Nieuws- en Advertentieb 1 ad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, Opening der Statenzitting. No. 27. VRIJDAG 10 JULI 1931. 47e Jaarg. J. C. VINK - Axel. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Greote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Zooals bekend is, houdt de j Commissaris der Koningin in Zeeland telken jare bij het openen der zittingen van do Provinciale Staten een rede, ter verwelko ming van de leden van het Prov. college. Dit jaar had deze rede eene bizondere beteekenis, daar de opening als het ware een geheel nieuwe periode inluidt, nu de pas gekozen en herkozen leden voor het eerst verga Jerden. Om het vriendelijk en sympa thiek karakter, dat deze toe spraak van onzen Zeeuwschen Gouverneur, den heer jhr. mr. W. J. Quarles van Ufford draagt, drukken we deze toespraak bij uitzondering aan het hoofd van dit blad af, ten einde daarop meer dan gewone aandacht te vestigen. Zijn Excellentie sprak aldus: Het is mij een voorrecht U allen het welkom toe te roepen en U geluk te wenschen met de aanvaarding van Uw lidmaat schap. Sedert de vorige zitting der Staten van dit gewest zijn er groote wijzigingen gebracht in de samenstelling van dit college. Ruim een derde der vroegere leden is door de uitspraak der kiezers of door vrijwillig terug treden, door nieuwe leden ver vangen. Aan hen, die om welke reden dan ook niet zouden terugkeeren, bracht ik reeds ten vorige jare dank voor al hetgeen zij ten bate dezer provincie hadden gedaan Namen noemde ik toen niet en zal ik behoudens een enkele ook thans niet noemen. Die uitzon dering betreft den heer A. v. d Weijde, die niet alleen sinds 1913 lid van deze vergadering, maar ook 10 jaren lid van Ged. Stalen is geweest. Tot ons groot leed wezen zullen wij deze vriende lijke en innemende persoonlijk heid, die zoozeer aller hoogach ting genoot, voortaan in ons midden moeten missen. Ook voor onze provincie is het zeer te betreuren, dat hij, die door ken nis, ervaring, toewijding en rui men blik zoo uitblonk, die zoo vele jaren de gemeenschap met zijn groote talenten heeft ge diend en die in deze vergade- dering steeds een ieders ver trouwen had, het oogenblik ge komen achtte, waarop hij de op zijn schouders rustende taak aan anderen meende te moeten over laten, alhoewel hij zoowel gees telijk als lichamelijk nog geens zins de sporen van den tand des tijds vertoonde. Ik ben er van overtuigd niet slechts uit naam van U allen, maar van heel de Zeeuwsche bevolking te spreken, waaneer ik hem hier van deze plaats hartelijk dank breng voor de groote verdiensten, welke hij voor onze provincie heeft gehad. En wat thans U allen betreft, mijne heeren, ik twijfel er niet aan, of Uwe ver gadering in hare nieuwe samen stelling zal er naar streven om de oude tradities te handhaven, de goede toon, die steeds in dit Statencollege heeft geheerscht in acht te nemen, elkanders inzich ten te waardeeren, ook bij ge schil van meening en om met trouw en toewijding werkzaam te zijn bij de behartiging der be langen, welke U zijn toever trouwd. Ik hoop ten zeersie daarbij steeds te zullen mogen rekenen op Uw aller medewerking om eene richtige en vlotte behande ling van zaken mogelijk te maken en vlei mij, dat de vriendschap pelijke gevoelens, welke er tot dus verre tusschen de leden en den voorzitter bestonden, ook in de toekomst bestendigd zullen mo gen blijven. Onder zorgvolle en ernstige tijdsomstandigheden aanvaardt Gij Uw lidmaatschap. Een ieder voelt de gevolgen van de crisis, die schier de gansche wereld omvat, maar in eene landstreek als onze provincie, alwaar de welvaart zoo nauw samenhangt met de resultaten van den landbouw, zoo bij uitstek zwaar drukt. Met groot Mevrouw Mixtome keek starlings beleid en scherp inzicht dient de overheid in dusdanige tijden te wikken en te wegen op welke wijze het algemeen belang het bast kan worden bevorderd. Het is zoo eenvoudig een aantal maatregelen op te sommen, welke op een of ander gebied wen- schelijk mogen worden genoemd. Veel