Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen, No. 35. DINSDAG 2 AUGUSTUS 1932 48e Jaarg'. J. C. VINK - Axel. Raadsverslag. FEU1LLETQN. Een moeilijke taak. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per pest 1 Gulden. Afzon^rlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters werden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden f ran so ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Zitting van 26 Juli 1932. Aanwezig alle leden. Voorz. de heer F. Blok, burgemeester. II. Tot de reeds gemelde inge komen stukken behoort ook nog een schiijven van den heer Com missaris der Kuningin waarin deze verzoekt te willen bevorde ren, dat van de gerezen beden kingen wordt tegemoet gekomen, inzake de Verordening,regelende de eischen van benoembaarheid en bezoldiging van de veld wachters. Hierbij is gevoegd een schrij ven van den Min. van Binneni. Zaken, luidende als volgt Naar aanleiding van de mij ter bevordering van goedkeuring toe gezonden verordening regelende de eischen van benoembaarheid en de bezoldiging van de veld wachters in de gemeente Axel heb ik de eer U H E G. het na volgende te berichten 1. Ad artikel 16. De opneming dezer bepaling, waarbij ten aanzien van het ver lof de artikelen van hoofdstuk VII van het Ambtenarenreglement der gemeente Axel van toepas sing worden verklaard is niet juist te achten. De regeling van het verlof der veldwachters be hoort n.l. behalve voor zoover het betreft de regeling omtrent behoud van bezolding gedurende het verlof en de vergoeding van geldelijke schade, welke een ge volg is van intrekking van het verlof, een plaats te vinden deels in de door den Commissaris der Koningin te geven instructie, an derdeels in de „bevelen van den burgemeester", waaronder niet alleen concrete bevelen of op drachten, doch ook andere rege len, bestemd om blijvend te gelden, dienen te worden ver staan. Waar precies de grenzen van beider gebied liggen, is een vraag, welke aan de prudentie van U H.E.G. blijft overgelaten. Duidelijk is, dat het regelingsge- bied van den burgemeester groo- ter wordt, naarmate de instructie meer summier blijft. De regeling dezer materie hoort dus niet bij deze verordening te geschieden, zoodat artikel 16 dient geschrapt te worden. 2. Ad art. 18. Aangezien dit artikel gelijk is aan aitikel 59 van hoofdstuk IX van het Ambtenarenreglement der gemeente Axel, dient in de ver wijzing naar de artikelen van laatstgenoemd reglement artikel 59 te worden geschrapt. 3. Met betrekking tot de arti kelen 19 en 20, eerste lid, der verordening gelden dezelfde op merkingen als door mij gemaakt in mijn schrijven dd. 26 Mei 1932, No. 9141 B.B. ten aanzien van de artt. 18 en 19, le lid, der verordening van de gemeente Heinkenszand. Ik moge U H.E G. uitnoodigen, het gemeentebestuur van Axel overeenkomsjig het bovenstaande namens mij te willen inlichten, met verzoek, een nieuwe veror dening, waarin met de gemaakte opmerkingen zal zijn rekening gehouden, in vijfvoud bij mijn Departement in te dienen. Z.h.s. wordt besloten aan het verzoek te voldoen. 3. Beëedtging waarnemend ontvanger. Op grond van art. 16 der in structie van den gemeente-ont vanger moet een waarnemend ontvanger worden aangewezen, waarbij B. en W. het oog hadden op dhr. L. de Feijter, le ambt. ter secretarie. Deze wordt ter vergadering ontboden en legt de bij de wet vereischte eeden af voor den Voorz. De VOORZ. wenscht dhr. de Feijter geluk met de benoeming en spreekt de hoop uit, dat hij bij de waarneming der betrekking als eerlijk ambtenaar zijn plicht za! vervullen. Dhr. de Feijter dankt en ver laat de vergadering. 4. Benoeming schoonheids commissie. Bij besluit van de vergadering d d. 2 Juni 1932 werd tot instel- Maar mevrouw de B ilhl dan? ling van een schoonheidscommis sie besloten. Deze commissie zal bestaan uit drie leden en twee plaatsver vangende leden en een deskun dige door den raad te benoemen. Aanbevolen worden de navol gende dubbeltallen. a 1. C. Hamelink, 2. B Seg- hers, 1. A. P. de Ruijter, 2. C. van Kampen, 1. A. Th. 