Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaan deren Het petitionnement voor Ontwapening. S 9 1 3t. No. 32. DINSDAG 28 JULI 11)31. 4te Jaarg. J. C. VINK - Axel. FEUILLETON. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNF. MENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag II ure. Nog steeds neemt het getal der handteekeningen toe, diergenen, die getuigenis willen afleggen van het standpunt, dat alleen ontwa pening het middel is om het voor komen van den gewelddadigen oorlog mogelijk te maken. Oorlog zal zeker wel door nie mand worden aangeprezen en kan in het alleruiterste geval slechts worden beschouwd als het aller laatste middel, de laatste poging, om te trachten recht te krij gen, wanneer elk ander middel heeft gefaald. Welnu, het streven naar alge- meene internationale ontwapening waarvan het begin kan zijn be- j perking van bewapening, heeft tot doel den gewelddadigen oor log met zijn treurige gevolgen uit te bannen. Aan dat doel mede te werken, lijkt ons ieders plicht. En daar om is het sympathiek te mogen vernemen, dat zelfs in militaire kringen, zoowel beroepsofficieren als degenen, die opleiding aan militairen geven, niet alleen het petitionnement teekenen, maar zelfs hun minderen aansporen om hun naam te zetten op een der bekende formulieren. Tot slot nog een enkele op merking Er is hier en daar wel eens de opmerking gemaakt, dat geen rekening gehouden wordt met de bedreigingen welke van zekere zijde (Rusland) worden geuit om te profiteeren van de onmacht, die door ontwapening zou ont staan. Het wil ons echter voor komen, dat die vrees voorloopig ongegrond is. In een zaak zoo ernstig als de ontwapening, een belang, zoo enorm groot, dat vertegenwoor digers var. alle staten, vrijwel van de geheele wereld zich op maken, om te trachten den juisten weg te vinden, die de volkeren der aarde kan bevredigen, mag met reden worden verwacht, dat geen overijlde besluiten zullen worden genomen en zeker geen zoodanige beslissingen, welke een of ander land in een minder gunstige positie zullen brengen. Het is juist van zulk een groote beteekenis, dat op 't komeude internationale congres het alge meen menschelijke, het wereld belang zal gaan vóór elk partieel belang en zal staan vèr boven nationaal chauvinisme. Ontwapening is in internatio nalen zin een landsbelang. Van daar ook, dat de actie uit gaat niet van een bepaalde groep, maar van de dagbladen van alle p a r t ij en, zoodat iedereen kan en mag teekenen. Wie ge ook zijt, welke uwe politie richting zij en welke uw burgerlijke staat des levens, het doet er niet toezijt ge burge meester of werkman, directeur of arbeider, militair of burger, amb tenaar of werklooze, dienstmeisje of rentenierster, oud of jong het doet alles niets ter zake. Er is maar één voorwaarde ge moet 18 jaar zijn. Zijt ge tegenstander van den oorlog Zoudt ge het een zegen voor de menschheid achten, in dien door gezamenlijk overleg voorkomen kon worden, dat een hel als van 1914 -1918 wederom over het menschdom uitbarstte? Zijt ge ervoor, dat aan den internationalen wedloop om meer bewapening, die de kans op oorlog vergroot, een einde wordt gemaakt Ja? Teekent dan. Degenen, die nog geen gelegenheid hadden kunnen aan ons bureau nog teekenen. Nederland en Frankrijk Naar het «Dagblad van Noord- Brabant" verneemt, maakt men zich in sommige Belgische krin gen ongerust over de betrekkin gen, die thans tusschen Nederland en Frankrijk bestaan. Het vriend schappelijk karakter van die be trekkingen zou van dien aard zijn geworden, dat eensdeels een aan- merkelijke koersverandering in de buitenlandsche politiek van Ne derland er door is ingeluid en anderdeels de steun van Frankrijk voor België's aanspraken tegen over Nederland als verloren dient te worden beschouwd. De inschikkelijkheid, welke de Belgische regeering den laatsten tijd aan den dag legt om met Nederland tot een voor onze re geering aannemelijke oplossing der hangende vraagstukken te komen, zou aan