grooter wijsheid en omzich tigheid vereischt het echter om zich een juist oordeel te vor men omtrent de vraag, welke dier maatregelen gelet op de financieele draagkracht der Pro vincie en hare ingezetenen, toe laatbaar kunnen worden geacht. Zooals een ieder weet, is de financieele toestand dezer pro vincie in vergelijking met ver schillende zustsrprovincies zelfs onder normale omstandigheden, vrij ongunstig. Daarbij zal er ernstig mee dienen rekening te worden -gehouden, dat de op brengst der provinciale inkom sten in de eerstvolgende jaren waarschijnlijk een sterk dalende lijn zullen vertoor.en. Ik acht het daarom mijn plicht om bij den aanvang van deze nieuwe zit tingsperiode U tot groote sober heid en zuinigheid bij het votee ren van nieuwe uitgaven aan te sporen. Deze raadgeving richt ik niet tot U om U tot pessimisme te brengen, neen, juist de overheid dient een onwankelbare hoop op de toe komst gevestigd te houden. Ge loof in de toekomst brengt mede moed en lust om te arbeiden in het heden. Hoe donker en som ber alles om ons heen moge zijn, eenmaal zal het weer licht wor den. Laat ons daarom eendrach tig en met het hoofd omhoog er naar streven, dat wij onzen Zeeuwschen bodem, die, wat zijn natuurlijke rijkdom betreft, den eervollen concurrentiestrijd met geen andere landstreek behoeft te vreezen, de oude en zoo noo- dig nieuwe bronnen van welvaart ten zegen der bevolking kunnen doen strekken. Ik hoop van harte, dat gij, mijne heeren, in deze nieuwe zittingsperiode veel nuttig werk êen gerucht als van een half onder ten bate van deze ons dierbare provincie zult mogen verrichten en dat daarop Gods onmisbaren zegen in rijke mate zal mogen rusten. De rede werd door blijken van instemming beantwoord. Provinciale Staten. De zitting van 7 Juli jl. werd door alle leden bijgewoond. De Commissaris opende deze eerste zitting in naam der Koningin en sprak daarna het ambtsgebed uit, dat door allen staande werd aan gehoord, naar aanleiding van de door den voorzitter in December uitgesproken wensch, dat alle leden, die in de toekomst deel der Staten zouden uitmaken, tijdens het uitspreken van het ambtsgebed den gepasten eerbied in acht zouden nemen. Dhr. Onderdijk verklaarde ech ter, dat de soc -democratische Statenfractie onverkort haar be zwaar handhaaft tegen het uit spreken van het ambtsgebed. Na onderzoek der geloofs brieven werden de leden geïn stalleerd met de hierboven afge drukte rede. Vervolgens werd mededeeling gedaan van ingekomen stukken, die voor kennisgeving werden aangenomen of verwezen naar de afdeelingen voor onderzoek. Als antwoord op de schrifte lijke vragen van den heer On derdijk, inzake werkeloosheid, hebben Ged. Staten geantwoord, dat met het oog op het betrek kelijk geringe bedrag van het toegestane crediet voor werk verschaffing (f 15.000) van meet af het standpunt is ingenomen, dat het niet mogelijk was vooraf een bepaald percentage als bij drage in de kosten van werk verschaffing beschikbaar te stel len, doch dat dit eerst zou kun nen geschieden, nadat de totale kosten zouden vaststaan. Voorts ligt het in het voornemen na ontvangen opgave van het Rijk het percentage dusdanig te be palen, dat voor het eerste half- jaar 1931 een bedrag van f 7500 •zal worden toegekend, zoodat voor het 2de halfjaar 1931 nog f7500 beschikbaar zal blijven. Door Ged. Staten zullen noch voorstellen tot verhooging van het bestaande crediet voor 1931 noch tot bestendtging voor 1932 worden ingediend, omdat voor de bestrijding der werkloosheid andere organtn zijn aangewezen en de finantiën der provincie niet gedoogen zorg voor de werkloosheid in haar huishou ding te betrekken. Op vragen van den heer v.d. Wart, hebben Ged. Staten ge antwoord, dat het hun bekend is dat de werkloosheid in de pro vincie hier en daar een niet on- bedankelijken omvang heeft aan genomen, doch dat de juiste ge gevens hun dienaangaande niet bekend zijn, daar deze door de districtsarbeidsbeurzen recht streeks aan de landsregeering worden verstrekt. Ged. Staten