1 Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen, No. 38. VRIJDAG 12 AUGUSTUS ll>32 48e Jaaiir. J. C. VINK - Axel. FEUILLETON. Een moeilijke taak. Raadsverslag. Di* blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER ADVERTENT1ÊN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Eerste Blad. De crisis-varkenswet is een dure wet, Men schrijft ons Naar wij vernemen, is de crisis- varkenswet jl. Maandag 8 Aug. in werking getreden en ligt het in de bedoeling volgende week met de heffingen volgens deze wet te beginnen. Het bedrag dezer heffing zal nog nader worden vastgesteld, maar zal vermoedelijk volgens de toelichting van den Minister bij de behandeling in de Tweede Kamer onzer StatenGeneraal, f 0,10 per Kg. geslacht gewicht van het geslachte varken bedragen. Deze voor ons volk diep in grijpende wet is in de Tweede Kamer op den laatstcn namiddag vóór de vacantie nog gauw onder veel vroolijkheid behandeld en aangenomen. We zijn eens aan het rekenen gegaan, welke bedragen daarmede aan onze gemeente alleen worden onttrokken en komen dan tot onverwacht groote getallen. Volgens ons verstrekte inlich tingen zijn ir. de gemeente Axel in 1931 ruim 1500 varkens in het slagersbedrijf geslacht en ruim 500 stuks volgens art. 6a der vleeschkeuringswet (huis slachtingen), totaal dus ruim 2000 varkens. Rekenen wij gemiddeld voor ieder varken een geslacht gewicht van 100 Kg., dan wordt dat 2000 X 100 Kgis 200,000 Kg. met een heffing van f 0,10 per Kg., dat is alleen voor onze gemeente een bedrag van 20,000 gulden, dat' de slagers jaarlijks aan deze heffing hebben te betalen en welk bedrag dezen op hun beurt moeten halen uit de beurzen van hun klanten. Deze heffing wordt dus een belasting," die óver het geheele land gerekend, tientallen milli- oenen guldens opbrengen zal. De vraag doet zich voor, zijn dergelijke wetten met hare ge volgen in dezen tijd voor ons volk geschikt en zou het voor onze plaatselijke bestuurderen geen dankbaarder object zijn een krachtige bezuinigingsactie te voeren tegen zulke maatregelen, dan voor het verlagen der minste ambtenaarssalarissen Ligt hierin ook niet de roeping onzer kies verenigingen, van welke groe peering ook, om gezamenlijk met alle geoorloofde middelen bij onze volksvertegenwoordigers tegen zulke heffingen te pro testeeren Een aaneengesloten krachtige actie kan hier veel verlichting aanbrengen. Wij hebben ter bevoegder plaatse geïnformeerd en vernemen van officiëele zijde, dat de heffing niet 10, doch negen cent per Kg. is. Toch vervalt o. i. daarmede niet de uitspraak aan het hoofd van dit schrijven gedaan en is ook een heffing van f18,000 een niet te onderschatten bedrag. Het lijkt ons een practisch reclame-middel voor vegetariërs, waar dan ten slotte veehandelaars en slagers weer de dupe van worden. Red. (Vervolg van het Tweede Biad). Dhr. 't GILDEHet is een antwoord op de woorden van dhr. Hamelink. Dhr. OGGEL: U moet zake lijk blijven. Dhr. 't GILDE: Dhr. Hamelink heeft mij beschuldigd te streven naar een wit voetje bij de kiezers. Dhr. HAMELINKDaarover noodig ik u uit tot een openba ren debatavond. De VOORZ. hamert, sluit het debat en roept tot de orde. Dhr. 't GILDE zegt dan het amendement van dhr. Van Kam pen over te nemen en om aan te vangen met f 1000. Dhr. HAMELINK wil ook uit zondering voor de pas aange stelde werklieden der gasfabriek, wat de h h. Setjhers en Ortelee steunen. Dhr. 