Franschen in vloed zijn te wijten. In de Ant- werpsche reederskringen leeft dan ook de vrees, dat de kans om boven Rotterdam bevoordeeld te worden, verkeken is. Ook van de zijde der aanhangers van de «Nation beige" wordt geducht, dat de Brusselsche regeering op het stuk der souvereiniteit over de Schelde zal moeten toegeven. Men vertelt, dat reeds lang voeling 'wordt gehouden tusschen de generale staven van Frankrijk en Nederland en dat een der hoogst geplaatste officieren van het Nederlandsche leger in den loop van dit jaar te Parijs be sprekingen met den Franschen generalen staf heeft gevoerd. Daarbij zou over niets minder zijn gehandeld dan over het vor men van een gemeenschappelijk front ten opzichte van Duitsch- land. O.m. zou van gedachten, zijn gewisseld om de Fransch- Belgische verdedigingslinie in het Oosten op Nederlandsch gebied langs de Maas, Waal en IJssel uit te breiden. In dit verband heeft het ook de aandacht ge trokken, dat de a.s. manoeuvres van het Nederlandsche leger in den Achterhoek zullen plaatsvin den en juist voor doel zullen krijgen om na te gaan hoe een invallende vijand aan de IJssel- linie tot staan zal zijn te brengen. Over de reden, waarom Frank rijk er zooveel prijs op zou stellen, om Nederland tot meer dan nor male vriendschappelijke betrek kingen te bewegen, laat men zich in België niet met stelligheid uit. Wij kregen echter zeer sterk den indruk, dat bij Frankrijk vrees verondersteld wordt over de be- trouwbaarheid van het Belgische leger. Door den ernstigen groei van het verzet in het Vlaamsche land tegen het Fransch-Belgische Militair accoord, is Frankrijk be ducht geworden voor opstand in de Vlaamsche regimenten, wan neer het tot een oorlog mocht komen. Een dergelijke opstand zou den noordelijken vleugel van het Fransch-Belgisch leger lam kunnen slaan althans wanneer Nederland een twijfelachtige fac tor blijft. Vrij algemeen bekend is reeds, dat in Noord-Frankrijk speciale legercorpsen worden ge reed gehouden, om bij oorlog eventueele haarden van opstand in het Vlaamsche land onschade lijk te maken. Slaagt men er nu ir, om zich een welwillende hou ding van Nederland te verzekeren, dan wordt het dreigende gevaar zoo goed als bezworen. Vandaar dat Frankrijk geneigd heet tot vergaande concessies ten gunste van Nederland. We geven dit bericht uit het «Dagbl. v. N.-Br." weer zooals het er staat, zonder er echter bizondere waarde aan te hechten. Dit blad schijnt wel tuk op «oor logsnieuws", gezien ook het her haaldelijk melden van sensatie- berichten over anti-Nederlandsche maatregelen aan de Belgische kust. En dat in een tijd, dat een actie uitgaat van de dagbladpers voor intern, ontwapening. We staan echter in onzen twij fel (voorzoover twijfel mogelijk is) niet alleen. De N. R. Crt deelt mede, dat het bericht in het Dgbl. van Noord-Br. onmo gelijk afkomstig kan zijn van iemand, die op de hoogte is. Ten overvloede heeft de N. R. Crt. naar de genoemde feiten geïn formeerd en vernomen, dat ze met groote stelligheid tegenge sproken kunnen worden. Bovendien Het Dgbl. v. N - Br vertelt, dat Colijn tot onder handelaar zou zijn uitgekozen, omdat hij een der voornaamste woordvoerders is geweest van de oppositie tegen het Belgisch Nederlandsch verdrag van 1925. Colijn was echter, zooals onze lezers zich zullen herinneren, een der kampioenen vóór het verdrag. In de Eerste Kamer heeft hij ook ten gunste ervan gesproken en - gestemd. Dit lijkt ons voldoende ter ken schetsing van de waarde der bronnen van het Dagblad van Noord-Brabant, zegt de N. R. Ct. Nederland en België. Naar aanleiding van de pers berichten, dat de besprekingen tusschen Nederland en België om binnen afzienbaren tijd tot een oplossing der hangende vraag stukken te komen o.m. gevoerd zullen worden door mr. Frans van Cauwelaert, den burgemeester van Antwerpen en oud-minister dr. H. Colijn verneemt het «Dgbl. v N.