Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen.
.No. 11.
VRIJDAG 6 MEI 1932
4#e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Raadsverslag.
FEUILLETON.
Een moeilijke taak.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per past 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
ADVERTENTIÊN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Greote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën werden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag II ure.
Zitting van 3 Mei 1932.
Aanwezig alle leden, behalve
de heer Óggel, die door onge
steldheid was verhinderd.
Voorzitter de heer F. Blok,
burgemeester.
Nadat deze het gebedsformulier
heeft uitgesproken, opent hij de
vergadering en stelt aan de orde
de agenda.
1. Installatie nienw Raadslid.
Wijl de geloofsbrieven in orde
zijn bevonden en de termijn van
beroep is verstreken, noodigt de
VOORZ. dhr. A. Verschelling uit
om op de bij de wet bepaalde
verklaringen de eeden af te
leggen Als hieraan is voldaan,
wenscht de VOORZ. mede namens
den Raad, den benoemde geluk
en hoopt dat hij zal medewerken
om de waarachtige belangen van
de gemeente te dienen.
Dhr. VERSCHELLING dankt
voor het gesprokene en ho^pt in
samenwerking met de andere
raadsleden de belangen der ge
meente te behartigen.
2. Ingekomen stnkken.
Zooals gemeld, worden deze
deels voor kennisgeving aange
nomen, deels naar B. en W. ver
wezen om advies.
3. Toeslag op pensioen.
Door dhr. Iz. DE FE1JTER was
voorgesteld om aan het pensioen
van A. Olijslager, als gemeente
bode, jaarlijks f 300 toe te voegen.
Daar in de vorige vergadering
de stemmen staakten over dit
voorstel, moet nu weer gestemd
worden. Vóór stemmen de h.'h.
Dieleman, Iz. de Feijter, 't Gilde,
Hamelink, Ortelee, Seghers en
Verschelling. Tegen de h.h. van
de Bjlt, J. de Feijter, van Kampen,
de Ruijter en van Bendegem.
Het voorstel wordt alzoo met
7 tegen 5 st. aangenomen.
4. Tarief bakkersgas.
In de vorige vergadering staak
ten de stemmen over het voorstel
van B. en W., om den prijs van
het hakkersgas te bepalen als
volgt: voor 1—300 M. gas per
maand, 7 cent per M., voor 301
500 M 6 ct. per M. en voor
meer dan 500 M. 5 ct., met in
gang van 1 Januari 1932, zonder
meterhuur. Er moet dus weer
gestemd worden en weer staken
de stemmen, zoodat het voorstel
als verworpen wordt beschouwd.
Vóór de h.h. van de Bilt, lz.
de Feijter, J. de Feijter, 't Gilde,
Ortelee en Seghers.
5 Afwijking winktdslnltings
wet.
Door den Raad werden in de
vergadering van 17 Dec. 1931
afwijkende bepalingen der Win
kelsluitingswet vastgesteld, lui
dende
„Het is gedurende de maanden,
dat de wettelijke zomertijd gel
dend is, op alle werkdagen der
week verboden, een winkel voor
het publiek geopend te hebben
tusschen 10 uur des namiddags
en 5 uur des. voormiddags.
In de overige maanden van het
jaar is het gedurende de vijf
eerste werkdagen der week tus
schen 9 uur namiddags en 5 uur
des voormiddags en des Zater
dags tusschen 10 uur des namid
dags en 5 uur des voormiddags
verboden een winkel voor het
publiek geopend te hebben".
Ondanks de daarover gevoerde
correspondentie, kwam van den
Minister bericht, dat Z.Exc. ge
durende den zomertijd een slui
tingsuur van 9 uur des namid
dags op werkdagen (des Zaterdags
tot 11 uur) wil toestaan.
Ruimere faciliteiten terzake dit
onderwerp worden ook aan andere
plattelandsgemeenten niet ver
leend.
