Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch -VI aan deren
No. 14.
VRIJDAG 80 MEI 1932
48e Jaarg'.
J. C. VINK - Axel.
Waar dansen we heen?
FEUILLETON.
Een moeilijke taak.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
tot 5 regels 60 Centvoor
Greote letters worden naar
ADVERTENTIËN van 1
eiken regel meer 12 Csnt.
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden f r a n a o ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
De dans heeft haar historie.
Zij is altijd de uiting van levens
vreugde geweest, zelfs bij instinct.
Een kind, dat nog nauwelijks
loopen kan, danst reeds van pret
in een stoel of wagen of op moe
ders schoot. Geleidelijk wordt
het dansen meer regelmatig.
In de eerste schooljaren leeren
we hand aan hand in een kring
de kinderdansen en later de ryth-
mische passen in vorm en maat
al naar het karakter van de streek
dat bij overlevering leerde.
Dat dit veel onderscheid geeft,
zien we daaruit, dat in de fol
klore de dans een voorname
plaats inneemt. Het is wel jam
mer, dat men in bepaalde kringen
het dansen is gaan (moeten) be
schouwen, als een volksvermaak,
dat met goede zeden in strijd was.
Immers heeft ook David ge
danst en wordt aan de vorstelijke
hoven gedanst 1
Daar is een schoonheid in het
dansen gelegen, zoolang het dan
sen is een uitdrukking van levens
houding en in iederen volksdans
is iets karakteristieks te vinden
van het volksdeel, dat zijn dansen
heeft.
Verheven zelfs tot kunst vinden
we in de plastische dansen de
zuivere uitbeelding van een in
nerlijke gemoedsstemming. En
al is het ook dat wij leeken het
niet begrijpen kunnen, toch is er
in het dansen in den superieuren
zin van het woordzichtbare
poëzie, levend rhythme.
Maar nu zitten we in een dan
cing en observeeren, kijken naar
dat getol heen en weer op een
vloer van een paar vierkante
meters. En dan vragen we ons
afheeft dat zinloos geschuifel,
dat men tegenwoordig „dansen"
belieft te noemen, nog iets te
maken met de levensblijheid en
de spontane vreugde van een
gelukkig mensch
Heeft dat gezwier, op schreeu
werig getoeter van wat men Jazz
band noemt, iets uitstaande met
de plastische schoonheid van het
menschelijk gebaar
35)
D; echtgenoot ging ik voort,
ziende dat er zich een vreemdeling in
zijn huis bevond, hield hem staande,
e vroeg hem naar de reden van zijn
bezoek, maar Bromier, die met zijn
gedachte bij Elvira was, (zoo heette
de schoont) maakte er zich met een
praatje af en holde naar de straat,
waar de dame beweerde den strik
gevonden te hebben. En daar, sire, op
den hoek van een steeg, tusschen
hooge tuinmuren, vond hij een groot
somber huis, waarvan de ramen zwaar
getralied waren. Toen Bromier er
voorzichtig heenliep, merkte hij aan
een van de tralies een strik van wit
linnen op, die precies denzelfden
vorm had, als de fluweelen strik, dien
hij gevonden had. Hij begreep dus dat
de jonge vrouw in dat huis gevangen
werd gehouden.
U krijgt vijf-en-twintig mannen,
riep de koning uit, terwijl hij zijn
hondje in den schoot van een der
hofdames liet vallen en zijn confitu-
rendoos te voorschijn haalde.
Ramboillet, vervolgde hij, uw
Vriend is een aanwinst.
Ik boog bij dit vleiende gezegde en
keek even op om te zien hoe mijn
heer en mevrouw de Briihl zich bij
deze geschiedenis hielden.
Tot nog toe had mevrouw de
Brühl, die gedacht had een of ander
liefdesavontuur te hooren te krijgen
en die het ook wel aafdig vond haar
man een beetje jaloersch te maken,
Heeft die lompe en plompe
manier van een dame ten dans
vragen, zooals we dat zien doen
door „heeren", die er niet veel
meer moeite voor over hebben
dan „pst" te roepen of met het
hoofd te wenken, nog iets van
de charme en de gratie, die de
gunst van 'n zoo subhiele geza
menlijk te maken beweging als
de dans mag veronderstellen?
Wat wij in de dancings aan
dansen zien, dat mist alle plas
tische schoonheid en is vreemd
aan alle elegance van het vroe
gere menuet.
Het is een zinloos leeg gedoe,
dat geen enkel verband houdt
met levensvreugde of kunstuiting.
Het mist iederen inhoud of be-
teekenis.