't Gilde, 2 A. Verschelling. b. Plaatsvervangers. 1. J. de Feijter, 2. F. Dieleman, 1. P. J. van Bendegem, 2. Iz. de Feijter. c. Particulier deskundige. 1. P. le Feber Jr., 2. J. Wisse. De gem.-opzichter is ambts halve als adviseerend lid aange wezen. De leden krijgen ieder een briefje, waarop de namen zijn getypt en waarop verzocht wordt te schrappen degenen, welke men niet verkozen wenscht. Blijkens den uitslag schijnt daarin verwar ring te zijn ontstaan, zoodat som mige stemmen waardeloos waren. De uitslag was aldus Hamelink 9 en Segers 2, De Ruijter 8 en Van Kampen 4, 't Gilde 9 en Verschelling 1. Voor de plaatsvervangersJ. de Feijter 7 en Dieleman 1, Van Bendegem 8 en I. de Feijter 2, Le Feber 6 en Wisse 3. Zoodat zijn gekozen de aanbe volen heeren. Dhr. HAMELINK zegt, dat af gezien van de personen, deze stemming den toets der critiek niet kan doorstaan. De samen stelling der briefjes is zoodanig, dat sommige leden de bedoeling niet kenden. Het was z.i. beter geweest zonder briefjes, het is met die lijstjes ook geen vrije stemming. De inenschen hebben het niet goed begrepen. De VOORZ. Dat ligt dan aan de leden. Wij hadden het juist gedaan, om het hun gemakkelijk te maken. 5. Verkoop bouwgrond. a. Voorstel van B. en W. aangaande het verzoek van J. F. Vettenburg, alhier. Dit verzoek houdt in de aan koop voor billijke prijs van een Ofschoon ik diep met haar begaan strook grond gelegen aan het uiterste punt van de Prins Hen drikstraat, dat niet voor bouw grond geschikt is en aan zijn perceel J 26 grenst. De gemeente-opzichter rap porteert, dat bedoelde strook on geveer 20 M. lang en 3.50 M. breed is. Daar V. het echter haaks op de straat wil koopen, wordt de oppervlakte 80 c A. Ook aan de voorzijde zou adressant een hoekje grond van de gemeente willen koopen. Daar de kadaster- teekening hier belangrijk afwijkt van den toestand ter plaatse, is hier de grootte niet precies op te geven, doch zal ongeveer 22 c.A. zijn. Door aankoop van deze beide stukken grond zou V. een zoo danig perceel krijgen, dat hij er een paar woningen op kan bou wen en dus in zeker opzicht de gemeente concurrentie zou aan doen. Om deze reden meer.t de gem. opzdat er geen enkel argument is om van de eenmaal vastgestelde prijs van f3.50 af te wijken. De VOORZ. zegt dat hij met Vettenburg heeft gesproken en deze zegt niet meer dan f 15 voor den grond te kunnen betalen. Spr. wijst erop, dat er 22 M. grond ligt, die f 3.50 per M. heeft gekost en gelooft ook, dat daar best 3 woningen kunnen staan. Hij stelt voor om afwijzend op het verzoek te beschikken. Dhr. SEGHERS meent nog steeds, dat die grond waardeloos is voor tuin- of bouwgrond en het zal de gemeente meer kosten aan onderhoud, als men er iets van wil maken. Ook is van een ander geen hooger bod te wach ten, want om die grond bóuwrijp te maken, zijn wel 3. 4 maal zooveel kosten noodig. De ge meente-opzichter spreekt van con currentie, maar als er geen kwa der concurrenten komen, zal het wel gaan. Spr. stelt voor om het verzoek van Vettenburg toe te staan. De VOORZ. ziet niet in, dat het een schadepost zou zijn, als die grond voor bouwgrond ge schikt werd gemaakt. Hij her innert aan de Wilhelmir.astraat, die grond is in overleg met dhr. Dekker voor gezamenlijke reke ning gereed gemaakt, gedoleerd en bestraat, waarvoor f 1900 aan de gemeente is betaald en toen eerst is de grond als bouwgrond verkocht. Dhr. SEGHERS: Toen stond vast, dat er gebouwd zou worden, maar nu niet. De VOORZ.: Als Vettenburg het niet doet, zou misschien een ander het doen. Er moet hier een degelijke oplossing zijn we willen den man gaarne ter wille zijn, maar dan moet hij ons ook volledig inlichten met zijn plannen. Dhr. DIELEMAN zegt dat men alle zaken kan opblazen, maar meent, dat als men daar dat stukje grond beziet, men wel begrijpen kan, dat het niets waard is. Vettenburg bewijst er de ge meente een dienst mee, als hij het koopt en opknapt. Nu is het niets dan een hoek vol tin gels en onkruid. De VOORZ.Als de gemeente het in handen heeft, zal het wel onderhouden worden. Er wordt ook opgemerktwe konden zelf ook het huis van Vettenburg koopen en de heele zaak op knappen. En om nu dien hoek voor f 15 uit de handen te geven, daar kunnen B. en W. niet op ingaan. Dhr. DIELEMAN meent dat het op den weg ligt om de grond aan Vettenburg te geven, want alleen voor hem heeft ze waarde. Dhr. 