Nieuws- en Advertentieblad
Toor Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 26.
VRIJDAG 1 JULI 1932.
48e Jaarg.
Royaliteit.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
FEUILLETON.
Een moeilijke taak.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Galden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
Het is een bekend feit, dat uit
de openbare kas zeer royaal
met geld wordt omgesprongen
ten bate van dragers van open
bare ambten.
De schadeloosstelling van
f5000 voor leden der Tweede
Kamer is volstrekt niet hoog.
Maar dat aan deze functie pen
sioen is verbonden, ook voor de
weduwen en weezen (het eigen
pensioen is zelfs premie-vrij
en tegen dit Staatspensioen hoort
men daar niet protesteeren)
hebben wij altijd een fout ge
vonden en strijdt o.i. met het
karakter van het ambt.
Bovendien, dan is er nog het
reeds meermalen gesignaleerde
feit, dat verschillende Kamerle
den, die vroeger rijks-ambtenaar
waren reeds vele jaren een be
langrijk verlofs-tiactement ont
vangen, terwijl het volstrekt niet
vaststaat, dat ze in hun oude
functie ooit zullen terugkeeren.
Andere voorbeelden van verkeer
de royaliteit zijn èn het oploopen
van verschillende pensioenen uit
verschillende hooge functies én
het gelijktijdig genieten van een
(hoog) salaris uit de eene en
(hoog) pensioen uit andere amb
ten. Wanneer de gevallen eens
precies, met cijfers en al, bekend
werden, zou het publiek meer
dan verbaasd staan.
Nog iets anders. We zijn in
het kostbaar bezit van een afge
vaardigde, die gelijktijdig op
neemt schadeloosstelling als
Kamerlid, pensioen als oud-wet
houder, verlofstractement (sinds...
23 jaar) als oud-ambtenaar. Tot
voor kort had hij er ook nog
presentiegeld als raadslid bij.
Natuurlijk heeft hij als Kamerlid
ook vrij reizen en recht op het
pensioen dat voor hem het ma
ximum reeds heeft bereikt. Hij
oefent bovendien een goede ad-
vokaten-praktijk uit.
Nog een voorbeeld
Iemand, de naam doet er niet
toe, was in 1929 lid van de
Tweede Kamer (f5000, vermeer
derd met zijn verlofs-tractement
als oud-ambtenaar), werd toen
benoemd tot wethouder van Rot
terdam (f8000) en kreeg onmid
dellijk pensioen als Kamerlid
(f2400). Hij hield het Kamer
lidmaatschap open, voor het ge
val, nietwaar hij wéér mocht
stuivertje wisselen. De wet maakt
dit mogelijk. In het particuliere
leven kan dit niet; als men daar
een nieuwe en goed bezoldigde
functie aanvaardt, geeft men (na
tuurlijk!) de oude prijs, maar in
de politiek kan men onder be
paalde omstandigheden de oude
reserveeren en het was dus zijn
recht om dit te doen. Nu is hij
als wethouder afgetredenhij
wisselde stuivertje met een par
tijgenoot en werd weer Kamerlid.
Zijn pensioen als Kamerlid
hield nu natuurlijk op, want hij
kreeg de gewone schadelsosstel-
ling weer, maar nu krijgt hij
voor de variatie pensioen als
wethouder de twee simpele
wethoudersjaren brengen hem
een levenslang pensioen van
f1000 op.
Nu is dit een geval, dat bedoeld
persoon, door den loop der om
standigheden, er niet op vooruit
ging, nu hij weer Kamerlid werd,
integendeel, hij ging achteruit,
en zulks te meer, waar hij zijn
verlofs-tractement als ambtenaar
ook niet meer ontving (hij heeft
in 1929 eervol ontslag gekregen),
maar wij noemen dit voorbeeld
om te vragenis het geen mis
stand, dat men een goed bezol
digde openbare functie (wethou
der) aanvaardend, gelijktijdig een
belangrijk pensioen uit een andere
openbare functie (Kamerlid) ont
vangt? Is het geen misstand, dat
van twee jaren wethouderschap
reeds f 1000 pensioen en na vier
jaar f 2000 pensioen wordt uit
gekeerd Een Kamerlid heeft
recht op f 150 pensioen per
dienstjaar, een wethouder (in
Rotterdam) op f 500, beide na
tuurlijk tot een zeker maximum,
dat een Kamerlid eerst na 20,
doch een wethouder reeds na
enkele jaren bereikt.
Het wil ons voorkomen, dat er
DRUKKER-U1TQEVER
inzake de combinatie in salaris
en pensioen, of in dubbele pen
sioenen, vaak uit de openbare
kas een royaliteit wordt betracht,
die ongemotiveerd is.
