1*1
No. 30.
DINSDAG 21 JULI 1931.
-lie Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuw sch- Vlaand ere 11
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Duitschland.
Zooals te begrijpen, is in
Duitschland de stemming wat
verbeterd, nu het Hoover-pian
een feit is geworden. Want wat
er van dit eens zoo trotsche Rijk
worden zou, laat zich denken,
als men weet, dat er in Duitsch
land meer dan 4 millioen werk-
loozen zijn, die ondersteuning
noodig hebben, dat deze onder
steuning slechts in enkele ge
vallen groot genoeg is om de
menschen voor honger te bewa
ren, dat de algemeene kapitaal-
schaarschte zoo ernstig is, dat
langzaam maar zeker het geheele
economische leven wegkwijnt, dat
groote fabrieken van wereldnaam
moeten worden gesloten en dat
geen afzetgebied voor hun pro
ducten te vinden is, dat ieder
burger zulke zware financiëele
lasten te dragen heeft als in den
loop der eeuwen vrijwel nooit
aan een volk zijn opgelegd, dit
alles brengt vanzelf den Duit-
scher tot nadenken en moest
terecht of ten onrechte leiden
tot een wrok tegen de staten,
die als overwinnaars uit den
wereldbrand gekomen zijn en
thans als zijn crediteuren optre
den. Alleen het feit, dat de her
stelbetalingen een van de grootste
belemmeringen zijn voor het be
waren van den vrede en voor de
onderlinge verzoening der vol
ken, is reden genoeg om tot een
spoedige en grondige revisie te
komen.
Een revisie van Duitschland's
verplichtingen is noodig, om
Duitschland in de gelegenheid te
stellen, het lamgeslagen econo
mische leven weer op gang te
krijgen en de rijks- en gemeen-
tefïnanciën op peil te brengen.
We moeten niet vergeten, dat
het bedrag van 1700 millioen
niet voorgoed wordt kwijtgeschol
den. Het eenige is, dat de schat
kist dit jaar dat bedrag niet be
hoeft uit te geven.
Het aantal werkloozen zal door
een moratorium van één jaar
ook wel niet verminderen. Daar-
voor zou een veel langer tijdvak
noodig zijn. Doch van meer be
lang dan de verlaging der be
lastingen en de gevolgen voor
de arbeidsmarkt zal het m o r e e I e
succes van het moratorium zijn.
Dit zal zich in de eerste plaats
uiten als een opgewektheid in
het zakenleven het uit Duitsch
land naar „het neutrale buiten
land" (Zwitserland) gevluchte
kapitaal zal waarschijnlijk weer
terugkomen en belegd worden in
de van ouds bekende onderne
mingen, die weer opnieuw moe
ten worden opgebouwd.
Hoe lang deze opleving kan
aanhouden is moeilijk te zeggen.
Een werkelijke opbloei van de
Duitsche industrie, een geslaag
de bestrijding der werkloosheid,
een merkbare verlaging der ab
normaal hooge belastingen en
een blijvende verhooging van de
koopkracht, kunnen en zullen
slechts het gevolg zijn van een
zeer langdurig moratorium. Naar
het oordeel van de Duitsche des
kundigen, zou eerst na ongeveer
5 jaar kunnen worden begonnen
met verlaging der ondragelijk
hooge gemeentebelastingen eerst
na 5 jaar zou het aantal werkloo
zen van 4,2 millioen tot ongeveer 1
millioen kunnen dalen. En dan
zouden pas op het laatst (na 3
of 4 jaar) alle uitzonderingen en
noodverordeningen kunnen wor
den ingetrokken, waarmee dan
eindelijk ook de binnenlandsche
politiek rustiger en meer even
wichtig zou worden.
Zoo ziet men dus, dat een
moratoiium van één jaar nog
lang niet voldoende is, om de
economische crisis in Duitsch
land en in de geheele wereld te
beëindigen.
Het is niet te verwonderen, dat
onder deze omstandigheden de
gemoederen van beleggers en
speculatieve beleggers zeer op
gewonden zijn door de zich in
zulk een snel tempo ontwikke
lende gebeurtenissen in Duitsch
land. Toch wordt die toestand
volgens sommigen wel wat te
zwart ingezien. We lezen daar-
trent in de „Avp." eene be
schouwing van een medewerker,
die zijn meening heeft getoetst
aan de verwachtingen van men
schen, welke uit den aard van
hunne sociale functie meer van
de zaken afweten dan de massa.
En in dat licht bezien, wordt
gezegd, dat van een krach geen
sprake is.