Voorgesteld wordt nu om de
plaatselijke verordening dienover
eenkomstig te wijzigen, zoodat
voortaan des zomers de winkels
om 9 uur gesloten moeten zijn
en des winters om 8 uur, behalve
des Zaterdags.
Dhr. DE RUIITER vraagt of
met de zomermaanden de zomer
tijd wordt bedoeld
De VOORZ: Ja, als de tijd
verzet wordt, wordt ook de slui-
tingstijd voor de winkels een uur
verlaat.
Dhr. HAMELINK ziet in het
ontwerp 11 uur staan, maar dat
acht hij trappen tegen een open
deur, want om 11 uur behoeft
men niet meer te sluiten, dan
zijn alle winkels gesloten. Spr.
achtte het meer in de lijn, als er
stond om 10 uur voor 's Zater
dags en doet daartoe het voorstel.
Dhr. 't GILDE is het eens met
dhr. Hamelink voor wat 11 uur
betreft; alleen zag hij het slui
tingsuur liever op half elf be
paald, in verband met de café's,
die dan een half uur langer
zouden open blijven. Daarom is
10 uur te vroeg en 11 uur te
laat, omdat men dan al spoedig
in de Zondag zit, als er nog iets
gedaan moet worden.
Dhr. HAMELINK heeft daar
geen bezwaar tegen en wil zijn
voorstel dan wijzigen, want anders
komen de sigarenwinkeliers met
de caféhouders in de war.
Dhr DIELEMAN vraagt, of er
nog iets aan te doen is, om ook
de overige dagen de sluiting een
uur te verlaten8 en 9 uur is
voor buitenmenschen en ook
voor de kombewoners erg vroeg.
De VOORZ. antwoordt, dat de
minister daar niet voor te vinden
is. Hij wil meer uniformiteit over
't geheele land en niet voor 100
gemeenten 100 verschillende ver
ordeningen.
Dhr. DIELEMAN vindt dat
jammer. Verscheidene menschen
zijn niet vóór acht uur klaar met
hun werk.
Dhr. VAN BENDEGEM: Dan
konden we vragen om een half
uur later, als een uur niet kan.
Het voorstel van dhr. Hamelink
is toch ook om van de voor
schriften van den Minister af te
wijken
Dhr. HAMELINK: Ja, maar
jullie zijn niet in de lijn. Wij
willen verkorting en jullie ver
lenging van den winkeltijd.
De VOORZ. bevestigt, dat er
niets aan te doen is. Velerlei
adressen in dien geest zijn afge
wezen.
Dhr. SEGHERS vraagt of die
regeling van 's Zaterdags ook
voor andere dagen geldt, b.v.
voorafgaand aan de feestdagen
De VOORZ.Dat is afzon
derlijk bij de wet geregeld.
Dhr. Iz. DE FEIJTER zou in
verband met dit punt meer aan
dacht willen vragen voor de
Zondagsheiliging. Daar nu de
mogelijkheid nog bestaat, dat
enkele winkels des Zondags
eeuige uren open zijn en wij toch
geroepen zijn om Gods dag en
zijne inzettingen te eerbiedigen,zou
spr. willen voorstellen om des
Zondags alle winkels in onze
gemeente te sluiten.
De VOORZ. merkt op, dat dit
niet aan de orde is. Het gaat
nu over den Zaterdagavond en de
weekdagen. Wii dhr. de Feijter
een voorstel doen aangaande den
Zondag, dan kan hij dat bij de
rondvraag bespreken. Spr. zou
echter liever nog zien, dat bij
ingrijpende zaken een schriftelijk
voorstel werd ingediend. Zoo
iets moet bekeken worden en kan
men er maar niet a bout portant
doorjagen. Er moet orde zijn.
Dhr. DE FEIJTER zegt dan
later een voorstel te zullen in
dienen, ofschoon hij dacht, dat
het nu ook wel besproken kon
worden.
