Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h-Vlaand er en No. 19. DINSDAG 7 JUNI 1932 48e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Raadsverslag. FEUILLETON. Een moeilijke taak. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per pest 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Greote letters worden naar plaatsruimte berekend. AdvertentiSn worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Vergadering van 2 Juni 1932. Tegenwoordig alle leden. Voorzitter de heer F. Blok, burgemeester. II. 2. Ingekomen stokken en mededeelingen. Zooals we meldden, werd het verzoek van de Nat. Comm. tegen alcoholisme voor kennisgeving aangenomen. Zooals ons bij nader inzien bleek, hield dit verzoek in ook het aantal verloven, dat hier 26 bedraagt, terwijl het maximum 23 is, te verlagen. De h.h. Van Kampen en Van Bendegem vroegen hierover eerst het woord, doch zagen er van af, toen de Voorz. mededeelde, dat in 1933 weer gelegenheid is om het getal vergunningen te herzien en B. en W. dan ook omtrent het getal verloven een voorstel zullen doen. i. Verzoek van G. Gocssen, te Axel om aankoop van een perceel bouwgrond in de Prins Mauritsstraat, naast de gemeente opzichter, groot 132 M3. Z. h. s. wordt besloten aan dit verzoek te voldoen onder de bestaande voorwaarden. j. Dankbetuiging van A. Olij- slager voor den hem toegekenden toeslag op zijn pensioen. Voor kennisgeving aangenomen. k Mededeelingen. Aangaande hetgeen door dhr. 't Gilde is opgemerkt over de kwestie met P. Dieleman doet de VOORZ. verslag van het inge stelde onderzoek. Gebleken is, dat P. Dieleman op Maandag 25 Januari werkloos is geworden en in die week op Woensdag, Donderdag en Vrijdag heeft gewerkt. Hij is door zijn werkgever op Vrijdagavond ont slagen, omdat deze zijn hulp op Zaterdag niet meer noodig had. P. Dieleman kon derhalve geheel reglementair op Zaterdag nog een wachtdag maken, waardoor hij de andere twee werklooze dagen in die week geldig kon maken als wachtdag. De daarop volgende week van 1 tot en met 6 Februari is hij de volle week werkloos geweest. De eerste drie werkdagen in die week zijn beschouwd als wachtdagover de laatste drie dagen heeft hij geheel overeen komstig de reglementaire bepa lingen bondsuitkeering ontvangen. In het door dhr. 't Gilde in afschrift overgelegde briefje van den penningmeester van het hoofdbestuur van den bond wor den deze laatste drie dagen be doeld. Uit het geheele onderzoek is komen vast te staan dat P. Die leman geen werk heeft geweigerd om in plaats daarvan steunuit- keering te krijgen dat de handel wijze van zijn werkgever niet in strijd is met de reglementaire bepalingen en dat P. Dieleman pas na de voorgeschreven zes wachtdagen te hebben gemaakt, bondsuitkeering heeft ontvangen. Naar aanleiding van in vorige vergaderingen gestelde vragen deelen B. en W. het volgende mede dat het door de heeren de Ruijter en Hamelink voorgestelde tarief voor „bakkersgas", de Gas- commissie gehoord, niet door hen kan worden overgenomen, aange zien dit geen rekening houdt met de belangen van beide partijen in casu afnemer en bedrijf. dat geen speciaal tarief kan worden voorgesteld voor die per sonen, welke met een gasoven hun eigen brood bakken, zooals dit door den heer Ortelee werd gevraagd. Dit gas zou via een andere meter moeten gaan, wat meer'kosten, als huur der meter, met zich brengt, waarmee de af nemer niet gebaat zou zijn dat bij het huren van paar den ten behoeve van werkzaam heden voor de gemeente een vast gestelde prijs zal worden voorge steld hetgeen de heer Ortelee beoogt, teneinde de concurrentie tegen te gaan. Van onzentwege zal zooveel mogelijk getracht worden de houders van paarden, die voor dit doel hun paarden willen afstaan, in de gelegenheid te stellen om hun diensten aan te bieden tegen een normaal tarief, daarbij rekening houdende met de finantiëele belangen der ge meente. Voor zoover overige vragen nog niet beantwoord