Duitschland kan beta
len en zal ook altijd aan die
verplichtingen voldoen, die het
billijk en oirbaar acht, terwijl het
daarentegen zal tornen aan las
ten, die het land zijn opgelegd
als gevolg van oorlogs psychose
en oorlogs-haat. De vrede van
Versadies was, als eigenlijk elke
vrede, een onding.Gedreven
door de hartstochten van het
oogenblik heeft men de wijze
actie van wijlen president Wil-
so genegeerd en toegegeven aan
een drang, die niet werd inge
geven door juist economisch in
zicht. Dat dé ex-geallieerden op
dat oogenblik niet voor rede
vatbaar waren, kan hun niet
euvel worden geduid. De met
bloed gedrenkte slagvelden zweep
ten hen op de verbolgen
volkeren kon men niet passee-
ren. Doch men vergeet, dat wij
nu dertien jaar verder zijn en
dat het een misdaad tegen de
wereld moet worden genoemd,
dat men nu nog niet is terug
gekomen van een haat, die niet
meer wortelt in het heden. Een
haat, die ook in wezen niet meer
bestaat, al kunnen onverantwoor
delijke staatslieden die gemak
kelijk aan de massa suggereeren.
Dit is een der fouten, die
hoofdzakelijk door Frankrijk
worden gemaakt. Men doet het
voorkomen, alsof het Fransche
volk nog in alle lagen wrokt
tegen 1914, terwijl het slechts de
machthebbers zijn, die, nog door
trokken van de gevoelens tijdens
den wereldoorlog ontstaan, voor
de huidige situatie verantwoorde
lijk kunnen worden genoemd.
Doch ook dit laatste is niet meer
geheel overeenkomstig de waar
heid. De haat, benevens de zoo
genaamde angst voor een agres-
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
sief Duitschland, zijn slechts
dekmantels om de ware gevoelens
te bedekken. Frankrijk streefde
en streeft nog naar de hegemonie,
en zij ziet deze overheersching
bedreigd, niet door Duitschland,
maar door Engeland, dat tezamen
met Amerika en Duitschland, een
halt aan de Fransche aspiraties
toeroept. De huidige strijd,
waarvan het slagveld zich in
Duitschland bevindt, is een strijd
tusschen de Angelsaksers en de
Franschen. Vandaar dat wij
aldus de schrijver de Duitsche
situatie niet gevaarlijk vinden,
al is deze buitengewoon onaan
genaam voor onzen Nederland-
schen handel in het heden en
ook in de toekomst. Want de
impasse, waarin Duitschland
geraakt is, is slechts een crediet-
impasse, die oogenblikkelijk te
verhelpen is, als de omstandig
heden het noodzakelijk maken.
Een paar milliard mark naar
Duitschland geremitteerd, en de
ellende is geweken. Zoowel
Amerika als Engeland hebben die
paar milliard beschikbaar.... het
moment is echter nog niet ge
komen om die te remitteeren....
niet door Duitschland's positie,
maar door de strategische ver
houdingen met Frankrijk. Mocht
echter de Duitsche regeering de
situatie niet meer kunnen houden,
dan worden de benoodigde som
men natuurlijk onmiddellijk ge
remitteerd.
Frankrijk heeft de laatste jaren
beduidende hoeveelheden goud
verzameldParijs heeft net als
Berlijn zijn vóór-oorlogsmunt be
trekkelijk waardeloos gemaakt,
want- een terugzetting van de
franc van 50 cent op 10 cent,
kan moeilijk anders worden ge
noemd. Vandaar dat Frankrijk
zijn buiten- en binnenlandsche
schuld beduidend heeft doen ver
minderen en vandaar dat het in
staat geweest is, belangrijke goud
voorraden en buitenlandsche wis
sels te verzamelen. Door het
bezit van een groot gedeelte van
den wereld-goudvoorraad, heeft
het Duitschland en ook Engeland
in zijn financiëelen greep, en het
is nu de toer om zich aan dien
greep te ontwringen.
Staat Engeland direct aan de
zijde van Duitschlanddus
kiest Londen partij voor de Duit-
schers, dan is de mogelijkheid
niet uitgesloten, dat Parijs groote
bedragen goud uit Londen laat
terugkomen en daardoor het Pond
doet vallen. In dit verband is
het te begrijpen, dat het spel niet
zoo eenvoudig is en dat het ver
fijnd moet worden gespeeld.
Toch ligt naar de meening van
schr. de eind-overwinning bij
Washington, Londen en Berlijn,
want New-York heeft de miili-
arden beschikbaar en kan elk
moment bijspringen. Doch ook
voor Amerika is het te prefereeren
om niet met Frankrijk te breken.
Is het in dit verband niet lo
gisch, dat de gebeurtenissen den
loop genomen hebben, zooals wij
dien nu zien. De bondgenooten
van Duitschland achter de scher
men, hebben Berlijn geadviseerd
zelf de noodige saneerings-maat-
regelen te nemen, nadat het mo
ratorium voor de Young-betalin-
gen een feit geworden is. Want
dit laatste moest worden door
gevoerd om de verdere maatre
gelen efficient te kunnen nemen.
