Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- VI aan deren,
80Ï11.
No. 45
VRIJDAG II SEPTEMBER J931.
J. C. VINK - Axel.
Een mild oordeel.
FEUILLETON.
Binnenland.
4te Jaarg.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 uie.
Men weet, hoe de houding
van den Engelschen socialisti-
schen staatsman MacDonald, die
uit overwegingen van vaderlands
liefde aan het hoofd van een
nationaal Kabinet is opgetreden,
ook door de socialistische bla
den in ons land op de meest- j
scherpe wijze bestreden is.
Maar gelukkig is er dan toch
eindelijk een „sociaal-democraat"
gekomen, die heeft durven zeg
gen, dat ook déze medaille een
keerzijde heeft en die tegen een j
lichtvaardig oordeel zijn partij-
genooten durft waarschuwen.
Immers
in „Het Volk" schrijft de heer
Henri Polak, lid der Eerste Ka
mer, het volgende
„Het geval-MacDonald. Er is
in onze kringen veel over ge
schreven en nog veel meer over
gesproken en men was bijzonder
gauw klaar met oordeelen en
veroordeelen. Als men geen aasje
verantwoordelijkheid te dragen
heeft, rustig zit in zijn huiska
mer, of in den vriendenkring,
dan kan men zulke dingen ge
makkelijk behandelen en er von
nis over vellen. Maar als men
eerste minister is van een groot
land en men ziet zich geplaatst
voor de vraag, hoe te handelen
om een dreigende catastrophe
het hoofd te bieden, dan is dat
gewoonlijk niet zoo heel gemak
kelijk. Ik heb in mijn ambtelijk
leven menigmaal gestaan voor
het bepalen van een gedragslijn,
waarbij het wel en wee, natuur
lijk niet van een natie, maar toch
van vele duizendtallen menschen
betrokken was, en ik geef den
lezer de verzekering, dat het
nemen van een besluit dan dik
wijls genoeg een hartbrekende
taak was. Dit heeft mij geleerd
matig te zijn in het critiseeren
vair anderen, die in soortgelijken
toestand zich bevinden.
In elk geval is het vellen van
een oordeel niet mogelijk, voor
alle op de zaak betrekking heb
bende feiten en omstandigheden
bekend zijn. Vóór men precies
Ofschoon de agent Rochilieu op de
kamer niets had gevonden, dat be
wijzen kon, dat Piron den moord op
den markies had gepleegd, behalve
dan de juweilen, die mogelijk tot de
verzameling van den markies had
den behoord, nam hij toch de zaak
ernstig op tegen Philippe en had hij
geen vertrouwen meer in diens handel
en wandel. Door de voorzaal gaand
dacht hij na over het zonderlinge uit
zicht van den kamerdienaar bij het
binnenkomen en diens onheilspeilen
den lach. Het berouwde hem, dat hij
Philippe zelf niet in het oog gehou
den had in plaats van de kamer te door
zoeken.
Philippe, dacht steeds aan Sofie en
vond geen rust op zijn kamer. Hij
besloot weder uit te gaan en op den
vader van Sofie te loeren die zich,
maar zijn meeaing, in den omtrek van
het kasteel ophield.
Hij zal van nacht zeker komen, zoo
dacht hij. Sofie was buiten, om hem
te ontmoeten. Ik moet naar beneden
om een oog in 't zeil te houden. Mijn
broeder zal ook wel op zijn post zijn.
Hij kwam met mij van Parijs en zou
overdag in het dorp en des nachts in
de nabijheid van het kasteel zijn. Hij
zal zeker in het park of op een terras
op het afgesproken teeken van mij
wachten. Met die hulp kan ik het
wild gemakkelijk vangen.
Nog vóór 4e agent uit het kasteel
weet, wat er in en met Groot-
Brittannië zou gebeurd zijn, indien
niet op de eene of andere wijze
krachtdadig en vastberaden ware
ingegrepen, en vóór men weet
waarom MacDonald zijne door
velen zoozeer gewraakte wijze
van ingrijpen heeft gekozen, óók
vóór men weet of er wel op
andere wijze had ingegrepen kun
nen worden, moet men zich hoe
den voor het uitspreken van een
oordeel. Het zou immers wel
kunnen blijken, dat MacDonald
zichzelf vrijwillig en heldhaftig
geofferd heeft, om van Engeland,
en vooral van de Engelsche ar
beidersklasse een ramp af te
wenden. Indien toch het Brit-
sche Rijk eens iets ware over
komen als het Duitsche een tien
tal jaren geleden, als het pond
sterling het lot had ondergaan
van de mark, zou dan de toe
stand van de Britsche werkloozen
beter zijn geweest dan met eenige
vermindering van ondersteuning
het geval zou wezen En hoe
zou dan het lot van de Britsche
arbeidersklasse in het algemeen
zijn geweest? Was dat van de
Duitsche arbeiders in het tijdperk
der inflatie zoo benijdenswaardig
Ik heb in die dagen hun toestand
aanschouwd het was er een van
de bitterste ellende. Indien ik
zou komen te staan voor de taak
om de arbeidersklasse daarvoor
te behoeden, zou ik elk daartoe
strekkend middel aangrijpen, zon
der aarzelen.
