Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaaiideren. No. 38. DINSDAG 18 AUGUSTUS 1931. 41e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Het verkeer. FEUILLETON. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. In verband met de talrijke auto ongelukken van den laatsten tijd, geheel ons land door geeft mr. N. J. Vellenga in „De Avondpost" de volgende beschouwingen over de toepassing van den regel „Rechts gaat voor" Dit voorschrift geeft als alge- meenen regel, dat wat van rechts komt den voorrang heeft bij 't pas- seeren. Wat hiervan in de praktijk wordt gemaakt, is evenwel niet altijd in overeenstemming metde bijzondere omstandigheden van het geval, waardoor botsingen ontstaan. Indien iemand zou mee- nen, „dat rechts gaat voor" be- teekent, dat men, van rechts komende t.o.v. den ander, nu maar steeds kan doorrijden en den ander steeds tot stoppen dwingen, zelfs op 't allerlaatste moment, dan lijkt dit niet juist. Er kunnen toch zooveel bijzon dere omstandigheden zijn, die maken dat het voorschrift zon der meer niet toepasselijk is en dat de schuld der aanrijding toch gelegen kan zijn bij hem, die den algemeenen regel te rigoureus en te eenzijdig toepaste. De door snee stadschauffeur en verschil lende automobilisten passen dezen algemeenen regel zoo scherp toe, dat van „netjes rijden" geen sprake meer is, terwijl ook bij dit soort dingen een verkeers- moraal het algemeene verkeers- voorschrift dient aan te vullen. Het is toch een hoofdvereischte voor een geregeld en goed toe gepast verkeer, om in de eerste plaats „netjes te rijden" vóór en boven alle wetenschap en toe passing der verkeersregelen. Het is onmisbaar dat er voorschriften zijn en dat die worden toegepast zoo goed mogelijk; het is even duidelijk, dat deze voorschriften in de toepassing toch altijd het belangrijkste zijn, niet omdat ze geschreven zijn, maar omdat ze aangepast dienen te worden aan alle omstandigheden van het bij zondere geval. Dit bijzondere geval kan nooit door eenigen 85 j Dat Philippe de ketting zoovele ja ren in zijn .bezit had gehouden, was onbegrijpelijk. En toch waren alle ver onderstellingen juist geweest. Het stuk dat zij in de slaapkamer van den mar kies gevonden had, was door Philippe niet gemist. De ketting was te Parijs hersteld en men had niet gezien dat deze wat korter was geworden. Een groot liefhebber, als hij was, van zulke dingen en ook hij bij verkoop nog geen vierde der werkelijke waarde er voor ontvangen zou hebben, had Phi lippe de ketting behouden. Jaren lang had hij onder in het kistje gelegen, omdat Philippe andere meer nieuwei- wetsche horlogekettingen had en hij zich nauwelijks herinnerde, dat deze oude ketting nog in zijn bezit was. Sofie begon alles weder in te laden en legde het juist zooais zij het ge vonden haddaarna sloot zij het kis tje en gaf den sleutel aan de huishoud ster terug. Wat gaat gij nu doen, juffrouw Lepage vroeg de huishoudster zacht. Ik zal het rijtuig laten inspan nen, antwoordde Sofie bedaard, dewijl mevrouw Bartineux mij daartoe ver lof gegeven heeft, en naar het dorp rijden. Rechter Talbot moet dadelijk weten, wat wij ontdekt hebben, Gij hult, hoop ik, met mij meegaan Qaat gij het aan den markies Schrijven er- Neen. l|c zal het grootste stil* wetgever worden geregeld daar om geeft hij algemeene voor schriften en de toepassing blijft aan het individu overgelaten in het bijzondere geval. Een enkel voorbeeld, ontleend aan zeer recente ongevallen, moge dit illustreeren. Indien men op een hoofdverkeersweg rijdt en uit een zijstraat van rechts komt een auto gereden, dan is de regel, dat de auto op den hoofdver keersweg stoptdeze regel is intusschen zeer aanvechtbaar, waarover nader. Maar de practijk, dat iemand uit een zijstraat komt schieten met een vaart van 40 a 50 K.M., en onder het motto ik kom van rechts en alles moet stoppen, is op zichzelf in z'n strikte toepassing dikwijls onjuist. Iedere automobilist met gezond versland en hart moet zooiets kunnen aanvoelen, ook indien het geen voorschrift zou zijn. In 't buitenland bestaan bijzondere regelen over de verhouding hoofd verkeersweg en