Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuw sell - VI aan deren, No. 29. DINSDAG 12 JULI 1932. 48e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Navordering Opcenten Sigarettenaccgns. FEUILLETON. Een moeilijke taak. Buitenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Csntfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag !1 ure. Het is gebleken, dat vele groot handelaars, die met de navorde ring op den sigarettenaccijns (aanvullingszegels) te maken heb ben, nog onkundig zijn ten op zichte van de wijze, waarop die navordering geïnd wordt en ook de winkeliers en caféhouders schijnen er zoo goed als niets van af te weten. Het was ons daarom hoogst aangenaam van bevoegde zijde een bevattelijke uiteenzetting van deze aangelegenheid te mogen ontvangen. Te meer nog daar het in de Staatscourant verschenen exposé (zooals gewoonlijk) zóó duidelijk is gesteld, dat men er weinig van begrijpt en alzoo de betrokken menschen nog niet weten, of ze moeten bijplakken of niet. We hopen, dat de volgende regelen aan duidelijkheid niets te wen- schen overlaten. Waar er tot dusverre op de sigarettendoosjes aanvullingsze gels moesten zijn bijgeplakt voor slechts dertig opcenten, dient men na te gaan of op de voor radige doosjes wel reeds een aanvullingszegel voorkomt voor de heffing van vijftig opcenten. Aan velen, en dan vooral degenen, die sigarettenverpakkingen in voorraad hebben welke nog vóór 1 April j.l. de fabriek verlieten, zal dan blijken dat zij boven en behalve de twee zegels die nu reeds op de doosjes zijn aan gebracht nog een derde zegel moeten bijplakken, willen zij op den len Augustus voldaan hebben aan de wet. Op de volgende wijze kan men nagaan, of men nog sigaretten in voorraad heeft, waarvoor nog extra aanvullingszegels moeten worden gekocht. Men bekijkt allereerst het (laagste) bruine accijnszegel van het doosje. Op dat zegel staat de kleinhandelsprijs inge drukt. Deze kleinhandelsprijs deelt mer. door 8 (acht), en de uitkomst die men dan heeft ge- kregen mag niet hooger zijn dan hef centencijfer voorkomende op het (kleine) bi au w-paar se aanvullingszegel. Bijvoorbeeld Op het groote bruine zegel staat een kleinhan delsprijs van 20 cent. Gedeeld door 8 is 21/» cent. Staat er nu op het aanvullingszegel óók 21/» cent, dan kan dat pakje zonder meer ook na den len Augustus nog worden verkocht, maar zit er een aanvullingszegel op van I1/» cent dan moet er nog een derde zegel van 1 cent worden bijgeplakt. Nog een voorbeeld Groot zegel 25 cent. Aanvul lingszegel van 2 cent. Onvol doende, want het moet zijn 31/, cent. Degenen die na de dus zéér noodzakelijke controle van hun voorraad bemerken, dat zij ver moedelijk moeten bijplakken, moeten vóór 26 Juli a.s. bij den ontvanger een aangifte inleveren van de door hen benoodigde aanvullingszegels naar den toe stand van 1 Augustus. Van 18 Juli af kan die aangifte gebeuren en de gevraagde zegels zullen dan tegelijkertijd bij het inleveren der aangifte worden verstrekt, behoudens het uitzonderingsgeval, dat er ten kantore van het ge vraagde soort geen (meer) voor radig zouden zijndoch dan wordt een schriftelijk bewijs mee gegeven, wanneer men ze later kan komen halen. Men kan op staanden roet betalen, maardes- gewenscht ook crediet genieten voor het verschuldigde tot uiter lijk 1 October 1932. Men moet het aantal zegels der verschillende soorten op de aangifte zoo goed mogelijk ramen. Blijkt per 1 Augustus dat men er tevéél heeft genomen dan kan de ontvanger dat teveel weer terugnemen, mits de aangever blijkbaar zijn aangifte invulde zoo goed als hij redelijker wijze kón doen. En mits de inlevering der zegels geschiedt vóór of op 16 Augustus a.s want na dien datum worden er geen zegels meer teruggenomen. Mocht men na lezing van het vorenstaande nog twijfelen of men al of niet moet bijplakken dan zal men goed doen inlich- gen te vragen bij den ontvanger ter plaatse. Het resultaat van Lansanne. Als een juichkreet is het