Waar blijven, in ons land, en
in dezen tijd, de vrijwillige kor
tingen
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
De Nederlandsche Bank ln
1931-1982.
Aan het verslag van de Ne
derlandsche Bank in 19311932,
uitgebracht door den president
dier instelling, Mr. Trip, ontlee-
nen wij het volgende
Getuigd kan worden dat het
financieel en economisch bestel
van ons land over een belang
rijk weerstandsvermogen beschikt,
dat bij verstandig beleid in staat
zal stellen de ongunst der tijden
te doorstaan.
Wat Nederland vóór alles
noodig heeft is verlaging van de
productiekosten, niet slechts in
de voor de internationale markt
werkende bedrijven, doch over
de geheele lijn, dus ook in de
beschutte bedrijven en in de
overheidsbedrijven, die in toene
mende mate een plaats in het
economische leven zijn gaan in
nemen.
Wanneer dit niet tijdig en
vrijwillig wordt aanvaard, wat
onvermijdelijk uit de werking
der economische wetten voort
vloeit, zal de macht der feiten
tot aanvaarding dwingen.
De positie van Nederland is
ongetwijfeld moeilijk, doch de
meening mag niet postvatten, dat
Nederland buiten machte zou
zijn den druk der tijden te weer
staan. Het Nederlandsche volk
staat thans voor de beslissing of
het, door te trachten vast te
houden aan een levensvoet, zich
aan een groote verarming met
alle daaraan verbonden gevolgen
in de toekomst wil blootstellen,
dan wel of het, door gezamenlijk
en over de geheele lijn het on
vermijdelijke aanpassingsproces
te vergemakkelijken en te bevor-
deren, het Nederlandsche pro
ductieapparaat door den zwaren
tijd heen zal helpen.
De val van het pond sterling
en het dientengevolge aan de
Nederlandsche Bank berokkende,
zeer belangrijke, verlies heeft
haar positie als circulatiebank
echter niet aangetast. Haar goud
dekking vormt, ook onder de
huidige abnormale omstandighe
den, een uiterst krachtigen waar
borg voor de handhaving van
de goudwaarde van het nationale
ruilmiddel. Mag uit een en ander
reeds worden afgeleid, dat de
postie van den gulden krachtig
is, in dezelfde richting wijst de
omstandigheid, dat de gelden,
welke het buitenland per saldo
op korten termijn van Nederland
te vorderen heeft, geen moeilijk
heden kunnen opleveren.
Een nauwere permanente sa
menwerking van meer algemeene
strekking tusschen de Nederland
sche Bank en de particuliere
banken zal binnenkort haar be
slag krijgen. Van controle op de
gestie van het particuliere bank
wezen is geen sprake. Aangaande
de bezuiniging wordt in het
verslag gezegd, dat bezuinigings
maatregelen in overweging zijn,
waarbij tevens de vraag in over
weging is of het apparaat waar
over de Bank in den vorm van
een Bijbank, 17 agentschappen
en 81 correspondentschappen
beschikt, te groot en daardoor te
kostbaar is te achten, zoodat ook
in dit opzicht bezuiniging moge
lijk zal zijn.
Het verliessaldo bedraagt
f19,331,195; vorig jaar was er
f5,032,761 winst.
H' t wetsontwerp Terpstra,
B ijkens een mededeeling in
„De Christelijke Onderwijzer"
zullen bij het christelijk onder
wijs volgens het gewijzigd wtts-
voorstel-Terpstra, in de eerste
drie jaar plm. 1000 onderwijzers
moeten afvloeien.
De kweek- en normaalscholen
zullen echter tot 1 Januari 1935
ongeveer 2000 nieuwe krachten
opleveren. Dat is een overcom
pleet van 3000.
Voor nieuwe plaatsen en ver
vanging van gepensionneerden
enz. zullen in dienzelfden tijd
plm. 1650 onderwijzers noodig
zijn. In het gunstigste geval zal
het overcompleet bij het chris
telijk onderwijs op 1 Januari
1935 ten minste 1350 leerkrachten
bedragen, welk getal een jaar
later, volgens genoemd blad, de
1500 zal hebben overschreden.
De Pest.
Naar de officieele statistieken
uitwijzen heeft in het tijdvak van
26 Maart tot 16 April de pest
in totaal 346 slachtoffers in Ned.-
ndië geëischt.
In Oost-Java is in de genoemde
reriode slechts één sterfgeval aan
pest voorgekomen. Daarentegen
zijn er in Midden-Java ruim
honderd personen aan pest ge
storven. Met name zijn er in
Djokjakarta 34, in Temanggoeng
22, in Tegal 41 en in Brebes 12
sterfgevallen wegens pest ge
constateerd.
