Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen
No. 23
DINSDAG 21 JUNI 1932.
48e Jaarg.
w
J. C. VINK - Axel.
Boeken lezen.
binnenland.
FEUILLETON.
Een moeilijke taak.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Galden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Men is in onze gemeente
doende met de voorbereiding
van een bazar, ten bate van tele
fonische aansluiting bij de Ned.
Herv. Kerk alhier voor diegenen,
welke door ziekte, gebreken of
ouderdom verhinderd zijn de
kerk te bezoeken.
Afgezien van het feit, dat in
zeer vele huisgezinnen de radio
in die behoefte voorziet, voor
zoover daarin preeken worden
ten gehoore gebracht van allerlei
richting, is toch het hooren van
zijn „eigen" dominee altijd iets
bizonders en kan daarin vaak
meer stichting of voldoening
schuilen dan in het woord van
dezen of genen onbekende. We
achten alzoo het doel goed en
nuttig.
Maar nu is naar we ver
namen aan de bazar, waarvoor
ook een collecte wordt gehouden,
nog een andere bedoeling ver
bonden, n.l. uit de opbrengst
aankoopen van boeken
voor de jeugd.
En dit nu achten we minder
aanbevelenswaardig. Niet dat we
het aankoopen van boeken niet
nuttig zouden achten, verre van
dat. Maar dat dit hier gepaard
moet gaan met de collecte voor
een telefoon voor behoeftigen.
vinden we eigenaardig.
We zouden zoo zeggen, als de
collecte of de bazar meer op
brengt, laat dan dit ook den be
hoeftigen, b.v. de diaconie ten
goede komen, anders kon het wel
eens gebeuren, dat juist doordat
twee-ledig doel de opbrengst niet
voldoende, althans minder zou
zijn. Want aan gelegenheid tot
boeken lezen is o.i. toch in onze
gemeente geen gebrek. Er zijn
minstens een drietal bibliotheken
en dan is er een prachtgelegen-
heid em voordeelig aan lectuur
te komen in de
35ste uitzending
der reizende bibliotheken.
Immers in het aanst. najaar
zullen voor de vijf en twintigste
maal reizende bibliotheken naar
alle oorden van ons land worden
gezonden. In al die jaren hebben
zij aan duizenden menschen een
nuttige en prettige ontspanning
bezorgd.
Elke zending bestaat uit 100
of 50 zorgvuldig gekozen boeken
romans en jeugdboeken, daar
naast enkele populair-wetenschap-
pelijke boeken en tijdschriften.
De keuze geschiedt in overeen
stemming met den lezerskring,
waarvoor elk bibliotheekje is be
stemd neutraal of positief-chris-
telijk. Herhaaldelijk werden reeds
bibliotheekjes samengesteld zoo
wel ten behoeve van nutsdepar-
tementen als van christelijke jon-
gelingsvereenigingen.
Nieuwe aanvragen, zooveel
mogelijk met opgave van aard
en groote van den lezerskring,
dienen vóór 1 Aug. a.s. té worden
gericht tot den Centrale Vereeni-
ging voor Reizende Bibliotheken
te Broek in Waterland, bij voor
keur door één of meer notabele
ingezetenen, een predikant, school
hoofd of onderwijzer(es), die be
reid is, als boekbeheerder op te
treden.
De (kostelooze) toezending ge
schiedt in den loop van den
herfstzoo noodig kan gratis een
boekenkastje in gebruik worden
gegeven. De lezers betalen 3
cent per boek per weekdeze
gelden dienen bij het terugzenden
dei kist in het voorjaar aan de
Vereeniging te worden afgedragen.
Vakboeken op het gebied van
techniek en handwerk, land- en
tuinbouw, worden door bemid
deling der boekbeheerders het
geheele jaar door aan belang
stellenden tegen een klein leesgeld
franco per post verzonden.
Wat wil men nog meer?
Steun aan de varkenshouderjj
Ingediend is het aangekondigde
wetsontwerp tot steun aan de
varkenshouderij.
Daar een zeer belangrijk deel
van den Nederlandschen varkens
stapel voor export is bestemd,
zal in een plan tot hulpverleening
aan de varkenshouderij hiermede
noodzakelijk rekening moeten
worden gehouden.
Een der groote voordeelen, die
een steun aan de varkenshouderij
biedt, is, dat op deze wijze een
loonend afzetgebied kan worden
gevonden voor het surplus aan
ondermelk.
