Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen.
Een moeilijke taak.
No. 43
DINSDAG 30 AUGUSTUS 1932
48e .laarfir.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
èafisr.lS^
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag II ure.
Dnitschland.
Met het naderen van den dag,
waarop de nieuwe Rijksdag voor
het eerst bijeen zal komen, nemen
de geruchten omtrent hetgeen t:
gebeuren staat de meest fantas
tische vormen aan. Men breekt
zich het hoofd over de houding, j
door de regeering jegens het par
lement aan te nemen en verleent
aan de fantasie vrij spel. Uiter
aard wordt daarbij een eventueel
herstel der monarchie niet ver
geten, zoodat de bewering, als
zou het kabinet-von Papen in
die richting zeer bepaalde plannen
koesteren, momenteel opgeld doet,
ofschoon daaromtrent natuurlijk
niet de minste zekerheid bestaat.
Wat den Rijksdag betreft staan
we al dadelijk op meer vasten
bodem ten aanzien van de naaste
toekomst, hoewel volstrekte zeker
heid ook ir. dit opzicht niet be
staat. Er kan vooralsnog slechts
sprake zijn van waarschijnlijk
heden, maar die dan de zekerheid
vrij dicht naderen. Dit geldt in
elk geval voor de aanvallen, waar
aan de regeering van de zijde
der volksvertegenwoordigers zal
worden blootgesteld. Daaraan
behoeft niet de minste twijfel
te bestaan, evenmin als aan het
feit, dat die aanvallen van vrijwel
alle zijden zullen loskomen. Na-
tionaal-socialisten en communis
ten, centrum en sociaal-demo
craten, zij allen zullen tegen het
kabinet-von Papen te velde trek
ken en wanneer ze daartoe ge
legenheid krijgen, in verschillende
moties blijk geven van hun wan
trouwen in het beleid van het
huidige rijksbestuur. In dit voor
uitzicht kan het wel bijna niet
anders, of von Papen zal zijn
toevlucht nemen tot krasser mid
delen, waarvan ontbinding van
den Rijksdag het meest voor de
hand liggende is. Mocht de re
geering trachten, het parlement
een ongevraagde vacantie te be
zorgen, dan zou onmiddellijk op
nieuw bijeenroeping worden ge
eischt met grooter meerderheid,
dan door de grondwet wordt
voorgeschreven. Teneinde den
tegenstanders den wind uit de
zeilen te nemen, zou von Papen
elke uiting van wantrouwen kun
nen voorkomen, door reeds aan
stonds tot de uitvoering van dien
maatregel over te gaan, om daar
na, evenals tot dusver, met be
hulp van noodverordeningen ver
der te regeeren. Aan de daaruit
voortvloeiende halfslachtige dic
tatuur zijn de Duitschers nu zoo
langzamerhand wel gewend ge
raakt, zoodat ze stellig niet vreemd
zullen opkijken als die maatregel
wordt doorgevoerd, welke trou
wens niets anders beteekent dan
bestendiging van den bestaanden
toestand. Anders staat het even
wel met een ander uitvloeisel der
parlementsontbinding, namelijk
het uitschrijven van nieuwe ver
kiezingen, welke binnen 60 dagen
gehouden moeten worden, nadat
het besluit van kracht is ge
worden.
Het voortdurend beroep op het
kiezersvolk zal eindelijk wel gaan
vervelen, temeer, daar van een
nieuwe stembusuitspraak binnen
zoo korten tijd bezwaarlijk sterke
wijziging in de partijverhouding0!!
kan worden verwacht. Echter
levert het spelen van dit spelletje
voor het kabinet-von Papen het
eenige gemakkelijk aan te wenden
middel op om in functie te blijven,
zonder de bepalingen der grond
wet al te zeer geweld aan te doen.