zijn, zijn deze nog in onderzoek. Dhr. HAMELINK zegt niet te begrijpen, waarom zijn tarief niet in 't belang van beide partijen zou zijn; hij meent juist van wel. Spr. moet om dat te bewijzen in herhaling treden, maar zal dat honderdmaal doen, als hij het noodig acht. B. en W. stellen het tarief tot 300 M3 gasverbruik op 7 ct. per meter, voor meer verbruik tot 500 Ms 6 cent en daarboven 5 cent. Als dus vol gens dat tarief een bakker 450 Ms gas heeft verbruikt, betaalt hij 450 X 6 ct. f 27 en als hij 51 M3 meer gebruikt betaalt hij 501 X 5 ct. f25.05 ct. dat is dus f 1.95 minder, terwijl hij nog 51 Ms gas cadeau krijgt. Als dat nu in 't belang van het gasbe drijf is, sta ik versteld van de economist, die mij dat bewijzen kan. Als ik verkoop, moet ik verdienen, natuurlijk. Maar de directeur zegt, laat maar leveren, dan zijn we ons gas kwijt. Dat is zeker iets van den nieuwen tijd Volgens mijn voorstel zou men voor 300 Ms verbruik 300 X 6 ct. betalen en voor 450 Ms 300 X 6 ct. 150 X 5 ct. f 25.50 en hier hebben beide partijen voordeel bij. Dan heeft de verbruiker er geen belang bij om zijn verbruik te verhoogen. Maar bij het tarief van B. en W. is dat niet zoo, als de man daar aan 500 M8 is moet hij f30 betalen en voor 501 Ms f 25.05 en dus zou hij wel dom zijn als hij het kraantje bij de 500 M3 niet wat loopen liet, want dan wordt zijn gas goedkooper. Dat moet die man zelfs doen in 't belang van zijn zaak. Dat tarief houdt een element van verwaarloozing in en is niet in 't belang van de fabriek. Het is spr. niet te doen om dien bakker te treffen, want bij een gewoon verbruik zal hij er even eens voordeel van hebben. En dus omdat beide partijen van zijr. voorstel kunnen profiteeren, zegt spr. verplicht te zijn, om zijn voorstel te handhaven en te verzoeken om daaraan steun te verleenen. Dhr. DE RUIJTER zal niet herhalen, wat hij omtrent dit voorstel heeft gezegd, maar blijft toch op hetzelfde standpunt staan en ziet ook in, dat het voorstel- Hamelink in 't belang van beide partijen is. Spr. zou daarom gaarne met cijfers aangetoond zien, dat het voorstel van B en W. beter is. Blijkt dan dat spr. ongelijk heeft, dan wil hij dat gaarne toegeven. De VOORZ. zegt, dat om een juiste oplossing te vinden, het dan beter is om den directeur in de gelegenheid te stellen zich tegen die berekening schriftelijk te verdedigen en tot een volgende vergadering te wachten met een beslissing, anders zouden we er misschien nog een paar uur over spreken en ten slotle een foutief besluit nemen. Dhr. DE RUIJTER had juist gedacht, dat die cijfers er nu zouden zijn en het verwondert hem zeer, dat dit niet zoo is. Dhr. 't GILDE is verwonderd, dat onder de tegenwoordige om standigheden, n.l. onder een niet vooruit maar achter uitgaande gasproductie de heeren zulk een gemis aan commerciëel inzicht demonstreeren en zoo weinig piëteit betoonen voor een goeden afnemer, dien wij door invoering van een tarief zooals dhr. Hame link wil, wel eens zouden kunnen verliezen. Nu kan men zich daartegenover onverschillig too- nen, maar we moeten niet uit het oog verliezen, dat de vaste kosten, die op het bedrijf rusten dezelfde zijn. Als bovendien dhr. H. een intensief nader onderzoek instelt, hoe de toestand b.v. is in plaatsen ais Amsterdam dan zal hij tot de conclusie moeten ko men, dat de verschillen daar nog veel grooter zijn. Het moet hem niet moeilijk vallen daaromtrent zijn gegevens te verkrijgen. Het gaat bovendien hier niet over een tarief maar over een overeenkomst en met welk doel men soms speciale overeenkom sten zooals in dit geval moet treffen is genoegzaam be kend en dat leeren ook andere bedrijven, die b.v. stroom, etc. leveren voor industriëele doel einden. Het gas dat voor een bepaald doel geleverd wordt, moet immers kunnen concurree- ren tegen andere stoffen welke voor dat doel gebruikt worden. Gas, gebruikt in een motor moet cunnen concurreeren met stoom, benzine, electriciteit, enz. Gas, dat