Ten aanzien van de positie,
welke het Nederlandsche varkens-
vleesch op de buitenlandsche
markt inneemt, moet helaas wor
den geconstateerd, dat deze achter
staat, ten minste wat betreft dat
gedeelte, dat als bacon wordt
geëxporteerd, bij sommige andere
sooiten. Het is met het oog op
de exportbelangen, welke er toch
in de eerste plaats bij gebaat zijn,
dat onze plaats op de buitenland
sche markt wordt versterkt, uiter
mate gewenscht, hierin verbete
ring te brengen. De eerste voor
waarde hiervoor is, dat de kwa
liteit van het aangeboden var-
kensvleesch worde verbeterd.
Daarvoor is noodzakelijk, dat de
landbouwers de varkens naar
kwaliteit betaald krijgen. Dit zal
slechts dan algemeen kunnen
worden doorgevoerd, indien in
den export concentratie tot stand
wordt gebracht.
De thans aangeboden regeling
houdt dan ook een zoodanige
concentratie in.
De regeling van den export
van varkens en varkensproducten
zal geschieden door een organi
satie, samengesteld uit de belang
hebbenden zelf en onder voort
durend toezicht van den Minister
van Economische Zaken en Arbeid.
Deze organisatie zal óf den
export zelf ter hand kunnen nemen
öf onder haar leiding en toezicht
dezen kunnen doen geschieden
door anderen.
Voorloopig zal de export, wil
men de varkenshouderij loonend
maken, met verliezen gepaard
gaan. De verliezen zullen moeten
worden gedekt uit baten uit den
binnenlandschen omzet van var-
kensvleesch.
Voldoende is hiervoor, dat
degenen, die in het binnenland
varkens doen slachten, een zeker
bedrag aan de centrale afdragen.
Practisch is zulks uil te voeren
door een tijdelijke aanvulling van
de uitvoerbepalingen der vleesch-
keuringswet 1919, in dien zin,
dat de stempeling van geslachte
varkens niet mag geschieden dan
na betaling van een zeker bedrag.
Het zal er op neerkomen, dat
men ongeveer 5 cent per pond
voor het slachten zal moeten
betalen Dit beteekent voor den
detailprijs zeer weinig.
De centrale organisatie dient
er zich op toe te leggen, een
geregeld kwantum goede gelijk
soortige varkens of goed gelijk
soortig varkensvleesch op onze
belangrijkste buitenlandsche mark
ten aan te voeren. Bij de in
krimping van den varkensstapel,
welke een noodwendig gevolg
moet zijn van de tegenwoordig
zeer lage prijzen, zal het oogen
blik komen, waarop de export
weinig verlies, ja zelfs winst zal
kunnen opleveren.
De alsdan te maken winsten
dienen te worden gereserveerd
voor de later ook weer automa
tisch volgende tijden van over
productie met zeer lage prijzen.
Het blijft op die wijze mogelijk,
dat in ons land een meer sta
biele varkensprijs blijft gelden,
welke nu eens hooger en dan
weer lager zal zijn, dan zonder
ingrijpen van de Regeering.
Zoodra de centrale tot stand is
gekomen en zij over de noodige
fondsen beschikt, hetwelk haar in
den aanvang zoo noodig door
een rentedragend voorschot zul
len kunnen worden verstrekt, zal
zij den prijs der exportvarkens
kunnen steunen. De prijs van
voor de binnenlandsche markt
be-stemde varkens zal daarbij
moeten volgen.
Een zeer moeilijk punt is het
voorkomen eener te groote uit
breiding van de varkensteelt.
Me i zal een industriëele beper
king moeten nastreven. Hoewel
moeilijk, is een dergelijke rege
ling niet onuitvoerbaar. De cen
trale organisatie heeft aan de hand
van de door haar te verzamelen
gegevens onder goedkeuring van
den Minister te bepalen het aan
tal varkens, hetwelk in een be
paald tijdsverloop, bijv. in een
jaar, zal mogen worden aange
boden. Zij bepaalt echter ook
hoe deze varkens moeten worden
verdeeld over de verschillende
gebieden.
Voor een verdere verdeeling
binnen de provincies worden,
met medewerking van de be
staande landbouwersorganisaties,
provinciale organisaties gevormd,
iedere varkenshouder, die varkens
zal willen fokken, of verkoopen,
zal zich moeten aansluiten bij
een der provinciale organisaties.
Het is noodig, dat er voor de
verdeeling uiteindelijke goedkeu
ring van een onpartijdige instantie
is. Daarvoor zal de Minister zich
doen bijstaan door een nader aan
te wijzen orgaan. Gedacht is
hierhij aan een regeeringscom-
missaris aan het hoofd van een
regeeringsbureau, hetwelk aller
minst uitgebreid behoeft te zijn.