Dhr. VAN KAMPEN zal niet
spreken over de winkelsluiting
op Zondag, maar over arbeid op
Zondag en is het eens met dhr.
't Gilde, dat als het sluitingsuur
11 uur is op Zaterdag, dan de
Zondag in 't gedrang komt. Het
kan ook best om 10 uur, want
op dat uur zijn alle menschen,
die boodschappen hadden, daar
mee klaar.
De VOORZ. zegt, dal B. en W.
zich kunnen vereenigen met het
voorstel van dhr. Hamelink en
nemen dat amendement over,
waarna de verordening z.h.s. als
vastgesteld wordt beschouwd.
6. Belastingverhooging.
B. en W. dienen vier voor
stellen in
a. tot vaststelling van een
nieuwe verordening op de hef
fing van opcenten op de Ge-
meentefondsbelasting per 1 Mei
1932
b. tot intrekking van de oude
verordening d.d. 13 Nov. 1930;
e. tot vaststelling van de clas
sificatie van de gemeente voor
de heffing der gemeentefondsbe
lasting, per 1 Mei 1932.
d. tot intrekking van het Raads
besluit d.d. 5 Augustus 1930 met
ingang van 1 Mei 1932.
Bovenstaand punt zegt de
VOORZ, is de oorzaak dat deze
vergadering op heden belegd is.
Donderdag werden ,wij vanwege
de Griffie gewezen op eenige
posten van de begrooting dienst
1932 In verband met het steeds
slechter worden der oeconomi-
sche en finantieele toestanden
wordt opgemerkt, dat het batig
saldo van 1930 geheel is ver
werkt in de begrooting van 1932,
wat niet gewenscht is. Er dient
rekening gehouden te worden
met volgende jaren. Ook is de
opbrengst van 70 opcenten Ge
meentefondsbelasting op f 2800
te hoog geraamd.
B. en W. beamen, dat een
dergelijk bedrag in dezen tegen-
woordigen tijd niet direct uit een
andere finantieele bron is te
halen, terwijl tenslotte de post
voor „Onvoorziene uitgaven" met
~t~ f 4000 zeer klein genoemd
moet worden.
Een en ander werd spoedheids-
halve medegedeeld, opdat in
verband met het aanvangende
belastingjaar, nog andere maat
regelen getroffen zouden kunnen
worden.
Teneinde aan den wensch van
de Provinciale Griffie gevolg te
kunnen geven, geven wij, na
overleg met den Inspecteur der
Rijks belastingen te Neuzen, in
overweging het aantal opcenten
op de Gemeentefondsbelasting
van het bestaande aantal 70 op
80 te brengen. Dit zal vermoe
delijk een meerdere opbrengst
opleveren van ongeveer f2000.
Het bestaande stelsel om deze
gemeente gerangschikt te houden
in de eerste klasse van de Ge
meentefondsbelasting (zie art. 14
van de wet van 15 Juli 1929
(Wordt vervolgd)
AXELSCHE
COURANT
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
32)
Dus je neemt het aan, zeide hij
lachend. Je vindt het niet een baantje
dat beneden je waardigheid is
Het is een groote eer die me te
beurt valt en waarvoor ik u oneindig
dankbaar ben, zeide ik.
Je bent een man naar mijn hart,
zeide hij. Je zult het nog ver brengen.
Maar luister nu goed, vriend. Als je
morgen als een vreemdeling, die door
de Rambouillet geïntroduceerd is, aan
het hof komt, zal je zeer de aandacht
van allen daar trekken. Houd je dus
goed. Maak de vrouwen het hof, maar
houd je met geen enkele in het bij
zonder op. Wees op je hoede voor de
Retz en voor de Spaansche kliek,
maar vooral voor de Biuhl. Hij is
alleen van je geheim op de hoogte en
kan iets vermoeden van de reden van
je aanwezigheid. De freule zal hier
binren de week kunnen aankomen.