't GILDE is het eens met dhr. Dieleman en verwondert zich ook over het voorstel van B. en W. Zij draaien de rollen om en ko men met veronderstellingen die voorloopig tot het rijk der fanta sieën behooren. Maar gesteld dat dhr. Vettenburg in de lijn van de veronderstelling van den Gem.-Opz. eens 2 perceelen zou bouwen hier. Zou de boel daar ter plaatse dan niet kolossaal opknappen? En om dat te be vorderen zijn toch al meermalen door den Raad belangrijke be dragen gevoteerd Zooals het (Wordt vervolgd)* AXELSCHE COURANT Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. I •55.) Ze traden beiden binnen, eerst de Rambouillet, die maar half luisterde naar de luide verontschuldigingen, die de maarschtl «-provoost maakte. Hij zag er anders uit dan zijn neef. Zijn ge zicht straalde van vroolijkheid en hij begroette mij op hartelijke wijze. Wel vriend, zeide hij opgewekt, moet ik je nu per slot van reke ning zóó vinden Maar wees maar niet bang. Ik kom met een bevel tot invrijheidssteliing, dat de koning mij gegeven heeft. Zijne Majesteit heeft ine alles verteld en voelt zich uw schuldenaar. Wat dezen edelman be treft, zeide hij, zich met een kouden glmlach tot den maarschalk-provoost wendend,, die kan er op rekenen, dat het nu zijn beurt is om opgeborgen te worden. Er is al bevel tot zijn inhechtenisneming gegeven. De heer de Villequier was zoo verst rndig om op j icht te gaan en het zal nog wel een paar dagen duren voor hij terug is. Ik bedankte de Rambouillet voor zijn tusschenkomst en vroeg verontschul diging voor den maarschalk-provoost. Nu, afgeloopen dan, zeide de Rimbouillet, die buitengewoon goed gehumeurd was. Villequier geven. Maar dat is een slimme vos en tien tegen één, dat hij zal weten schotvrij te blijven. Het is niet de eeiste keer, dat hij 'n dergelijke streek uithaalt. Maar ik ben nog niet uitgepraat, mijn heer de Marsac, ging hij vroolijk Voort, Zijne Majesteit zendt u dit en laat u tevens weten, dat het g - laden is Ondtr het spreken hailde hij van onder zijn j s een der pistolen te voorschijn, die ik bij den koning had achtergelat _n en dat datgene bleek te zijn, dat de Rosny mij gegeven had. Ik nam het van hem aan, verbaasd over de zorgvuldige wijze, waarop hij het hanteerde, maar e:n oogenblik later zag ik dat het geladen was met goudstukken, waarvan er enkele op den grond rolden. Zeer ontroerd door dit bewijs van dankbaarheid van den koning wilde ik het haastig in mijn zak steken, maar de Ramboillet drong er op aan, dat ik z; zou tellen. Het bleek, dat er voor een waarde van tweeduizend gulden inzat, zonder een gouden ring met diamant mede te rekenen, die tusschen de goudstukken lag. Dit kostbare geschenk leidde mijn gedachten wel van Simon Fieix af, maar het kon toch de onrust niet ver lichten, dien ik voor de freule voelde. Die onrust over haar lot plaagde mij zóó, dat de Rambouillet het merkte en mij begon te verteilen, dat hij aan het hof reeds maatregelen had ge troffen, om mij ter wille te zijn. Je wilt deze dame natuurlijk ach terhalen, zeide hij Ik heb uit den koning die buiten zichzelve van woede is, niet goed wijs kunnen worden, Ze is aan mij toevertrouwd, u weet wel dooi wie, antwoordde hij op heeschen toon. Mijn eer en de hare zijn er mede gemoeid. Al zou ik te voet moeten gaan, dan zou ik haar nog volgen. Als ik haar niet kan redden, dan zal ik trachten de ellendelinger, die haar ontvoerden, hun verdiende loon te geven. Dat doet er niet toe, aut- woordde ik. Hij rag mijn hevige aandoening, waardoor ik niet in staat was hem duidelijk uitleg te ge*ei van een ei ander. Eindelijk zeide hij: Ik ge loot dat hoe eerder je weggaat, hoe beter het is. Miignan zal om tlf uur met zijn mannen aan de Zuiderpoert klaar staan. Franco s wil