En als Hitier zijn partijgenooten
mocht oproepen tot gewapend
verzet, wijl hij dit spel moede
wordt, is eveneens de beste kans
voor von Papen weggelegd, daar
de rijksweer nog steeds een be
trouwbaar instrument is voor het
keeren van wanordelijkheden.
ENGELAND.
De Nederlandsche uitroer.
In een onderhoud, dat de Lon-
densche correspondent van de
„Tel." had met den secretaris
van de Nederlandsche Kamer van
Koophandel te Londen, den heer
M. Wijnand Wolff, werd dezen
gevraagd naar zijn megning om
trent den invloed van de te Ot
tawa gesloten overeenkomsten op
den Nederlandschen uitvoer naar
Engeland. De heer Wolff zeide
een afwachtende houding te moe
ten aannemen Op de eerste
plaats moet het parlement nog
zijn goedkeuring aan de overeen-
komst hechten en verder is in
het verleden gebleken, dat het
grootste gedeelte van dergelijke
maatregelen meevalt, en dat, wat
op het oogenblik fnuikend lijkt,
later als men zich heeft aange
past, in werkelijkheid niet zoo
ernstig is. Dat wil niet zeggen,
dat de heer Wolff den toestand,
waarin de geheele wereld op het
oogenblik verkeert, niet ernstig
inziet; hij is echter van meening,
dat men, voor men precies weet
wat de verschillende overeen
komsten inhouden, niet te pessi
mistisch behoeft te zijn.
Men moet niet vergeten", ging
de heer Wolff voort, „dat de
winsten, die de importeurs hier
te lande hebben kunnen maken,
vaak zoo groot zijn geweest, dat
als deze marge iets geringer wordt,
er toch nog profijt voor de irn
porteurs overblijft. Jarenlang heb
ben bijvoorbeeld de importeurs
van Nederlandsche producten ge
klaagd over de lage prijzen, die
hier te lande gemaakt konden
worden voor er nog eenige sprake
was van invoerrechten. Dat komt
omdat de importeurs alhier
de goeden niet te na gesproken,
steeds abnormaal hooge winsten
wilden maken. Nederland heeft
dit ten deele zichzelf te wijten,
omdat de kwaliteit van Neder
landsche producten vroeger te
ongelijk is geweest, zoodat prima
importeurs, die op geregelden
afzet en gelijkmatige kwaliteit
gesteld waren, liever geen Neder
landsche producten afnamen en
de Nederlandsche exporteurs voor
een deel waren aangewezen op
importeurs van den tweeden en
derden rang.
Gelukkig is hierin thans zeer
veel verbetering gekomen.
Een andere overweging is, dat
op het oogenblik de prijzen ab
normaal laag zijn. Op den duur
zullen hoogere prijzen gemaakt
moeten worden, waardoor de in
voerrechten proportioneel minder
zwaar zullen drukken.
„Men kan het Engeland, dat
tot dusver een vrijhandelsland is
geweest, niet kwalijk nemen,
aldus vervolgde de heer Wolff,
dat het met het oog op de
tariefmuren, die het om zich heen
ziet rijzen, tracht te voorkomen,
dat het de „dumping ground"
wordt voor de geheele wereld.
Aan den anderen kant heseffen
echter velen hier zeer goed, dat
wanneer men op den duur den
export naar vreemde landen bui
ten het Empire wer.scht te be
vorderen, concessies gedaan moe
ten worden, aangezien men weet
dat de uitsluitende uitwisseling
van goederen met de Dominions
alleen niet in staat zal zijn Enge
land opnieuw tot bloei te bren
gen".
Nogmaals verklaarde de heer
Wolff niet te pessimistisch te
willen zijn en eerst te willen af
wachten wat er gebeuren zal.
