Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
No. 28
VRIJDAG 8 JULI 1932.
48e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Waakt en Bidt.
FEUILLETON.
Een moeilijke taak.
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Galden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
tot 5 regels 60 Centvoor
Groote letters worden naar
ADVERTENTIËN van 1
eiken regel meer 12 Cent.
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Zooals bekend, is onlangs weer
een pauselijke encycliek gepu
bliceerd, en wel van Z. H. Paus
Pius XI. Deze pauselijke zend
brief begint met de woorden
„De liefde van Christus dringt
ons" en waar wij overtuigd zijn,
dat die woorden niet alleen de
geloovigen van de Roomsch-
Katholieke kerk gelden, maar
door alle geloovigen, in welke
richting zij hun religie ook ver
klaren, zullen worden onderschre
ven, meenen we, dat zij ook in
den meest uitgebreiden kring
weerklank mogen vinden.
Z. H. merkt met diepe smart
op, dat het kwaad waardoor de
menscheid gedrukt wordt nog
bijna overal voortdurend toe
neemt. Hij vraagt naar de oor
zaak van de verwarring en ziet
haar in de zucht naar aardsche
goederen.
Intusschen maken de partijen,
die streven naar omverwerping
van het bestaande, gebruik van
de algemeene ellende en ontvou
wen steeds schaamteloozer de
banieren der goddeloosheid en
van den haat tegen eiken gods
dienst. Ze trachten daarbij, niet
zonder succes, den strijd tegen
God te verbinden met den strijd
om het dagelijksch brood. Zij
werken met alle middelen om
hun duivelsch doel te verwezen
lijken. Vrosger waren de god-
deloozen enkelen in de groote
menigte, thans daarentegen vor
men zij in verscheidene landen
een vast aaneengesloten en goed
geordend leger, dat met behulp
van geheime organisaties van
dag tot dag groeit en steeds
overmoediger wordt, als kon het
met zijn godslasteringen een
wonderbare harmonie tot zwijgen
brengen, in welke de schepping
den roem van den Schepper be
zingt.
De Paus dringt krachtig aan
op te komen voor de met voeten
getreden rechten var. God en de
heiligste gevoelens van het men-
schelijk hart, dat God zoo bitter
noodig heeft.
Ook thans geldt het, de mensch-
heid voor het schrikkelijk straf
gericht van God te bewaren, alle
krachten in één front te vereeni
gen tegen de vijanden van God
en van de menschheid en in een
bondgenootschap alle harten en
krachten samen te brengen van
hen, die er zich op beroemen
Christen te zijn. Hieraan mogen
ook allen medewerken, die nog
aan God gelooven en Hem aan
bidden, want het gevaar bedreigt
alles, den grondslag van elke
orde en van elke autoriteit, nl.
het geloof in God.
In het bewustzijn, dat tegen
over de wantoestanden menschen-
kracht onvoldoende is, wijst de
Paus op de beide middelen,
welke de Groote Meester heeft
aangewezen toen hij sprak„Dit
kwaad wordt slechts door gebed
en vasten verdreven".
België.
Volgens de Brusselsche corres
pondent van de N. Rott. Crt. zijn
in de Belgische Kamer Woensdag
de debatten begonnen over de
begrooting van buitenl. zaken.
De socialistische leider Van-
dervelde kwam het eerst aan het
woord en verklaarde, dat nu de
begrooting van buitenlandsche
zaken dit jaar uitvoerig in den
Senaat werd besproken en mi
nister Hymans afwezig is, de
socialisten ditmaal geen groote
uitbreiding aan dit debat zullen
geven. Terloops bracht hij hulde
aan Hymans voor de schitterende
wijze, waarop deze minister zich
te Genève en te Lausanne van
de hem toevertrouwde, zeer de
licate taak wist te kwijten. De
punten waaromtrent Vandervelde
en de socialisten het niet eens
zijn met de regeering, nl. de
erkenning van Sowjet-Rusland,
de radicale politiek, welke de
sociaal-democraten op het gebied
der ontwapening wenschten te
zien gevolgd en de betreurens
waardige slapheid waarvan de
Volkenbond blijk heeft gegeven
bij den brutalen Japanschen aan-
val op het Chineesche volk,
zeide spreker ter zijde te willen
laten. Hij verklaarde het volko
men eens te zijn met den rap
porteur, wat betreft de vrijwillige
neutraliteit van België, maar
voegde er aan toe, dat België,
uitgaande van dit neutraliteitsbe
ginsel en steunend op het pact
van den Volkenbond en het ver
drag van Locarno, nu gerust tot
ontwapening kan overgaan.