zijweg, en is een logische gedachtengang, dat de hoofdverkeersweg een zekeren voorgang heeft boven een zijweg. Beseft men dit zelf, dan levert de toepassing van den regel „rechts gaat voor" geen bezwaar op, want dan zal men, uit een zijstraat op den hoofdweg ko mende, dit zeer langzaam en voorzichtig doen en den auto op den hoofdweg alle gelegen heid geven tijdig te stoppen, indien men de strikte toepassing van den regel verlangt. Maar ook het komen uit een zijstraat vereischt op zichzelf een veel grooter beleid dan de domme toepassing van den regel „rechts gaat voor, dus rijd ik maar door." Vooreerst is meer dan ooit ge- wenscht, dat de rechterkant van den weg wordt gehouden en niet het midden, zoodat het zicht van den hoofdweg af zoo groot moge lijk wordt gehouden. De auto, die dus, uit de zijstraat komende, het midden van den weg houdt, mag al geen recht ontleenen aan de strikte toepassing van den zwijgen omtrent de zaak in acht ne men, wat gij ook doen moet. Ik zal alles aan den rechter overlaten. De huishoudster beloofde te zwijgen en verklaarde zich bereid Sofie naar het derp te vergezellen. Het rijtuig werd besteld en een kwartier later reden Sofie en de huishoudster het dorp binnen. Voor het hotel hield het rijtuig stil en beiden stapten uit. Sofie deed eenige inkoopen van wol, papier en dergelijke zaken en begaf zich ver volgens naar de post. Waarom gaat gij niet dadelijk naar mijnheer Talbot, juffrouw Lepage vroeg de huishoudster, verwonderd over hare verschillende doellooze boodschappen Wij kunnen niet te voorzichtig zijn, om alle verdenking te vermijden, antwoordde Sofie. Wij hebben met een man te doen, die vol argwaan en gewetenloos is. Philippe kan ieder oogenblik terugkomen en den koetsier ondervragen. Ik zou niet willen, dat hij te vroeg achterdocht kreeg. Wij zijn nu geheel uit het gezicht van den koetsier en dicht bij de woning van den vrederechter. Zij gingen deze binnen. Mijnheer Talbot was thuis. Hij groette Sofie met een goedhartigen glimlach. Sofie vertelde kort en Sgoed, welke gewichtige ontdekking zij hadden ge- daan en de vrederechter luisterde op lettend en met| groote verwondering, Dat brengt waarlijk veel licht in de zaak 1 Juffrouw Lepage, gij hebt daar een groot werk volbracht. Het gewicht dezer ontdekking is ontschat- baan Sofie sidderde van ontroering, Heb ik genoeg ondekt, dat Phi" lippe gevangen kan genomen worden regel „rechts gaat voor", want hij geeft geen gelegenheid voor tijdig zicht voor den hoofdver keersweg. De snelheid die de auto op den zijweg heeft, mag bij het passeeren van den hoofd weg ook tot een minimum be perkt zijn, ook al staat het overi gens vrij ook „hard" te rijden. Hier is dus een conflict tus- schen den bovengenoemden regel „rechts gaat voor" en de ver houding hoofd- en zijweg. Een conflict, dat heel velen zonder nadere verkeersverorde- ningen maar niet schijnen te kun nen oplossen gevolg is een con flict tusschen de voorzichtige rijders en brutalen, die de halve wereld hebben en dus zich als regel den voorrang verschaffen. Hier helpen geen verordeningen, hier helpt alleen „opvoeding". Met deze opvoeding is het hier te lande droevig gesteld in tegen stelling met b. v. Engeland. Het begrip van het verkeer, de geest der bepalingen en het aanvoelen van wat in ieder bijzonder geval geoorloofd is, ontbreekt hier nog maar al te vaak. Het moet uitge sloten zijn, dat twee „heer rijders" of „dames-rijders" elkaar aanrij den op grond van betwistbaren voorrang of hoofd- of zijweg kwesties. De zorgvuldige en de soepele toepassing ten opzichte van den ander die passeert, is een eerste vereischteook het eerst denken aan den ander en niet het eerst denken hoe kom i k er zoo spoedig mogelijk door. Het zou trouwens buitengewoon moeilijk zijn regelen te geven ten opzichte van hoofd- en zijweg maar als algemeenen regel zou voor de hand liggen, dat de hoofd weg de snelheid mag behouden en de zijweg deze ook al komt hij van rechts moet temperen en zooveel mogelijk zicht moet geven door absoluut rechts te rijden van den weg en alleen dan passeeren, als deze reeds ver van te voren is te zien geweest. Deze