Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. No. 79. DINSDAG 12 JANUARI 1932 47e Jaarg. J. C. VINK - Ax«l. Buitenland. FEUILLETON. Een moeilijke taak. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Galden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60265. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor •Ikon regel metr 12 Cent. Groote letters worden naar plMteruimtc berekend. Advertentie werden franco ingewacht, uiterlijk tot Diaadag- en Vr^dagveermiddag II ure. Hoed moed. Het beeld, dat de wereld biedt is weinig bemoedigend en vrees kruipt in ons op voor een weinig hoopvolle toekomst, welke zich als gevolg van den ongunstigen loop der dingen schijnt te openen. In de donkerte der huidige om standigheden dringt geen licht straal door en in steeds compacter vormen dringt zich een duisternis op, waarin tastend het verdere deel van den weg moet worden gezocht. En de wereldlijke gids ontbreekt, aan wiens vaste leiding men zich veilig kan toevertrouwen om het pad te banen, dat uit eindelijk weer tot het licht zal voeren. Er is een warreling van inzichten en gevoelens, waardoor slechts weinig of wellicht geen houvast wordt geboden, ondanks den onmiskenbaren goeden wil der verschillende leiders om de volken uit het moeras te redden, waarin ze verdwaald zijn. Maar de tegengestelde belangen hebben zich ontwikkeld op een wijze, dat nauwelijks nog mag worden gerekend op eene verandering ten goede in dien zin, dat de wilde kronkelingen van het levenspad der menschheid zijn te volgen door de breede massa's die in doodelijke vermoeidheid tenge volge van de langdurige worste ling slechts haken naar rust. Toch moesten ze verder, ver der. En in verbittering over het wreede lot, hun beschoren, trach ten ze, in plaats van hun heil te zoeken bij eendracht en samen werking, elkaar af te dringen van den weg teneinde aldus meer ruimte voor zichzelf te verkrijgen. In een moordenden concurrentie strijd isoleeren de staten zich meer en meer om elk voor zich te pogen zich staande te houden, in grimmige vastberadenheid be sloten den gewaanden tegenstan der ten onder te brengen, wan neer de kans daartoe zich aan biedt. Onze tijd is er een van een geweldigen overgang, waarin oude vormen gedoemd zijn te verdwij- 3) Zulk een rare ontvangst na een grie vende behandeling, als ik zooeven in de antichambre had moeten ondervin den, zou me geheel uit het veld heb ben geslagen, had ik niet den brief van den koning bij mij gehad. Nu was ik er van overtuigd, dat de inzage er van de Mornay het gewicht hiervan zou doen begrijpen. Ik haalde den brief uit den zak en reikte dien over. Dit is mij gezonden door den koning, mijnheer. Ik begreep niet, wat hij bedoelde en mompelde, dat de koning mg ver wachtte. De koning weet hier niets van, was het droge antwoord, en gaf me liet papier terug. Het is een poets, die ze u gespeeld hebben, die u mis schien aan die gekken van pages te danken hebt. U hebt zeker een ver zoekschrift aan den koning gestuurd? Dit hebben zij zonder twijfel in han den gekregen en dit is thans het ge volg er van. Ze verdienden door el kander gerammeld te worden. Ik begreep, dat ik niet langer be hoefde te twijfelen aan de waarheid Van zijn woorden. Al mijn illusies hag ik in rook vervliegen. De hevige schok die het mij gaf maakte het mij onmogelijk een woord te spreken. In een soort van vizoen zag ik mijn ma ger ontdaan gezicht in den spiegel tegenover mjj. Mijn Verwarring was tchfjnbaar zoo groot, dat hef de Mor* nen om plaats te maken voor nieuwe, welker geboorte gepaard gaat met smart en wee, waaraan te ontkomen niet mogelijk is, overeenkomstig de onwrikbare natuurwetten. En de duisternis klemt zich rondom. Toch gloort, voor wie niet in diepe wanhoop de oogen sluit uit de overweging, dat er toch niets te zien is, een zwak schijn sel in den zwarten nacht. On merkbaar bijkans teekent het zich af aan verren horizon, hoopgevend gelijk het licht van den vuurtoren voor den met de elementen wor stelenden zeeman op den on- meetbaren Oceaan. Temidden van het rumoer, doer den ontzettenden bestaansstrijd opgewekt, klinkt toch ook op het lied van