dolgraag mee en heeft twee lakeien. M l u zelf en dien jongen daar bent u met negen man. Bovendien kan ik u nog twee mannen leenen, maa- ook niet mee want we zijn bang voor oproer hier en dus kan ik er n et veel missen. U bent dus met zijn elven en zult ze misschien vannacht kunnen inhalen als er hard g.reden wordt. Ik dankte hem op warmen toon. We gingen samen naar beneden, waar hij me twee van zijn mannen afstond. Vervolgens stuurde hij iemand naar den stal om de Cid voor mij te halen en vroeg me of hij me nog met iets anders van dienst zou kunnen, toen een vrouw zich een weg baande^door de lakeien van de Rambouillet en mij bij den arm greep. Het was Frai- chette. Haar harde trekken waren door verdriet verwrongen, haar gea;cht was vuurrood rai de tranen. Haar haren hingen in wanorde over haar rug. H lar kleeren waren gescheurd en ze had een groote schram boven haar oog. Ze was de verpersoonlijkte wan hoop. Ze pakte me bij mijn jas en schudde me zoo door elkander, dat ik op mijn beenen trilde. Daat heb ik u eindelijk gevoia den I riep ze verheugd. U moet me bij haar brengen was en graag iets voor haar wilde doen, kon ik toch niet anders zeeger, dan dat het onmogelijk was. Het is mannenwerk. We zu Dn dag en nacbt moetm doorrijden. Maar ik zal dag en nacht mee rijden riep ze hartstjchlelijk uit, te;- wijl ze de haren van het gezicht schoof en in wanhoop \ai mij naar de R imbouillet keek. Wat zou ik voor haar niet doen Ik ben zoo sterk als een inan, mii- schien nog sterker. Laat me mede gaan en als we dien ellendeling in handen krijgen, dan zfl ik hem in stukken scheuren. Ik werd bewogen door de wijze waarop zij sprak, en daar ze e,-; het platteland was grootgebracht en wer kelijk wel tegen een man was opge wassen en ook door haar trouw en aanhankelijkheid een goed voorbeeld sijn voor de lieden die ik mede nam, stemde ik tenslotte toe. Ik stuurde een van de mannen van de Rimbouillet naar den stal waar het paard van den dooven knecht stond en schatte voor Franchette nog een ander aan. Door al die drukke beslommeringen ontbrak mij de tijd over het ge beurde le t-ibben en ik was zelfs tlij, dat ik nu ook ie s voor Simon te doen had en hem dus niet ter ver antwoording riep voor zijn verraad, Toen ik een paar uur later aan de zijde van de Rimbouillet door de straten van Blois reed, moest ik weer aan den eersten keer denken, toen ik er armoedig en wel was aangekomen, en het vertrouwen, dat ik misschien in alle opzichten in het teeken van het geluk zou staan, vervulde met nituwen meed. Bij de Zuide -poort, waar ik even voor elf uur aankwam, nam ik af scheid van de Rimbouillet. Ik ont moette op de afgesproken pli»ats a'Agen en Maign n. De eeis e zag et ernstig en plechtig uit, zoodat ik moeite had on in :em dei luchtigen hoveling te herkennen, die eens zoo'n drukte h d gemaak', toen k hem op de teenen t-apte. Toen ik mijn n annen telde zag ik dat we slechts n e ons tienen waren, maar de Ma'g.nan vertelde mij, dat hij er een vooruit had gestuurd om overal navraag te doen, en die op iedere ge schikte plaais een boodschap voor ons zou achter laten. Maignan prij zende om dien uitstekenden ir.ait- regel, gaf ik het sein tot vertrek en nadat we de rivier bij de S'. G r- vais-brug hadden overgestoken, reden we in vollen draf naar Sellea. Het weder was de laatste vier-er.- twintig uur geheel omgedraaid. Er straalde een heerlijke ;on en in het landschap waren teekenen van de lente te bespeuren. Ik keek met wel gevallen naar mijn manschappen en als ik aan den troep dacht, waarmede ik het hof van St. Angely had ver laten, begreep ik dat jonkvrouw de la Vire niet veel vertrouwen in dat ge zelschap kon hebben. Het deed mij genoegen, dat iedere stap ons verder van Blois afbracht. Ik had genoeg van die benauwde stid, die bedorven werd door de onzuivere atmosfeer van het hof. Ik was blij dat mijn werk daar was afgeloopen en dat ik me weer in de vrije natuur bevond met haar bos* schen en velden en haar wijden, blauwen hemel.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1932 | | pagina 1