Vertrouw niemand en zorg goed voor
haar. Wantrouw alles en zoek overal
iets achter. Beschouw de onderneming
pas als geslaagd, zoodra de koning
heeft gezegd„Ik ben tevreden 1"
Nog veel meer vertelde hij me en
eindelijk vroeg hij mij, of ik zijn
slaapkamer met hem wilde deeien,
daar hij me nog heel wat te zeggen
had en ik bovendien bij hem zou zijn
als er 's nachts iets mocht gebeuren.
Zal de Btühl niet verraden, dat
lk een Hugenoot ben vroeg ik,
Dat zal hij niet durven, an:»
Woordde de Rosny. Ten eerste li
hij zelf een Hugenoot en ten tweede
zou hit den koning mishagen. Neer,
wat er ook moge gebeuren, in dit op
zicht heb je niets te vreezen. Maignan
zal, als hij met de freule terugkomt,
twee mannen bij u achterlaten en tot
dat ik er weer ben, mott je twee la
keien van de Rambouillet zien te krij
gen. Ga niet alleen uit als het donker
is en pas c p portalen, vooral op die
van je eigen huis.
Een beetje later, toen ik dacht dat
hij al ingeslapen was, hoorde ik hem
tn zichzelf lachen. Ik vroeg wat er was.
Ach, zeide hij, in een opzicht
benijd ik je je taak niet.
En dat is vroeg ik wantrouwend.
|De freule, antwoordde hij, het
wederom uitproestend, zonder dat hij
er nog eenigen anderen uitleg van
wenschte te geven.
HOOFDSTUK XV.
De Rosny was al op reis, toen ik
den volgenden morgen de oogen
opende en mij de taak weder te bin
nen bracht, die hij me had opgedragen.
Hij had niet vergeten een aandenken
voor mij achter te laten, wart naast
mijn kussen vond ik een mooi zilver
gemonteerd pistool liggen, dat het
teeken van de Rosny droeg en van
een kaartje voorzien was. Ik had i\,et
kostbare geschenk nog niet goed be
keken, toen Simon Fie;X binnenkwam
en me vertelde dat de Rosny hem
tweehonderd kronen voor mij ter hand
had gesteld.
En geen verdere boodschap?
vroeg ik aan den jongen.
Alleen dat hij ook ietS van u als
aandenken heeft medegenomen, zeide
hij, de gordijnen van het raam weg*
trekkend.
Ik begon te onderzoeken, wat dat
wel zijn kon en hoe groot was mijn
verbazing, toen ik, terwijl ik mijn buis
aantrok, den fluweelen strik miste,
dien freule de la Vire aan mijn zadel
knop had vastgemaak». Toen ik hem
gevonden had, had ik hem in mijn
buis gestiken en daar naderhand o;>.
bevestigd. De ontdekking, dat de
Rosny het ding gezien had, deed me
zeer onaangenaam aan, ten eerste om
dat de freule hem er waarschijnlijk
aan vast gemaakt had om mij te pla
gen, en ik er niet opgesteld was hem
te verliezen, want wat moest ik doen
als ze er weer om vroeg? en ten
tweede bemerkte ik dat hij er een
andere beteekenis aan hechtte dan ik.
Ik was woedend over mijn eigen
zorgeloosheid en ik was nog meer
verbaasd, toen Simon mij vertelde dat
bij het naar beneden gaan de Rosny
tegen hem gezegd had: Zeg aan
je meester, dat eens gevonden, blijft
gevonden is en dat een zorgelooze
minnaar een zorgeloos liefje waardis.
Ik voelde het bloed naar mijn wan
gen stijgen toen Simon deze woorden
mit iets van leedvermaak herhaalde.
