Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, Een moeilijke taak. No. 99. DINSDAG 22 MAART 1932 4le Jaarg. J. C. VINK - Axel. Raadsverslag. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER tot 5 regels 60 Centvoor Groote letters worden naar ADVERTENTIÈN van 1 eiken regel meer 12 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk t«t Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Zitting van 17 Maart 1932. Aanwezig alle leden. Voorzitter de heer F. Blok, burgemeester, secretaris de heer J. L. J. Maris. II. 2. Ingekomen stokken en mededeelingen. e. Door dhr. P. de Kort, hoofd der R K. school is inge zonden een verslag van het avondonderwijs, dat 5 Nov. is aangevangen en 9 Febr. is ge ëindigd met 100 lesuren. Aan het eind dei cursus stonden nog 20 leerlingen ingeschreven. Voor al de oudere volgden trouw en aandachtig de lessen en lever den meestal goed en net werk. De lessen werden gegeven door de h.h. P. de Kort en J A. Breepoeler was reden tot tevredenheid en er waren geen bepaalde klachten. De lessen liepen over Ned. taal, lezen, rekenen, aardrijks kunde, vaderl. geschiedenis en natuurkennis. Dhr. C. HAMELINK merkt op, dat hij destijds heeft gevraagd, of ook ouderen die lessen moch ten volgen en toen heeft de Voorz. geantwoord, we gaan niet verder dan 18 jaar; en nu blijkt toch, dat het ook ouderen moge lijk is gemaakt, terwijl men daarop bij de openbare school juist is gestuit. Het heeft hem geprikkeld, dat die cursus aan de openb. school steeds wordt geremd, terwijl het op de bizon- dere scholen gemakkelijk wordt gemaakt. De VOORZ. zegt, dat aan B. en W. is gevraagd, of er be zwaar tegen was, dat ook vol wassenen, als toehoorders die cursus bijwonen en daar hebben wij geen bezwaar in gezien. Dhr. 't GILDE sluit zich bij de opmerking van dhr. Hame link aan en vraagt hoeveel leer lingen en van welken leeftijd die cursus hebben gevolgd. Dhr. HAMELINK: Ja, juist, want dat staat niet in 't verslag en daarom heb ik den indruk Ik maakte een beweging om «achtjes gekregen, dat op de R.K. school groot en klein bij elkaar is geteld en op die wijze de cursus moge lijk was. Maar dan moet dat ook geremd worden, om te ver krijgen, dat de voorwaarden soepeler worden gemaakt en al- zoo ernaar gestreefd wordt, dat de avondschool overal mogelijk is. De VOORZ. heeft de lijst ge kregen en ziet, dat op de R.K. school de cursus is begonnen met 18 leerlingen en 4 toehoor ders, allen met name genoemd. Dhr. VAN DE BILT komt er tegen op, dat er een dam opge worpen zou worden om die menschen toe te laten. Het ligt toch geheel aan gebrek aan liefhebberij, dat de cursus op de openbare school niet doorgaat. Het getal 12 is niet te hoog. Als dat niet bereikr wordt, is het een bewijs, dat ze er niets voor voelen. Dhr. HAMELINK Daar vergist dhr. van de Bilt zich in. Het is bewezen, dat er geen twaalf te krijgen zijn, omdat er niet genoeg Dhr. VAN DE BILTVoor ge voeld wordt. Dhr. HAMFL1NK: Neen zijn. U kunt dat nog zoo vaak zeg gen, maar omdat er veel jonger.s naar ambachtsschool en andere scholen gaan, zijn er eenmaal geen 12 te vinden. Ei daarom zouden we het cijfer lager wil len hebben, dan 12; dat is de dam. Dhr. VAN DE BILT betreurt het, dat dan tegen het hoofd der Kath. school wantrouwen wordt uitgesproken, als zou hij de groote en de kleine leerlingen bij elkaar tellen. Dhr. HAMELINK Dat is geen wantrouwen, maar als raadslid heb ik het recht naar de cijfers te vragen, als die in het verslag niet staan. We behoeven dat op zijn eerlijk gezicht niet te ge- looven. g. Verzoek van het Ned. In stituut van Architecten, om aan gemeente-ambtenaren onder geen voorwaarde toe te staan, dat zij particulier werk uitvoeren, het geen tot schade leidt van parti- Haar lippen mompelder. nog wat» maar te kon geen geluid meer gevent culiere architecten en bouwkun digen. B. en W. stellen voor dit adres ter zijde te leggen, als zijnde on gezegeld. Ten overvloede deelen zij mede, dat in de bestaande bepalingen is voorzien in die gevallen. Dhr. 