In West-Java zijn de getallen
verreweg het hoogst.
Bandoeng staat vooraan met
145 sterfgevallen, Tasikmalaja
volgt met 41. In Madjalengka
zijn 30 personen aan pest ge
storven, in Tjiamis heeft de
ziekte 10 slachtoffers geëischt.
Het regentschap Garoet heeft in
de afgeloopen periode slechts
vijf inwoners verloren aan pest,
in Soemedang zijn drie gevallen
geconstateerd.
Luchtpost.
Met ingang van 23 dezer is
het tarief voor luchtpost op Ned.
Indië als volgt geregeld
Voor briefkaarten 20 cent
voor stukken niet zwaarder dan
5 gram en voor postwissels 30
cent; voor stukken zwaarder dan
5 tot en met 10 gram 50 cent;
voor stukken zwaarder dan 10
tot en met 20 gram 75 cent.
Het tarief voor zendingen van
grooter gewicht dan 20 gram
wordt niet gewijzigd.
(Wordt vervolgd)
AXELSCHE
COURANT.
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
46)
In vijf minuten had ik het huis van
de Rosny bereikt. Ik klopte er onge
duldig op de deur en mijn hart zonk
mij in de schoenen. Als ze er eens niet
was
Tot mijn verbazing werd de deur
door Simon Fieix geopend.
Toen hij me zag sprong hij met
een verschrikt gezicht achteruit.
Ellendeling riep ik woedend uit.
Zeg me onmiddellijk waar freule
de la Vire is of ik zal vergeten wat
mijn moeder aan je te danken heeft
gehad.
Een oogenblik bleef hij me wan
trouwend aankijken, alsof hij van plan
was om me niet binnen te laten. Na
een oogenblik wees hij naar de deur.
Qa voor en klop voor me aan,
zeide ik, met mijn zwaard naar hem
wijzend.
Hij gehoorzaamde en bracht me in
een anti-chambre, waar hij een ooger-
blik wachtte. Eindelijk tikte hij
sachtjes op de deur. Een scherpe stem
riep: Binnen 1 Ik lichtte de klink
op en sloot de deur achter mij.
Voor het vuur. dat zacht j'S brandde,
Zat jonkvrouw de la Vire in haar rij-
costuum. Ze zat met den rug naar
me toe en keerde zich niet om toen
ik binnentrad, maar Heef met de
linten spelen van htt masker, dat In
haar schoot lag.
Franchette stond achter haar met
de handen in de zijde en er was ie*t
In haar houding dat er op duidde» dat
ze maar half ingenomen was met de
laatste gril van haar meesteres, en dat
ze het vooral onverantwoordelijk vond,
dat Simon haar zoo roekeloos in de
straten had gewaagd van een stad,
waar ze r.og kort geleden aan zulke
groote gevaren had bloot gestaan.
Het deed me genoegen, dat ik nu
tenminste bij haar steun zou kunnen
vinden, maar de wijze waarop ze me
groette, doodde die illusie. Ze tikte
echter op de schouders van haar
meesteres en zeideDe heer de
Marsac is er.
De freule keek nu even om en zag
me onverschillig aanzonder uit haar
stoel op te staan of haar voet van
den haard weg te nemen, zei ze
Qoeden avond.
Het kwam er zoo koud en nuchter
uit, dat ik haar verstomd aanstaarde,
ik dacht aan het groote doel, waarvoor
ze de gevaarvolle reis naar Biois oc-
dernomen had, ik dacht aan de
wonderlijke manier, waarop ze zich
gedragen had, to.n ik de Rosny had
veil-t n, en ik wist niet wat te
zeggei.
Haar smal gezichtje zag doodelijk
bleek. Haar oogen stonden vermoeid.
Al mijn boosheid, want op de trappen
had ik me voorgenomen haar een
geducht standje te malen over haar
roekeloosheid, zakte, en ik voelde me
weer dien armoedigen edelman, dien
zij aan het hof van St. Angeiy ont
moet had.
Ik mompeldeQoeden avond,
freule. Dat was alles, wat ik zeggen
kon.
Toen ze 2ag welken Indruk ze op
mij maakte, bewaarde ze een oogen
blik een verlegen stilzwijgen en zeide
eindelijk 1
Mijnheer de Marsac wil misschien
wtl zitten, Franchette. Geef hem een
stoel. Ik ben echter bang dat hij, na
zijn successen aan het hof, onze ont
vangst wel wat koud zal vinden.
Maar we komen ook maar van het
platteland. Terwijl ze dit zei keek ze
mij van terzijde aan met een onver
schilligen blik in haar oogen.