meenen, dat het niet op hun weg ligt een onderzoek in te stellen. Niettemin blijven Ged. Staten be reid administratief zooveel.moge- liik mede te werken tot ver zachting van de gevolgen der werkloosheid, terwijl bovendien voor wat eigen werken der pro vincie betreft er rekening mede gehouden wordt. Ten slotte luidde het antwoord op vragen van den heer Adriaanse, dat Ged. Staten niet bekend wa ren met de opmerkingen inzake het in nood verkeeren van vele gezinnen van uitgetrokken werk- loozen, te Nieuwvliet en zij zich daarom wendden tot Burg. en Weth. dier gemeente, die mede deelden dat op 23 Maart jl. een verzoek in kwam van de afdee- ling Nieuwvliet van het Land bouw-, Tuinbouw- en Zuivelbe drijf om aan uitgetrokken werk- loozen f 1.20 per dag aan gehuw den en kostwinners uit te keeren. De Raad stelde een commissie in ter behandeling van eventueele aanvragen om steun. Slechts één werklooze meldde zich aan, zijnde de voorzitter van de afdeeling, voor wien de noodzakelijkheid (Wordt vervolgd). AXELSCHE COURANT Bureau Markt C 4. Telef. 56 - Pestrek. 60263. 75) Mevrouw Mixtome verbleekte; zij wist dat het geheim der kamer aan haren echtgenoot was bekend gemaakif hij had het haar echter nooit gezegd. Wat zou zij het nu gaarne weten En gij'kunt volstrekt niet den ken waar de kamer is vroeg me vrouw Mixtome. Neen, 'wellicht is de geschiedenis maar een vertelsel, antwoordde de mar kies. Laten wij ons naar de kapel begeven, zeide een dame. Mevrouw Mixtome ging voor. Het vrooliik gepraat en gelach ver stomde, toen het gezelschap den drem pel overschreed en zich in de mat ver lichte kapel bevond. In de nissen on der het altaar en den preekstoel lagen spookachtige gestalten, die allen schrik aanjoegen. De jonge dames drongen op elkaar en spraken fluisterend mevrouw Mix tome trad naar voren, bleef bij het altaar staan en sag scherp in het rond. Vele geslachten der Charlemonts hebben hier gebeden, hare stem klonk luide door de kapel De ka pel behoort eigenlijk niet tot de ruïnen. Op regenachtige Zondagen en gedu rende den winter hielden wij hier gods dienstoefening j toen was alles in goe den toestand. Dat is het nog, doch er worden geen godsdienstoefeningen meer ge houden. antwoordde de markies. De bedienden komen niet gaarne hier. Zij zeggen dat het er spookt. Spoken! In een kei k Ja, de bedienden zijn bijgeioovig. Wij gaan thans naar de dorpskerk. Daar liggen de jonge leden der fami lie begraven. Ook de vermoorde markies De markies knikte. Mevrouw Mixtome zag om zich heen De overige leden van het gezelschap waren naar de ruïnen teruggekeerd en zij bevond zich met den markies alleen. Wat roept deze plaats het ver leden weer in mij wakker I zeide zij. Het is mij alsof er geen achttien jaren voorbij gingen, alsof de tijd heeft stil gestaan. Achttien jaren Een langen tijd, zeide de mar kies en, vilgde haar tot voor de fami- lieloge. waar zij weer staan bleef. De markies was er nu met den rug naar toegekeerd. Hare oogen gingen beur telings van den markies naar de gor dijnen en van de gordijnen naar den markies. Zij gevoelde iets onrustigs, alsof er iets buitengewoons moest ge schieden. De wind huilde vreeselijk, wellicht was dit de oorzaak harer on aangename stemming. 'Een rare nacht, zeide mevrouw Mixtome, zich dieper in haar shawl wikkelend. Niet voor mij, antwoordde de markies. Uwe tegenwoordigheid doet mij den storm vergeten, Eugenie, want Ik hoop thans toestemming te verlan gen voor ons huwelijk. De menschen gelooven allen, dat wij reeds verloofd zijn, ik beschouw u dan ais mijn bruid. Zijne stem had iets ongewoon krach' tlgser lag een beslistheid in, als had hij een positief recht, nair de familieloge, Haar gelaat stond strak. Maar wat zag zij daar op eens Daar boven in de loge bewoog zich een schaduw. Bevond zich daar iemand Mevrouw's hart stond stil, met in gehouden adem keek zij naar de plaats, waar zij meende de beweging te heb ben opgemerkt en hare oogen tracht ten de duisternis te doorboren. Maar zij zag niets meer. Toen