Nieuws- en Advertentieblad voor Z e e u w s c h - V 1 a a 11 d e r e 11 De taak van den Middenstander. FEUILLETON. Een moeilijke taak. No. 48. VRIJDAG 16 SEPTEMBER 1932 48e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Als we zoo volgden de films welke gisteravond alhier werden vertoond door de organisatie „Nederlandsch Fabrikaat", dan kwam daar hoofdzakelijk naar voren het grootbedrijf, de fabriek, de Nederlandsche groot-industrie en dus het werk van den groot handel, die door gezamenlijke actie reclame maakt voor haar zaak. Afgezien nu van het feit, dat deze reclame natuurlijk onze sympathie en die van elk recht geaard Nederlander heeft en ook indirect de middenstand profiteert, als allen zich tot het Neder landsch Fabrikaat bepalen bij het aanschaffen van waren, afgez'ien dus daarvan, kwam toch onwille keurig de vraag in ons opwat moet zoo'n reclame wel kosten, zoo door geheel het land door en dus honderden steden en dorpen bezoekend. We dachten daaraan, niet om het geld, maar om de macht, die samenwerking kan ontwikkelen en hoe dat b.v. ook zou kunnen worden verkregen, als middenstanders de handen allen ineen sloegen. Er wordt wel eens gezegd, dat de kleine winkelier moet ten ondergaan, nu de grooteren door hun kapitaalkracht hun voordeel om een massa in te koopen en dus goedkooper te kunnen distri- bueeren den kleinen detaillist dood drukt. Dit is echter niet geheel juist, de kleine zakenman kan zich tenminste wanneer hij zich bezig houdt met de bedrijfspolitiek en niet alleen met het slijten van zijn waren, ongetwijfeld staande houden. Hij vervult in de maat schappij een gewaardeerde rol en zal blijven de schakel tusschen groothandel en consument, als,... hij zijn belangen begrijpt en be hartigt. Hiertoe is dan noodig organisatie. Door zich te ver eenigen als winkeliers in een winkeliersvereeniging, als onder deel van een grooten, machtigen Middenstandsbond, zal men een invloed en kracht hunnen ont wikkelen, waartegen de kapitaal kracht van den groothandel niet opgewassen is. Er geldt ook in dezen vele kleintjes maken een grooten. Nogmaals: het gaat er maar om, of men z'n belangen b e g r ij p t en dan w i 1 samen werken met vooibijzien van aller lei kleinigheden, persoonlijkheden en partijpolitiek. Groote lijnen moet men trek ken en zich scharen onder de leiding van bekwame, eerlijke vakkundige en bezoldigde be stuurders. Dan komt men weer in handen van ambtenaren, hoor ik zeggen. Dat is zoomaar dat is niet erg, als men maar heeft een goed ambtenaar en geen 20ste- eeuwsche, d.w.z. in den ongun- stigen zin van het woord ambte naar. Hierover zouden op zich zelf wel eenige kolommen zijn te vullen, maar dat is niet aan de orde. Hoofdzaak is, dat men heeft leiders, die voldoende zijn toegerust met handelsweten schappen die eerlijk en hetrouwbaar zijn, zoodat de groothandel of wie ook geen invloed op hun werk en streven kan uitoefenen, door steek penningen of eenige wijze van bevoordeeling die goed gesalarieerd zijn, doch niet overmatig, zoodat zij uit hun salaris kapitaal gaan verzamelen of een dusdanig onbezorgd leven kunnen leiden, dat het werk daar onder schaadt en ten slotte bestuurders, die liefde voor hun vak hebben en plicht zoodanig opvatten, dat die niet omlijnd of begrensd wordt door reglementen of instructies, maar dat zij voor hun taak staan als voor hun principe, vol ijver, vol geestdrift, zoodat zij zich geven, als voor een zaak, waar voor zij staan en strijden. Gelukkig zijn er nog zulke menschen te vinden, al is het niet in groote mate. Maar we kennen wel propagandisten en secretarissen, die als geknipt voor zulk werk zijn. Het zijn de werkers, de strevers, die geen eer stellen in een versiering op de kraag van hun jas, maar die alleen dan voldoening smaken, als ze zien, dat ze succes op hun werk hebben en wijder zien wor den de sfeer van hun invloed ten goede. Onder zulk een leiding zien we immers ook de groote zaken staan? Heeft niet Philips ge vraagd naar de besten van de