En als deze soort dansen en
kele jaren geleden de aandacht
van de overheid trokken en eenige
beperking of verbod daaraan
stelden, dan zal dat wel daarin
gelegen zijn, dat men in derge
lijke dansen een verdwazing van
het volk zag. Misschien ook dat
de overheid het geestelijk en
zedelijk peil van het volk ken
nelijk er in zag dalen en het is
werkelijk niet euvel te duiden,
dat bij sommige vormen van
dansen het „halt" is toegeroepen.
Overwegingen van principi-
eelen en particulieren aard of
politieke en godsdienstige begin
selen waren daarbij niet het
zwaartepunt, doch respect voor
het volk, dat door den tijdgeest
gegrepen, moest worden bewaard
voor inzinking was het hoofd
motief.
De dans, in haar zuivere be
doelingen, zal en mag geen on
derwerp van zorg voor de Re
geering uitmaken. Maar wel de
dans, die geen dans meer is en
geen andere beteekenis heeft, dan
nutteloos tijdverdrijf.
De dans in zijn schoonsten
vorm is uitdrukking geven van
gemoedsgesteldheid.
De dancing-dans is het mislukte
gebaar van een zielloozen tijd.
Zou het met de muziek niet
evenzoo zijn?
met een opgewekt gezicht zitten luis
teren, maar ik begreep, dat dat niet
lang duren zou en ofschoon ik medi-
lijden met haar had, om hetgeen nu
volgen zou, kon ik toch mijn verhaal
hier niet afbreken, te meer omdat zij
zelve erop aangedrongen had.
Het moois'e komt nog, sire, ging
ik voort. Ofschoon Bromier nu
wist waar de dame zich ophield, was
hij ten einde raad. Hij liep maar om
het huis heen, zonder eigenlijk te we
ten wat hij doen zou, totdat toen de
zon eindelijk onderging het lot hem
gunstig was. Terwijl hij voor het
huis stond, zag hij den jongen man,
die de vrouw ontvoerd had, Haar
buiten komen, vergezeld van twee be
dienden die hem uitlieten. Stel u zijn
verbazing voor. sire, ging ik langzaam
voort, terwijl ik in de kring rondkeek,
toen ik in hem niemand anders
herkende dan den man van de dame,
die door den strik op te rapen en
deze neer te laten vallen, hem zoo
buitengewoon van dienst was geweest.
Ja, ja, die echtgenooten, riep de
koning. En zich opgewonden op zijn
knieën slaand, viel hij met een luiden
lach achterover in zijn stoel. Die
echtgenooten, ja, ja, heb ik het niet
gezegd
De geheele hofhouding gaf leven
dige teekenen van bijval en klapte
zoo luidruchtig In de handen, dat
maar weinigen den zwakken kreet op
merkten, waarmede mevrouw de Brühl
opstond en met flikkerende oogen
haar man aankeek. Ze nam geen no
titie meer van mij, noch minder van
de anderen die haar omringden, maar
staarde slechts naar haar echtgenoot,
Deze scheen alleen aandacht voor mij
te hebben, om te moeten vernemen
Bond voor Staatspensionncering.
Te Amsterdam werd de 23ste
algemeene vergadering gehouden
van den Bond voor Staatspen-
sionneering onder leiding van jhr.
de Muralt. In zijn openingswoord
zeide de voorzitter dat de indi
recte invloed van den Bond groot
is geweest om hen die op ge
vorderden leeftijd zijn gekomen,
een uitkeering te geven. Een
groot deel van het doel is bereikt
en nog zouden 6000 personen
een dergelijke uitkeering deel
achtig zijn geworden als er niet
een crisis was gekomen. De
bond groeit nog gestadig. Het
aantal leden is in het afgeloopen
jaar nog gestegen van 52988 tot
56000.
Bij de bestuursverkiezing
werden de aftredende be
stuursleden de heeren C. v. d.
Velde, U. Dorhout en N. de
Boer vervangen door de heeren
F. S. Thijssen te Groningen, M.
Goud te Utrecht en mevr. de
Smit de Heer, Baarn.
In den middag kwam aan de
orde een voorstel van de afdee-
ling Drachten, die de noodige
stappen wil doen bij de politieke
partijen die premievrij staatspen
sioen wenschen om te komen tot
een politieken raad. Uit elk dezer
politieke partijen zou een lid aan
gewezen kunnen worden, met
dien verstande dat een dergelijke
aanvulling van hoofdbestuurders
in dien raad zitting neem(. dat
een oneven getal bij verschil van
meening doorslag kan geven.
Het hoofdbestuur vond het voor
stel in theorie wel aardig, maar
zal in de practijk op onoverko
melijke bezwaren stuiten. Het is
beter den ouden beproefden weg
te blijven volgen en zooveel mo
gelijk invloed uit te oefenen bij
de bevriende politieke partijen en
kamerleden om op het juiste
oogenblik te kunnen ingrijpen.