Volgens de N. R. Crt. is er,
gezien de resultaten van de
tarwewet, van het plan niet veel
te verwachten. Het komt neer
op een stabilisatie van de var-
kensteeit (malthusianisme) en van
de varkensprijs. Maar het meest
treffend is nog, dat de verliezen
van den export moeten worden
gedekt door den binnenlandschen
omzet. M. a. w., de Nederlanders
moeten hun spek duurder betalen,
opdat de Engelschen het goed-
kooper zouden hebben, evenals
het met de boter gesteld is, die
naar Duitschland gaat voor minder
prijs, dan wij ze betalen moeten.
Het is te hopen, dat die maat
regelen spoedig overbodig zullen
worden.
Kameroverzicht.
De derde kruiser.
Nadat Donderdag het wetsont
werp tot wijziging van de Indi
sche begrooting 1932, wat den
bouw van een derden kruiser
voor Indië inhoudt, door enkele
leden van de Tweede Kamer is
bestreden en verdedigd en ook
is verdedigd door den Minister
van Koloniën, de heer De Graaff,
Zijn scherp Itallaansch gnjicht wis»
(Wordt vervolgd)
AXELSCHE
COURANT
43)
Mijn arrestatie was de eerste over
winning in hun pogen om den kuning
van het plan, dat de Rambouillet er
met zooveel moeite had doorgekregen,
af te brengen.
De maarschalk-provoost zag dit ook
wel in. Hij wist dat het bevelschrift,
dat hij in handen hield, alleen geldig
was wanneer de oude partij wederom
overwon en daar hij zag dat de Ram
bouillet voet bij stuk hield, gaf hij toe.
De Rambouillet nam mij bij den
arm en haastig staken wij de binnen
plaats over. Tot zoover was alles
goed gegaan en ik begon meer moed
te krijgen. Maar de Rambouillet ver
zekerde mij echter, dat het ergste nog
komen moest. Ik was dus niet ver
baasd, toen op het oogenblik dat we
de antichambre binnentraden, er een
kamerdienaar op ons toekwam, die
ons zeide, dat de koning niemand
ontvangen kon.
Hij zal mij wel ontvangen, ant
woordde de Rambouillet met een
hooghartigen blik de fluisterende pages
en lakeien opnemend, die eensklaps
heel beleefd werden.
Ik heb dringende orders om nie
mand binnen te laten, markies.
Zeker, zeker. Maar dat heeft
geen betrekking op mij. zeide mijn
metgezel onvervaard. Ik ben er
van op de hoogte wat de koning op
het oogenblik doet en ik moet er hem
bij helpen.
Met een enkele handbeweging duwde
hij den man opzijde en opende het
vertrek van den koning. Hij was
bezig met zijn rijlaarzen aan te trek
ken, terwijl eenige hovelingen bij hem
stonden. De koning schrok een gs-
zins toen we binnenkwamen en net
zijn rijzweep op den grond vallen,
terwijl de hovelingen er uit zagen als
schooljongens, die op heeterdaad be
trapt worrien. De koning herstelde
zich echter dadelijk en ons den rug
toedraaiend ging hij voort met over
onbeduidende dingen te praten, die
hem gewoonlijk bezig hielden, maar
ofschoon hij op onbevangen toon
sprak, kon men zien, dat de strakke
blik, waarmede de markies hem aan
staarde, hem hinderde.
Mijn moed begon weer te zakken
en ik begreep niet, waarom ik me tot
dat alles had laten overhalen. Ik zag
dat de koning steeds ontstemder keek
en als ik slechts naar den brutalen
lach van de Retz zag en naar de twee
pages, die aan het eind van het ver
trek me spottend opnamen, begreep
ik, dat er geen ontkomen meer aan
zou zijn.
De koning scheen steeds boozer te
worden en eindelijk fluisterde hij een
van de pages iets in. Deze kwam
daarop langzaam naar ons toe.
Mijnheer de R uhbouillet, zeide hij op
kouden toon, Zijne Majesteit is ont
stemd door de tegenwoordigheid van
dezen heer en verzoekt hem het ver
trek te verlaten,
Het woord van Zijne Majesteit
is wel, antwoordde mijn beschermer,
een diepe buiging makend en op zeer
helderen toon sprekend, maar de zaak,
waarvoor dele edelman hier komt, is
van het grootste belang en heeft be>
trekking op den persoon van Zijne
Majesteit.
De Reiz lachte sarcastisch. De
andere hovelingen keken ernstig. De
koning haalde de schouders Op, maar
na een oogentlik aarzelen, waarin
hij beurtelings de Retz en de Ram
bouillet aankeek, wenkte hij den laat
ste om nader te komen-
Waarom hebtu hem meegebracht?
mompelde hij ontevreden. Ir heb
immers bevel gegeven dat hij in hech
tenis zou worden genomen.