Ten slotte wees hij er nog op,
dat wel bekend is dat vele ta
rieven gemaakt of voorgesteld
zijn om als represaillemaatregelen
of dreigementen te dienen Wel
nu: Nederland heeft als vrijhan
delsland in 't verleden niemand
een handbreed in den weg gelegd
wat den invoer betrof, minder
zelfs, dan de eigen kolonies van
landen, die thans tarieven hebben
ingevoerd. Hierdoor heeft Neder
land dus een moreel recht om
aanspraak te maken op een meest-
begunstigingsbehandeling. „Of
schoon er mij niets van bekend
is, zeide de heer Wolff
heb ik het vaste vertrouwen dat
Nederland, zoodra hiertoe gele
genheid bestaat en dit moet
wel spoedig het geval zijn, wil
men niet te laat komen stap
pen zal ondernemen om te wijzen
op die aanspraken, zoodat bij
eventueele concessies Nederland
de plaats kan innemen, die het
volgens zijn vrijhandelspolitiek
toekomt en die volgens mijn
meening, feitelijk niet mag ach
terstaan bij de begunstigingen,
die te Ottawa verstrekt zijn".
Massastaking.
Als een donkere wolk werpt
het conflict in de textielindustrie
een schaduw over het leven in
good old England. Niet minder
dan 400.000 arbeiders, spinners
en wevers, maken zich op om
het werk neer te leggen op bevel
van de leiders der vakvereni
gingen. Er is langdurig gepraat
en onderhandeld om een uitweg
te zoeken, waardoor werkgevers
en werknemers gebaat konden
zijn, maai vergeefs. De eischen
en wenschen der beide partijen
blijken niet met elkaar in over
eenstemming te kunnen worden
gebracht en de staking was on
afwendbaar.
Daarbij blijft het niet. Onder
het personeel van het Londensche
autobus-bedrijf woelt en gist het
in verband met een aangekon
digde drastische loonsverlaging.
En het stop zetten van het werk
daar zou er ongetwijfeld toe lei
den, dat ook bij andere verkeers
diensten, zelfs bij andere takken
van bedrijf, de arbeiders solida
riteit zullen betoonen door even
eens het middel der staking aan
te grijpen om reeds lang ge
koesterde wenschen te verwezen
lijken en verdere vermindering
der loonen tegen te gaan.
Spanje.
De Spaansche generaal Sanjurjo
is begeleid door 8 politiemannen
in de militaire gevangenis te
Duesse aangekomen.
Generaal Sanjurjo blijft eerst
eenige dagen in zijn cel opge
sloten en zal dan, tegelijk met de
overige gevangenen iederen dag
een uur op de binnenplaats der
gevangenis mogen wandelen.
De drie tegelijk met Sanjurjo
veroordeelde oproerlingen zijn in
de militaire gevangenis te Madrid
opgesloten en men weet nog niet
naar welke inrichting zij zullen
worden overgebracht om hun straf
uit te zitten.
In de militaire gevangenis te
Madrid bevinden zich thans 18
generaals, 5 andere hooge offi
cieren, 10 onderofficieren en 33
soldaten.
Wordt veryc!»'L
!5\
62)
Fresnoy alleen slaagde er in zich op
een paard te werpen. Maignan deed
dit eveneens cn nu had er een wilde
jtcht plaats, die enkele minuten
duurde.
Spoedig begon Maignan terrein te
winner, tot hij naast Fresnoy reed.
Deze sloeg in wanhoop zijn paard met
zijn zwaard (hij scheen geen zweep
bij zich te hebben), zoodat het dier
een sprong maakte en Fresnoy xn e
den nek van het dier op den grond
buitelde.
Maignan steeg af en boog zich over
den grond, maar Fresnoy stond niet op.
Spoedig kwam een der ruiters mij
vertellen, dat hij den nek had gebrr -
ken. Ik kon niet anders dan dankbaar
zijn om den dood van den man, d>e
het er steeds op toe had gelegd mij
ten gronde te richt n.
Nauwelijks was ik omgedraaid, of
ik zag freule de la Vire met o'Agen
aankomen.