Vandervelde sprak voorts nog
over de kwestie der franctireurs,
welke in de Kamer te berde werd
gebracht. Hij verklaarde de
houding van zijn landgenooten
volkomen te begrijpen, indien
dezen met verontwaardiging pro
testeeren tegen de Duitsche be
wering als zoude de franctireurs-
oorlog aanleiding hebben gege
ven tot de moordpartijen, die in
sommige Belgische steden in de
eerste maanden hebben plaats
gehad. Voor de internationale
en de Belgische openbare opinie
is het sedert lang uitgemaakt, dat
deze franctireursoorlog tot het
rijk der legenden behoort. In
Duitschland denken millioenen
menschen daar echter nog anders
over. Een onpartijdige interna
tionale commissie, die zich zon
der twijfel voor de Belgische
thesis zou uitspreken, zou in een
neutrale stad moeten bijeenkomen
en definitief deze kwestie uit de
wereld helpen.
Vanderveide besprak ook nog
het ontwapeningsvoorstel van
Hoover, dat hij gaarne zag aan
gevuld met een bepaling betref
fende het organiseeren van een
internationale controle. Hij sprak
den wensch uit, dat België, met
dit voorbehoud, zich met het
voorstel van Hoover accoord zal
verklaren en brak ten slotte nog
een lans tegen het oeconomische
impeiialisme, dat door koning
Albert in zijn bekenden brief
aan Renkin zoo duidelijk werd
veroordeeld.
De gewezen minister-president
Jaspar was het niet eens met
Vandervelde en betreurde het
dat de Duitschers nog altijd de
schending van het Belgische
grondgebied in 1914 en de gru
welen door hun troepen gepleegd,
niet openlijk en ongedwongen
hebben geschandvlekt. Van een
enquête naar de franctireursle-
gende als Vandervelde voorstelt,
wil hij niet weten. Een derge
lijke enquête, meent Jaspar, zou
uiterst pijnlijke herinneringen
weer doen opleven en de betrek
kingen tusschen de beide volke
ren in plaats van beter, slechter
maken.
De rapporteur, oud-minister
president Poullet, antwoordde op
zijn beurt aan Vandervelde en
zeide als Belgische gedelegeerde
ter ontwapeningsconferentie in
deze Kamer geen oordeel te kun
nen vellen over het voorstel van
Hoover.
Omtrent de Nederlandsch-Bel-
gische betrekkingen is in den
loop van deze vergadering niets
gezegd.
Doitsckland.
De toestand in Duitschland is
zeer gespannen er worden daar
omtrent van buitenstaanders, die
uit Berlijn terugkwamen, meerde
re bijzonderheden verteld, bijzon
derheden, die men gewoonlijk niet
in de dagbladen aantrett. Duitsch
land bereidt zich voor op een
burgeroorlog. Elk oogenblik wordt
de uitbarsting verwacht en wat
er op het oogenblik geschiedt,
de twisten, zooals het Universi
teitsconflict te Berlijn, de dage-
lijksche moorden, worden als kin
derspel beschouwd bij hetgeen de
toekomst in haar schoot verbor
gen zou houden. Men is er uiterst
zenuwachtig.
Buitenlandsche verloven van de
officieren worden geweigerd, als
voorzorg voor hetgeen komen kan.
De gevolgen van een burger
oorlog tracht men er niet te door
gronden, men wacht gelaten af
Algemeen word aan een in el
kander vallen van het onde
Duitschland gelooft. De separis-
tische beweging zou door Beieren
worden ingeluid en wanneer één
schaap over den dam is, volgen
er, naar het oude spreekwoord
verluidt, meer. Met dergelijke ver-
haudingeu in het binnenland voor
oogen, die elk moment door den
rijkskanselier von Papen bij zijn
uitstapjes naar Duitschland in he
viger mate worden opgemerkt,
kan hij geen verstrekkende afspra
ken maken. Hij kan één ding
doordrijven, zonder binnenland-
sche moeilijkheden te veroorzaken
en dat is altijd maar terugkomen
op het feit, dat Duitschland niet
meer kan en wil betalen. Gevoelt
hij eenige neiging om het een of
ander voorstel, waarin natuurlijk
niet in de algeheele schrapping
der schulden wordt toegestemd,
dan brengen de verhoudingen in
Duitschland hem vrij spoedig
van zijn plan af. Hij kan niet
anders doenhij heeft slechts
rekening te houden met hetgeen
zich in Duitschland afspeelt.
Wanneer men zich dat indenkt,
dan verschijnen verschillende uit
latingen in een geheel ander licht,
o.a. ten opzichte der particuliere
schulden want scheiden ver
schillende Duitsche gebieden zich
van het „Reich" af, dan komt
hiervan natuurlijk niets terecht.