-Brabant" «van betrouwbare Nederlandsche zijde" dat deze mededeeling inderdaad juist is. Dr. Colijn zou door de Neder landsche regeering zijn aange zocht om de voorbereidende on derhandelingen te voeren opdat van te voren vaststaat, dat de oppositie in de Eerste Kamer tegen het tractaat met België van minister v. Karnebeek, van welke oppositie de heer Colijn een der voornaamste woordvoerders was, ditmaal geen nederlaag aan de nieuwe regeerirgsvoorstellen zal bezorgen. Verder kon het blad «uit zeer goede bron" mededeelen, dat ook tusschen vertegenwoordigers van het Nederlandsch departement van Waterstaat en het Belgische mi nisterie van Openbare Werken besprekingen worden gevoerd. Nederland en Daitschland. Naar aanleiding van zekere ge ruchten, welke, volgens eenige bladen in Holland de ronde doen, dat Nederland geïnteresseerd zou worden in de crediet-leening van 100 millioen pond sterling aan Duitschland, deelt het «Berliner Tageblatt" het volgende mede: De belangrijkste financiëele kringen in Nederland hebben, (Wordt vervolgd.) AXELSCHE COURANT 80j Er werd afgesproken den volgenden dag nog in Parijs te f lijven, om den dag daarop weer naar Charlemont te vertrekken. De markies was zeer verwonderd mevrouw Bartineux in Parijs te zien, doch hij vond het begrijpelijk, hare genegenheid voor Sofie kennende, dat zij het meisje niet alleen de reis wilde laten maken. Nadat mevrouw Mixtome herhaal delijk hare vreugde over het weerzien en de gezondheid van Sofie had uit gedrukt, kwamen de schoonheden van Parijs weldra ter sprake. En ofschoon Sofie brandde van verlangen om haar vader te zien, wilde zij het verzoek van mevrouw Mixtome niet afwijzen om een rijtoer door de stad te maken en de voornaamste gebouwen en win kels te bezoeken. Daarna verzocht Sofie even een drin gende boodschap in de stad te mogen doen. Weldra was een rijtuig voor en een kwartier later liet zij den koetsier stil houden en wees een hotel aan, om daar tot hare terugkomst te wachten. Toen de koetsier was omgekeerden wegreed, verzekerde Sofie zich eerst of geen bekende gezichten in de na bijheid waren en daarna zocht zij zoo spoedig mogelijk het nummer van het huis op, dat haar vader haar als zijn schuilplaats had opgegeven. Een paar seconden later was zij binnen, Men begrijpt met welke blijdschap vader en dochter elkander ontmoetten. Vaderriep Sofie, wat ben ik verheugd u te zien en ongehinderd te kunnen spreken. Lieve vader, ik heb weer gewichtige ontdekkingen gedaan ik heb Philippe Piron's schatten gezien en een stuk ketting gevonden in het bed van den vermoorden markies. Zie hier een schakel er van. Lepage was vol verwondering over al wat hij hoorde en zag. Maar mijn kind, hoe kwaamt ge dat alles te weten en zijt ge voor Philippe niet bevreesd hij zal u doo- den 1 O, mijn God, helpt ons, riep Le page uit. Ik ben vol moed vader, ik zal voorzichtig zijn. Philippe is mijn vij and en zal naar mijn dood staan dat weet ik, maar ik hoop, dat het gerecht hem nu wel spoedig on schadelijk zal maken. Hij gist wel wie ik ben, doch hij heeft er geen bewij zen voor. De rechter Talbot zal al het mogelijke doen en mijn moeder, ik mag ze zoowel noemen, zal ik van avond alles zeggen. O, zij is zoo goed voor mij, 't juist of zij vermoed wie ik ben. Toen ik niet wilde zeggen wie de man in den tuin was en geen enkel geheim wilde oplossen, was zij treurig en toonde zich gestoord, doch hoezeer mevrouw Bienjour haar tegen mij opwond, 's anderendaags was alles weer goed en sprak niets dan bemin nelijkheid en liefde uit haar oogen en ook u, vader, bemint ze nog Wat een geluk, niet waar wanneer God ons helpt en den waren moordenaar doet vinden. Als ik aan dat oogenblik denk waarop wij met haar zullen vereenigd worden, dan barst mijn hart van aan doening en ook van vrees. Van vrees omdat die ellendige Philippe tot alles in staat is en ik misschien geen ge noeg bewijzen zal bijeen krijgen. Maar dat zijn maar oogenblikken, want ter stond komt de moed terugik moet de kamer van Philippe eens zien en doorzoeken Mijn kind, riep Lepage, wa3g u toch niet te ver. Zijt