Zoo heeft blijkbaar MacDonald
gehandeld. Of er andere midde
len dan het gebezigde waren om
zijn doel te bereiken, weet ik
niet. Of hij, bij de keuze tus-
schen verschillende middelen, de
hand heeft uitgestoken naar het
juiste, weet ik evenmin. Mis-
zal het eenmaal blijken wellicht
zal het nooit aan den dag ko
men doch in elk geval is het
thans onbekend Maar van één
zaak ben ik zeker, dat hij ge
handeld heeft te goeder trouw
en in de overtuiging, dat hij zijn
volk, de arbeidersklasse in de
eerste plaats, op de eenig juiste
wijze diende.
was, verliet hij zijn kamer en sloop de
trappen af in een zijgang, waar hij
door een deur naar buiten ging. Nie
mand scheen hem bemerkt te hebben.
Alle bewoners van het kasteel zullen
wel slapen, meende hij.
Weinige minuten later werd de deut
opnieuw geopend en doodstil ging
Rochilieu eruit. Hij had besloten den
bediende niet meer uit het oogtever-
liezen en hield zich in eene nis der
donkere, holle voorzaal verscholen, tot
hij overtuigd zou zijn, dat Philippe
dien nacht niet meer van zijn kamer
kwam. Toen hij deze echter voorbij
zag sluipen, begreep hij, dat er nog
iets gebeuren moest, en volgde hem.
Er was ongeveer een uur verloopen
sinds de afschuwelijke daad van Phi
lippe. Hij git g weer naar den rand
van den afgrond, staarde in de schrik
wekkende diepte en luisterde. Geen
menschelijk kermen noch klagen trof
zijn oor.
Zij is dood, zeide hij tot zich zelf.
Ja, z' is dood! En nu komt de beurt
aan haar vader 1
Maar Sofie was niet dood 1 De
Voorzienigheid, die tot nu toe alle on
gelukken van haar afwendde, had ook
nu weder Hare beschermende hand over
haar uitgestrekt en voor haar leven ge
waakt. Zij was niet, zooals haar vij
and dat hoopte, verscheidene honder
den voeten diep naar beneden gestort,
maar in haren val aan een struik,
welke op eene diepe van ongeveer
twaalf voet op een vooruitspringend
gedeelte van de rots groeide, blijven
hangen. Daar lag zij bewusteloos,
zonder hulp.
Haar wilde kreet was ook nog door
een ander gehoord, dan door Philippe.
Haar vader had sedert eenige minu-
Ik ken MacDonald vele jaren
en weet, dat hij een man is van
edele imborst, wien zelfs de ge
dachte aan onedele dingen vreemd
is. Hoezeer hij den moed zijner
overtuiging bezit, is wel geble
ken in de oorlogsjaren, toen hij
in het door oorlogspsychose be
vangen Brittannië, smaad en ver
volging trotseerende, met woord
en daad den oorlog bestreed. De
menschen vergeten snel. Daarom
herinner ik er aan, bij wijze van
vermaning, om een man, die dit
bestond, in dat land, in dien
tijd, in die omstandigheden, niet
lichtvaardig te vonnissen, nu hij
iets heeft gedaan, dat niet strookt
met veler opvattingen en gevoe
lens, doch waarvan wel eens zou
kunnen blijken, dat het onvermij
delijk was.
Henderson heeft, zegt men, de
Arbeiderspartij gered Maar wie
weet thans of MacDonald niet
de Britsche arbeidersklasse be
hoed heeft voor groote rampen
Dit is een moedig woord, een
bezonnen woord, een rechtvaar
dig woord.
En wij gelooven vast: dit
oordeel zal zich meer en meer
gaan vestigen. MacDonald, Snow-
den en anderen mogen op het
oogenblik nog gesmaad worden,
de Engelsche arbeiders klasse zélf
is van-ouds gematigd en ver
standig genoeg om te gaan inzien,
dat die mannen in haar waar
achtig belang hebben gehandeld.
De ééne zijde van de medaille
isde partij. De anderehet
vaderland, het algemeen welzijn.
MacDonald heeft de laatste zijde
naar zich toegekeerd. Henri Polak
doet het ook.
Ncêrland's Volkskracht.
Te Scheveningen is het Tweede
Congres gehouden inzake Neêr-
land's Volkskracht door het „Al
gemeen Nederlandsch Verbond",
in tegenwoordigheid van tal van
autoriteiten op verschillend ge
bied.