Het was voor Amerika een ge
vaarlijk, maar een hoogstnood
zakelijk experiment, dat gelukkig
na een paar weken ernstig onder
handelen, is geslaagd. Elk mo
ment staat de Friedrichstrasse met
het Witte Huis en met Downing-
street in contact, elk moment
volgen de bondgenooten de stra
tegische positie en elk moment
kan men ingrijpen, alhoewel men
dit alleen in den uitersten nood
zal doen.
Brüning heeft de beurzen ge
sloten, de banken gedwongen
haar uitbetalingen tijdelijk stop
te zetten, een noodverordening
uitgevaardigd, waarna de banken
weer langzaam mochten gaan
draaien, een deviezencentrale ge
creëerd om de angst-opvragingen,
zoowel van Duitschers als van
buitenlanders in handen te hou
den, kortom een stelsel van maat
regelen is genomen, waardoor de
(Wordt vervolgd,)
t
AXELSCHE*«COURANT
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
78}
Toen Sofie aanbelde zat Talbot al
leen in zijn cabinet. Een zwatt zijden
kapje, waaronder eenige witte lokken
te voorschijn kwamen, bedekte zijn
hoofd. Er lag een boek voor hem,
waarin hij zich. verdiept had, zoodat
hij niet hoorde, dat er een rijtuig voor
zijn deur stilhield. Eerst toen de meid
mevrouw Bartineux en juffrouw Lepage
binnenliet, keek hij op en groette hen.
Wij hebben een zeer zonderlinge
zaak, mijnheer Talbot, zeide mevrouw
Bartineux, en ik geloof dat wij niet
verstandig gedaan hebben daarmee hier
te komenmaar juffrouw Lepage wil
het zoo.
Mijnheer Talbot zag Sofie aan. Zij
was bieek, maar de uitdrukking van
beslistheid, de begeestering en de hoop
die op haar gelaat en in hare oogen
lagen, wekten terstond zijne belang
stelling op.
Ik ben tot uw dienst, juffrouw
Lepage, zeide hij beleefd. Het moet
wel een ernstige zaak zijn, dat gij door
sulk een weer komt.
Ja, het is een ernstige zaak, mijn
heer, antwoordde Sofie. Wij komen u
spreken ais rechter.
De markies van Charlemont is
naar Parijs, zooals ik vernam, zeide
de vrederechter, zich zelf verklarende,
waaraan hij de eer van het bezoek te
danken had, Heeft iemand der bedien*
den iets misdaan of zijt gij door bede-
fairs lastig gevallen
Neen, mijnheer, onze zaak is van
een geheel anderen aard. Zij betreft
het drama van Charlemont.
Talbot keek het meisje verbaasd aan.
Hé!
Zeker het is dwaas, riep me
vrouw Bartineux. Ik weet reeds wat
gij wilt zeggen, mijnheer Talbot. Ik
raadde juffrouw Lepage dan ook aan
om te wachten tot de markies terug
komt, maar daar wil zij niets van hoo-
ren. Zij schijnt zich het drama zeer
aan te trekken en verbeeldt zich dat
Alexe Mixtome onschuldig is aan den
moord, waarvoor hij ter dood werd
veroordeeld.
De rechter verschrikte.
Hoe komt u er toe om deze ge
schiedenis weer op te halen vroeg
hij, zich tot Sofie wendende.
Ik stel veel belang in dat geheim,
antwoordde deze kalm en met wonder
bare zelfbeheersching en ik ben over
tuigd dat Alexe Mixtome onschuldig
werd veroordeeld.
Zonderling toch, viel mevrouw
Bartineux haar in de reden, dat een
vreemde dame als juffrouw Lepage,
die nog te jong is om het verschrik
kelijke drama geheel te begrijpen, daar
zooveel belang in kan stellen. Wij
weten toch allen, dat Alexe Mixtome
zijn broeder vermoordde.
Zeker hij werd schuldig bevon
den aan den misdaad bemerkte de
vrederechter. Maar wat kunt gij in
deze zaak te zeggen hebben, juffrouw
Lepage
Slechts dit De kamer waarin
de markies vermoord werd, is sedert
dien tijd niet meer geopend geweest
dan alleen heden morgen. De nieuws
gierigheid dreef mij ertoe de kamer te
j zien en mevrouw Bartineux was zoo
vriendelijk mijn verzoek toe te staan.
Mevrouw schudde het hoofd.
Ik dacht, vervolgde Sofie, ergens
een spoor ter onthulling van het ge
heim te zullen vinden en onderzocht
de meubelen, den vloer en de muren.
De Voorzienigheid leidde mij. In een
versiering van het ledikant vond ik
een stuk van een ketting.