Ik dankte haar en zeide dat ik niet
wenschte te gaan zitten. Ik geloof
dat Simon Fieix u veel last heeft be
zorgd, dames, met u in dit huis te
brengen in plaats van u te vertellen,
dat er in het mijne een paar vertrekken
voor u in orde zijn gebracht, merkte
ik op.
Dct was Simon Fit- x z'n schuld
niet, antwoordde ze kortaf. Ik heb
deze kamers liever. Ze zijn veel ge
schikter.
Ze zijn misschien wel geschikter
voor u, zeide ik nederig, maar ik moet
om uw veiligheid denken, freule. In
mijn huis is een uitstekende wacht,
zoodat ik daar voor uw veiligheid kan
instaan.
U kunt die wacht hierheen stu
ren, zeide ze met een trotsch gebaar.
Maar freule
Is het niet voldoende dat ik u
gezegd heb, dat ik aan deze kamers
de vonkcur geef, antwoordde ze cp
scherpen toor, terwijl ze het masker
op haar schoot liet vallen en met een
norsch gezicht naar me opkeek.
Laat ik u zeggen, dat ik niet in een
stemming ben om met u te redetwis
ten. Ik ben doodop van het rijden.
Deze vertrekken staan mij nu eenmaal
het best aan en dat is genoeg.
De besliste toon, waarop zij sprak,
prikkelde me *oo, dat de wil mij be
kroop, om haar aan mij te onderwerpen.
Freule, zeide ik, haar strak aar.
kijkend, het is op het oogenblik
de tijd er niet voor om aan nukken
toe te geven. De mannen, aan wien
u reeds eenmaal ontkomen bent, zijn
besloten u wederom in een hinderlaag
te lokken- Ze zijn hoogstwaarschiji.-
1 jk reeds van uw komst op de hoogte.
Doe dus wat ik u verzoek, want ar-
ders zou het wel eens kunnen, dat ik
deze maal geen gelegenheid zou heb
ben om u te bevrijden.
Ze zag me spottend aan- U bent
werkelijk in Uw manier van doen
vooru t gegaan, sinds ik u de laatste
maal zag.
Hoe is het mogelijkriep ik uit,
ten diepste verontwaardigd om haar
misplaatste aardigheden. Zult
dan nooit ernstig zijn en wilt u uzelf
en mfl absoluut ten gronde richten?
I* zeg u dat dit huis niet veilig voor
u is en ook niet voor mij. Bovendien
kan ik er mijn mannen niet 'a'en
komen, omdat er g.en plaats voor hen
is. Als u nog eenig gevoel van waar
deering of dankbaarheid hebt
Dankbaarheid ze de ze, met
haar masker *p:lend en terwijl ze
naar mij opkeek met een gezicht of
de heele geschiedenis haar buitenge
woon amuseerde. Dankbaarheid, wat
liefelijk zinnetje dat inderdaad
zeer veel beteekenis heeft. Maar dat
geldt voor degener, die u trouw die
nen, mijnheer de Marsac en niet voor
anderen. U wordt zoo met gunsten
oveiladen en hebt zooveel succes aan
het hof, naar ik hoor, dat ik niet ge
rechtigd ben op uw hulpvaardigheid
alieen beslag te leggen.
U spreekt van met gussten te
worden overladen, ging ik stamelend
voort, ik heb slechts eenmaal van
'n vrouw een gunst ontvangen. Dat
was te Rosny en die werd me door u
bewezen.
Door mij vroeg ze op koelen
toon.
Zeker freule.
U hebt u op 'n zonderlinge
wijze vergist, mijnheer, zeide ze
met een onverschillig schouderop
halen van haar stoel opstaand.
Ik heb u nooit een of andere gunst
bewezen.
Ik'maakte een diepe buiging.
Als u dat zegt freule, dan is dat vol
doende voor mij.
Ach neen, laat Ik niet onrecht
vaardig tegenover u zijn, meneer de
Marsac, begon ze weer, nu op
geheel anderen toon sprekend.
Als u me kunt laten zien, wat u
van mij gekregen zoudt hebben,
dan kan ik natuurlijk wel over
tuigd worden. Zien is gelooven,
voegde ze er met een nerveus
lachje bij.
Nog nooit had ik er zoo het
land over gehad den strik verloren
te hebben, Ik keek haar zwijgend
aan en zag dat haar gezicht dat
een oogenblik zeer zacht was geweest,
nu wederom een harde uitdrukking
kreeg.
Wel mijnheer, zeide ze onge
duldig. Dat is toch gemakkelijk
genoeg
Het is me weer afgenomen, ik
geloof door mijnheer de Rosny
antwoordde ik verslagen. Ik be
greep niet, wat voor een noodlottig
toeval haar zooiets had kunnen doen
vragen.