gerust vader, ik zal wel op passen ik moet toch alles op het spel zetten. Ik hoop met een paar weken genoeg bewijzen te hebben om rech ter Talbot tot de arrestatie van Philippe te doen besluiten. Zoodra ik die be wijzen heb, ga ik niet meer uit het kasteel, want mocht iets uitlekken of ontdekt worden door Philippe, dan zou hij mij kost wat kost, stellig om het leven brengen, daarom vader, zijt gerust ik waag mij uit liefde tot u, doch zal weten wanneer te handelen ik moet u van den smet zuiveren, daarvoor zal ik alles trotseeren. Mijn kind, gaat dan voort, God behoede u. Ik zal naar moeder weerkeeren, en hooren hoe zij over het vinden van de ketting denkt. Zij zal natuurlijk niets doen wat ons schaden kan, wel het tegendeel, maar ik moet haar ge heimhouding vragen. Kind, zeide Lepage, doet watje goed dunkt. Ge hebt tot heden alles alleen zoo gelukkig bewerkt, blijft nu ook verder alleen de onderzoekingen doen en regelen. Morgen kom ik nog even terug, vader, doch kom ik niet, zijt niet on gerust, daar ik dan onmogelijk weg kan, want men is steeds bij mij. Nu kind, doe wat het best is en vaarwel. Al« ge niet komt, zal ik nog wel op Charlemont komen. Ik weet waar die verborgen kamer is en ken het geheim, dus daar ben ik veilig. Vader en dochter omhelsden elkaar waarna Sofie zich haastig verwijderde. Een kwartier later was Sofie bij me vrouw Mixtome terug. Na het avond eten bracht z'j het vinden van den ket ting ter sprake, althans zij haalde de schakels kwansuis uit den zak en ze mevrouw onder het gesprek toonende, vroeg zij of ze zoo'n soort ketting al eens gezien had. ]a en neen, antwoordde deze, ik herinner het mij niet, maar toch komt hij mij bekend voor. Ik vond het stuk in de kamer van den vermoorden markies, zei Sofie schijnbaar argeloos. Zijt gij daarin geweest, Sofie? Ja, mevrouw, doch mag ik u verzoeken den markies er niet over te spreken. Hij zou ztker boos zijn. Ik liet het mij ontvallen. Wees gerust. Sofie, ik kan zwij gen ook zeer goed' tegen den markies Maar zeg mij, hoe kwaamt gij er toe in die kamer te gaan en wat denkt gij van die ketting. Terwijl zij deze vraag stelde, bezag zij met aandacht den ketting. Ik denk dat de ketting, waar die schakels aan toebehooren, öf van den vermoorden markies öf van den moor denaar was. Ongemerkt wierp Sofie een blik op mevrouw, die er bleek uitzag. Het was of haar handen beefden. Lief kind, sprak mevrouw, dat drama is even treurig als verschrikke lijk voor mij, ik spreek er niet gaarne over. Dat weet ik mevrouw, doch u zal kunnen weten aan wie die ket ting behoorde, Al heeft het drama voor jaren plaats gehad, mijne vinding zou misschien Lieve Sofie, viel mevrouw met trillende stem in de rede, laat ons er niet verder over spreken. Later mis schien. Maar mag ik dat stuk ketting voor een paar dagen van u hebben. Mevrouw, hoe gaarne ik het zou toestaan, ik heb dat niet in mijn macht; ik mag niet. Mevrouw Mixtome drong niet ver der aan, want juist diende mevrouw Bartineux zich aan. Na nog wat ge praat te hebben vertrokken mevrouw Bartineux en Sofie naar hun hotel. 's Anderendaags bezocht Sofie nog maals haar vader, doch zij wist niet, dat Philippe Piron haar toen bespiedde. Hij had, nabij de woning van Lepage post gevat en zag eindelijk Sofie er uit komen. Ha, dacht hij, ze confereert met vader en moeder. Wacht schatje we zullen daar spoedig een eind aan maken. Ge zijt ons te veel op de wereld. Sofie keerde terug naar het hotel van mevrouw Bartineux. 's Avonds namen beiden "afscheid van mevrouw Mixtome, terwijl zij 's anderdaags morgens wil den vertrekken. Eerst den volgenden morgen ging Philippe Piron naar het hotel van zijn heer en vond dezen in de woonkamer. Hij was in een kwade luim. Ik heb mij zelf al moeten aan- kleeden 1 riep hij tnorsch. Wat moet dat beteekenen, dat gij zonder vragen heengaat Dat verkies ik niet I Gij wacht op mij, of Een wijzen naar de deur vulde den sin aan.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1931 | | pagina 1