algemeene regel is te putten uit het voorschrift, dat bij gel ij k- vroeg zij. Zoo niet, dan wenschte ik nog meer te zeggen. Spreek vrij op. Gij kunt op mijn stilzwijgen rekenen, juffrouw Lepage. Het zal het beste zijn mij alles toe te vertrouwen. En ik wil zweren, er niemand iets van te vertellen, riep de huishoud ster uit. Als er hoop bestaat aan Alexe Mixtome eerherstel te verschaffen, dan zal ik alles doen, wat mogelijk is. Gij kunt zich op de huishoud ster verlaten, juffrouw Lepage, zeide de rechter. Ik spreek borg voor haar stilzwijgen 1 Op die wijze gerust gesteld ver haalde Sofie hare ontdekking van het graf in de kapel. De zaak is duidelijk! riep mijn heer Talbot uit. Ondanks alle bewij zen tegen hem, was Alexe Mixtome onschuldig, en Philippe Piron de moor denaar I De zaak is mij geheel dui delijk, herhaalde de rechter. Naar de vermiste juweelenverzameling van den vermoorden markies is nooit gezocht geworden. Men geloofde dat de ma - kies deze kort voor zijnen dood ver kocht of wel dat Alexe Mixtome ze verborgen had, opdat men zou denker, dat de moord door inbrekers gepleegd was. De omstandigheid, dat dejuwee- len in het bezit zijn van zijnen die naar, die hem haatte en gezworen had zich over de mishandeling te wreken, in verband met het feit betreffende de horlogeketting, zal er werkelijk toe bij dragen Philippe Piron van moord te kunnen beschuldigen. Zijn deze bewijzen nog niet vol doende vroeg Sofie angstig. De bewijzen tegen hem mach tigen mij, hem in het'oog te doen hou den, antwoordde Talbot, tk zal mij t ij d i g e nadering of nagenoeg gelijktijdige nadering van kruis punten de bestuurder, die den ander aan zijn rechterhand heeft, verplicht is den doorgang vrij te laten. Maar in dit voorschrift wordt dus verondersteld, dat ge lijktijdigheid of nagenoeg gelijk tijdigheid aanwezig isiets wat men nimmer vermag te consta- teeren alvorens het kruispunt ge naderd te zijn of nagenoeg ge naderd te zijn. M.a.w. dit voor schrift veronderstelt uit den aard der zaak al een zichtbare situatie van weerszijden, ook al is geen onderscheid gemaakt tusschen hoofd- en zijrijbaan. Het voor schrift dat op rijbanen zooveel mogelijk de rechterzijde moet worden gehouden, is er reeds. Hieruit volgt, dat het bestaande voorschrift hoewel geen reke ning houdende met hoofd- en zijwegen bijzondere inachtne ming voorschrijft bij kruispunten en volstrekt niet toelaat om, wat van rechts komt, steeds te laten doorrijden met onverminderde vaart. Dit verhindert hem, die overigens dien voorrang heeft, tijdig te constateeren of hij van den voorrang kan en mag gebruik maken. Tot goed verstand van zaken wordt hier bij het betrekkelijke voorschrift nog eens gememo reerd „Indien een bestuurder van een motorrijtuig, een rijwiel of een ander rij- of voertuig, dan wel een bestuurder of geleider van rij- of trekdieren of vee, een rij baan berijdende of gebruikende, welke door een of meer andere rij-banen wordt gekruist of waar mede een of meer andere rij banen zich vereenigen, het punt van kruising of vereeniging na dert gelijktijdig of nagenoeg ge lijktijdig met een bestuurder van een motorrijtuig, een rijwiel of ander rij- of voertuig, dan wel met een bestuurder of geleider van rij- en trekdieren of vee, die de andere rij-baan of een der andere rij-banen berijdt of ge bruikt, is de bestuurder of ge leider, die den ander aan zijn natuurlijk met het hooger gerecht in verbinding stellen en de noodige stap pen doen voor de zaak. Gij hebt als huishoudster op het kasteel voor hel dienstpersoneel te zor gen, vervolgde hij tegen de huishoud ster. Morgen zal ik u een man zen den, voor wien gij een betrekking moet zoeken. Hij zal Philippe Piron bespie den, als hij terugkomt. Ik begrijp u mijnheer, en zal den man, dien gij mij zendt, in dienst ne men wij zullen wel werk voor hem vinden. Maar Philippe zal zoo spoe dig niet terugkeeren. Zooveel te beter. Dan kan de man zich op de hoogte stellen. Ik dacht, zeide Sofie, dat er nu genoeg ontdekt was om Philippe Piron gevangen te doen nemen en Alexe Mixtome in eer te herstellen. Niet genoeg, om Alexe Mixtome van het aandeel in de misdaad