Na verwelkoming door den
ten in de nabijheid van het kasteel op
en neer gewandeld, om zijne dochter
te ontmoeten. Zwijgend als een scha
duw was hij de noodlottige plaats ge
naderd op het oogenblik dat de mis
daad gepleegd werd.
Een oogenblik stond hij als aan den
grond vastgenageld, toen hij den kreet
hoorde. Bliksemsnel kwam de gedachte
in hem op, dat zijne dochter het slacht
offer was van Philippe Piron. die haar
in het verderf gestort moest hebben.
In plaats echter van den moordenaar,
liep hij zijn dochter na en vloog als
een waanzinnige de trappen af naar
de zee. Juist kwam het maanlicht door
de wolken, maar bij den flauwen schijn
vond hij haar niet. In doodangst zocht
hij een poos tusschen de klippen en
in het water, doch te vergeefs.
Niets hier I stotterde hij. Mijn God I
Waar is zij dan
Een plotselinge hoop drong als een
heldere lichtstraal in zijn ziel. Hij
snelde opnieuw de trappen op en kwam
hoestende en hopeloos weder op het
terras. Was alles een visioen geweest
Was het een phantastisch beeld van
zijn overspannen brein Was hij krank
zinnig geworden
Hij wierp zich op den rotsmuur en
staarde over den rand in de diepte,
maar door de duisternis zag hij niets.
Hij stak met een lucifer een stuk pa
pier aan, dat echter dadelijk door den
wind werd uitgedoofd J een tweede
stuk was reeds verbrand, alvorens hij
zich ermede over den afgrond kon
buigen j een derde stuk viel brandend
uit zijn hand naar beneden en bleef
in de struik hangen, waar de vlam uit
doofde. Toch had Lepage nog juist
de gesteldheid der plaats kunnen on
derscheiden.
voorzitter, kolonel Oudendijk,
wees deze erop, dat evenals in
1924, toen het eerste congres
werd gehouden, de tijden ook
nu weer moeilijk zijn.
Gedachtig aan het doel van
het Alg. Ned. Verbond verhoo
ging van de zedelijke, geeste
lijke en stoffelijke kracht van den
Nederlandschen of Dietschen
stam, was het bestuur var. mee-
nirg, dat om den ernst der tijden
te kunnen weerstaan, in de eerste
plaats de zedelijke en geestelijke
krachten van het volk moeten
worden opgewekt.
Het is uit deze beweging, dat
we het gewenscht achtten van dit
congres melding te maken, om
dat daar door kundige, weten
schappelijke menschen onderwer
pen zijn behandeld die rekening
en verband houden met de zor
gen die op ons volk hier en in
de overzeesche Gewesten druk
ken en gewezen wordt op het
goede en groote, waartoe het Ne-
derlandsche volk in staat is.
Te weinig misschien weet men
in onze omgeving, wat het Ne-
derlansch Verbond voor vereeni-
ging is. Welnu, men leze het
hier in de
rede van dr. De Visser.
Als eere-lid der vereeniging
hield dr. J. Th. de Visser op dit
congres de volgende openings
rede
Het is mij een voorrecht in
dezen kring weder een woord
te mogen spreken. In die drie
woorden toch„Algemeen Ne
derlandsch Verbond" ligt een
wereld van rijke gedachten be
sloten. Allereerst wil deze ver
eeniging een verbond, een bond
genootschap een broederschap
zijn, een kring van mannen en
vrouwen die als het ware de
hand aan elkander reiken, om
eendrachtig te arbeiden aan de
verwezenlijking van hun gemeen
schappelijk ideaal. In de tweede
plaats wenscht zij een algemeen
Nederlandsch Verbond te zij i
algemeen in tweeërlei zin, name
lijk dat het den toegang open
stelt voor ieder, hetzij man of
Zou mijn kind daar niet kunnen lig
gen vroeg hij zich af.
Nauwelijks was deze gedachte bij
hem opgekomen, of hij ging langs een
omweg naar beneden, stak een licifer
aan en zag bij d n zacht flikkerenden
schijn een donkere gestalte en hij ge
loofde zelfs Sofie te herkennen.
Als zij het is, is haar toestand hoogst
gevaarlijk. Als ze maar een kleine be
weging maakt, zal zij van het smalle
punt in de diepte storten. Zoo hij
haar redden wilde, dan moest dit met
spoed en overleg geschieden.
Hij klauterde tegen den stellen wand
op. K'eine spleten en gaten boden
voor voeten en handen een steunpunt
aan. Zoo bereikte hij na eenige mi
nuten de plaits, waar Sofia bewuste
loos lag. Weder nam hij een lucifer
en verlichte haar aangezicht. Ja, het
was zijne dochter, maar zij leefde. Hij
had geen tijd om hare wonden te on
derzoeken voorloopig was de zeker
heid, dat zijn nog leefde hem genoeg.