Vrij dag in den namiddag over de wereld gegaan In Lausanne hebben de mo gendheden overeenstemming be reikt: Financieel en politiek is het accoord er. Financieel be- teekent het, dat Duitschland de verplichting op zich heeft geno men, nog drie milliard goudmar ken te betalen daarmee is het dan van alles af. En politiek, dat Duitschland zijn eischen tot schrapping van bepaalde clau sules uit het Verdrag van Ver sailles heeft laten vallen. Onge twijfeld heeft deze laatste con cessie van von Papen er Herriot toe geleid, om zijn eerst onwrik- baren eisch van 4 milliard tot 3 milliard te verlagen. En op dezen grondslag is de overeen stemming toen bereikt. Wat deed de Fransche staats man Eduard Herriot, toen hij na het accoord zijn hotel verliet Hij omhelsde zoo meldde een telegram - een Duitsch en een Fransch meisje en zei„Zoo zullen we Duitschland en Frank rijk vereenigen". Indiër, dit werkelijk is gebeurd, dan herkent men er niet alleen het spontane gebaar in, dat altijd zulk een bekoring is geweest van den Franschen geest, maar dan bewijst het ook door welk een vreugde de Fransche minister president was bezield. En daar voor bestond reden. Natuurlijk weten wij zeer wel, dat dit ac coord niet de sleutel is tot de oplossing van den zorgvollen economischen toestand van het oogenblik, maar dat het daarop een zeer gunstigen invloed zal oefenen, staat vast. De Ameri- kaansche industrieel Rockefeller heeft uiting gegeven aan zijn vaste geloof, dat de welvaart der wereld zal terugkeeren. Het re sultaat van Lausanne zal die welvaart stellig niet opeens ver zekeren, maar het is een goede stap in die richting. Wanneer het waar is (en het is waar) dat de crisis van het oogenblik voor een groot deel is een vertrou wens-crisis, dan zal het nu ge troffen accoord op het terugkee ren van het vertrouwen en op de goede verstandhouding tusschen de volkeren een uitstekend effect hebben. Wanneer nu binnenkort ook Genève besluiten neemt, welke den ontzaglijken militairen last, die op de wereld drukt, zullen verminderen (en er is alle hoop, dat daarmee een begin zal wor den gemaakt) dan is er reden te meer om de toekomst met moed tegemoet te zien. Zoo zal, na de diepe duister nis dezer tijden, straks toch het licht wel weer doorbreken. Het verdrag der conferentie van Lausanne, bestaat uit de volgende vijf gedeelten 1. De Herstelovereenkomst der crediteur staten met Duitschland 2 Overgangsbepalingen voor de regeling in den tijd tusschen het sluiten der conferentie van Lausanne en de ratificatie van het verdrag 3. De regeling van de Oost- Europeesche herstelkwestie 4. Oost- en Midden-Europee- sche economische kwesties 5. Resolutie van de Econo mische commissie der conferentie van Lausanne betreffende de voorbereiding van de Economi sche wereldconferentie. Bij het verdrag is gevoegd een verklaring der conferentie van algemeen politiek karakter, be treffende de verdere samenwer king der mogendheden. De financiëele regeling is als volgt Gedurende de eerste driejaren na de ratificatie van het Verdrag bestaat een volledig betalings moratorium voor Duitschland. De slotbetaling door Duitschland bedraagt nominaal 3 milliard Mark. Met het oog op de emissie- koers der obligatie ad 90 pet. bedraagt haar waarde evenwel slechts 2,7 milliard Mark. De slotbetaling geschiedt in 5 pet. schuldbekentenissen ten laste van het Duitsche Rijk, met daaren boven 14 voor de amortisatie. De schuldbekentenissen welke eerst na verloop van het drie jarig moratorium zullen mogen worden uitgegeven, worden bij de Herslelbank, welke als trustee optreedt, gedeponeerd. De definitieve termijn, waarna de niet uitgegeven obligaties ge annuleerd zullen worden, is thans vastgesteld op 12 jaren. De emissie-koers van 90 pet. geldt voor alle obligaties. Een verla ging van den emissie-koers kan slechts geschieden bij besluit van eer; 2/8 meerderheid van den Raad van Beheer der Herstelbank. De obligaties zullen uitsluitend ge baseerd zijn op het Duitsche