Hij heeft u dingen mede te dee-
len. die hij u slechts in het geheim
kan mededeelen, antwoordde de Ram
bouillet, en keek den koning zoo vecl-
beteekenend aan, dat deze zich plot
seling zijn onderhoud met de Rosny
en de rol, die ik daarin gespeeld hac,
scheen te herinneren. Hij schrikte
tenminste op, met het gezicht van
iemand die plotseling wakker wordt.
En om te verhinderen, dat deze
mededeelingen u zouden bereiken, sire,
ging de Rambouillet onvervaard voort,
hebben zijn vijanden misbruik gemaakt
van den welbekenden zin voor recht
vaardigheid van Zijne Majesteit.
O, ja, wacht even, riep de k >-
ning uit. Die man heeft een priester
vermoord, herhaalde hij vertrouwelijk
alsof hij nu de geschiedenis pas bi
greep.
Daar is geen woord van waar sire,
al vraag ik u vergiffenis, dat ik u
moet tegenspreken, antwoordde de
Rambouillet op aftemten toon.
Kom, kom. Dat is een uitgemaakte
zaak, zeiae de koning humeurig.
A's u blijft volhouden, sire, da*
hij vader Antoine gedood heeft, dan
zeg ik, dat dat niet waar is.
Maar dan weet je er niets van
af, hield de koning vol»
Maar nu scheen maarschalk de Retz
het noodig te vinden om tusschen-
beide te komen. Moeten we van
het veitrek van den koning een rechts
zaal maken? vroeg hij effen.
De Rimbouillet nam geen notitie
van hem.
Miar de Briihl, zeide de koning,
de Brü'il zegt het.
De Briihlriep mijn metgezel nu
met zooveel heftigheid uit, dat de
koning er van schrikte. Maar Uwe
Majesteit heeft toch zeker niet de
woorden vertrouwd van iemand,
waarvan hij weet dat hij er belang bij
heeft om dezen man te bekladden.
Nu scheen de koning zich mijn os-
aangenaamheden met de B.ilhl te
herinneren. Besluiteloos bleef bij een
oogenblik staan en maakte de eigen
aardige opmerking dat we allemaal
een stel verraders waren en dat hij
niemand meer kon vertrouwen. Maar
mijn beschermer had de rechte snaar
getroffen, want eindelijk wenkte hij
de Retz dat deze achteruit zou gaan
en zeide op naren toon tegen de Ram
bouilletVerklaar je verder.
De^e antwoordde als volgt: Majes
teit, de moord heeft ongeveer tegen
zonsondergang phats gehad en nu is
mijn neef, Francois d'Agen, buiten
en die kan Uwe M j steit mededeelen,
dat hij van één uui voor zonsonder
gang tjt één uur er na, bij dezen
edelman is geweest. De heer de
Marsac kan dientei g?volge moeilijk
de moordenaar zijn en daarom moet
de maarschalk maar ergens anders
gaan Soeken, ais hij op wraak zint.
Rechtvaardigheid, geen wraak,
mlinheer, zeide de Retz met een duis
teren blik.
zijn verwarring goed te beheerschen,
maar een paar kleine roode vlekken
op zijn olijfkleurige wangen verrieden
zijn woede. Hij was in een moeilijker
positie dan zijn tegenstander, want
waar deze voor een eeilijke zaak op
kwam, wist hij zichzelf een verrader
die elk oogenblik door de mand kon
vallen.
Laat de heer d'Agen binnenko
men, zeide koning Hendrik kortaf.
En ais Uwe Majesteit het goed
vindt, dan ook mijnheer de B.iihl,
voegde de Rttz er bij. Als u ten
minste op een zaak wenscht terug te
komen, die naar ik meende, geregeld
was.
De koning knikte koppig met een
woedend gezictt. Hij staaide met
zijn schichtige oogen, die zelden
iemand recht aankt ken, naar den grond
en dit maakte, dat hij nog krommer
liep dan ooit. F.r waren zeven cf acht
kleine hondjes in het vertrek en ter
wijl wij op de komst van de ge
noemde personen wachtten, smeet hij
ze één voor één in hun mand, als om
lucht te geven aan zijn boosheid.{
De getuigen verschenen spoedig,
gevolgd door de hertogen van Ne-
vers en Mercoeur en den heer de
Ciillon.
De twee hertogen groetten den mar
kies vormelijk eR begonnen nu op
onderdrukten toon met de Retz te
spreken, die hen trachtte over te
halen om zijn zaak te steunen. Ze
schenen er echter weinig lust in te
hebben. Ze haalden tenminste min
achtend de schouders op, alsof ze da
geschiedenis onbeduidend vonden.