Na een langdurige discussie werd
vastgesteld op voorstel van den
voorzitter dat een raad van po
litieke vertegenwoordigers niet
dat zijn eigen vrouw hem, zonder het
te weten verraden had, om bovendien
ia tegenwoordigheid van zijn vrouw
en het geheele hof te moeten hooren,
dat er aan de geschiedenis een draai
werd gegeven, die hem in een alle:-
behalve pleizierig daglicht stelde Een
oogenblik dacht ik dat hij me naar de
keel zou vliegen, zóó keek hij me
aan, maar toen de koning dat opmerkte,
riep deze plotseling: Lieve hemel,
kijk eens, en hij wees met uitgestrekte
vingers naar de B iihl.
Iedereen keek naar de Brühl, die
tevergeefs trachtte zich te herstellen.
Zijn vrouw echter had spoedig haar
zelfbeheersching teruggekregen en
keek met een zwakken glimlach in
den kring rond.
Een kort oogenblik zat iedereen af
te wachten wat er volgen zou.
De koning verbrak de stilte en zei
spottend: Kom, de Brühl, misschien
kan jij ons het eind van de geschie
denis vertellen, en hij wierp zich met
een sarcastisch gezicht achterover in
zijn stoel.
Of, waarom mevrouw de Brühl
niet zeide een der andere dames,
achteloos met haar waaier spelend.
Mevrouw zal dat zeker wel willen
doen.
Maar mevrouw schudde met een
gedwongen lachje het hoofd.
Wat de B ühl betreft, ik zag telden
een man, wiens gezicht zoo door
woede verwrongen was. Hij keek van
mij naar den koning en van den k(«
ning naar mij en vergat zichzelf zoo,
dat hij plotseling de hand naar mij
ophief.
De koning was verontwaardigd door
die houding en riep woedend: Pes
op, mijnheer i
zal bijeenkomen voor de verkie
zingen der Tweede Kamer.
Hierna nam het hoofdbestuur
het voorstel-Drachten over.
De crisis in den landbouw.
Het Tweede Kamerlid Van
Voorst tot Voorst heeft den mi
nister van financiën gevraagd, of
't den minister bekend is, dat
tengevolge van de crisis in den
landbouw, de opbrengst of het
genot der landelijke eigendom
men niet slechts met 20 pet.
maar in vele gevallen met 100
pet. is verloren gegaan, of hij
niet van oordeel is, dat de bil
lijkheid medebrengt, dat onthef
fing of vermindering van de
grondbelasting, die art. 53 der
wet op de grondbelasting toe
staat bij onvoorziene rampen,
ook dient te worden toegekend
bij een crisisramp, als wij thans
beleven en of de door Z. Exc.
in de vergadering der Tweede
Kamer van 3 December 1931
toegezegde overweging van wets
wijziging in bovenbedoelden zin
reeds tot een gevestigde meening
heeft geleid
Wijziging Staatsloterij.
Naar het Corr. Bur. verneemt
zal ir. de nummers van de loten
der Staatsloterij een belangrijke
wijziging worden gebracht, ten
einde een gebruik maken van de
uitkomsten van de trekkingen
der Staatsloterij, door particuliere
loterijondernemingen, zooveel
mogelijk tegen te gaan.
De nummers der 10,500 door
gefourneerde loten zullen liggen
tusschen no. 1 en 12000 en de
nummers der klassicale loten
tusschen 12001 en 24000.
Werkloozenzorg.
Het departement van binnen-
nenlandsche zaken heeft aan alle
gemeenten verzocht, in de eerste
week van Mei op te geven, hoe
veel geheel en gedeeltijk werk-
loozen op 30 April 1932 als
werkzoekenden bij de plaatselijke
organen der arbeidsbemiddeling
(inclusief het aantal te werkge-
stelden bij de werkverschaffingen)
De B ühl wist niels beteis te doen
dan zich door de hovelingen een
weg te banen en er van door te gaan.
Wat is dat 1 riep de koning, toen
hij weg was. Dat is een mooie
manier van optreden. Ik zou wel lust
hebben om hem terug te roepen en
hem te laten opbergen, waar zijn bloed
wel wat tot kalmte zal komen, of
Hij hield plotseling op en k;ek mfj
aan. Het scheen hem ince is te binnen
te schieten, wie we eigeilijk waren',
de Btühl een geheime handlanger van
Turenne en ik een van Hendrik van
Navarre en ik geloof dat hij dacht dat
ik de Brühl een valstrik had gespan
nen, waar hij in was geloopen. Hoe
het ook zij, zijn gezicht werd hoe
langer hoe donkerder en eindelijk
mompelde hij, terwijl hij me somber
aankeek: Zoo, mijnheer, uheblons
een mooie kool gestoofd.