crediet, zonder deelneming van het buitenland. De Duitsche delegatie publi ceert de volgende officiëele mede- deeling betreffende het Duitsche standpunt nopens het resultaat der conferentie van Lausanne: Na langdurigen harden strijd heeft Duitschland ter conferentie van Lausanne zijn doel, de ter zijde stelling der herstelbetalingen bereikt. Met het Verdrag is met ingang van 1 Juli 1932 de regee- ringsschuld uit hoofde van het plan-Young ad 35 milliard Mark vervallen. Dit beteekent de op heffing eener zich over 57 jaren uitstrekkende jaarlijksche betaling waarvan rond 2 milliard per jaar komen voor de eerste 35 jaren. In de toekomst moet geen enkele herstelbetaling van welken aard en in welken vorm ook, meer worden betaald. De plaatsing van Rijksleeningen op de buiten- landsche markten kan slechts geschieden tot een bedrag dat overeenkomt met de feitelijke betalingscapaciteit. Van bijzon der belang is, dat, Voor zoover het binnen 'n termijn van 12 jaren niet zou gelukken het ge- heele bedrag op de buitenland- AXELSCME COURANT w 49) Zulk 'n trouw is werkelijk zeld zaam, antwoordde hij op sarcastischer) toon. Sta op, mijnheer. U vindt zeker, dat ik, nu ik Mercoeur vetloren heb, blij moet zijn om er een de Marsac voor in de plaats terug te krijgen. Als n dat zoo zien wilt, sire, dan is de ruil misschien niet slecht, zeide ik onvervaard. Eerlijke menschen zijn niet zoo gemakkelijk te vinden. Zoo, zoo, zeide hij. U wilt dus nog wel in mijn dienst komen, ik ben dus nog koning van Frankrijk. Ja, zeide ik ernstig. En het ligt maar aan Uwe Majesteit zelf om nw macht te versterken. De koning van Navarre wenscht slechts «ire, dat St, st I riep hij ongeduldig uit. Ik weet heel goed, wat hij wil. Maar, zie je, ging hij op geheimzin- toon voort, mijn lage positie weer even gauw vergetend als hij het zich herinnerd had. Turenne belooft me ook zooveel, en als ik Hendrik van Navarre nu vertrouw en het blijkt, dat hij me wil verraden, dan.... Hij eindigde den zin niet, maar liep onrustig het vertrek op en neer, Ineens stond hij stil. Zie je, zeide hij, als ik nu wist dat Turenne loog, dan, ja dan... de Rosny heeft nu wel gezegd, dat hij het me zou kunnen bewijzen, maar ik heb er niets meer van gehoord. Mijn hait begon heftig te kloppen. Uwe Majesteit zal er echter spoe- dig van hooren. U herinnert u toch we|, dat de Rosny mij hier liet om die zaak in orde te brengen. Ja, seide hij, als uit een droom ontwakend, terwijl hij ineens haastig begon te spreken. Maar zie je, ik ben door al die ellende alles ver geten. Waar is uw getuige? Is hij buiten Hit is een vrouw, sire. Een vrouw En hebt u haar bij u Neen sire, ze is op het oogen- blik in Blois, ze is zoo juist aange komen, maar het ellendige is en ik vraag er Uwe Majefteit nederig ver giffenis voor dat ze weigert om hier heen te komen en te zeggen wat ze weet. Ik weet niet, hoe ik haar hierheen moet krijgen en daarom kom ik den raad van Uwe Majesteit in roepen. Hij staarde mij in uiterste verbazing aan. Is ze jong? vroeg hij na een lange pauze. Ja sire, antwoordde ik. Ze is een der hofdames van Hendrik van Navarre en tevens een bloedverwante van Turenne. Dan is het wel de moeite waard om naar haar te luisteren, riep hij uit. Is ze een bloedverwante van Tt- renne? En nu verdraait ze het om te spreken Mijn neef van Navarre zou wel weten hoe hij haar aan het ve;* stand moest brengen haar mond open te doen, maar ik ben daar te oud voor. Ik zou haar kunnen laten halen, maai bij het minste, dat er voorvalt loopen we kans dat ze barricades gaan opwerpen. Bovendien is ze bekend bij de handlangers van Turenne, die haar al eens ontvoerd hebben, zeide ik. Als ze bemerkten dat ze een onderhoud met den koning had gehad, dan zou alles verloren zijn. Ja, en dat zou ik heelemaal niet willen, zeide hij somber. Maar luister eens, ga naar haar toe en breng haar hier. Ik zal doen wat u zegt, sire, maar ik ben erg bang dat Jij weigeren zal om met mij mede te gaan. Nu verloor