Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. No. 48. DINSDAG 22 SEPTEMBER 1931. 47e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Buitenland. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Greote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. China. Men schrijft aan de „Avp.": Zwarte wolken doemen op aan den horizon en pakken zich drei gend samen boven het Chineesche rijk, dat door de hand van het noodlot schijnt te zijn aangeraakt en de eene ellende na de andere te verduren krijgt. Geteisterd door een jarenlangen burgeroorlog, waarbij de akkers stelselmatig werden verwoest in uitgebreide districten, zoodat hon gersnood als een welhaast perio diek verschijnsel optrad, brachten nu hier, dan daar, natuurrampen van ongekenden omvang milli- oenen tot vertwijfeling, die, van alles beroofd, in wilde wanhoop vluchtten voor de verschrikkingen, waaraan ze zich blootgesteld za gen. Hetzij tengevolge van aard bevingen, hetzij door overstroo mingen daartoe gedwongen, trok een millioenenleger van ellendigen langs de smalle wegen van het verwoeste gebied. In lompen gehuld, waanzinnig van angst en smart, vermag nochtans het mee- rendeel dezer schare van men- schelijke wrakken zelfs niet het veege lijf te redden, weggemaaid als ze worden bij honderdduizend tallen door pest of andere ziekten, waardoor ze worden overvallen op den moeizaam afgelegden, langen, langen weg, uiteindelijk nog slechts voerende tot een doel, dat hun hoogstens wat voedsel, maar naar alle waarschijnlijkheid in hoofdzaak nieuwe ontberingen, nieuwen doodsangst zal brengen. Geen schrikbeeld kan zoo ont stellend zijn, of de bevolking van het hedendaagsche China ziet zich er voor geplaatst en ondervindt er aan den lijve de gevolgen van. Alle vernielende krachten zijn blijkbaar losgelaten op de kin deren van dit land, wier fatalisme op een ondraaglijke proef wordt gesteld. Aardbeving, vuur en water, burgeroorlog, roof, moord en plundering, hongersnood, de- cimeerende epidemieënde opeenstapeling van bezoekingen culmineert in een kannibalisme, dat eiken band van bloedverwant schap opheft en elk gevoel of besef van menschelijkheid uit schakelt. Hier houdt niet alleen de rede, maar zelfs de dierlijke liefde tot het kroost op de grens van menschelijk lijden is vèr overschreden en elke moraal wordt iets onzinnigs. Hoe lang de lijst der ondergane beproevingen ook zijn moge, toch dreigen nog nieuwe. Boven de noodkreten uit, uitgestooten door de massa's bij het doorstaan van zooveel wee, klinken de kanon schoten, waaraan zich het scherpe gerikketik der mitrailleurs paart. De internationale verhoudingen eischen hun recht op en hebben doen grijpen naar het uiterste middeldat van het geweld Terwijl China met zijn 400 mil- lioen inwoners bezig is zichzelf te verscheuren in onophoudelijke burgeroorlogen (de dagen der Nanking-regeering zijn klaarblij kelijk geteld volgens de jongste berichten; nemen de^apanners de gelegenheid waar, om een bombardement te openen op Moekden, de hoofdstad van Mants- joerije. Er is namelijk onlangs een Japansche kapitein, Naka- moera geheeten, omgebracht, naar verluidt door Chineezen. En het Nanking-bewind dat overigens nog slechts een zeer beperkte machtsfeer bezit en stellig geen verantwoordelijkheid op zich kan nemen voor hetgeen in het uiter ste noorden geschiedt het Nanking-bewind heeft zich naar het oordeel der regeering te Tokio te weinig gelegen laten liggen aan dit geval. Derhalve kan noch mag bestraffing uit blijven en daarom wordt een aantal kanonnen op Moekden gericht om China toch maar goed te doordringen van Japan's macht, waaraan aldus 80 menschenlevens worden opgeofferd. Bij miliioenen komen de Chi neezen om en evenveel worden nog door den dood bedreigd. De nood is kortweg schrikbarend, de ellende ten top gestegen. Toch moet op dit oogenblik de moord op dien Japanschen ka- Mijnheer Lepage stond er op, haar te vergezellen. Sofie's hart klopte hevig pitein bloedig gewroken worden. Hetgeen voorloopig 1 op de daartoe geëigende wijze is geschied en zelfs tachtigvoudig. Natuurlijk