■J 31 lil n J| f Nieuws- en Advertentieblad voor Z e e u w s c li - V1 a a n d e r e n De onzichtbare hand. No. 64. DINSDAG 17 NOVEMBER 1931 47e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Raadsverslag. FEUILLETON. r Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56, - Postrek. 60263. tot 5 regels 60 Centvoor Greote letters worden naar ADVERTENT1ËN van 1 eiken regel meer 12 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franc© ingewacht, tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. uiterlijk Zitting van 5 November. Voorzitter de heer F. Blok, bur gemeester. Aanwezig zijn de heeren J. M. Oggel en C. Th. van de Bilt, wethouders en de heeren A. Th. 't Gilde, A. Hamelink, P. L. Ortelee, I. de Feijter, P. van Ben- degem, B. Seghers, C. Hamelink, A. P. de Ruijter, F. Dieleman en J. de Feijter, benevens de secretaris, de heer J. L. J. Maris. IV (Slot). DE VOORZ. zegt, dat de be slissing aangaande het ontslag van den onderwijzer nü dient genomen te worden omdat anders met 1 Januari de onderwijzer boventallig wordt en de andere scholen nog twee jaren later het recht zouden hebben even eens een boventallige kracht aan testellen. Het spijt ons, zegt spr., maar gezien de groote kos ten hebben we niet den moed om nu den onderwijzer te hand haven. Dhr. OGGEL zegt, dat B. en W. door het rapport van het hoofd der school huiverig waren het voorstel in te dienen. Er is daarom nogmaals met het hoofd gesproken en gevraagd of de bezwaren nog zoo groot zouden zijn, indien er voor de hand werken een vakonderwijzeres werd benoemd, waarop dhr. van Houte erkende, dat dan de bezwaren voor een groot deel waren onder vangen. Dhr. 'T GILDE zegt, dat hij met zijn fractie deze zaak ern stig onder het oog heeft gezien en wij hebben de financiëele bezwaren van alle zijden afge wogen naar het nut en het na deel dat het gevolg zal zijn van de al of niet handhaving van een boventallige leerkracht en dan staat bij ons de overtuiging vast, dat men instede van het onderwijspeil te schaden en te doen dalen liever een geldelijk offer dient te brengen op het altaar van het groote belang van 7) Paul scheen het noodig te vinden zijn vader min of meer te excuseeren met de opmerking, dat deze misschien wel een beetje overdreven voorzichtig was, hoewel hij anderzijds niet wilde ontkennen dat na hetgeen den ouden André overkomen was, er wel gegronde reden bestond tot voorzichtigheid. Maar hij vertelde dat ook vóór den aanval op den kamerdienaar, zijn vader zich toch altijd erg bezorgd had getoond ten opzichte van de kapel. Hij had altijd zelf den eenigen sleutel onder zijn berusting gehouden en nooit toe gestaan dat de deur, openbleef, be halve natuurlijk wanneer er dienst ge houden werd, of wanneer de schoon maaksters er aan het werk waren. Ik knikte begrijpend, en zoodra Paul was heengegaan, ging ik weer opweg naar de kapel. Ik sloot de deur achter mij en voerde in de ver laten ruimte eenige buitengewooninte- ressante experimenten uit, welke ie mand, die mij aan het werk had ge zien, waarschijnlijk de vraag zouden doen stellen, of ik wel heelemaal wel bij het hoofd was De experimenten hadden zoodanig Succes, dat ik in een koortsachtige opwinding naar het kasteel terugliep en naar meneer Paul de Martignac vroeg. Een van de bedienden aei mij dat monsieur Paul in de groote stu* deerkamer zat te lezen. sQa mee", zei ik haastig. U mott het volkskind, dat het met zijn Lager Onderwijs in de- moderne maatschappij met zijn hooge eischen van kennen en kunnen moet doen. Wij staan volledig $an de zijde van den Inspecteur en het hoofd der school. De Openbare Lagere School heeft een zeer goeden naam hier in Axel. Men hoort er met grooten lof van spreken op inrichtingen waar leerlingen wor den afgeleverd welke die school in Axel doorliepen, waarom wij achteruitgang moeten betreuren. Ter verduidelijking is door B. en W. gesproken van een daling van het leerlingental tot 180 om als voorbeeld te kunnen dienen aan de leden. Voor de leden, die de Onderwijswet, zooals die nu nog is, niet kennen moet de schrik om het harte slaan, als zij lezen dat in dit geval de