't GILDE zegt daartoe niet bereid te zijn. Hij wil niet blij ven schipperen om het voorstel er door te krijgen en zeker niet terwille van een s.d.a.p'er. Dhr. DERUIJTER: Hoeveel verdienen die menscheft De VOORZ.f 1040. Het voorstel Hamelink tot dit amendement wordt verworpen met 7 tegen 6 st. Tegen het voorstel stemmen de h.h. J. de eijter, 't Giide, van Kampen, de Ruijter, Verschelling, van de Bilt en Dieleman. Het voorstel-'t Gilde, dat nu i luidt 3 pet. korting op salarissen i van f 1000 tot f 2000 en 5 pet. voor hoogere, behalve dan het salaris van den 2en en 3en amb tenaar ter secretarie, wordt met tegen 6 st. aangenomen. Tegen de h.h. J. de Feijter, Hamelink, Oggei, Seghers, Van de Bilt en Dieleman. De korting gaat in met 1 Aug. 1932. d. Verzoek van A. de Visser om f 750 loon als ambt. van de arbeidsbemiddeling. De VOORZ zegt, dat dit ver zoek breedvoerig besproken is en men het beter achtte de jaar wedde nog niet te veranderen. Dhr. VAN DE BILT zegt, dat hij er altijd nog tegen is geweest, om buiten de begrooting om posten te verhoogen en het spijt hem, dat voor de salarissen de begrooting weer gewijzigd is. Waar dat toe leidt zien we in de pas gehouden besprekingen, we hebben weer een begrootings- debat gehad en dat zal zich steeds herhalen. Bij de begrooting komt alles aan de beurt en heeft men dat eens per jaar, terwijl we het nu zoowat elke zitting hebben. Spr. zal daarom tegen het voor stel stemmen. Spr. geeft toe, dat die betrekking thans te weinig betaald wordt, maar dat salaris is ook jaren gegeven, toen De Visser er niets voor doen mocht. Spr. zou daarom liever bij de begrooting voor 1933 een be slissing nemen. Dhr. OGGEL sluit zich daarbij aan. De agent heeft het geld langen tijd gekregen, toen er zoo goed als geen werk aan was en daarom zou hij liever met de begrooting dit salaris herzien. Spr. zal er tegen stemmen. De VOORZ. zegt als minder heid in het college een andere meening te hebben, omdat hij weet, dat de correspondent vooral de laatste twee jaren buitenge woon veel werk heeft gehad aan zijn ambt. Nu was spr. niet van plan om wijziging voor te stellen, maar aangezien voor een deel van de ambtenaren de wijziging van salaris is aangenomen, is het z.i. ook billijk, dat een amb tenaar die nog niet voor de helft van zijn arbeid betaald wordt ook beter bezoldigd wordt, Dhr. DE RUIJTER staat op het standpunt, dat de man voor z'n werk betaald wordt. Dat gebeurt ook in het particuliere bedrijf en daarom is er z i. niets tegen, om dit salaris te verhoogen. Het geheele College spreekt uit, dat het salaris te laag is en dus zit er niets in om het te verhoogen We kunnen die onbillijkheid niet handhaven, al vindt spr. f750 nogal aan den hoogen kant. Spr. stelt voor om f 500 te geven. Dhr. VAN DE BILTIn dezen gedachtengang zou dus bij min der werk .ook het salaris weer verminderen Dhr. DE RUIJTER Als het werk tot het minimum is gedaald, dan zeer zeker. Maar thans verdient de man nog geen 20 cent per uur. Hij heeft 's morgene een paar uur zitting op het kantoor, houdt toezicht op de werkloo- kassen, dat een uur of 6 vordert, correspondeert met andere ge meenten om menschen te plaat sen en moet stukken bestudeeren, dat alles vordert ongeveer 20 uur per week en dat voor f 250 sa laris. Spr. acht het een plicht om hem te betalen, naar hetgeen hij doet. Dhr. HAMELINK is ook van meening, dat het salaris te laag is. B. en W. zijn er wel tegen om de begrooting te wijzigen, maar dat heeft weinig te maken met den Raad, die het een paar minuten geleden nog deed. Spr. kan meegaan met het voorstel van dhr. De Ruijter. Misschien is het salaris dan nog niet in orde, maar dan kan dit bij de begroo ting bekeken worden. Hij wordt dan nu toch redelijk betaald. Als hij nu nog geen f5 per week heeft, is d2t te weinig. Dhr. VAN KAMPEN kan zich ook niet vereenigen met het idee van de wethouders, maar acht f 500 genoeg. En als erkend wordt dat de Visser te weinig verdient, maar om principiëele verhooging wordt uitgesteld, dan ontbreekt daar alle rechtsgrond aan. Dhr. VERSCHELLING zal zich bij de weth. aansluiten, maar dan moeten die eens een kijkje nemen op het kantoor van de Visser dat hebben ze nog niet gedaan, naar hij vernam. Spr. zou gaarne zien, dat hem bij de begrooting werd toegekend, wat hem toe komt. Dhr. DIELEMAN is ook over tuigd, dat er heel wat werk aan is en wil daarom ook het salaris herzien. Dhr. DE RUIJTER begrijpt niet, dat als allen zeggen dat het sa laris te gering is, men niet zoo spoedig mogelijk