gebruikt wordt voor kamer- verwarming b.v., moet weer runnen concurreeren met anthra- ciet anders maakt niemand er gebruik van. Zoo is het even eens met gas dat, bestemd voor bakkersovens, ook met andere brandstoffen dient te kunnen wedijveren. Men kan daarbij de andere factoren, als het gemak kelijk werken, b.v. doordat het niet aangevoerd moet worden en ook geen bergplaats noodig heeft, dan nog buiten beschouwing laten. Waar nu de gascommissie in overleg met den Directeur aan B. en W. aan de hand van de ten dienste staande gegevens, waaruit blijkt dat Scheele's nor maal maandelijksch gebruik is ten hoogste even in de 600 M3., of meestal iets daaronder heeft het hier absoluut geen zin om in een tarief van 700 M8. te spreken. Als men ons dan tegenwerpt De gasfabriek mag geen schade lijden door de concurrentie op deze manier, dan kunnen wij op de hoogte zijnde van den pro ductieprijs van het gas volmondig verklaren, dat het kan. Het is evenwel niet in het belang van de zaak hier dieper op in te gaan. Een vergelijking met de P.Z.E.M., die aan den éénen afnemer (Wordt vervolgd) AXELSC COURANT Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. 40) Ik keek en zag tot mijn verbazing dat Simon me een fluweelen strik ge geven had, die in alle opzichten precies gelijk was aan dengene waar mede freule de la Vire mij te hulp had geroepen. Hij was een beetje anders van kleur, maar noch de ma nier waarop hij gemaakt was, noch het fluweel was verschillend. Bovendien was hij geteekend met de initialen C- d. I. V. Simon, zeide ik, wat btteekent dat? Waar heb je dat ding gevonden Een vrouw op straat heeft het mij gegeven, antwoordde hij. Wat voor vrouw Ik weet he t niet, zeide hij onge duldig. Ze droeg een masker. Was het Franchette? vroeg ik ernstig. Misschien wel. Maar dat weet ik niet. Ik leidde er eerst uit af, dat jonk vrouw de la Vire buiten de wallen van de stad was aangekomen en dat Maignan dit gestuurd had om mij van zijn komst op de hoogte te brengen. En nog meer zette die meening zich bij mij vast, toen Simon zeideU moet den zender van dit ding morgen avond, een half uur na zonsondergang bij de zijbark van den noordoostelijken vleugel van de kathedraal komen ont moeten. Morgenavond?- Ja, natuurlijk. Wat zei Ik anders, herhaalde de jongen ongeduldig. Ik vond dit een vreemde geschie denis. Ik kon heel goed begrijpen, dit Maignan buiten de stad bleef wachten, maar ik kon niet begrijpen, dat hij de ontmoeting zoolang uitstelde. Het was ook slechts een halve boodschap en ik vermoedde dat Simon nog iets achterhield. Was dat alles? vroeg ik. Ja, alles, antwooidde hij, be halve Behalve wat Behalve dat de vrouw mij het gouden teeken liet zien, dat freule de la Vire in haar bezit had. Zag je dien munt vroeg ik haastig. Ja zeker. Dan, hou jij me voor den gek of die vrouw heeft jou bedrogen, want de freule heeft het teeken niet meer; hit is in mijn bezit, kijk maar. Ik heb er zoo een gezien, ant woordde Simon vreesachtig. F.n die vrouw heeft gezegd, wat ik u verteld heb, niets anders. Dan is het duidelijk, dat de freule er niets mede te maken heeft en dat ze misschien nog op mijlen afstand is. Het is natuurlijk een list van de Briihl. Fresnoy heeft het teeken, dat hij mij ontstal, aan hem gegeven. De geschiedenis van den fluweelen strik heb ik hem zelf ver teld. Het is dus een val tUk, waarin ze me willen lokken. Misschien wel, zeide Simon, de vrouw zeide, dat u alleen moest komen. Hoe zag die vrouw er uit vroeg ik. Ze had het figuur van Franchette antwoordde hij. Verder wist hij er niets van te vertellen. Daar hij gedacht lad dat het de kamervrouw van de freule was, had hij weinig op haar uiterlijk gelet. Ik besprak een en ander lang met hem en ik nam mij voor om de B ühl voor zijn verraad te straffen, zoodra ik zekerheid had dat het een list van zijn kant was. Vreemd als het is om te zeggen, wtk e dit vooruiiz cht mij weer wat op. In tegenstelling met vader