't GILDE vindt dat een eigenaardig voorstel. Het verzoek heeft toch voor adressanten geen fir.anciëele gevolgen en dus is z.i. het zegel hier geen vereischte. Spr. heeft volledig sympathie met dit sthrijven en zou het gaarne behandeld zien. Niet alle onge zegelde stukken worden toch ter zijde gelegd De VOORZ. zegt, dat dhr. 't Gilde kan weten, dat dit bijna zonder uitzondering gebeurt, maar wil hij het behandeld hebben, dan moet de Raad uitspreken, of hij accoord gaat met het voorstel van B. en W. Met 10 tegen 3 stemmen wordt besloten, om het stuk niet te be handelen. Tegen stemmen de h.h. Seghers, 't Gilde en Ortelee. h. Verzoek van het gemeente bestuur van Boschkapelle, om adhaesie te betuigen aan de daar uitgesproken motie inzake het uitvoeren van productieve werken met steun van Rijk en Gemeenten. Deze motie luidt: De Raad der gemeente Boschkapelle in vergadering bijeen op 16 Febr. 1932, gehoord de besprekingen in zake werkloosheid, overwegende, dat hiertegen op de meest doeltreffende wijze kan worden voorzien door het in het leven roepen van productieve werken, zooals de ontwatering, het graven van een kanaal van Axel naar Hulst met doortrekking tot de Schelde in Oost. richting en verbetering van tertiaire wegen, dat hiervoor noodig is de steun van Rijk en Provincie, besluit le Burg. en Weth. op te dragen den Minister van Binnenl. Zaken en Landbouw met deze motie in kennis te stellen 2e de gemeenteraden in Oost Z VI. le verzoeken aan deze motie adhaesie te betuigen. In een memorie van toelichting wordt erop gewezen, dat werk verschaffing de gemeenten ontlast van steungelden, die een demo raliseerenden invloed hebben 2e dat genoemde werken de geheele streek ten goede komen. Dhr. C. HAMELINK had gaarne de redenen van dit voorstel van B. en W. uitgewerkt gezien. Er worden in het adres toch werken genoemd, die veel menschen aan werk zouden helpen en verbete ring zouden aanbrengen. En door daaraan adhaesie te verleenen worden de autoriteiten gewezen op die werken. De VOORZ. zegt, dat er dik wijls verzoeken inkomen en daar kan men toch niet telkens bij aansluiten. We weten, dat die adressen tegenwoordig van Bosch kapelle, Graauw, enz. los komen, maar aan die adhaesie moet maar eens een eind komen. B. en W. zijn onlangs juist bij Ged Staten geweest en daar is gebleken, dat de heeren voldoende op de hoogte zijn van den toestand, en zij ook wel willen meewerken, maar waar moet het geld vandaan komen. Het is een kleine moeite om een briefje te schrijven met de vraag om adhaesie, maar wat bereikt men er mee Dhr. VAN BENDEGEM zegt geheel aan de zijde van B. en W. te staan, want als productief werk wordt ook genoemd een kanaal te graven van Axel naar Hulst. Maar ik zie daar niet veel productiefs in. Ford heeft bij zijn bezoek aan ons land gezegd wij Hollanders moeten eens be ginnen met wat waterwegen op te ruimen en daarvoor goede wegen in de plaats aanleggen en daar ben ik geheel mee accoord, want het moderne voertuig is auto of tractor. En wat zou zoo'n kanaal wel kosten en waar moet dat geld vandaan komen Het is wel mooi over groote werken te spreken, maar de financiën, daar gaat het over. Spr. wil in dit verband ook vragenhoe staat het met drai- ineerwerk, waarover een schrijven van den Minister is gekomen Is dat al een beetje op pooten gesteld, opdat hierin nog wat werkloozen arbeid kunnen vin den Want ik ben wel voor werkverschaffing, maar het moet productief zijn. De VOORZ Dat schrijven is te laat ingekomen, nu het land gereed ligt voor den zaai. Dhr. OGGEL: Dat ging weer zooals het zoo dikwijls gaat en dat er niets van komt is vaak een gevolg van zekere maatrege len, dat ze alles zelf willen doen. Door opzichters en ambtenaren enz. van de Heidemaatschappij komt het veel te duur uit en ook te laat. De boeren konden het goedkooper zelf doen. Dhr. VAN BENDEGEM Dat ben ik niet met u eens. De menschen zouden nu de gemeente maar 76 ct. kosten en nu is het •f 1,20, terwijl