Von Papen zinspeelde in Lau
sanne even op deze mogelijkheid,
toen men hem hierover even
interpelleerde, kon hij niets an
ders doen dan wijzen op een
misverstand; hij mocht niet toe
geven dat de Duitsche eenheid
aan een haartje hangt. Ieder voor
zich moet hieruit maar de con
sequenties trekken. Zij, die met
de werkelijke Duitsche toestanden
op de hoogte zijn, en tusschen
de regels hebben leeren lezen,
kunnen op hun tien vingers na
tellen, dat er zeer ernstige dingen
te gebeuren staan, dat alle vraag
stukken, waarovc het buitenland
zich in de huidige verhoudingen
druk maakt, bij de binnenland-
sche explosie in het niet zullen
verzinken. Een uiteengevallen
Duitschland zal de verplichtingen
van het oude Rijk niet meer
willen, maar ook niet meer kun
nen erkennen, terwijl tal van
maatschappijen, die het hoofd nu
nog door de .Stillhalteovereen-
komst" boven water kunnen
houden, de tol aan de crisis
zullen hebben te betalen.
AXELSCHE
COURANT
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
48)
Ja mynheer, en loch is hij ervan
door, antwoordde de man beslist.
De markies kreeg om vier uur een
boodschap. Hij is er met al zijn man
nen ©p uitgegaan om een gedeelte
van het gevolg te bewegen om weer
terug te komen. Dat zeggen ze ter-
minste.
Ik hoorde dit nieuws met gretigheid
aan. Als het waar was, dat mannen
als Mercoeur, die er belang bij hadden
om bij den koning te blijven, zich bij
een onbetrouwbaar iemand als de
Retz had gevoegd, dan moest er zeker
gevaar dreigen voor de macht van den
koning. Zijn wankele troon zou het
niet lang meer kunnen uithouden als
er geen andere hulp opdaagde. Onder
deze omstandigheden moest ik dus
zoo spoedig mogelijk zien te bereiken,
dat ik en niet Turenne of de Brübl
hem in zijn macht zouden krijgen.
Ik begaf me dus ijlings naar hit
kasteel en trof daar denzelfden tie-
stand aan als bij de Rambouillet. Er
stond een dubbele wacht aan de
poorten, maar de binrenplaits, die
anders verlicht was door een menigte
fakkels, was nu veilaten en ook in de
gangen, die altijd vol pages en lakeien
wtrer, zag men nu slechts een enkele
Zwitser. Over. 1 waar ik rondkeek
merkte ik dezelfde sombere gezichten
Op.
In de antichambre was hit al weinig
beter gesteld. Zijne Majesteit was er
niet, evenmin als de hofdames, die er
zich gewoonlijk ophielden. Slechts
bevonden er zich een half dozijn ho
velingen, onder wie Reval, de secre
taris van dtn koning.
Ze keken verrast op, toen ik bin
nenkwam, als verwachtten ze een of
andere tijding. Toen ze zagen, dat
ik het was, keken ze teleurgesteld
voor zich. De hertog van Nevers
stond met gefronste wenkbrauwen
voor een der ramen, terwijl Biron en
Crillon, die zich vanwege de cata
strophe verbroederd hadden, bfj het
vuur stonden te praten. Ik aarzelde
een oogenblik, niet wetend wat te
doen, want ik was nog te kort aan
het hof om me er op mijn plaa s te
gevoelen. Eindelijk besloot ik om
maai brutaal te zijn en me naar Cril
lon begevend, vroeg ik dezen of hij
mij niet van dienst kon zijn, daar ik
een onderhoud met den koning
wenschte.
Eeti—onderhoud Wilt u daar
mede Zeggen, dat u hem alleen wenscht
te spreken vroeg hij, verbaasd zijn
wenkbrauwen optrekkend.
Ztker, mijnheer Crillon, zeide ik
met klem, hoewel ik mijn moed voelde
zakken. Ik kom hier uit naam van
mijnheer de Rambouillet en heb den
koning iets zeer belangrijks mede te
deelen.
Zoo, u komt er tenminste eerlijk
voor uit, zeide hij. me op den schou
der kloppend. En nu zult u ook
uw onderhoud hebben. U hebt ver
standig gedaan om u tot Crillon te
wenden. Reval, ging hij voort tot
den secretaris, deze heer heeft een
boodschap van de Rambouillet voor
den koning. Breng hem onmiddellijk
bij hem. Op mijn verantwoording.
De secretaris haalde de schouders
op. Dat is onmogelijk, mijnheer de
Cr lion. Op dit oogenblik kan het
in gt*en geval.
Onmogelijk? Dat woord ken ik
niet, zeide Crillon op ruwen toon.
Vooruit, neem hem dadelijk mede.
Begrepen
Maar Zijne Mijesteit...