besten voor zijn fabiiek? En neemt niet Ford de meest be kwame ingenieurs voor zijn werk? En zoo zouden we door kunnen gaan. Maar dan vragen we, waarom moet alleen de groothandel van die beste krachten profiteeren En daarom moet de middenstand eveneens dergelijke menschen te hulp roepen, om zijn zaak te verdedigen en te verkrijgen zulke bestaansvoorwaarden, dat het uit is met het liedje, dat ze verdrukt wordt tusschen kapitaal en ar beid. Voelt ge niet winkelier, am bachtsman, handelaar, kortom middenstander, dat er k-iacht zit in het woord „proletariër aller landen, vereenigt u". Welnu, volgt die wenk en vormt een organisatie, niet om pretjes te maken, maar om uw plaats in de Maatschappij te behouden en uit te breiden. Indien men wil, heeft de Middenstand de grootste plaats. Weet u dat? Welnu, laat dan allen streven om die plaats in te nemen tot heil van de Maatschappij en van ons Land. Met een «waar hart besteeg ik mijn De verkiezingen 1933. Zoo hier en daar wordt weer al verwezen naar de Kamerver kiezingen van het volgend jaar. De Anti-Revolutionnaire partij doet dat in een manifest, dat zoo veel als een verkiezingsprogram geldt. Een uitvoerig program wordt niet gegeven, wegens het onzekere, van de toekomst voor ons maatschappelijk en politiek leven. De inhoud van het eigenlijke manifest luidt Overtuigd, dat de zorgvolle tijdsomstandigheden nog lange jaren hun invloed op het leven van staat en maatschappij zullen doen gevoelen en dat het regee- ringsbeleid, althans in de komen de vierjarige periode, in belang rijke mate den stempel van een crisisbeleid zal hebben te dragen acht de anti-rev. partij het onge- wenscht bij de komende stembus op te treden met een breed uit gewerkt program van actie. Daarentegen wenscht zij, reke ning houdend met de geestelijke en stoffelijke nooden in het bij zonder aan dezen tijd eigen, en zich baseerend op haar program van beginselen, den verkiezings strijd te voeren langs deze richt lijnen 1. Aan de geestelijke en zede lijke belangen van ons voik worde voortdurend aandacht geschon ken met name worde opgeko men voor bevordering der Zon dagsrust, voor handhaving der publieke eerbaarheid en voorts voor alles wat het Christelijke gezinsleven, en wat daarmee ver band houdt, bevestigen kan. 2. Krachtige handhaving van het gezag voorkoming en indien noodig besliste beteugeling van alle wanordelijkheden. 3. Volstrekte handhaving van het financieele evenwicht in de Staatshuishouding, allereerst door sterke bezuiniging op de uitgaven en dus met zooveel mogelijk ver mijding van verhooging van den reeds zoo zwaren belastingdruk een waakzaam toezicht op de ge meenten ter bereiking van het zelfde doel. 4 Krachtige medewerking aan alle pogingen om het internatio nale ruilverkeer te bevrijden van de belemmeringen, die tot zulke rampspoedige gevolgen voor ons land hebben geleid. 5. Met inachtneming van in ternationale afzetmogelijkheden, krachtige steunmaatregelen tot in- standhoudin onzer nationale wel vaartsbronnen. 6. Bij het ontbreken van nor- jnale werkgelegenheid worde voor alles aandacht geschonken aan de Hij haalde de schouders op. Dan zult u heel voorzichtig moeten zijn, gelegenheid tot werkverruiming en werkverschaffing. Geldelijke steun kome eerst dan in aanmer king, indien de volstrekte onmo gelijkheid blijkt de gelegenheid te verschaffen om door arbeid in liet onderhoud te voorzien' 7. Voor Ned.-Indië moet on middellijk worden gebroken met den schijn van naar een sluiten de begrooting te streven door een geheel denkbeeldig bedrag aan inkomsten aan de budgetpo- litiek ten grondslag te leggen, zooals tot nu toe geschiedde. 8. Bij het nemen van de veels zins harde crisismaatregelen mo gen de eischen van sociale ge rechtigheid niet uit het oog wor den verloren. 