is dit niet de ware aanleiding tot het Japansche op treden de oorzaak daarvan schuilt dieper. Voor het oogen blik zij slechts geconstateerd, dat het er op politiek gebied zeld zaam somber uitziet in het verre Oosten, waar China het land der verschrikkingen vormt. Het Nederlandsche petitionne ment. De delegatie der Vereeniging „De Nederlandsche Dagbladpers", heeft den voorzitter van de 12e Volkenbondsvergadering, Titules- cu te Genève het resultaat der ont- wapenir.gs-petitie aangeboden. De aanbieding der petitie ge schiedde in de kamer van den secretaris-generaal van den Vol kenbond, in tegenwoordigheid van verschillende vreemde en Neder landsche autoriteiten. Minister Beelaerts van Blokland stelde de leden der Nederlandsche Dagbladpersdelegatie aan den heer Titulescu voor, waarna de heer Henny in het Fransch een rede voorlas, terwijl hij een fraaie oorkonde over het resultaat der petitie aan den heer Titulescu overhandigde. Titulescu sprak hierop een redevoering uit, waaraan wij het volgende ontleenen Met diepe ontroering ontvang ik als voorzitter van de Twaalfde Volkenbondsvergadering uit uw handen het schitterendste en meest concrete getuigenis van den wil van een volk om een einde te maken aan den bewapenings wedloop. Uw daad eert hoog uw vaderland, uw beroep en de geheele menschheid. Sinds lan gen tijd is de naam van Uw vaderland gelijkluidend aan vre deswil en vredesorganisatie. De Volkenbond dankt Neder land voor den herhaalden en zuiveren steun in iedere kwestie die voor vooruitgang is in het belang van den vrede. Ik richt tot uw vaderland en tof de verheven souvereine Ko ningin Wilhelmina de verzekering van mijn diepen eerbied en groo- te, onbeperkte bewondering. Maar uw daad eert ook de pers, die gij met zooveel gezag vertegen woordigt. Gij hebt een ontwa peningspetitie georganiseerd en gij zijt schitterend geslaagd. Gij hebt twee en een half millioen handteekeningen verzameld. Zij zijn hier levend en welsprekender dan alle redevoeringen die men houden kan. Maar daardoor hebt gij u ook een bevoorrechte po sitie boven die der staatslieden veroverd, ook wanneer wij staats lieden, zij het ook met de grootste overtuiging en uit de diepte van ons hart, verklaren, dat de wereld den vrede wil. Dan toch ver tolken wij slechts een gevoel, terwijl gij, Nederlandsche jour nalisten, voortaan voor vrede en ontwapening arbeidt krachtens een geschreven en in goeden vorm opgemaakte machtiging van uw volk. Ik gevoel ten volle den ont róerenden ernst van de taak, die uw stap mij oplegt. Ik ben slechts de bewaarder van deze bevestiging van het geloof en den wil van het Nederlandsche volk. Ik moet haar aan den voorzitter van de Ontwapenings conferentie overhandigen, die dan van den eersten conferentiedag af aan zijn collega's zal kunnen verklaren, dat in uw werk de ontwapening reeds is goedge keurd door de volksstemming van een der edelste volkeren van Europa. Laat mij zoo ein digde Titulescu in naam van de Twaalfde Volkenbondsverga dering en ook in mijn eigen naam u van ganscher harte dank zeggen voor de bemoediging, die gij ons in onze moeilijke laak hebt ge bracht. Vervolgens hebben Titulescu, minister Beelaerts van Blokland en minister Munch de oorkonde onderteekend, waarna minister Beelaerts in welgekozen woorden dankte voor Titulescu's hulde aan Koningin en Nederland en voor de ontvangst van de delegatie. Financieele crisis. Tegenover de berichten uit Londen over de besluiten van de Engelsche regeering met betrek king tot de gouddekking voor het pond sterling treden in krin gen van den Volkenbond alle an dere berichten op den achter grond. De berichten hebben groot opzien gebaard, hebben in eenige delegaties zelfs een vernietigen den indruk veroorzaakt, daar men het gevoel heeft, dat Engeland hiermede practisch de goudva luta opgegeven heeft. In de meeste commissies werden de werkzaam heden gisteren op de gewone wijze voortgezet. In de tweede commissie voor technische kwes ties werden de besprekingen over de financieele vraagstukken aan gevangen. Ook te Keulen is