zij gewaar werd, dat de markies van Charlemont zich over haar staren naar een enkel pnnt begon te bewonderen, antwoord de zij luide Gij zegt dat gij mij als uw bruid beschouwt, markies. Het is waar, ik beloofde u te trouwen maar op een voorwaarde. O.ider welke voorwaarde vroeg de markies eenigszins verward. Gij droeg mij op Alexe Mixtome's naam weer In eere te herstellen. Maar dat is geen voorwaaarde. Hij was schul dig, ik zweer het. Zijn naam kan niet meer worden gezuiverd. Het moet en het kanriep me vrouw Mixtome hartstochtelijk en haar blik zweefde weer naar dezelfde plaats. Ik heb nooit een oogenblik aan de schuld van mijnen echtgenoot geloofd en zijn onschuld moet bewezen worden U v eehtgenoot? Gij vergeet dat gij van hem gescheiden zljt. En gij weet dat ik tot scheiding gedwongen werd. Ik zeg u, August Bartlneux, dat ik met vreugde mijn vaderland, rang, rijkdom, kortom alles prijs wil geven en Alexe zou volger, wanneer hij leefde en mij nog bemin de 1 Liever zou ik de vrouw van dies ongelukkigen martelaar zijn, dan de bruid van een keizer 1 drukten zucht deed zich hooren. Was dat de wind? vroeg de markies. Ja, tenminste als het de geesten van de voorvaderen van dit huis niet zijn, die opstaan om mij te helpen Alexe Mixtome's onschuld té bewijzen, zeide mevrouw plechtig. De markies beefde en werd bleek. Hij luisterde eenige oogenblikken naar den storm. Dat alles hebt gij mij reeds eerder te kennen gegeven, Eugenie, zeide hij na een paos. God zij dank, dat u de gelegenheid voor zuik een dwaas be sluit niet wordt geboden. AlsAiexe Mix tome ooit in Frankrijk kwam. zou hij spoedig ontdekt en gevangen genomen worden, om het over hem uitgespro ken vonnis te ondergaan. Ofschoon zijn dood uit Amerika gemeld werd, blijft mm hem nog steeds nasporen. Geheime politieagenten loeren op hem vooral te Parijs. Als hij zich in Frank rijk bevindt, kan hij onmogelijk den arm der gerechtigheid ontgaan doch ik ben overtuigd dat hij dood is. Als hij leefde, zeide mevrouw, zou ik alles willen geven wat ik be-^ zit om hem nog eenmaal te zien, nog eenmaal zijn stem te hooren en hem zeggen, dat ik nooit aan hem twijfel de, dat mijne liefde voer en mijn ver trouwen in hem nooit wankelde. Of schoon van hem gescheiden heb ik nimmer opgehouden mij als zijne vrouw t; beschouwen, de hoop te voeden op een hereeniging met hem, zij het niet in deze, dan toch in een andere wereld, waar alle onrecht vergolden wordt. De markies beet zich op de lippen en werd onrustig. Dat zijn woorden van een school meisje en niet vsn een vrouw als gij, zeide hij ernstig. Ik neem ze ook niet aan -als een beslissing, want ik heb een recht op u, Eugenie, dat ik niet zal prijs geven. Sedert jaren ken ik u en gij hebt mij stilzwijgend hoop ge geven. Ik leg mijn hart hier aan uwe voeten gij kunt en moogt het niet verstooten I De markies sprak dringend, doch me vrouw deed alsof zij het niet bemerkte. Zij keek nog altijd naar de plaats, waar zij de schaduw had zien bewegen. Wij zullen er niet verder over- spreken, antwoordde zij kalm. Mijne gasten vertrekken morgen, maar ik biijf nog een week op Montfacon. Blijft gij dan alleen hier Met mijn huishouding, maarzon- der mijn gasten. Na zooveel drukte verlang ik naar eenzaamheid en rust. Ik houd er van om 's avonds langs de klippen eenzaam te wandelen, daarom ga ik steeds alleen. Ik bekommer me niet om wind en regen. Het ruischen der zee en de avondkoelte werken be darend op mijnen geest. De markies schudde het hoofd. Klinkt u dat zoo zonderling? Mij schijnt het menigmaal, alsof mijn hart, in weerwil dat het zooveel heeft geleden, nog zoo jong is als voor acht tien jaren, en zij bedwong een lachje. Dc volgende week vertrek ik naar Parijs. Ik had mijn reis op morgen bepaald, zeide de markies. Maar als gij blijft, blijf ik ook. Hebt gij er ook aan ge dacht, dat het de volgende week kan blijven regen en stormen - Wat maal ik om het weder I Maar laat ons van hier gaan.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1931 | | pagina 1