9 Bij mogelijkheid van her vatting van opbouwenden arbeid zij ons program van beginselen en ons program van actie voor de stembus van 1929, voor zoo ver nog niet uitgevoerd, richt snoer voor de parlementaire actie. Verlaging Bonwvakloonen en Regeeringssteun. In een op het departement van binnenlandsche zaken gehouden bespreking tusschen de Interde partementale commissie en de vertegenwoordigers van werkge vers- en werknemersbonden in het bouwbedrijf, hebben de ver tegenwoordigers der organisaties aan de commissie mededeeling gedaan van het compromis, dat tusschen hen is getroffen teneinde aan den wensch der regeering tot verlaging der geldende arbeids voorwaarden tegemoet te komen. In de 4e kiasse, w.o. behooren Vüssingen en Middelburg, zijn de loonen thans geregeld als volgt: Geschoolden thans 55, wordt 50 ct., geoefenden thans 45, wordt 40 ct., ongeschoolden thans 40, wordt 35 ct. In de 5e klasse, waartoe een aantal kleinere gemeenten behoo ren bedraagt het loon voor ge schoolden thans 50, wordt 45 ct., geoefenden 40, wordt 35, onge schoolden thans 36, wordt 31. De nieuwe overeenkomst zal tot eind Sept. 1933 duren. LSC 67) HOOFDSTUK XXXII. Vroeg in den ochtend stond ik op. Het tumult van den vorigen dag, had nog tot laat in den nacht geduurd, zoodat alle gasten nog in diepe rust waren. We gingen op weg en kwa men tegen twaalf uur te Meudon aan. Het is onnoodlg alles te vertellen wat mijn verloofde en ik samen gelu- rende onzen rit bespraken den laatsten misschien, dien we voorloopig te samen zouden maken. Wat werden er een beloften gewisseld en wat be treurden we het nu, dat we zoo haas tig hadden gehandeld. Mevrouw de B ühl had de vriendelijkheid gehad. zT-h bij Franchette te voegen, ten einde ons zooveel mogelijk alleen te laten. Eerlijk grz'gd v.o >g de aar- slaande scheiding ons zwaar op het ha>t. Af en toe wisselden we een paar woorden en reden met een be zwaard gemoed verder. Hoe meer we Mtudon naderden, hoe stiller we werden. Voordat we de stad bereikten zoo dat wij nog alleen van uit de verte het kasteel kenden zien, waarop de banieren van Frankrijk en die van de Bourbons naast elkander wapperden, kwamen we in een stroom van reizi gers terecht, die op weg waren naar Parijs, om zich daar bij de legers te voegen. De weg was hier en daar versperd door karren met levensmiddelen en ammunitie; renboden draafden af en aar., terwijl ruilers de lucht vervulden met het getrappel hunner paarden. Nabij Meudon hielden we stil om te vragen, waar de prir.SiS van Navarre haar verblijf had. Toen ik vernam, dat ze een huis in de stad bewoonde, terwijl haar broeder zich in het kasteel ophield en de koning te St. Cloud was, bracht ik mijn gezelschap naar een zijweg en van de Cid springend viel ik voor mijn verloofde op de knieën neder. Freule, zeide ik vormelijk en zoo luid, dat iedereen het hooren kon, de tijd is gekomen. Ik durf niet vei- der mei u te gaan. ik verzoek u daarom te bevestigen, dat in denzelf den staa1, waarin ik de zorg voor u op me nam, ik u nu wederom aan uwe beschermers teruggeef, opdat het alles me' uw goedvinden is gebeurd. Zij boog het hoofd en legde haar ongebandschoende hand op de mijne. Mijnheer, zeide ze met een ge broken stem, ik heb hier r.ieis aan toe te voegen, en hierbij nam ze haar masker af en zag ik dat de tranen iangs haar bleek gezieb jrolden. Dal men u moge beschermen, mijr- heer de Marsac, girg ze voort, terwijl ze haar gelaat dicht bij het mijne bracht, en dat u alles moge gewor den wat ge wenscht. Als dat ntet ge eurf, mijnheer, en u voor wat u gedaan hebt zult moeten boeter,, dan zal ik mij uit het leven terugtrekken. Mijn hart was te vol om te spreken en ik vatte dus haar hand en kuste die lang. Ik bleef staan wuiven loidat ze onder de hoede van Simon Fletx en de lakeien uit het gezxht waren verdwenen en keerde toen langzaam om, paard en reed stapvoets naar het ka steel. Het was gemakkelijk genoeg te vinden, want bij den eersten hoek, dien ik omsloeg, zag ik de oprijlaan voor me. Op het voorplein liepen verscheiden bedienden af en aan, ter wijl de stalknechts er met hun paarden bezig waren. Ik stond er een oogenblik naar te kijken, toen er opeens een man op mij toekwam, die