hij zijn geduld. Maar waarom ben je er mij in 's hemels naam dan mede lastig gevallenriep hij woedend uit. Waarom heeft de Rosny zoo'n stel menschen uitge zocht. Hij kon toch wel aan uw mantel zien, mijnheer, dat u de per soon niet bent óm met een vrouw om te gaan. Het ding is al een half jaar uit de mode Heb je ooit van zoo'n onzin gehoord Maar het is 'n mislukking voor Navarre, niet voor mij. Ik hoop ook dat het er een voor u zal zijn, voegde hij er wraak zuchtig bij. Ik zeide niets om mij te veront schuldigen, wat moest ik ook zeggen. Hij ging nog een poos door met razen, doch ten laatste, vervuld door mijn lijdzaamheid, zweeg hij en riep ineens woedend uit i Wel, hebt u dan niets te zeggen Kunt u me niets aan de hand doen Ik durf niet tot Zijne Majes teit te zeggen, wat mij het beste lijkt, antwoordde ik nederig. U bedoelt dat ik zelf naar het ding toe zou gaan, zeide hij snel. Wat 'n brutaal schepseltje, dat ze dat van mij vergt, Maar ik zal hit doen, ik zal het doen om de Retz eei hak te letten, want, voortaan wil ik alleen nog maar leven om hem te ruineeren Waar woont n Ik vertelde het hem, terwijl ik me er over verwonderde, dat hij zoo ir- eens weer bezield werd van die geest kracht waarvoor hij twintig jaar ge leden bekend was geweest en in die latere jaren in hem gedoofd was.. Weet u nog door welke deur u met de Rosny binnen bent gekomen vroeg hij op energieken toon. Zou u die in het donker kunnen vinden Ja sire, antwoordde ik met een kloppend hart. Wacht me daar dm twee uur vóór middernacht. Zorg er voor, dat u goed gewapend bent. Ik zal dat meisje wel aan het spreken kunnen krijgen, Ik kan u toch we vertrouwen vroeg hij, me plotseling onderzoekend aankijkend. Ik sta daarvoor met mijn leven in, zeide ik, op een knie nederzinkend. Ik geloof u, mijnheer, antwoordde hij op ernstigen toon, terwijl hij mij de hand gaf. Laat het dus zoo zijn. Ga nu heen, want u bent hier reeds te lang geweest. Ik stond overeind en wilde hem verlaten, m:a- toen ik de hand aan het gordijn sloeg, riep hij me plotse ling terug. Zorg toch vooral, dat je een nieuwe mantel krijgt, zeide hij hij, me met een verveeld gezicht van het hoofd tot de voeten opnemend. Zorg, dat je een nieuwen mantel krijgt man, laat dat morgen je eerste werk zijn. Je ziet er van achteren nog leelljker uit dan van voren. De beste hoveling zou met zoo'n ding om te gronde gaan. HOOFDSTUK XXIII. Toen ik op straat nog eens rustig over het plan van den koning nadacht, voelde ik me minder hoopvol dan een oogenblik te voren. Ik kende zijn zwak karakter maar al te goed en tien tegen een dat hij op zijn voornemen zou terug komen. Niettegenstaande dat bevond ik me op het uur van afspraak op de bepaalde plaats. Het duurde eerst eenigen tijd eer ik het deurtje gevonden had, want het was een donkeren nacht en ik slechts kon tastend voortgaan. Eindelijk bereikte ik de steenen trap waarlangs ik de vorige maal het kasteel was binnen gekomen en kwam daarna bij het deurtje terecht. Nadat ik eenige mi nuten had staan wachten, werd het deuitj; half geopend en hoorde ik mijn naam fluisteren. Ik kwam voor zichtig naar voren en hoorde een paar stemmen, die in druk gesprek waren. Eindelijk kwam er een gemaskerde man naar buiten, in wien ik den ko ning herkende. Bent u gewapend, vroeg hij na een oogenblik zwijgen. Ik toonde hem bij het licht van den lantaarn, die achter het poortje op hing, dat ik een paar pistolen en een zwaard bij me had. Goed, zeide hij kortaf. Laten we nu gaan. Komt u aan mijn lin kerkant loopen. Het is donker van nacht geloof ik. Heel donker sire, zeide ik. Hij antwoordde hier niet op en voorzichtig gingen we nu langs de smalle brug, die over de gracht leidde. Daar er wederom verscheidene men schen Blois verlaten hadden en het bovendien zeer koud was, liepen we niet veel kans om aangehouden te worden, tenzij door dieven, en daarop was mijn uitrusting berekend. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1932 | | pagina 1