier in te vullen op één conditie. Ik keek hem verbluft aan. U doet me dat aanbod De koning heeft het mij ter hand gesteld en ik ga er geheel mede ac eoord. Ik wil u echter wel zeggen, mijnheer de Marsac, dat het is omdat we iemand als u noodig hebben en dat ik de beleediging, die u mij hebt aangedaan, nog in het geheel niet ben vergeten. Er is dus een voorwaarde aan verbonden. En die is vroeg ik. Dat u van alle aanspraken op thljn bloedverwante afziet. Nooit, zeide ik op beslisten toon. Begrijpt u goed, mijnheer de Mftrsac, dat ik u een prachtige positie aanbied, en daarbij mijn bescherming en dat u bij een weigering een ge vangene blijft, die bovendien mij tot vijand heeft. Zeker, antwoordde ik gelaten. Goed, mijnheer de Marsac, ik heb gezien dat u een gek bert. Weet dus wel. wat u te wachten staat. Hij knikte spottend en verliet mij. HOOFDSTUK XXXlV. Ik was weer alleen. Het was don net geworden. De rots buiten, die pet lieht onderschepte, gaf het vertrek het aanzien van een kerker. Ik hui verde en wanhoop kwam over mij, nu ik begreep misschien nog langen lijd opgesloten te moeien blijven en bo vendien nooit in staat te zijn met freule de la Vire te trouwen. Langen tijd had ik zoo gezeten, toen ik weder om iemand de trap hoorde opkomen. De deur werd geopend en de heer de Varenne trad binnen. We hebben een raren dag gehad, vandaag. Daarom was ik u bijna vergeten. Maar nu hebt u geen reden meer om u te beklagen. Want ik ga u bij den koning brengen. Naar St. Cloud I riep ik verbaasd. Neen, de koning van Frankrijk is hier, antwoordde hij. Te Meudon Ja zeker, waarom niet Maar is de koning dan weer beter geworden vroeg ik. O, hij is zoo gezond ais een visch, antwoordde hij vroolijk. We gingen nu naar buiten er» ston den weldra voor de poorten van het kasteel, die we binnentraden. Een oogenblik later bevonden wij ons in de anü-chambre, waar zich verschei dene hovelingen bevonden. Tot mijn verwondering merkte ik er de Ratr.- bouillet op met maarschalk Biron en Crillon. Daar ik mijn woord gegeven had om met niemand te spreken, hield ik me op een afstand van hen. Ik stond zwijgend naar al die be kende gezichten te kijken, toen de deur openging en Turenne binnen kwam, die tot mijn groote verbazing op den arm van de Rosny leunde. Terwijl die twee zoo het vertrek binnenkwamen en naar rechts en links groetten, voelde ik me het hart in de schoenen zinken èn door de opge* wektheid van Turenne èn door het gezelschap, waarin hij zich bevond. Wanneer ook de Rosny zich tegen mij keerde, was ik geheel verloren. Opeens scheen hij mij op te merken en naar ons toe komende zeide hij t at de Varenne: Wacht de heer de Marsac hier om een onderhoud met den koning te hebben De heer de Varenne knikte, terwijl ik een lichte buiging maakte. Over vjjf minuten zal hij u wel kunnen ontvangen, antwoordde de Rosny op rustigen toon, maar met toch iets afwezigs in zijn houding. Een oogenblik kwam het mij voor alsof onze vriendschap een droom was geweest. Eensklaps werden de deuren, waar door de Rosny en Turenne binnen waren gekomen, wedeiom openge gooid en trad er een page naar voren, die de hovelingen verzocht om ruimte te maken. Een stem riep: Zijne Majesteit de koning, heeren, de koning Verwachtende den koning van Frank rijk te zien binnentreden was ik uiterst verbaasd toen ik Hendrik van Navarre, gekleed in viole'-fluweelen gewaad, alleen zag verschijnen. Ik wendde mij tot la Varenne en vroeg ongeduldig: Maar de koning, waar is de koning? Stil, mompelde hij, we heb ben u maar voor den gek gehouden. De koning is vanochtend vroeg gestorven. Dit is nu de koning van Frankrijk, Wat? De koning van Navarre! riep ik op zoo luiden toon, dat men my beduidde om te zwijgen» Neen, hij is nu koning van Frankrijk, antwoordde Varenne» Ik «ide niets meer. Er kwamen tranen in mijn oogen van opwinding. Ineens bleef de koning voor mij stilstaan. Ah, de Marsac! riep hij vroolijk uit. U bent die edelman, die me het eerst de tijding van den dood van den koning heeft gebracht en me waarschuwde om voorzichtig te zijn, niet waar? Ik heb met den heer Turenne over u gesproken en hij is bereid om de klacht, dien hij tegen u heeft ingebracht, te laten vallen. Ver voeg u nu in mijn kabinet, waar de Rosny u te woord zal staan. Ik viel voor hem op de knieën en kuste zijn hand. Hij knikte mij nog even toe en ging verder. Ik volgde nu Varenne, die me naar het kabinet van den koning bracht. We vonden er de Rosny, die dadelijk opstond toen we binnenkwamen en me de handen schudde op een wijze, d e me weer denken deed aan de dagen, die ik te Rosny had doorge bracht. Weet je wel, dat ik je nog be danken moet, zeide hij met 'n knip oogje, want je hebt me vijfhonderd kronen rijker gemaakt. Hoe zoo vroeg ik verbaasd. Ik heb met Turenne om c*le som gtw.d, dat hij je met zijn be trekking niet zou kunnen omkooper, antwoordde hij met een glimlach. En hier heb je het document nog eens en hij stelde mij het papier ter hand, dat Turenne bij zijn bezoek bij zich had gehad. Laat mij nu de eerste zijn, die je met je aanstelling van luitenant-gouverneur van de Ar- magnacs geluk wenscht. Op het eeiste oogenblik kon ik niet gelooven, dat hij in ernst sprak, iets waarover hij zich naderhand nog dik wijls vroolijk heeft gemaakt. Maar toen hij me verzekerde dat het van het begin af aan de bedoeling van den koning was geweest en dat die heele gevangenschap maar 'n inval van Turenne was, die mij op de proef had willen stellen om te zien of ik jonk- vrouw de la Vire waard was, ken den mijn dankbaarhe'd en blijdschap geen grenzen. Ik stond zwijgend voor de Rasny, terwijl tranen van geluk in mijn oogen opwelden en ik betreurde het, dat mijn moeder dat niet had mogen beleven. Toen ik eindelijk de kracht had gevonden om hem te bedanken, zeide hijOverschat het echter niet beste vriend, het is een zware post', dien je is opgedrpgen. Mijn meester is koning van Frankrijk, maar hij moet zijn rijk neg veroveren. Daarvoor heeft hij u noodig. Ik verzekerde hem, dat ik mijn laatsten droppel bloed voor hem zou geven. Dat heb ik ook niet anders ge dacht, zeide hij, zijn hand op mijn schouder leggend. En heb je nu geen enkelen anderen wensch Voor ik had kunnen antwoorden, had hij me naar een deur geduwd, die hij opende. Ik ging naar binnen. Bij de deur stond Fianchette, die met een zuren lach opzijde ging en bij het raam ontdekte ik freule de la Vire. Ze stond langzaam op toen ik binnen kwam en een oogeHbllk keken we elkander sprakeloos aan.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1932 | | pagina 1