Genève, geïnspireerd door den vredeswil en getoonzet door de besten onder ons. O, zeker, de zang van den Volken bond wordt nog dikwijls valsch gezongen met somwijlen schrij nende dissonanten. En ook wordt het nog overstemd door hen die meenen dat de zorg voor het eigen Ik moet uitgaan boven alles en dat altruïsme slechts goed is voor dwazen en zwakkelingen, physisch of psychisch. Maar de wereldgeschiedenis is daar om het te bewijzen ontwijfelbaar zal de Volkenbonds zang, sprekende van een duizend jarig vredesrijk, aanzwellen in kracht van geluid zoodanig, dat het tenslotte boven alles zal uit blinken als een blije boodschap aan alle schepselen levende onder de zon, die schijnt, ook al wordt ze tijdelijk door dichte van onheil bezwangerde wolken aan het oog onttrokken. Eens zal die doorbreken om een wereld te omstralen, welker bewoners zich vrijelijk zullen kun nen verheugen in haar levenwek kend licht, waarin de broeder schap der menschen tot volledigen wasdom zal komen. Zoo zij het. De valuta. Vrijdagavond heeft te Hamburg de Engelsche economische des kundige Keynes een rede gehou- nay opviel. Na mij nogmaals opgenomen te heb ben herbaalde hij twee- of driemaal mijn naam en zeide eindelijk: jonkheer de Marsacl Wel nu herinner ik het mij, was u uiet betrok ken in de zaak Bronage Ik knikte toestemmend. De heer de Mornay iiep een wijle met ongeduldige stappen op en neer. Toen hij me weer aankeek was zijn toon vol ontzag en medegevoel. Mijnheer de Marsac, zeide hij, u hebt mijn sympathie. Het is een schande, dat mannen, die zich gedra gen hebben zooals u, op een dergelijke wijze behandeld werden. Als het mij mogelijk was om op het eogenblik mijn staat te vergrooten, zon ik u zeker in mijn dienst nemen. Maar ik kan er zelf met moeite komen, en zoo gaat het met ons alien, en wel niet het minst met den koning. Hij heeft meer dan een maand van de opbrengst van een bosch geleeft, dat Z. H. heeft la ten omhakken. Ik zal echter met hem over u spreken. Het zou echter voor barig zijn, als ik u iets goeds voor spelde. Hierbij reikte hij mq de hand en wat opgemonterd door zijn betuigingen van sympathie en achting, schudde ik deze hartelijk en verliet langzaam het ver trek. Helaas I om weg te gaan moest ik weder door de antichambre en op het oogenblik dat ik de deur opende, ging er een luid gejoel op. Terwijl er een schreeuwde t „Weg, weg mol den edel* man, die den koning heeft opgesocht", riep een ander mij tot procureur van Cayonne uit, terwijl een derde mij een plaats als kom mandaat ln mijn regi» ment vroeg. den over het valuta- en herstel- vraagstuk. Spr. zette o.a. uiteen, dat het zich afwenden door Groot- Brittannië van den goudstandaard een richtlijn voor de geheele we reld vormt. „Ik houd het voor zeer waar schijnlijk, aldus prof. K. dat in den loop van dit jaar verdere valuta's zich zullen aan sluiten bij de sterlinggroep, vooral Zuid Afrika, Duitschland en de Midden Europeesche landen mo gelijkerwijze ook Nederland, dat hierin dan op sleeptouw zou worden genomen door Java. Een belangrijk probleem volgt uit de schelding der landen in twee groepen, die zich voor of tegen den goudstandaard hebben verklaard. Het zich afwenden van het goud door de eene groep be- teekent het begin van het herstel van het economisch evenwicht. Het beteekent de mobiliseering van de natuurlijke krachten, die in den loop van den tijd beslist de positie van de beide leidende crediteur-goudlanden zullen on dermijnen en mogelijkerwijze ver woesten. Dit proces zal bij Frank rijk zeer spoedig toj ontwikkeling komen. Ik durf aan te nemen, dat Frankrijk's schuldeischer6po- sitie nog voor het eind van 1932 zal zijn ondermijnd. Bij de Ver- eenigde Staten kan het proces langzamer verlcopen. Wat de herstel- en oorlogs schulden-problemen betreft, ver klaarde Keynes, dat het daarbij in zekeren zin niet meer gaat om een kwestie van practische finan- ciëele politiek, want op het oogen blik worden noch herstel- noch oorlogsschuldbetalingen gedaan en niemand kan zich voorstellen, dat in de naaste toekomst een noemenswaardige som betaald zal worden. Men heeft op het oogen blik de keuze tusschen een