Haar hand was nog verbonden en
haar japon, dezelfde die ze in Blois
droeg, was gescheurd en modderig.
Haar haar zat in de war en haar gr*
Zicht was doodsbleek. Ze zag er zoo
Uitgeput en ellendig uit, dat ik vreesde
Öat ze ziek was.
Toen ze me zag. werd ze plotseling
vuurrood. Ever, keek ze me radeloos
aan, en ineens sprong Zenaar mij toe.
Als ik niet achteruit was getreden,
had ze zeker mijn handen gegrepen.
Mijn hart werd van zoo n blijd
schap overstroomd, dat ik mijn geluk
nauwelijks wist te verberger. Mijn
jaloezie voor d'Agen was ik geheel
vergeten. Daar ik het echter beter
vond haar niets te verteilen van het
geen er inet de Biiihl gebeurd was,
zeide ik op ernstigen toon Freule,
ik ben zeer gelukkig door uw bevrij
ding. Een van uw vijanden is dood
en de andere is onmachtig nog ie's
tegen u te beg;nnen.
Ik denk op het oogenblik niet
ove-r mijn vijanden, antwoordde ze
haastig. Ik denk alleeu maar aan
de hulr, die mijn vrienden mij ver
leend hebben.
In ieder geva! wilde ik u vragen
om hier niet langer te blijven, maar
om met den heer o'Agen r.aa- het bosch
te gaan. Hij zal alles in het werk
stellen om het u zoo aangenaam mo
gelijk te maken.
En u dan, mijnheer de Marsac
vroeg ze met een allerliefste ultdrul-
king van verlegesheid
Ik moet hier nog blijven, ant
woordde ik.
Waarom vroeg ze, de wenk
brauwen even fronsend.
ik wist niet op welkz wijzj het
haar te vertellen, en zeide eindelijk
Er moet toch iemand bij mevrouw de
Brühl blijven?
Maar als mevrouw Iemand bij
zich moet hebben, dan kan ik wel
naar haar toegaan 1 riep ze uit.
Dat nooit, zeide ik verschrikt.
Ik weet niet hoe ze deze woorden
opnam, maar haar gezicl t kreeg een
harde uitdrukking, Ze wilde weer op
mij toekomer, maar wederom aan het
eevaar denkend, mompelde ik
Kom alstublieft niet dichter bij, freule.
Ze keek me verbaasd aan en wendde
zich toen met een sarcastisch lachje
van me af. Laat het dan zoo zijn,
mijnheer, als u dat zoo graag hebt.
Mijnheer o'Agen, als u niet bang voor
me bent, gaat u zeker wel met mij
mede.
Ik bleef hen zwijgend na staan
kijken. Binnen een paar dagen zou
alles in orde zijn, dacht ik. Ik zeg dat
ze lusteloos voortliep, maar ik troostte
mij met de gedachte dat ik haar spoe
dig opheldering van alles zou kunnen
geven.
Na een oogenblik kwam Maignan
mij vertellen, dat er van onze paarden
geen er kei mankeerde, doch van mijn
mannen waren er vier weg, die met
die van de B ühl op den loop waren
gegaan.
Het waren de tWee lakeien van
o'Agen en de bedienden, die de Ratn-
bouillet mij geleend had. Maar nu ik
mijn opdracht achter den rug had,
was het verlies niet al te groot.
ik vertelde Maignan, dat de Bitihl
de pest had en verzocht hem om in
de bc»schen»een kamp in orde te
maken en in de herberg, waar wij
overnacht hadden, levensmiddelen te
gaan halen.
Hij beloofde dat hij er voor zorgen
zou en vroeg me, wat ik van jslati
was om te gaan doen.
Er moet iemand bij mevrouw de
Brühl blijven, zeide ik, en aangezien
ik al met den heer de B ühl in aai -
raking ben geweest, ben ik daar de
aangewezen persoon voor.
i Maar mijnheer de Marsac, dan
zult u ook de pest krijgen en dooo
gaan I riep hij ontzet uit.