mij op zachter, toon vroeg of ik mijnheer de Marsac was. Ja, zeide ik, ik ben de Marsac, maar u ken ik niet Dat doet er niet toe, ik heb al drie dagen op u gewacht, antwoordde hij, de heer de Rosny heeft uw boodschap ontvangen en mij verzocht u dit te geven. Hij overhandigde mij nu een briefje. Van wien vroeg ik. Maignan, zeide hij kortaf, en na voorzichtig om zich heen gekeken te hebben, liet hij me alleen staan. Ik maakte het briefj2 open en las: Ga weg en vlucht. Uw vijand is hier en degener, die het goed met u voor hebben, zijn machtdoos. Ik las de boodschap met een onver- sch l ig gezicht. Na al'es wat ik gedaan en overwonnen had, na al de moei lijkheden en gevaren, die ik het hoofd had weten te bieden, kon ik ter niet toe komen om me zoo af te laten schepen. Ik nam me alleen voor om mij op een afstand te houden van de Rosny, die me deze boodschap ongetwijfeld had gestuurd en dien ik niet in moei lijkheden wilde brengen. Ik reed dus het hek blnrren. Op de binnenplaats merkte ik verscheiden lieden op, dien ik een half jaar van te voren aan her hof te St. Angely ook had gezien, Ik zag er door mijn kleeding zoo geheel anders uit, dat niemand mij herkende. Ik bukte me naar een van hen en vroeg of de koning van Navarre op het kasteel was. Hij is naar St. Cloud gegaan om den koning van Frankrijk op fe zoeken, antwooidie de man. Hij wordt binnen het uur terug verwach*. Ik dankte hem en berekende dat ik nog den tijd had voor de komst van Turenne, steeg af en begon bij den kasteelmuur cp en neer te kopen. Terwijl ik daar zoo wachtte, begon ik het onaangename gevoel te krijgen van iemand, die in een valsche positie verkeert. Het was eigenlijk meer dan. vreemd, dat ik te midden van een s'reis aangroeiende menigte, op. dan koning stond te wachten. A's ik me echter aan het slut liet aandienen en men mijn naam hoorde, liep ik nog meer kansom niet bij hem te worden tjegsla'e i. Toen ik weer even opkeek zag k een edelman, die het voorplein opreed. Het was de heer Forget, de secretaris van den koning. Hij scheen mij op t; merken, groette me met een stijve hoofdbeweging en kwam naar me toe. Ik geloof, dat ik met den heer de Marsac spreek, zeide hij op zachten toon. Ik antwoordde bevestigend. Neemt u dan een goeden raad van tnii aan, zeide hij op drogen foon. Gaat u liever hier vandaan en ver laat zoo gauw mogelijk Meudon. Ik dank u voor uw raad, zeide ik, hoewel ik zrer schlikte bij zijn woorden. Wat gebeurt er ais ik uw raad niet opvolg? maar die voorzichtigheid zal niets geven. Hij draaide z ch ora en was in een oogenblik verdwenen. Ik zag hem het slot binnengaan en er kwam een ellen dig gevoel over mij. Ik begreep dat litj uit naam van den koning sprak en ik moest weer denken aan hetgeen deze mij gcz*gd had, toen hij mij met mijn opdracht belastte. „Ik kan u in geen enkel opzicht van dienst zijn. Reken dus nooit op mijn hulp" en ik herinnerde mij, dat de freule en ik iels begonnen waren, waarover ik, als ik alleen was geweest, nooit gedacht zou hebben. Plolseling werd ik in mijn over peinst, gen gestoord door ho fgetiap- pel. Het opdringen van de menigte verried dat de konrng in aantocht was. Bes ffend dat nu het oogenblik voor mij gekomen was, trad ik naderbij en zag den kening vau N rvarre aanko men. Omgeven door een stoet van rijk pekleede edellieden, kwam hij iangzaam het voorplein opijder. Hij keek met opgeheven hoofd in het rond en z g er zoo waardig en tevens zoo opgewekt uit, dat niemand het betwij felen kon of hij was de groote man, zeker van de overwinning. De menigte schreeuwde: Leve Navarre en hij boog met schitterende oogen. Een afgevaardigde van een troepje n e ischen uit Arcuei', die zich te be klagen hadden over het ontzettend groote aantal soldaten, dat bij hen was ingekwartierd, trai nu naar voren. De koning ontving den ouden man met vriendelijken blik en bukie zich otn te hooren, wat hij te zeggen had. (.Wordt vervolgd),

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1932 | | pagina 1