defi nitieve regeling door een groote daad van internationale verzoe ning en een algemeene staking van betalingen in een atmosfeer van internationale vijandschap. Met nadruk verklaarde Keynes vervolgensGeen verantwoorde lijk mensch in Engeland verlangt De tanden op elkaar klemmend baande ik mij een weg door de spot vogels en had bijna de deur van het vertrek bereikt, toen ik op het jonge meisje stiet, dat ik zooeven beschre ven heb. Ze stond voor de deur met iemand te praten, zonder acht te slaan op wat er om haar heen gebeurde. Plotseling keek ze op en ziende dat ik zoe dicht bij haar stond, stapte ze snel achteruit en met een blik, die even wreed was als haar heele manier van deen, trok ze snel haar rekken terug, als vreesde ze elke aanraking met mij. Deze beleediging kwelde me meer dan alle onvriendelijkheden en met een plotselinge Ingeving zeide ik ernstig tot haar: Mejonkvroaw, wat ik ook zijn mag, ik heb voor Frankrijk gevochten en de tijd zal nog wel komen, dat u zult begrijpen, dat er minderwaardiger dingen in de wereld zijn dan een arme edelman I Ik had deze woorden ternauwernood uitgesproken, of de nar, die zich in het vertrek bevond, riep hartelijk lachend uif, dat de mijnheer, die zooveel voor zijn land gedaan had, zijn verdiensten nu gebruikte om er een vrouw mede te lokken. Men proestte het aan alle kanten uit en ik zag dat het meisje hevig bloosde. Het volgende oogenblik riep een rnwe stem: „Laten we zijn mooie trouwjaa nog wat mooier maken, en iedereen begon met suikergoed en confituren te gooien. Dit deed de maat van mijn geduld overloopen. Ik richtte me overeind en zag hen met verontwaardiging aan, maar mfln onmacht beseffead, draaide ik me om en verliet haastig het vertiek, momenteel de voortzetting van de herstel- en oorlogsschuldbetalin gen in welken vorm ook. Enge land alle partijen en belangen groepen inbegrepen komt on beperkt op voor volledige op heffing. Wij weten nu, dat het geheele systeem van gedachten en besluiten, waarvan deze ver plichtingen de uitdrukking vormen een onheilvolle vergissing is ge weest, een van de ergste vergis singen, die de internationale staatsmanskunst ooit begaan heeft. Film ran den ex keizer. Een door een Engelsche onder neming op Huize Doorn opge nomen sprekende film, waarop de ex-keizer en zijn gemalin zijn te zien er. te hooren, is, naar het „Hbld." meldt, in een der groote bioscopen te Brussel vertoond. De protesten van de zijde van het publiek waren echter zóó hevig, dat de directie de film van het programma heeft geschrapt. Dat is te begrijpen. Waartoe is 't ook noodig? Japan—China. Naar aanleiding van de Ame- rikaansche nota verluidt in poli tieke kringen te Tokio, dat de Japansche regeering op het stand punt staat, dat het Mantsjoerijsche conflict een kwestie is, welke slechts Japan en China aangaat, zoodat er geen reden bestaat voor inmenging van andere mogend heden. Het verzenden van de Ameri- kaansche nota beteekent feitelijk een wijziging in de tot dusver gevolgde politiek van protesten naar aanleiding van den Japan- schen opmarsch in Mantsjoerije. De Amerikaansche regeering be perkt er zich thans niet meer toe inlichtingen te vragen en advie zen te geven, doch zij wijst thans met klem op de rechten harer burgers. Deze stap van Amerika staat geheel buiten de bemoei ingen van den Volkenbond. Het departement van buiten- landsche zaken legt er den r.adruk op, dat de Vereenigde Staten geenszins de kwestie in het ge- HOOFDSTUK II. Ik heb reeds gewezen op het ge vaar, waarmede het verbond tusschen Hendrik de Derde en de Ligue be dreigde; een verbond, waarvan de tij ding, naar men zeide, de snor van den koning van Navarre in een nacht had vergrijsd. Maar niettegenstaande dat alles was het aan het hof nooit vroo- lijker toegegaan en zelfs de geldzor gen schenen te zijn vergeten. De ver halen van de levendigheid die het met zich medebracht bereikten mij zelfs in- mijn zolderkamertje en mijn Kerstda gen waren er niet opgewekter door. Den geheelen dag weerklonk op straat het getrappel van paardenhoeven, waar boven uit de stemmen roesden van de opgewekte berijders, voor wie het leven slechts