Geen woord meer, neem dien
edelman mede naar den koning, zeg
ik j\ Hij heeft een boodschap van de
Rambouillet
Dit scheen indruk te maken. Hij
wenkte dat ik hem volgen zou en
trok een gordijn weg, dat voor de
deur van het vertrek van den koning
was opgehangen. Ik had nog juist
lijd om Crillon met een enkel woord
te bedanken en wilde de deur door
gaan, toen ik een luidruchtige stem
in de antichambre hoorde, die mij
zeer bekend voorkwam. Ik keek
haastig om en zag de Brühl, die me
met woedenden blik aankeek en bijna
vloekte van teleurstelling, dat ik hem
voor was.
Ik had gedacht dadelijk bij den ko
ning te worden toegelaten, maar in
plaats daarvan kwam ik in een klein
kamertje terecht, waarin eenige Zwit
sers de wacht hielden. Dit vertrek,
half verlicht door een roode lantaarn
zag er somber uit. Ik keek nieuws
gierig rond, terwijl Reval wederom
een gordijn oplichtte en mij verzocht
binnen te treden. Er kwam me een
zware geur van parfum tegemoet, en
weer zag ik, dat ik me in een duister
vertrek bevond, dat bij het raam slechts
verlicht werd door het zwakke maan
licht.
Eenski ips zag ik niet ver van het
venster iemand bewegen en door de
groote tulband, die nu ten halve door
de maan werd beschenen, begreep ik,
dit het de koning was.
Z. M. scheen niet gehoord te hebben
dat er iemand binnen was gekomen
en begon eensklaps luide in zichzelf
ie praten.
Ze zeggen, dat nummer deit.en
ongeluk aanbrengt, mompelde hij De
dertiende Valo'8 en de laatste. Ah,
de dertiende. Het is dertien jaar gt-
hden, sinds ik als gekroond koning
het eerst te Parijs kwam. Ik had toen
Qiélis en Maugiron en St- Mégrin.
O, die dagen, die nachten, waren ze
er nog maar! We waren jong en rijk,
maar ze zijn allemaal gestorven
Helaas, het is allemaal voorbij I Het
is allemaal voorbij 1
Hij herhaalde dezen zin wel tien
maal, terwijl hij hoofdschuddend heen
en weer liep.
Ik werd bang dot hij mijn aanwc
zigheid zou ontdekken, maar ook door
de wanhoop, die er uit die eentinige
stem sprak. Ik begreep dat een wal
ging voor de bedorven atmosfeer,
waarin hij leefde, hem naar de stilte
van dit vertrek gevoerd moest hebben,
waarin slechts het zuivere licht der
maan straalde en vanwaar hij de verre
vlakten en velden van zijn rijk kon
overzien, want plotseling vervolgde
hijO, Frankrijk. Wat willen ze
er mede beginnen Zal Mercoeur
hertog van Bretanje worden en May'
enne nrins van Parijs en de boven-
Seine? En zal de konir g van Navarre
hen verslaan en alles onder zijn macht
brengen Hij is van mijn leeftijd,
maar hij is jong en sterk, terwijl ik..
Heb medelijden met me. Heb mede
lijden met me
Bij deae laatste woorden barstte hij
in tranen uit en lag daar te snikken,
zooals ik me het nooit van een koning
van Frankrijk had voorgesteld. Wat
moest ik doen
Na een oogenblik trad ik achter het
gordijn, kuchte en kwam wederom e
voorschijn, tirwiji ik mijn zwaard mei
een licht gerinkel over den grond Let
slepen. Het maakte den indruk of ik
pas binnentrad.
De koning scheen het gehoord te
hebben. Hij keek om, maar daar het
donker was in het vertrek sag hij
slechts mijn figuur en zijn handen
ineenslaand, stotterde hijde Quise,
ah de Quise.
Ik knielde voor hem neer en zeide:
Sirr, hier is een van uw tiouwste
dit naren.
Terwijl hij me strak bleef aanstaren,
hield hij het scherm van de lamp op,
zoodat het vertrek meer verlicht
werd.
Ik zag nu de wonderlijkste dingen
bijeen. Het vertrek was behangen
met stoffen van goud-brokaat, die
met diamanten waren afgezet. In
een hoek zat een aap, die me met
zijn mumnulend mondje vragend aan
keek. Op een tafel lagen doozen
met confituren, maskers, pistolen,
een paar muien, ?oppen, poeder-
doozen schets en scheef door elkan
der. De stoelen waren bedekt met
soortgelijke dingen en tusschen al
dien rommel stord de koning, die 0t
wel tien jaar ouder uitzag.
Wie hetft u hierheen gestuurd,
zeide hij, toen hij me herkend had,
Ik ben hier gekomen om me
in dienst van Uwe Majesteit t*
stellen.
(Wordt vervolgiij