Bijz. School in de Nieuwstraat 14 onderwijskrachten zou krijgen indien men dan de uiterste kon- sekwentie zou gaan doorvoeren. Maar volgens mijn betrouw bare gegevens is het aantal 204 en naar mij bekend is, staat dit te vergrooten. Gemiddeld is dit dus 34 leeilingen per onderwij zer en zou men dus nog niet aan 13 leerkrachten komen op de Bijz. School. De cijfers, die B. en W. in het preadvies aan voeren, zijn stemming makend ten ongunste van de leden, die iets voor een boventalligen onder wijzer zouden voelen. Een bestuurder van de Chr. School zei mij dat hij het niet verantwoord zou achten op de op de Bijz. School meer onder wijzers te vragen, dan waarop men bijv. in zoo'n geval recht zou hebben. Men kan alles en zelfs de interpretatie van een wet niet op de spits gaan drijven. Ik zcu het nog moeten zien gebeuren als er b.v. 1 onder wijzer als boventallig werd ge handhaafd en één of ander school bestuur zou het hart hebben er 2 te gaan vragen of erger nog zelfs drie, welk gevaar toch wel denkbeeldig is. Het groote belang van goed onderwijs vooropstellend, zijn wij ondanks onze gezindheid tot be zuinigingsmaatregelen voorstan ders van een boventallig onder wijzer op de Op. Lag. School. Nog slechts enkele dagen gele den had ik het voorrecht een onderwijsspecialiteit' van den eer sten rang in ons land die zelfs lid is van den Onderwijsraad welke den Minister van advies dient, te mogen spreken, die kort na den oorlog in Duitschland reizende op een simpele Sak sische boerenscheurkalender had gelezen„Wij zijn armer ge worden, dus gaan wij scholen bouwen." Ik hoop dat de heeren geen verkeerde gevolgtrekkingen hieruit maken, wij willen het scholenbouwen natuurlijk in de verste verte niet op de spits drijven, maar staan voor het hoogst mogelijk bereikbare onder wijspeil. Dhr. C. HAMELINK zegt, dat men bij de beoordeeling van dit punt de financiëele zijde wel in 't o«g moet houden, als inder daad de school in de Nieuw straat het volle pond moest eischen, waaromtrent spr. niet zoo gerust is als dhr. 't Gilde, maar toch is hij tot de conclu sie gekomen, dat waar de open bare school de school is van het volkskind, waar de kinderen der arbeiders van allerlei slag onder wijs genieten, deze niet de dupe moeten worden. En daarom heeft spr. ondanks de financiëele be zwaren besloten om tegen het voorstel van B. en W. te stem men, en ook omdat nu maar even het cijfer beneden het wettelijk getal daalt, men dadelijk met ontslag van een onderwijzer dreigt, terwijl het straks in Janu ari nog zeer goed zou kunnen blijken, dat er wettelijk genoeg kinderen zijn. De VOORZ.Neen, want als het getal kinderen straks tot 30 stijgt, dan blijft de onderwijzer aangesteld. Dhr. C. HAMELINK: Is het voorstel van B. en W. dan niet erg voerbarig t me een handje helpen, dan kan ik u iets buitengewoon verrassends laten zien. Hij was zichtbaar verbaasd, maar stond snel op en volgde ine. Terwijl we voortliepen, stelde hij me de eene vraag na de andere. Maar ik beant woordde al die vragen met een ont kennend hoofdschudden en verzocht hem even geduld te hebben. ik nam hem mee naar de wapen kamer en beduidde hem dat hij een van de vele, met oude wapenrustingen bekleede ledepoppen, die daar opge steld waren, aan den eenen kant moest opnemen, terwijl ik de andere izijde beetpakte. Hij knikte gehoarzaam, of schoon hij van de heel vreemde situ atie niets begreep en samen transpor teerden wij de geharnaste pop naar de deur van de kapel. Toen hij mij een sleutel te voorschijn zag halen en de deur openen alsof dat de gewoonste zaak ter wereld was, nam zijn verba zing natuurlijk nog toe, maar hij zei niets, nu blijkbaar geduldig het oogen- blik afwachtend dat ik een explicatie zou geven. We traden de kapel binnen, ik deed de deur weer achter ons op slot en we voerden de ledt- pop door het schip tot bij de ope ning in het koorhek, waar we het ding op zijn rond houten voetstuk neer zetten. .Achteruit 1" schreeuwde ik, toen ik zag dat Paul de Martignac aanstalten maakte om het hek te openen „Goeie hemel man, wees toch voorzichtig,..." „Waarom,wat is er vroeg hij half geschrokken en half