de boeren ermee geholpen waren. De VOORZ.Maar als we één werkgever helpen, moeten we het ook anderen doen en daarom is het werk door Ged. St ook niet goedgekeurd. Dhr. HAMELINK is verwon derd, dat B. en W. zoo gemak kelijk over dat verzoek van Bosch kapelle heenglijden. Die bezwa ren kunnen waar zijn, als er een verzoekenregen is. Maar dat is niet zoo. Onlangs zijn hier van die werken druk besproken, maar over het geld is niet gerept. Men is ntet zoo afkeerig van onge zegelde stukken, als het de heeren welgevallig is maar nu het de werkloosheid betreft, zijn de hee ren ertegen. Die plotselinge om keer van houding is niet goed te praten. Al is nog, dat het werk niet wordt uitgevoerd, het wordt dan toch opgedrongen. Ged. St. kunnen wel zeggen, dat het hun aandacht heeft, maar waar is de stuwkracht In de laatst gehouden vergade ring van Prov. St. werd ook een werk afgestemd en een paar we ken later gingen Ged. St. een commissie benoemen, om het na te gaanprecies zooals wij had AXELSCHE COURANT Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. 21) Toen ik zag, dat mijn moider ang stig werd, ging ik naar het bed en greep geruststellend haar hand zeg gend Moeder, wees gerust, ik ben bij U, uw zoon St 1, mompelde ze, mij bij de hand vattend. Luister, Gaston, hoor je dat niet? Daar is het weer, al weer. Een cogenblik dacht ik, dat zij ijlde, maar weldra bemerkte ik, dat zij op lettend luisterde naar het geluid, dat ook mijn aandacht getrokken had. De stap had het portaal bereikt. De bezoeker wach te een oogenblik, maar dadelijk daarop hoorde ik hem weer voortgaan. Ik ?ag dat mijn moeder rilde en haar hand omsloot de mijne vaster. Er werd aan de deur geklopt. Ik dacht er over na, wie het wel zijn kon de dokter, Simon Fleix, mevrouw de Brühl, misschien zelfs Fresnoy. Op het oogenblik echter dit er ge klopt werd en ik de siddering bemerkte, die mijn moeder beving, begreep ik Ineens wie het moest zijn. Het was of Be had gesproken en het mij ver teld had. Er kon slechts één man zijn, wiens tegenwoordigheid zoo'n uitwerking op haar had, wiens stap haar van een dergelijken angst kon vervullen. Dat was de man die haar tot den bedel staf gebracht had de man, die haar geheel in zijn macht had, naar de deur te gaan, zoodat hij mij ineens voor zich zou zien staan, maar nija moeder greep me krampachtig vast, zoodat ik mij niet van haar los wilde maker. Ik bleef zoo stil mogelijk staan, ofschoon mijn spieren zich spanden en ik klaar stond den ellendeling naar de keel te vliegen, De man klopte weer en geen ant woord krijgende, deed hij Ce deur zacht open en trad binnen. Hij zig mij verschrikt aan, omdat hij blijkbaar niet verwachtte, dat ik er zou zijn. Het vooruitgestoken hoofd met de gluiperige oogen deed mij een oogen blik rillen. Ontsteld hield hij de knop der deur nog in zijn hand. Hij was gewoon een arme hulpelooze oude vrouw zonder steun te bezoeken, die hij wat geld afhandig kon maken, maar nu hij mij zag en ik hem met gefionste wenk brauwen en van woede fonkelende oogen aankeek, begteep hij, dat zijn taak dezen keer niet gemakkelijk zou zijn. Hit scheen mij toe dat ik den man meer ontmoet had. Ik herkende hem ineens: het was de Jacohijner monnik, dien ik in de herberg bij Poitiers had gezien en die mij den dood van de Guise vertelde. Ik slaakte een kreet van verbazing en mijn moeder, die ineens bevrijd scheen te zijn van de vrees, die haar bovennatuurlijke kracht had verleend, viel achterover in de kussens. Ze liet mijn hand los en haar oogen ont moetten de mijne. Ze trachtte te spre ken en stotterdet Nu niet Gaston, laat hem, laat hem. Ik begreep het echter en in mach- telooze woede beduidde ik den man met mijn hand, heen te gaan. Toen ik opkeek zag ik dat hij reeds ge hoorzaamd had. Hij had de eerste de beste gelegenheid aangegrepen om er vandoor te gaan. Ik gaf mijn moeder een beefje cog nac, waardoor ze weer bijkwam. Maar aanstonds zag ik dat er een groote verandering met haar had plaats ge