Hij nam haar op, drukte haar metéén
arm aan zijn borst en hield de andere
hand vrij, om zich vast te houden.
De terugweg was gevaarlijk) een
enkele misstap zou hem en het machte*
looze meisje eer. zekeren dood ge
bracht hebben. Wel week menigmaal
een losse steen onder zijn voeten, wel
ging nu en dan een losse wortel van
den struik, waaraan hij zich vasthield,
maar hij bereikte toch na ongehoorde
moeite de trappen.
Sidderend van den uitgestanen angst
zette hij zich, met moeite zijne doch
ter in de armen houdende, op een trap
neder, Wat zou hij nu doen Het
kasteel was voor den nacht gesloten,
hij kon niet aankloppen om hulp zon
der zich te verraden. Qok kon hy
vrouw, hoe ook godsdienstig,
kerkelijk of staatkundig gekleurd,
en bovendien, dat het Nederlan
ders in zich opneemt, onverschil
lig of zij op het gebied van het
Koninkrijk der Nederlanden of
ook op andere wereldgebieden
wonen. En eindelijk is het uit
sluitend een Nederlandsch Ver
bond, zoodat het Nederlanders
wil vereenigen, om den broeder-
bind tusschen landgenooten te
versterkenom datgene wat in
't bijzonder Nederlandsch is, te
helpen bewaren om al die on
schatbare goederen, die in onze
nationaliteit liggen opgesloten,
te leeren waardeeren, ontwikkelen
en veredelen. En dat schoone
verheven doel wordt hier nage
streefd in inderdaad broederlijken,
algemeenen en waarlijk natio-
nalen zin.
Hierbij denken wij allereerst
aan onze natuurlijke eenheid,
tengevolge van allerlei omstan
digheden historisch ontstaan en
die wij allen instinctief gevoelen.
Naar buiten openbaart zij zich
allereerst in de gemeenschappe
lijke moeder- of volkstaal.
Hoe cosmopolitisch een Neder
lander ook zij aangelegd, hij mist
de levendigheid van den Italiaan,
de fierheid van den Spanjaard,
het vernuft van den Franschman,
de gemoedelijkheid van den Duit-
scher, den practischen zin van
den Engelschman hij is een an
der, nuchter, bezadigd, overleg
gend hij graaft liever in de
diepte, dan dat hij hoog vliegt
hij is op elk gebied allereerst
realist. Tot het nemen van ini
tiatief gaat hij niet spoedig over,
maar eens begonnen, zet hij met
ijzeren volharding, ja hardnekkig
heid door. Zijn vrijheidszin zit
hem in het bloed en zijn zelf
standigheid is hem boven alles
lief. Naast eenvoud en gods
dienstigheid is weldadigheid een
zijner meest bekende deugden.
Het derde kenmerk onzer na
tionaliteit is onze gemeenschap
pelijke traditie en historie. O,
ik weet wel, dat velen onzer tijd-
genooten niet veel meer willen
weten van traditie, maar desniet-
Sofie niet verlaten, alvorens hare won
den onderzocht, en sich van haren
toestand overtuigd te hebben en dan
nog kon Philippe ieder oogenblik terug
komen, om zich van haren dood te
overtuigen. Zijn besluit was kort.
Zoodra hij weder krachten verzameld
had, stond hij op, en sloop over het
terras naar de ruïne.
Daar gekomen bleef hij plotseling
staan. Een man keek door het venster,
dat achter de struiken [zichtbaar was,
wijl juist de wolken voorbij de maan
schoven.
Zijt gij het Philippe I fluisterde
een stem. (Het was Jean P ron.)
Mijnheer Lepage antwoordde niet,
doch spoedde zich verder. Jean ver
liet het venster en kwam een minuut
later aan de deur, maar te laat, want
Lepage was intusschen met xijn last
verdwenen.
Philippe I riep Jean zacht. Zijt
gij daar. broeder Philippe I
Maar er volgde geen antwoord. Hij
ging door de rnï.ien tot aan de deur
der kapel, wijl de gestalte in die rich
ting verdwenen was. Hij riep den
naam zijns broeders verschillende ma
len, eerst zacht, dan harder maar op
een misnoegden toon, totdat op den
duur het roepen door Philippe Piron
beantwoord werd. Als een schaduw
kwam hij uit de ruïnen te voorsshijn,
Zijt gij daar, Jean fluisterde hij.
Wat maakt gij 'n onzinnig leven
Waarom hebt gij dan niet dade»
lijk geantwoord? zeide Jean geërgerd,
Al een uur heb ik hier op je gewacht.
Gif zeide mij, dat ik eiken nacht in de
rif ie zijn moest.
(Wordt vervolgd»)
W 1/
COURANT
92)