de beurs tot nader order gesloten. Het be stuur der effectenbeurs te Ham burg deelt mede, dat de beurs tot nader order gesloten blijft. De beurs te Frankfort a/M. zal weliswaar open blijven, doch noteeringen zullen niet plaats vinden. Het vrije beursverkeer vindt niet plaats. Ook te München zal geen no teeringen aan de beurs plaats vinden. De vrije handel in effec ten is verboden. MacDonald ontving een aantal bezoekers o.w. zich ook de heer Stamp, een der directeuren van de Bank van Engeland bevond. Het kabinet is om half negen bijeengekomen en besprak het nieuwe wetsontwerp met betrek king tot den gouden standaard. Het Hoogerhuis is voor een buitengewone zitting bijeenge roepen dat anders eerst Donder dag zou zijn bijeengekomen. De onderkoning van Indië heeft tot sluiting van alle Indische beurzen op Dinsdag besloten. De plotselinge verscherping van de financieele crisis in Enge land heeft in Fransche politieke en regeeringskringen groote span ning veroorzaakt. De Fransche regeering houdt zich reeds bezig met dringende hulpmaatregelen welke zij voornemens is in over- (Wordt vervolgd,) AXELSCHE COURANT Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. 95; Noem mij de bewijzen Sofie, zeide Lepage nadat hij zich her steld had. Sofie verhaalde Philippe's bezoek in het graf der kapel en hoe zij hem be loerd had en vertelde van de daar verborgene diamanten, die zij geloofde dat tot de vermiste juweelenverzame ling van den vermoorden markies moesten behoord hebben. Inderdaad een gewichtig bewijs tegen Philippe zeide mijnheer Lepage. En hebt gij dit mijnheer Talbot mede gedeeld Gij hebt hem toch niet bekend gemaakt met uw naam, of met het feit, dat ik nog leef? Neen vader, mijn geheim heb ik Streng bewaard. Maar ik moet u nog meer zeggen. De kamer van den ver moorden markies was sedert het on derzoek gesloten gebleven. Ik ver zocht mevrouw Bartineux, ze voor mij te openen en ik bezocht haar in ge zelschap. In het snijwerk van het ledi kant vond ik een stuk gouden ketting dat de moordenaar bij de worsteling Verloor. Zij schetste voorts haar bezoek bij mevrouw Eugenie te Parijs j hare terug komst en het vinden van de ketting, Waarbij het stuk behoorde in het ju- Weelenkistje van Philippe. Een tweede bewijs, bemerkte mijnheer Lepage minder kalm dan te Voren. En hebt gij dit den vrederech ter ook gexegd? Ja, vader. Maar ik weet nóg meer. Zij vertelde nu haar bezoek bij den molenaar Greg, de redding van zijn kind en haar onderhoud met hem. De ontroering van mijnheer Lepage steeg bij elk woord. Mijnheer Talbot heeft een ge heime politieagent laten komen, om Philippe te bespieden, ging Sofie voort en deze is nu als stoker op het slot. Ook de molenaar wordt door eenen ge heimen politieagent in het oog gehou den. Deze kerels zitten nu in een net dat voor hen steeds nauwer wordt gespannen. De waarheid zal spoedig aan het licht komen, vader I En als dit geschiedt, heb ik alles ook mijn leven aan u te danken 1 riep mijnheer Lepage haar omhelzende uit. Maar toch, ging hij op beklemden toon voort, gevotl ik mij angstig. Er is nog grooter kommer voor ons in aan tocht. De hemel geve, dat het geen voorgevoel van een nieuw onheil moge zijn I ONVERWACHTE ONTMOETING. Het onderhoud tusschen vader en dochter in de verborgen kamer duurde verscheidene uren. Mijnheer Lepage door nieuwe hoop bezield, beloofde nog eenige dagen in zijn schuilplaats te blijven, om verder nieuws af te wachten. Er was reeds zooveel tot zijne rechtvaardiging gedaan, er kwam reeds zooveel licht in het geheim, dat hij met grond mocht hopen, binnen kort het brandmerk van zijn hoofd te zien uitgewischt. 