boos over de manier waarop ik tegen hem was op* getreden. «Een oogenblik, zei ik, kalmer nu, ga evsn aan den kant an kijk wat ar De VOORZ.Ook ten opzichte van den onderwijzer mogen we niet wachten tot 31 December, want we wilden hem de gelegen heid geven om nu reeds te sol- liciteeren naar een andere ge meente. Dhr. C. HAMELINK zal er toch tegen stemmen en liever af wachten. Dhr. DE RUIJTER zal ofschoon ongaarne het voorstel steunen, wegens het financiëel nadeel, dat aan deze zaak is verbonden. Het offer is te groot voor de ge meentekas. Spr. stemt toe, dat het beter was, dat de onderwij zer kon blijven, maar nu we bezuinigen kunnen, moeten we dat doen Als het getal leer- j lingen klimt, dan moet er een onderwijzer meer zijn, maar zoo niet, dan zouden we ver plicht zijn nog 2 jaar te betalen voor meer onderwijzers. Toch wil spr. opmerken, dat als dhr. Hamelink zegt, dat de school ir. de Nieuwstraat in dat opzicht niet te vertrouwen is, er jaren zijn geweest, dat de school een onderwijskracht op kosten van de gemeente kon benoemen, doch dat niet deed en zelf dat offer bracht, evenals deze school ook voor 1932 zelf een onderwijzeres, die overtallig is, zal betalen. Ook het verleden bewijst, dat meer dan f1000 is bespaard op de gemeentekosten. Spr. kan de ver zekering geven, dat mocht de onderwijzer gehandhaafd blijven, de Vereen, voor Chr. Nat. School onderwijs geen boventallige kracht zal nemen en ook het voorstel van anti-rev. zijde niet wordt ge steund om de openbare school te benadeelen. Dhr. C HAMELINK zegt, dat hij de zaak express eenigszins twijfelachtig had voorgesteld om de heeren eens te polsen. Spr. is nu voldaan, maar nu is het ant woord van dhr. de Ruijter naar spr.'s meening ook een argu ment te meer om den onderwij zer te handhaven, nu er niet te vreezen is, dat het de gemeente groote sommen zou kosten. Dhr. IZ. DE FEIJTER zal het gebeurt". Hij ging een eind naar links en ik nam de ledepop in mijn armen, draai de den ridder met zijn lichaam van latten met den voorkant naar het al taar, zóó, dat hij vlak voor de opening in het koorhek stond- Toen, terwijl ik zooveel mogelijk naar rechts uit week, drukte ik tegen de achterzijde van de ledepop, zoodat die min of meer tegen het hekwerk leunde. Het beweegbare deel van het hek yloog open en op hetzelfde moment kreeg de lepepop een ontzettende stoot, die het ding achterover in het schip deed tui melen. Het metaal van de wapenrus ting rammelde en kletterde op het mar mer van den vloer. „Genadige hemel 1" schreeuwde de jonge Martignac, en doodsbleek liep hij van het koorhek weg. „Kom eens kijken," verzocht ik, en voerde hem naar de plaats, waar de ledepop lag, met de bovenledematen uitgespreid, het metaal verbogen door den val. Ik boog mij over het ding heen en wees. Daar stak, met kracht door de dikke stalen borstplaat gedre ven, de grimmige dolk. „Genadige hemel 1" rtep Paul nog eens. Genadige hemel, 't is de dolk, de ledepop is gestoken, precies zoo* als André 1' ,Ja," bevestigde ik. „En nu zal ik u laten zien, hoe dat kunstje in zijn werk gaat." Ik nam hem mee terug naar het koorhek. Van den muur ter linker zijde van het altaar, haalde ik een met eigenaardige ornamenten versierd, ij ze* ren voorwerp naar beneden, het had iets weg van een korte speer, Het scherpe einde daarvan stak ik in een holte in den linkschen stijl van het voorstel van B. en W. ook steu nen om financiëele reden. Dhr. 'T GILDE zegt, dat hij kan aannemen, dat het hoofd een vakonderwijzeres dankbaar, zal aanvaarden, maar dat wil nog niet zeggen, dat hij niet liever den onderwijzer behield. Dhr. OGGEL bevestigt ook, dat het volstrekt niet in de be doeling ligt om de school te schaden, want dat B. en W. er voor zijn, dat ook op de open bare school goed en voldoend onderwijs gegeven wordt en daar om is een onderhoud gevraagd aan het hoofd der school om de zaak uitvoerig te bespreken, wat ook is gebeurd. Ook de Comm. van Toezicht is van meening dat het onderwijs er niet door ge schaad wordt. En men is toch niet verantwoord door voor een 10-tal kinderen zoo'n uitgave te doen B. en W. zorgen in elk geval, dat