Ik nam me voor me met dergelijken
onzin niet meer op te houden en be
gon daarom alsof er niets gebeurd
was, mijn toilet in orde te maken om
naar het hof te gaan. Ik schafte mij
een zwait fluweelen pak aan en een
hoed met veeren, die met een juwee-
len gesp werden vastgemaakt. Verdei
kocht ik nieuw linnen en fijne kant
voor een jabot.
Simon, die altijd een beschaafd
uiterlijk had gehad, zag er, nadat de
Rosny hem in de klieren had gesto
ken, zeer net uit. Hij was bovendien
de eenlge ondergeschikte in Bloie die
schrijven kon. Een knecht, dien ik op
aanbeveling van de Rambouillet ge
huurd had, nam de zorg van mijn
paard op zich. Bovendien nam ik nog
een paar knechts in mijn dienst.
Ik werd nog ongeveer een uur lang
door een ouden barbier onderhanden
genomen en nadat ook de Cid keurig
was opgetuigd, zou men gezegd heb
ben met een man te doen te hebben,
die minstens een twintig duizend gul
den per jaar te verteren had.
Op deze wijze gaf jk een honderd
vijftien kronen uit.
Daar ik gehoord had, dat door de
overbevolking in BioiS veel edellieden
zeer eenvoudig gehuisvest waren, be
sloot ik de kameis te nemen waarin
mijn moeder haar laatste levensjaren
had doorgebracht.
lk maakte er dus werk van en huurde
de meubels, die ik noodig had. Simon
Fleix, die dagelijks flinker begon te
worden, was mij bij dit alles uitste
kend van diensh
De Rambouiliet had tegen zes uur
een afspraak met mij gemaakt op welk
uur ik me met Simon Fleix naar zijn
woning begaf. Ik vond hem te midden
van een half dozijn edellieden die, als
hij zich in het openbaar vertoonde,
steeds zijn gevolg uitmaakten. Deze
edellieden begroetten me met nieuws
gierige achterdocht, alsof ze die
vreemde eend in de bijt maar half
vertrouwden en ik begreep dat aan
het hof te verkeeien nog niet betec-
kende aan het hof geduld te worden.
De Rambouillet deed tot mijn ver
bazing niet» om dien indruk weg te
nemen. Hij ontving me op een tame
lijk koude manier en zoo teruggetrok- 1
ken, dat het me niet erg prettig stemde. I
Gedurer.de onzen tocht naar het
kasteel, we gingen namelijk te voet,
vergezeld van een half dozijn mannen
die fakkels droegen, dacht ik weer na
over den raad, dien de Rosny mij
gegeven had. Begrijpende dat het er
vooral om ging me te laten gelden in
de positie waarin ik geplaatst was,
ging ik, toen we op de binnenplaats
van het kasteel aangekomen waren,
vlak naast de Rambouillet loopen,
zonder me te storen aan de woedende
blikken van de anderen, die het er niet
mede eens schenen te zijn dat dese
plaats mij toekwam. Ik deed echter of
ik het nitt merkte, daar ik geen
lust had het met ai die fatten aan den
stok te krijger.
Toen we de trappen opgingen
kwam er een jonge man naar me toe-
loopen, die moeite deed mij op zijde
te duwen.
Mijnheer, lispelde hij met een dun
stemme'je0 hebt op mijn teen ge
trapt.
Ofschoon ik dit niet gedaan had
maakte ik op zeer beleefden toon mijn
verontschuldiging.
Maar daar deze welwillendheid niets
anders uitwerkte dan dat hij nog
dichter tegen mij aandrong en mij mit
zijn knie bijna den weg versperde,
maakte ik van de gelegenheid gebruik
om hem inderdaad nu flink op de tee-
nen te trappen.
Hij gaf een kort gilietje.
Wat gebeurt er vroeg de Ram
bouillet haastig omkijkend.
Niets, mijnheer de markies, ant»
woordde ik, mijn voet nog steeds op
den zijne drukkend.
Mijnheer, begon de jonge man
wederom, n hebt op mijn teeneil
getrapt.