vrij te spreken, antwoordde de rechter ernstig. Daar mijnheer Mixtome zoolang ach tereen in den tuin bleef, is het zonder ling, dat niemand hem heeft opge merkt. Er waren dertig dienstboden in huis, zoodat een hunner hem toch wel had moeten zien. Ik begrijp uwe geestdrift in deze zaak, juffrouw Le page. Als de eer van den edelen naam der Charlemonts weder hersteld werd, is de markies u zooveel verschuldigd, dat hij het nooit vergelden kan. Die eer zal hersteld worden I riep Scfie opgetogen uit en haar ge laat werd gloeiend rood. Zooals gij zegt, heb ik een goed begin gemaakt, mijnheer Talbot, en ik zal niet rusten voor dat ik het overtuigend bewijs ge leverd heb I De rechter was overtuigd, dat een geheim dit meisje tot ipoed aanspoor» rechterhand heeft, verplicht met hetgeen door hem wordt bestuurd of geleid, voor dezen den door gang vrij te laten, zoo noodig stil te houden, langzamer te rijden of te gaan. Van het bepaalde in het vorig lid wordt afgeweken ten opzichte van het verkeer met militaire colonnes, in dien zin, dat aan die colonnes steeds de voorrang moet worden gegeven. Onder rij-banen wordt verstaan die gedeelten van pleinen en an dere open ruimten, welke door trottoirs, verhoogde paden of vluchtheuvels duidelijk als zoo danig zijn bestemd". In dit artikel wordt bij iedere kruising of vereeniging van een of meer rij-banen verondersteld, dat men zich, alvorens dit te pas seeren, op de hoogte stelt van het feit of men in de bijzondere omstandigheden niet alleen voor rang heeft, doch ook nog of men er nog, gezien de bijzondere om standigheden, van gebruik kan maken, en het veronderstelt dus heel wat anders dan in de praktijk veelal daarvan wordt gemaakt. Onze Nationale Industrie. (Overal malaise.) Een redacteur van de „Maas bode" heeft een interview gehad met den heer Zaalberg den Di recteur-Generaal van den Arbeid den hoogen ambtenaar, die de fondsen bestudeert als had hij er persoonlijk belang bij, de ba lansen der bedrijven nagaat als ware hij een groot aandeelhouder en den toestand van menige fa briek beter kent, dan hun eige naren of directeuren, inzake den huidigen stand van onze natio nale industrie. Aan dit vraagge sprek, waarin een al zeer pessi mistische kijk tot uiting komt, ont leenen wij het volgende Hoe ziet u den algemeenen toestand Die is ellendig en geen sprank je licht! Gaat u maar na: de werf „Conrad" weg, Rijkée dicht, Burgerhout geen werk, de Gusto" de, want hij kon zich niet indenken, dat zij niet uit eigen belang handelde. Hare gelijkenis met Alexe Mixtome kwam weder in zijn gedachten op. Wie kon zij toch zijn en wat dreef haar, een naam te willen herstellen, dien hij zelf voor eeuwig onteerd achtte. Sofie liet hem geen tijd tot vragen, maar ging heen, nadat zij hem beloofd had, terug te komen, zoodra zij een nieuwe ontdekking zou gedaan hebben. Toen zijn bezoekers vertrokken wa ren, zond de heer Talbot een telegram aan den president van het hooggerechts hof, om hem onmiddellijk een bekwa men geheimen politieagent te zenden. Die kan morgen vroeg hier zijn, sprak h'.j bij zich zelf. Ik zal hem zeggen, wat hij doen moet en hem als bediende op het kasteel plaatsen. Zoo dra hij daar is, zal ik naar Parijs gaan en het gerecht de ontdekking van het meisje zeggen. Maar zal A'exe Mixtome daardoor gerechtvaardigd worden Ik vrees dat er nog veie hinderpalen uit den weg te ruimen zijn. Vóór alles moet ik zorg dragen, dat edele, moe dige meisje te beschermen over wier hoofd het dreigendste gevaar zweeft, want ik geloof dat Philippe spoedig weer terug zal komen, om zijn mis- dadig plan ten uitvoer te brengen. Sofie en de huishoudster keerden naar het kasteel terug, zonder dat de koet sier of de bedienden achterdocht had» den opgevat. Mevrouw Bartineux sliep en bij het middagmaal werd er voor Sofie alleen gedekt. Na het eten be« sloot zij den vroegeren tuinman van het kasteel, den molenaar Jacob Greg, een bezoek te brengen. Zij ging naar haaf kamer, kleedde zich en sloeg alleen den weg in dien de huishoudster haar aange* duld had. (Wordt vervolgd.) AXELSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1931 | | pagina 1