's Nachts om één uur besloot Sofie om haar vader te verlaten. als zij dacht aan de ontmoeting met haren vijand, den volgenden dag. Hij had besloten haar te vernietigen. Wat zou hij nu tegen haar ondernemen Haar vader ried hare gedachten en deelde in hare vrees. Gij moogt 's avonds niet meer op het terras komen, zeide hij. Als gij mij iets gewichtigs hebt mede te dee- len, schrijf dan een Griekschen brief en steek hem in het snijwerk van de gesloten preekstoel in de kapel, waar ik alle avonden zal gaan zien. Wilt gij dat doen, Sofie? Ja, vader. Nog eens, zeide mijnheer Lepa ge, terwijl hij onrustig in de verbor gen kamer heen en weer ging, ik weet niet. wat mijn lot zal zijn ik gevoel echter, dat er verandering voor de|deur staat. Om verschillende redenen hoofdzakelijk wijl gij onder de hoede van uwe moeder zijt, als mij een on geval overkomt wenschte ik, dat gij haar morgen schreef, en haar ver zocht zonder oponthoud naar Montfa- con te komen. Maar vader, zij komt de volgende week toch en welke reden moet ik op geven, voor deze onverwachte uitnoc* diging Mijnheer Lepage liep peinzend in de onderaardsche kamer heen en weer. Ik weet niet wat ik antwoorden moet, zeide hij. Gij kunt echter zeg gen dat Piron weder verscheidene aan slagen op uw leven gedaan heeft, om dat gij pogingen ondernomen hadt, om den naam van Alexe Mixtome te recht vaardigen. Deel haar al uwe ontdek* kingen mede en laat haar met mijn heer Talbot spreken. Gij kunt haar alles verhalen, zonder u zelf of mij te vertraden, mijn kind. Ik zal haar morgen schrijven, zeide Sofie. Ik zal je naar het slot verge zellen. Wees voorzichtig, mijn kind. Als Eugenie komt, stel u dan onder hare hoede, begeef u naar Montfacon zoodra zij daar is. Gij kunt in het slot niets meer doen, en op Montfacon zijt gij veiliger. Sofie beloofde zijne wenschen te zullen vervullen. Haar vader sloot haar in zijn armen, drukte haar vurig aan het hart, alsof hij voor altijd af scheid van haar nam. Hij geloofde in derdaad, dat dit de laatste maal zoude zijn en hij zijne dochter nooit meer zou wederzien. Een angstige gewaar wording. een droevig voorgevoel drukte hem. Tranen welden uit zijn gloeien de oogen en bevochtigden de wangen zijner dochter, die zich diep geschokt aan zijne borst sloot. Wat er ook met mij mocht ge beuren, mijn kind, zeide hij haar zacht loslatend, als wij gescheiden moeten worden, wees dan steeds ik ver zoek het u voor uwe moeder alles wat gij voor mij waart. Kom nu mee. Hij ging naar een schijnbaar ruw afgewerkten steenen muur in een hoek der kamer. Een druk opeen goed ver borgen veer deed een hoekigen blok als een deur wegschuiven, zoodat een gang zichtbaar werd. Mijnheer Lepage begaf zich door de opening en wenkte zijn dochter hem te volgen. Zij gingen gebukt door een kleinen, tunnelachtigen iteigenden gang van omstreeks drie voet breed en vijf voet hoog aan wiens uiteinde weer een steenenblok, even eens door drukking, verwijderd werd, Sofie glipte door de opening en be* vond zich in de kapel, in den donker sten hoek van den hoogen kerkstoeh Doordat men den steen losliet viel deze weer op zijn juiste plaats terug en het scherpste oog kon bij het hel derste licht niet onderscheiden, dat de muur niet volkomen massief en het ornament niet als uit één stuk was ge beiteld. Vader en dochter luisterden een paar minuten en gingen dan voorzichtig door de zijbeuk in de ruïnen eu uit deze door de open deur in den hof van het slot. Mijnheer Lepage bracht zijn doch ter tot aan het venster, waardoor hij meer dan eens in het kasteel was door gedrongen. Het was niet gesloten en bij een lichten stoot ging het open. Ik ga dadelijk naar mijn schuil plaats terug, Sofie, fluisterde Lepage. Het huispersoneel slaapt, en uw vijand zal wel op zijn kamer zijn. Vannacht hebt gij niets te vreezen. Vergeet niet, morgen aan mevrouw Mixtome te schrijven en bij haar aankomst naar Charlemont te gaan. Hij liet zijne dochter door de opening binnen. Zij bevond zich in de wasch- plaats, kwam van daar in de keuken en toen in een zijgang. Haar vader wachtte een minuut of tien, en luister de; geen gtluid, geen kreet trof zijn oorSofie kwam niet terug. Zij is veilig in haar kamer gekomen, murmelde hij, Dezen nacht kan haar geen leed geschieden. De ellendeling meent, dat zij dood is. Langzaam, zonder gerucht keerde hij in de richting der kapel terug. De torenklok sloeg twee uur, toen hij over het slotplein liep.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1931 | | pagina 1