Deze plotselinge verandering van
zijn stemming verbaasde zelfs de ho
velingen. Hunne gezichten, die even
tevoren glimlachten, werden nu ern
stig. De minst belangrijke personen
keken elkander ongerust aan en wier
pen donkere blikken naar mij.
Als Uwe Majesteit liever een
anderen keer naar het einde van mijn
verhaal wil luisteren, zeide ik niderig,
terwijl ik uit den grond van mijn hart
wenschte, dat ik er nooit een woord
over gezegd had, dan
zeide de koning met een boos
gericht tot mijhoud er maar mede
op, en tot een van de dames
Hertogin, wilt u mij Zizi geven
en ga met me mede naar mijn stu
deervertrek, ik wil u mijn kleine
hondjes laten zien, Retz, beste vriend,
ga ook mede. Ik moet je Iets zeggen.
Heeren, u behoeft niet te wachten, ik
waren ingeschreven. Tot nog toe
zijn gegevens ontvangen van 901
gemeenten. Daar stonden op 30
Apiii 1932 ingeschreven 243,187
geheel werkloozen en 13,308
gedeeltelijk werkloozen. Van 176
gemeenten met rond 723,323 in
woners waren nog geen gegevens
binnengekomen.
De Rijksmiddelen.
De opbrengsV van de Rijks
middelen (hoofdsom en opcenten)
over de maand April 1932 bedroeg
f35,450,188 tegen f39,072,413
over de maand April 1931.
Het één twaalfde gedeelte der
raming over het geheele jaar be
draagt een som van f 34,850,714.
We laten hieronder volgen de
opbrengst over de eerste vier
maanden van 1932 vergeleken met
die over de eerste vier maanden
van 1931.
1932
Grondbel. f T,773,976
Pers. Bel. 39,915
Ink. Bel. 31,195,915
Verm. Bel. 5,106,018
Div. en T. 2,441,328
Inv. recht 25.968,290
Stat. recht 725,877
Zout 847,547
Geslacht 2,244,011
Wijn 625,755
Gedistill. 11,168,621
Bier 3,225,509
Suiker 17,912,930
Tabak 9,806,545
Goud, zilv. 253,117
Zegelrecht 5,895,956
Reg.recht 5,867,723
Sue. recht 13,372,361
Domeinen 1,718,082
Staatsloterij 218,048
Loodsg. 1,149,470
1931
f 5,167,211
4,326,140
33,260,038
5,554,059
3,306,360
21,282,176
1,099,037
755,550
2,979,912
644,554
12,631,132
4,092,878
16,096,455
9,637,904
287,438
8,740,801
5,060,585
16 317,153
1,911,781
218,675
1,486,389
f 139,557,004 i 154,856,236
De opcenten ten bate van het
Leeningfonds gaven over Maart
'32 een opbrengst van f 5,750,679
tegen een bedrag van f 6,517,338
over April '31.
De inkomsten ten bate van het
Wegenfonds gaven over April'32
een opbrengst van f 4,062,400
Rijwielbelasting f21,332.
zal misschien wel laat zijn, vanavond.
Zoo maakte de koning met enkele
woorden een einde aan den avond.
HOOFDSTUK XVI.
Was ik tot dusver weinig op de
hoogte van de toestanden aan het hof,
ik had nu gelegenheid om te onder
vinden hoe het er toeging. Terwijl
men verlegen en verward opstond om
naar huis te gaan, was ik het middel
punt van de algemeene aandacht en
waar men een oogenblik van te voren
met de meeste belangstelling naar me
had geluisterd en iedereen me met de
grootste welwillendheid had bejegend,
zag ik nu slechts duistere blikken op
mij gericht. Men ontweek mij en ik
scheen voorgoed afgedaan te hebben
bij al degenen die me een oogenblik
tevoren hadden toegejuicht.
Het deed me daarom genoegen een
man te vinden, op wien het voorval
een anderen indruk scheen gemaakt te
hebben en gelukkig voor mij was
deze na den koning de meest belang
rijke persoonlijkheid voor mij. Ter
wijl ik naar de deur ging om het
veitrek te verlaten, voelde ik me bij
mijn mouw getrokken, en toen ik om
keerde zag ik dat de Rambouillet
naast mij stond, die me met een
wonderen blik vrocliik opnam. Hij had
nu heel iets anders over zich, dsn
toen ik in hit begin van den avond
mij bij hem voegde. Ik bemerkte
dat hij een machtig man was, die
)e veel Invloed op den koning had
om zich door dergelijke kleinig
heden van zijn stuk af te laten
brengen.
(Wordt vervolgd)
AXELSCHE® COURANT