zoo'n misstand opruimt. Het voorstel van dhr. De Ruijter wordt aangenomen met 7 tegen 6 st. Tegen de h.h. Iz. de Feijter, 't Gilde, Oggel, Ortelee, Van Ben- degem, en Van de Bilt. 11. Wijziging gcmecntebc- grootlng. B. en W. stellen voor de in komsten te verhoogen, wegens renten van tijdelijk belegd kas geld f 200, opbrengst van waar schuwingen f 75, bijdrage van het Rijk voor werkverschaffing f 5000, oninbare belasting welke alsnog is geïnd f 26,25, terugontvangst van het Rijk wegens voorschotten f750, totaal f6051,25; de uitgaven te verhoogen we gens premie voor verzekering tegen diefstal van kasgeld f 20, (Wordt vervolgd)» AXELSCHE COURANT Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. 57) Ik reed zoo snel mogelijk achterop en hoopte dat we buiten wel een of andere herberg zouden zien staan, om uit te rusten. Een halve mijl buiten de wallen vonden we een tweede kamp. Een luid gezang en lawaatï^e muziek was het teeken, dat het los zinnig element van de stad daar zijn toevlucht had gezocht en nu imt drinken en andere uitspattingen hun tijd trachtte door te brengen. Toen ze ons zagen, kwamen er enkelen hikkend op ons toe en wenkten ons met wilde gebaren om zich bij hen te voegen, maar ik riep dat we verder moesten, en dreef mijn man schappen tot spoed aan. Een halve mijl verder stegen we af en rustten uit in de schaduw van een eiker,- boschje. Bevreesd, dat mijn mannen er van door zouden gaan, stuurde ik den heer d'Agen en Simon Fie X naar een naburige woning om voedsel en drin ken te halen. We drenkten de paar den aan een beek en zetten een half uurtje later een weinig opgefrischt onzen weg voort. Mijn ruiters echter voelden Zich hraar half op hun gemak en hun on rust vermeerderde nog toen we ineens een man tegenkwamen, die ons jam merend vertelde, dat hij zijn vrouw en vier kinderen door de pest verloren had. Een eindje verder vonden we een taoeder met een kind dood bij een beek liggen en in de buurt van Lortier zr. gen w; een rijtuig op den weg staan waarin zich een dame bevond, wier bede kamervrouwen doodziek naast haar lagen. Ze vertelde mij, dat haar man in Parijs was en dat de eene helft van haar bedienden was gevluctt en dat de anderen dood waren. Ze had echter al haar zelfbeheersching behou den en vertelde mij, dat het gezelschap van de B ühl een paar uur geleden was voorbij gekomen. Het beeld van die vrouw, die ons zoo rustig nakeek, toen we wegreden terwijl haar kameniers luide klachten aanhieven, bleef me lang bij. Ik be treurde mijn onmacht om haar t' hel pen. Later vernam ik, dat ze ook door de ziekte werd aangetast en met haar beide vrouwen stierf, Hetgeen we zagen, want telkens kwa men we nieuwe ongelukkigen tegen werkte niet mede om mijn gezelschap moed te geven. We gingen langzamer voort dan den eersten dag en ik moest de hoop opgeven om de B ühl nog voor den avond in te halen. Ik was echter blij, dat het donker werd, want daarmede werd ook de blauwe mist, die mijn mannen met schrik vervulde in het duister gehuld. We bevonden ons weldra tn een heuvelachtig landschap met smalle boschpaden en diepe ravijnen. Toen we over een rotspad gingen, d;.t langs een diepen afgrond voerde, zag ik dicht bij een licht schijnen. Ik stuurde Maig- nan naar het huis, om te zien of hij geen gids kon bemachtigen. Hij kwam een oogenhlik later met een boer terug die een lantaarn in de de hand droeg. Ik wilde den man juist vertoeken om ons in de diepe duisternis voor te gaan, toen Maignan riep dat hij nieuws had. Ik vroeg wat voor nieuws. Kom, spreek op stommeling, zei- de Maignan, terwijl hij de lantaarn op hield, zoodat het licht het verwilderde gezicht van den man bescheen. Die andere lui zijn hier een uur voor zonsondergang langs gekomen, zeide de man. Ik zag re aankomen en verstopte mij. Bij den afgrond krt - gen ze ruzie. De eene helft wilde verder gaan en de andere niet. Waren er ook dames bij vroeg mijnheer o'Agen. Ja, twee, edele heer. Per slot van rekening zijn