geluk scheen te zijn. Mij bracht het in een neerslachtige stemming. Wel is waar had de toespraak, die de heer d'Amans op Kerstmorgen in een huis op de markt gehouden had, mfl eenigszins opgewekter gestemd. Ik had in een verborgen hoekje ge zeten en hoorde daar de beroemde voorspelling aan, die zoo spoedig ver vuld zou worden. Majesteit, zeide hij, terwijl hij zich tot den koning van Navarre wendde, wat u bij uw ge boorte kreeg kan niemand van u af nemen. Nog eep weinig geduld en n zult de oorzaak zijn, dat we boven de Loire zullen kunnen spreken. Deze woorden vervulden alle toe hoorders met blijdschap, behalve de enkelen, die aanhangers van Turenne waren. Dezen moesten er zich bty neerleggen om den koning van Navarte cis hun leider te erkennen. Op mij had de toespraak Balk een indruk ge maakt, dat ik ia ten zeer opgewenaen toestand thuis kwam en voer «3 zelf ding willen brengen van de rechten, welke Japan uit hoofde van gesloten verdragen in Mant sjoerije heeft verkregen. Evenmin wil de regeering tusschenbeide komen bij een regeling, welke Japan zou kunnen treffen om uil de huidige moeilijkheden te ge raken. Volgens „United Pres" is een verzoenend antwoord van Japan te verwachten, waarin Tokio ver klaart zich te houden aan het Kellog-pact en de open-deur-po- li tie k in Mantsjoerije. Door een zegsman van het Ja pansche ministerie van Buiten- landsche Zaken werd medege deeld, dat Japan het voornemen koestert, tot een rechtstreeksche regeling met Nanking te geraken, zoodra Nanking daartoe bereid is. waarbij Japan het van groot be lang acht, dat bij die gelegenheid ook de kwestie der Japansche be trekkingen met de bevolking van Mantsjoerije zal worden behan deld. Japan blijft Mantsjoerije als een deel van China beschou wen, waarbij het er echter den nadruk op wenscht te leggen, dat Nanking ten aanzien van de in Mantsjoerije aan het bewind zijnde regeering nimmer iets te zeggen heeft gehad. Wat het principe der „open deur" betreft, staat Japan op het standpunt van gelijke kansen voor allen en het koestert de hoop, dat de toestand in Mant sjoerije aanzienlijk zal verbeteren, zoodra er een nieuwe regeering is gevormd. De 9 mogendheden, die het verdrag van 1922 onderteekenden, zijn Amerika, Engeland, Frank rijk, Italië, Japan, België, Portugal, Nederland en China. Naar verluidt, heeft de Ameri kaansche regeering aan den Ne- derlandschen gezant te Washing ton medegedeeld, dat zij, naar aanleiding van het optreden van Japan in Mantsjoerije een beroep wenscht te doen op de regeerin gen, die bij het verdrag van Washington der negen mogend heden betrokken zijn, Een afschrift van de Ameri- de overtuiging had dat ik spoedig kans zou hebben om weer in het volle le ven te treden. Toen echter de avond nog geen verandering bracht voelde ik me neerslachtiger dan ooit. In deze gemoedsstemming was ik bezig bij het licht eener kaars de wei nige goudstukken te tellen die ik nog bezat, toen ik voetstappen op de trap hoorde. Ik hoorde dat het twee men- scheo moesten zijn en ik zat er nog over ti denken wie dat wel kenden zijn, teen er zachtjes geklopt werd. Daar ik vreesde er weer tusschen genomen te worden deed ik niet dade lijk open, te meer daar er iets heime lijks was in de manier waarop er werd geklopt. Mijn bezoekers fluisterden een oogenblik met elkander en begon nen weer te kloppen. Nog deed ik niet open, maar verzocht hen hun na men te zeggen. Er kwam geen antwoord. Even was het stil. Maar een oogenblikllater week de deur op een kier naar achteren en zag ik iets glinsteren. Met mijn kaars naderbij tredend zag ik dat er enkele goudstukken op den grond lagen. Ik begreep er niets van, maar daar ik in zag dat de laffe pages er wel geeH geld voor over zouden hebben om .bij m| binnen t; dringen, aarzelde ik niet langer en opende de denr. Ik deed het echter teer voorzichtig en nam achterdochtig de binnentredenden ep. Hoe groot was echter mijn verbazing toen ik, nadat de beide mannen hun mantels afgegooid hadden, ik In hen de Mornay en den koning van Navarre herkende. (Wordt vervolgd.) AXELSCHEii COURANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1932 | | pagina 1