Dat zal zoo'n vaart niet loopen,
zeide ik op luchtigen toon. Ais rk
soms aangetast mocht worden, dan
zou ik nog wel graag een boodschap
aan den heer de Rosny medegeven.
Simon Fleix heeft pipier en inkt bi,
zich. Ik wilde den heer de Rosny
namelijk laten weten, dat zijn knecht
Maigt an mij tot het laatst toe als een
dapper soldaat en een trouwe vriend
gediend in eft. Wat mijn vriend?
zeide ik, toen ik zag dat hij zeer ont
roerd was. Het is waar en ik wil
dat tie baron dit weet. Ga Simon
Fieix dus halen en wees voor den hier
d'Agen wat je voor mij geweesi bent.
Hij gromde een paar maal om zijn
aandoening te verbergen, en verliet
mij vervolgens Zwijgend stond ik hen
na te kijker, terwij! ze met de paarden
in het bosch verdwenenik voelde
een verlatenheid over mij komen.
Toen ik er evenwel over dacht dat
ik gedurende mijn verblijf te St. Jean
d'Angely heel wat eenzamer was ge
weest, dwong ik me zelf om vroolijk
te zijn en werkelijk een weinig opge
monterd ging ik haar de kamer van
mevrouw de Biühl.
Ik zal niet larg uitwijden over wat
er de vijf dagen, die volgden, voor
viel. Alleen moet ik even vertellen,
dat Simon Fieix mij niet wilde ve -
laten en dat hij alles in het werk
stelde om mij van dienst te zijn,
zoodat ik de wijze, waarop hij me
verraden had, geheel en ai vergat.
Ik had bovendien zijn hulp hard
noodig, want ik voelde da: mijn
krachten mij begaven en ik me zeer
in acht moest nemen, om niet var.
uitputting te bezwijker. Ik begaf mij
op een kamer in het kasteel te ruste
en moet daar ziek geworden zijn, of
bewusteloos, want toen ik ontwaakte
bevond ik mq in het gereedgemaakte
kamp In het bosch. Zonder dat ik er
maar iets van bemerkt heb, had men
mij daar heen gedragen, bevreesd als
men was. dat ik in de vunzige zalen
de vreeselijke ziekte zou oploopen.
Ik voelde mij spoedig thuis en begon
er aardig bij kennis te komen en op
te knappen. Ds zonnestralen, die inct
den dag warmer begonnen te worden,
werden verzacht door het teedere
groen der ontluikende boomen.
Freule de Ia Vire en mevrouw de
Brühl met Franche te en Simon Fleix
kampeerden op enkele pasaen afstand
van mij, terwijl de heer o'Agen met
de drie mannen die ons nog trouw
waren geb'even, een hut bewoonde, die
zich een minuut of vi,f verder bevond.
Maignan was na een weck naar zijn
meester, die hem noodig'had, terugg,-
keerd Dank zij het gezonde leven in het
bosch was niemand verder ziek ge
worden.
Ik kon niet zeggen hoe heerlijk de
tiid was, dien ik gedurende mijn he
itel in het bosch doorbracht, 's Morgens
met het gezang der vogels wakker te
w.orden,.den heelen dag in de schaduw
der boomen te liggen en dan te luis
teren naar de vrouwenstemmen. Geen
zorgen aan het hoofd en slechts aan
aangename dingen te denken het
was lang geleden sinds ik zulke ge
lukkige dagen had gekend,
i Ik 'begon nu ook op te merken dat
d'Agen en mevrouw de Brühl uitst -
kend met elkander opschoten en dat
ze aanhoudend elkanders gezelschap
zochten. Het gevolg daarvan was dat
freule de la Vire veel bij mij zat en
ik hoe langer hoe meer van haar ging
houden, zoodat het eindelijk de aan*
bidding werd van een tv\intigjarigen
minnaar,