had. De angstige blik was weg en op haar gelaat lag nu een stille be rusting. Ze legde haar hand op de mijne en keek mij aan. Daar ze te zwak was om te spreken wenkte ze mij om zoo dicht mogelijk bij haatte komen. De koning van Navarre sta melde zij, zal je toch wel in zijn dierst houder, Gaston Haar angstige oogen zagen in ge spannen aandacht naar mij op. Ik antwoordde opgeruimd en troo:- tendNatuurlijk, moeder, er is in heel Europa geen prins, die zoo be trouwbaar is en zoo goed voor deg - nen die hem dienen. Ze knik'e met teederheid en zegende hem op zwakken toon. Als je nog eens de gelegenheid mocht hebben, bouw dan het oude huis op, Gaston. De muren zijn nog ongr schonden en het eikenhout in de voorhal is ook niet verbrand. Een groote kist met linnengoed is bij Gilbert en een kist met de uitrusting en de sieraden van je vader, maar dat is beleend, ging ze droomerig voort, dat zou ik bijna vergeten. Moeder, antwoordde ik plechtig, wees maar gerust, hit zalailemr-üi gebeuren) Boodra ik er gelegenheid voer heb' Ze lag een poosje stil in gebeden met haar hoofd tegen mijn schouder geleund. Ik wachtte met ongeduld op de terugkomst van de vrouw, die bij haar waakte, opdat ik den dokter zou kunnen halen. Ze bleef echter weg. Tegen zes uur opende mijn moeder nog eenmaal haar oogen. Dit is de Marsac niet, mompelde zij. Neen, moeder, mompelde ik, me over haar heenbuigend. U bent in Blois en ik ben bij u, ik ben Gaston, nw zoon. Ze keek me nut een zwakken glim lach aan en mompelde: GastOB Wie is Gaston Neen het is de koning. Ik heb hem gezegend 1 Dit waren haar laatste woorden. Toen ik haar hoofd een oogenblik later nederlegde was zij dood. Ik was nu alleen op de wereld. Daar ik gelukkig in het bezit was van eenig geld, kon ik voor haar een passende begrafenis zorgen en een eigen graf koopen. Ik had nog slechts 35 kronen overgehouden, daar ik S - mon Fie x de rest had gegeven. Ik betaalde de oude vrouw, die mijn moeder verpleegd had, kocht nog wat kleinigheden voor mezelf en besteedde het overige geld aan de begrafenis, die een zeer waardig karakter droeg. Tot op den laatsten dag, dat ik mij in het huis van mijn moeder bevond, had ik eenig teeken verwacht van den heer de BiÜhl, van wien ik begreep dat hij in betrekking met Fresnoy stond, doch tevergeefs. Ër kwam niemand en niets kon me dus eenig licht geven over het lot van jonkvrouw de la Vire. Zij was en öl'-ef weg Toen alle schikkingen schier den rug waren wist ik wat mij te doen stond. Ik verkocht de meubelen van mijn moeder, beleende bovendien haar ring en gouden ketting, die jonkvrouw de la Vire haar bij haar vertrek ge geven had en voor dit geld kocht ik een nieuwen mantel, want in de felle koude van dit jaargetijde was het onmogelijk zonder dat kleedingstuk te reizen. Bovendien schafte ik me een nieuw paard aan. Den achtsten Januari ging ik op weg naar baron de Rosny, om hem mijn tegenspoeden inzake jonkvrouw de la Vire mede te deelen. HOOFDSTUK XI. ik dacht de reis naar de Rosny in twee dagen te kunnen doen, maar de slechte staat, waarin de wegen zich bevonden en het afgebeulde paard (ik had geen geld gehad om een goed te koopen) noodzaakten mij om den twee den nacht in Dreux te blijven. Daar werd mij verteld, dat de wegen naar Nantes nog veel slechter waren, zoo dat ik het kasteel pas op den derden dag bereikte. De geheeie streek scheen onder den invloed van de Ligue te staan. Toen ik op den derden morgen het verblijf van de Rosny naderde, begon ik te denken over de ontvangst, die me daar te wachten zou staan en die, naar ik alle reden had om te vermoeden, niet een van de aangenaamste zou zijn. De moed en de kraeft van baron de Rosny» die de reputatie had in alle deelen van Frankrijk te gelflk te zijn en die op zeer goeden voet stond met den koning van Navarre, gaven me weinig hoop op een gunstige houding, als tk heul mijn etfaringen verteld zou hebben, (Wor^t vrrvcl^d^

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1932 | | pagina 1