ze uit angst voor de pest de rivier niet over getrokken, maar naar het westen in de richting van St. Gaultier gereden. S'. Gaultier 1 zeide ik, waar is dat Hoe moit je daar komen Maar de boer kon het mij niet zeg gen. Hij keek me met suffe oogen aan en zweeg. Doch opeens'sch eeuwde Maignan dat de vent nog meer wis*. Wat vroeg ik. Wel, hij hoorde hen zeggen waar zij den nacht wilden doorbrengen. Ha! riep ik uit. En waar? In een oud vervallen kastee', twee mijlen hier vandaan, halfweg S'. Gaultier, antwoordde Maignan. Ongeduldig sprong ik van mijn paard en riep den man toe, dat hij ons langs de afgrond zou brengen. De zekerheid, dat de Br ühl en zijn gevangenen niet ver af waren en de kins dat we ze misschien binnen het uur zouden kunnen inhalen, verdreef voor een oogenblik onze bange ge dachten. De mannen, die uren lang voort hadden gereden zonder een mond open te doen, vonden hun stemmen terug en begonnen zelfs luidkeels tc zingen. Deze verandering >ai stemming, die mij zeer verlichtte, stelde mij in staat om rustig na te denken over wat mij te doen stond. Zou ir ze aanvallen of hen omsingelen? We waren met z,n elven, zij met twaalven. Dit maalte weinig verschil uit, daar Maignan wel tegen twee mannen op woog. Het ec- nige was dat een nachtelijke aanval in een vreemde streek mij nogal gewaagd voorkwam, boverd en was lk beangst dat in de verwarring misschien de beide vrouwen letsel zouden oploopen. Deze overwegingen deden me ertoe besluiten om liever den volgenden dag af te wachten. Ook de inlichtingcr, die de bewoners van een naburig gehucht mij o--er de wegen gaven, versterkten dat beslui! nog. De weg, dien de B ühl genomen had en die langs een diep ravijn voerde was reeds met den dag mopilijk te be rijden en met den nacht dus geheel onbegaanbaar. Het kasteel lag op een afstand van twee mijl en aan den zoom van een woest boschlandschap, zoodat ik be greep dat ik er mijn uitgeputte man nen niet toe zou kunnen bewegen om r.og verder te gaan. Toen ik hen mijn besluit mededeel de sarong ineens Franchette op mij af en vroeg mij, vuurrood van woede waarom we niet verder gingen. Haar wilde gebaren, haar kreten en de woe dende verwijlen, die ze mij deed ten aanhoore van mijn manschappen, deden mij niet bepaald aangenaam aan. Wat riep ze heftig. U noemt u zelf een edelman en gaat hier rustig slapen, terwijl mijn meesteres op twee mijl afitind misschien vermoord wordt of eiger. Twee mijlen. De duivel hale je twee mijlen* lk xou ze blootsvoet» kunnen afieggen. En jullie, noemt jezelf mannen en stemmen er in toe om hier te blijven. Jullie bent een stel diendelingen, lafaards. Geef me even zooveel vrouwen en..., Hou je mond, mensch, zeide Maig nan op dreigenden toon. Je hebt ja zin gehad, dat je nut ons mee mocht gaan, en nu heb je je aan ons te on derwerpen. Maak dat je weg komt en ga kijken of er geen eten voor ons te krijgen is Wat moet ik jullie eten gaan hhlen schreeuwde ze. Haal zelf je eten, ezelskop. Dat is het eenige waai- over jullie denkislapen en eten. Zwijg! beet Maignan haar woe dend toe. Als je je mond niet ver kiest te houden, dan zal ik je een koude onderdompel.ng geven in die rivier daar. Maak dus dat je weg komt, ging hij door, haar naar de herberg voortduwend. We zijn maar huurlingen en als je niet oppast zal je dat ondervinden. ik hoorde haar in de duisternis luid jammeren en ik voelde mij machteloos om haar een verwijt te maken over een toewijding, die zooveel grooter was dan de mijne. De mannen gingen hun paarden stal len en zochten een nachtverblijf op. d'Agen en ik bleven alleen achter bij een lantaarn, die de herbergier buiten had gehangen. Ik keek naar den jongen man, die dien dag nog geen woord had gesprc» ken en ik bemerkte aan zijn houding, dat hij het niet met mijn beslissing eens was. Ofschoon hij mijn blikken vermeed, deed hij geen enkele poging om zijn misnoegen te verbergen*

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1932 | | pagina 1