Zij opende het papier waariVde ket
ting gewikkeld was en reikte den vrede
rechter hare vondst over. De rechttr
bekeek het stukje ketting~nauwkeurig.
Een zeldzaam werk, zeide hij.
Ik herinner mij niet ooit zulk een ket
ting gezien te hebben.
Ik ook niet, voegde mevrouw
Bartineux er bij. Dulex en de huis
houdster konden evenmin zeggen aan
wien hij had toebehoord.
Ik ben overtuigd dat het een
overblijfsel van den moord is, zeide
Sofie.
De rechter stond verslagen.
De ketting behoorde aan geen
bediende, hernam mevrouw Bartineux,
ook kan hij niet van een der politie
agenten zijn. Zie eens hoe kunstig hij
bewerkt is.
Zij kan van den vermoorden
markies zijn geweest, meende de rechter
Maar dan zou Dulex ze bepaald
herkend hebben antwoordde mevrouw
Bartineux. Ik geloof dat zij van Alexe
Mixtome is.
Dan moest Dulex ze eveneens
kennen, zeide Sofie.
Misschien ook niet. De onge
lukkige woonde lang te Parijs in het
paleis der Charlemonts. Hij zal ze zeker
gedurende zijn laatste verblijf aldaar
gekocht hebben en dewijl hij maar kort
voor den moord naar Charlemont
kwam, ia het mogelijk dat Dulex ze
niet heeft gezien.
Mijne meening is, zeide Sofie,
dat de moordenaar de ketting droeg,
dat hij in zijn strijd met het slacht
offer deze gebroken heeft, en een stuk
terecht kwam op de plaats waar ik het
vond. Het kon gemakkelijk aan het
oog der politie ontsnappen, en als de
schijn van het haardvuur er niet op
gevallen was, zou ik het ook niet ge
zien hebben.
De rechter dacht over deze zaak na
en draaide het stukje ketting tusschen
zijn vingers.
Het is geen zaak waarmee een
meisje zich moest bemoeien, zeide me
vrouw Bartineux. Ik weet, dat u zich
verwondert dat ik aan het verlangen
van juffrouw Lepage toegaf, doch ik
kon niet weigeren. Het spijt mij, dat
ik haar ooit iets van den moord ver
teld heb. Een meisje moest eigenlijk
niet eens weten, dat er zulke dingen
in de wereld gebeuren.
Misschien is juffrouw Lepage
door de Voorzienigheid bestemd om
nieuw licht te brengen in deze zaak,
zeide Talbot. Dat dit stuk ketting in
verband staat met den moord, acht ik
zeker. Maar aan wien behoorde het
Dat is de vraag die ik wil op
lossen, antwoordde Sofie met stralende
oogea.
Gij 1 riep rechter Talbot.
Gii i herhaalde mevrouw Barti
neux. Zijt gij dol, mijn kind
Ik heb dit stuk ketting bij u ge
bracht, mijnheer Talbot, zeide Sofie
zonder acht te slaan op deze dubbele
uitroep, en het is mijn plan het bij u
te laten, tót ik het noodig kan hebben.
Wees zoo goed het te bewaren en het
te verzegelen met uw ambtzegel. Me
vrouw Bartineux en ik zullen verder
een bewijs teekenen, om de herkomst
van het goud te rechtvaardigen.
Op het gelaat van het meisje lag een
soort van dringende bede, die den vre
derechter verraste.
Ik zou echter gaarne een paar
schakels behouden, vervolgde Sofie.
De vrederechter voldeed aan haar
verzoek.
Ik geloof dat die zaak aan den
markies van Charlemont moest over
gelaten worden, zeide mevrouw Bar
tineux. Hij heeft er het meeste be
lang bij. Het kasteel behoort hem toe
en dus ook de ketting. Het komt mij
voor dat het verraad zou zijn tegen
hem, als wij dit bewijs aangeno
men dat het een bewijs is bij een
rechter brengen.
Juffrouw Lepage heeft gelijk ge
had om geen tijd te verliezen met dit
bewijsstuk in zekere handen te geven,
zei de rechter.
Hecht u er dan waarde aan
Misschien antwoordde de vrede
rechter ernstig. Alexe Mixtome is in
een vreemd land. Hij liet geen kind
achter dat zijn schande erfde, maar
honderden menschen die hem kenden
èn liefhadden, zullen zich verheugen als
zijn naam gezuiverd wordt van de
smet die er aan kleeft, en de markies
zal nog het meest verheugd zijn, want
de vloek op zijn wapen moet hem hin
deren.
Maar de ketting kan ook een an
der hebben toebehoord, of wel aan den
vermoorden markies, zeide mevrouw
BartineuX.
In elk geval, zeide Sofle, zai
ieder toestemmen dat het moet onder
zocht worden aan wien hij toebehoorde.