Antoine, was hij een edelman zooals ik, die eveneens voor zijn partij werkte met middelen, waartegen ik was opgewassen. Simon Fleix daarentegen verviel in een staat van zenuwachtige opwinding. Den heelen nacht liep hij als een ge jaagd dier in mijn kamer op en neer en ik vreesde dat ik maar weinig aan hem zou hebben ais het er op aan kwam. Toen ik wederom nadacht over de flinke wijze waarop hij zich gedragen had, toen de freule en Frar- che:t: gevlucht waren uit het huis in de rue ó'Arcy, kreeg ik hoop dat hij in een oogenblik van gevaar wel zou weten te handelen. Ik had gedacht dat de frenle Blois bereikt zou hebben voor vader Antoine bij me sou zijn geweest om mijn antwoord te komen halen. Maar ik hoorde niets van hem en was dus alleen, toen hij den derden dag bij me kwam, vergezeld van twee vrienden, die buiten op hem wachtten. Hij zag er bleeker en magerder uit dan ooit maar zijn oogen schitterden op een wijze, alsof hij me geheel in sijn macht had, Hij kwam met iets vertrouwelijks mijn kamer binnen en sloeg een bescher menden toon tegen mij aan, waaruit ik opmaakte dat hij me reeds als zijn werktuig beschouwde, Ik liet hem in dien waan en ging zeifs zoo ver dat hij de vijfhonderd kronen te voorschijn haaide, die hij me beloofd had, en die, naar hij dacht de heele zaak wel verder in orde zouden brengen. Hij schetste mij de toekomst van Frankrijk nu met zulke groote woorden, dat ik vroeg of ik hem een vraag mocht stellen. Nrtuurlijk, mijnheer de Marsac U spreekt over zu'ke gewe dige dingen, vader Antoine. U spreekt over Frankrijk en Spanje en Nrvarre, alsof het allemaal niets is. U spreekt van geheime machten en ongekende krach ten, alsof ik, wanneer ik me aan u overlever, in u een even invloedrijken beschermer zou hebben als in mijn heer de Rosny. Maar vertel me nu eens waarom u, die zulke geweldige dingen zoekt, het de moeite waard vond om terwiile van enkele kronen u op te houden met iemand als mijn moeder. Dat zal ik u zeggen, zeide hi; kleurend. Er zijn maar twee din gen in de wereld: verstand en geld De eerste die heb ik en de tweede die had ik niet en daarom nam ik het. Verstand en geld, zeide ik, hem aankijkend, Juist, antwoordde hij. Oeef me deze twee en ik zal F ankrijk regeeren. Wilt u Frankrijk regeeren, riep k uit, verbluft over zijn brutaliteit. ja, antwoordde hij met 'n onge looflijke koelheid. Onze tijd aal komen. Wat koitwiekt den koning, lerwql de opstandelingen den baas dreigen te worden in Frankrijk? Ge brek aan menschen Neen, gebrek aan geld. Wie kan dat geld krijgen U, de soldaat, of ik, de priester al ben ik dan maar een vermomde. Ik natuurlijk, en daarvoor zal mijn tijd komen. We zullen hopen, dat het niet waar is, zeide ik schamper. Dat zuilen we zien, zeide hij. Ik sprong overeind. Ellendeling 1 riep ik uit, en mij, een soldaat, zou je daarvoor wi.'len omkoopen. Ga heen, voor ik een ongeluk aan je bega. Vooruit. Je hebt je antwoord ai beet. Geen woord zal ik je van mijn plan nen vertellen. Er uit, zeg ik je. Hij deed een stap achterwaarts en staarde mij onthutst aan. Dus u hebt mij bedrogen, zeide hij eindelijk met een gezicht, dat te leurstelling en woede uitdrukte. ik heb je jjzelf laten bedriegen, zeide ik opgewonden. Maak dat je weg komt en broed je gemeene plan nen maar verder alleen uit. U moet wel weten wat u doet zeide hij. Ik kan u aan de galg brengen of erger. Ga weg, schreeuwde ik. Hebt u wel aan uw vrienden ge dacht vroeg hij spottend. Er uit. herhaalde ik. Aan freule de la Vire, die nu misschien wel in mijn handen zal vullen. Het zal er voor haar ook niet plezierig uitzien. De gedachte, hoe hij mijn moeder had behandeld, maakte mij zoo razend, dat ik op hem toevloog, niet langer in staat om mezelf te beheerschen. Reeds was ik op het punt hem te dooden, toen de deur open ging en Simon Fleix binnen kwam. Zijn te genwoordigheid bracht me tot bezin ning,

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1932 | | pagina 1