de kinderen niet ten achter worden gesteld bij anderen. Het voorstel om den onder wijzer met 1 Jan. a.s. te ontslaan, wordt hierna aangenomen met 7 tegen 3 stemmen. Tegen stem men de h.h. C. Hamelink, Orte lee en 't Gilde. (Dhr. A. Hame link heeft tijdens het debat de vergadering verlaten). Art. 209. Subsidie voor de bijz. bewaarscholen f2000, naar het getal kinderen. De fröbel school van Van Hoeve heeft 90 kinderen, de chr. schoolvereeni- ging 60 en de R. Kath. bewaar school 50. Waar deze subsidie tot heden was f 15, wordt voor gesteld f 10. (In een vorig num mer van dit blad meldden we abusievelijk, dat dit voorstel was aangenomen. Uit dit verslag blijkt het anders te zijn. Red.) Dhr. DE RUIJTER zegt, dat het hem heeft verwonderd, dat B. en W. die subsidie willen verminderen met f5 per kind, en wel op grond daarvan, dat de kosten per kind dan gelijk gesteld zijn met die van de la gere scholen. Spr. zegt, dat juist de Chr. Fröbelschool is gebouwd op een steun van f 15 en die school geheel uit eigen middelen draaiende deel van het koorhek. Daar op trok ik met kracht aan den steel van de speer en van den stijl maakte zich over de heele lengte de eene helft los van de andere, van den vloer tot aan het bovengedeelte, en boog naar binnen in de richting van het altaar, alsof zij met een scharnier aan den grond verbonden was. Het andere deel van den stijl bleef op zijn plaats. Toen ik het stuk, dat zich van het andere had los gemaakt, nog wat meer omlaag drukte, hoorden we een tame lijk luiden klik. een gedeelte van den vloer schoof terzijde en een langwer pige uitholling, ongeveer een voet diep, werd zichtbaar, waarin de beweeg bare helft van den stijl kon liggen. Met mijn volle gewicht drukte ik den hefboom iets naar voren de eigen aardig gevormde speer, die ik van den munr jhad hehaald en in de holle van den stijl had gestoken en trok op die manier het beweegbare stuk van den stijl in de uitholling; het kwam nu op dezelfde hoogte als de vloer te liggen. Onmiddellijk volgde een scher per klik van het metaal, alsof een sterk veerende pal ergens inwipte. Dat was ook inderdaad het geval, want het stuk bleef op zijn plaats liggen en vertoonde geen neiging om terug te springen. Nu liep ik weer naar de ledepop, en na een paar minuten rukken en trek ken, slaagde ik er in, om den dolk uit de wapenrusting te trekken. Ik ging met het wapen terug naar het koorhek en stak het gevest in een opening die zich daar bevond aan het bovenste einde van het post-gedeelte dat in de sleuf van den vloer rustte. Het wapen bleef zitten, ofschoon niet heel stevigi de punt van het wapen wees naar boven. Toen ik daarmee klaar was, begaf ik me weer naar den hefboom, trok er nogmaals met alle kracht aan en de beweegbare helft van den stijl zonk nog verder omlaag, tot op dtn bodem van de uitholling. Ook de dolk bevond zich nu geheel onder de oppervlakte van den vloer. Toen de halve post op den bodem van de holte was aangekomen hoorden we opnieuw een klik; blijkbaar het ver springen van een tweede pal. Ik trok den hefboom, de vreemd-gevormde speer, uit het gatdirect gleed het stuk van den vloer, dat terzijde was geschoven, terug, bedekte de halve post in den dolk. Er was nu aan den vloer bij het koorhek niets bijzonders meer te zien. Daarop sloot ik het poortje in het koorhekwe gingen allebei zoover mogelijk terzijde. Ik nam de speer, die ik uit het gat getrokken had en duwde ermee tegen het gesloten koor hek, zoodat het beweegbaar gedeelte opensprong. En een klikken van terug springende veeren, een luid geratel iets suisde door de lucht daarop een doffe slag tegen den achtermuur van de kapel. Het was de dolkl Ik wees Paul, dat de helft van den stijf die in den vloer was weggezonken, weer op zijn plaats was teruggevoerd zoodat de linker-post weer dezelfde dikte had als die van rechts. „Hier I" zei ik, terwijl ik mij tot den jongen Martignac wendde. Daar heb* ben we de onzichtbare hand, die den geheimzinnigen dolk hanteert I Maar wie, voor den drommel, zet deze hin derlaag op?" (Wordt vervolgd,) COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1931 | | pagina 1