Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuw sell- VI aan deren Strijdt tegen den oorlog No. 20. DINSDAG 1(5 JUNI 1931. 4ïe Jaarg. J. C. VINK - Axel. FEUILLETON. Buitenland. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNF. MENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER We wilden eerst aan het hoofd van dit schrijven zetten „oorlog aan den oorlog", maar hoe min der men oorlog voert, hoe beter en daarom oorlog vermijden. Het is zoo'n vreeselijk woord, met zoo'n vreeselijke beteekenis, dat we zelfs huiveren te schrijven oorlog tegen den oorlog, en daar om strijdt tegen den oorlog. Het is echter een kreet, die in deze tijden zóó vaak wordt gehoord, dat het wordt vervaagd. En toch blijft het noodzakelijk en we zouden gaarne zien, dat alle propaganda, die b.v. wordt gevoerd tegen drankmisbruik, eens een jaar werd stop gezet en de kosten, die voor deze pro paganda besteed of begroot wa ren, eens gebruikt werden om strijd tegen den oorlog te voeren. Want dit is o.i. wel de ergste plaag, die een volk kan overkor men. Van nabij sloegen we gade, hoe België er onder leed en steeds is men nog maar bezig zich op oorlog voor te bereiden. Zoo lezen we nu weer, dat het Engelsche ministerie van oorlog een besluit heeft afgekondigd, voornamelijk behelzende, dat alle manschappen van het Roode Kruis zich moeten bekwamen in het verplegen van gasslachtoffers. Generaal-majoor D. J. Collins heeft een speciale dienstorder voor het Engelsche Roode Kruis uitgevaardigd. In de inleiding wordt vastge steld, dat in oorlogstijd eventueel rekening zal moeten worden ge houden met een schending van internationale verdragen en dat in zoo'n geval de civiele bevol king weerloos aan de chemische wapens is overgeleverd. Het moet dus een van de toe komstplichten van het Roode Kruis zijn om al haar leden in de beschermingsmethoden tegen het gasgevaar te bekwamen. Nadere omschrijvingen volgen dan over de verschillende ziekte stadia van gas-slachtoffers, en het geschrift besluit met de op- wekking aan alle leden om reeds van nu af aan de civiele bevol king de gevaren van een gas aanval onder te brengen, opdat zij in het oogenblik van gevaar niet hulpeloos zal staan. Op een interpellatie over de noodzakelijkheid van dergelijke maatregelen, welke in strijd zijn met de internationale verdragen, antwoordde Shaw, de minister van oorlog „Mij is bekend, dat in ver schillende Europeesche landen het chemische wapen als het wapen van de toekomst wordt genoemd en ik ben van oordeel, dat het zich in die beteekenis steeds verder zal ontwikkelen. Ik beschouw het daarom als mijn plicht het Engelsche volk op de dreigende gevaren opmerkzaam te maken en het in te lichten op welke manier het zich tegen de chemische wapenen kan be schermen." We behoeven daar niets aan toe te voegen: „Gas het wa pen vandetoekoms t." Dit was het, dat ons op het idee bracht om de propaganda tegen alcohol-misbruik stop te zetten voor een jaar. Immers, het misbruik van alco hol is (gelukkig) toch al niet te vergelijken met vroeger jaren. En hoeveel meer ellende moet zoo'n gasoorlog niet brengen Daarom moest men strijden voor een algemeen verbod op het fabriceeren of toepassen van zulke weermiddels. Hoe kan het voordeel van zoo'n strijdmiddel, als gifgas, opwegen tegen de ellende, die weer duizenden bij duizenden menschen ervan zou den moeten ondervinden? ENGELAND. Dreigend mtynconflict. In de afgeloopen dagen zijn in het mijnbedrijf twee stappen gedaan, welke er het publiek in Groot-Brittannië aan kunnen her inneren, dat het spoedig in dezen tak van nijverheid weer spaak Lieve Marie, zeide hij, ik geloof kan loopen. Over een maand zal een nieuwe critieke toestand rij zen. Dan eindigt de termijn van wetgeving, waarbij de zevenurige werkdag voor vijf jaar werd in gesteld. De mijnwet van vel leden jaar, die een werkdag van niet meer dan 7VS uur toestond, komt dan eveneens aan haar einde. De beteekenis hiervan is, dat van dien datum af een werk dag in alle mijnen van Engeland van meer dan zeven uur onwettig zou zijn. De mijnwerkers willen bij het van kracht worden van der. nieuwen wetteüjken toestand geen loon verliezen. Maar ieder een is overtuigd, arbeiders, zoo wel als mijneigenaren en offi- ciëele personen, dat een mijn bedrijf, gebaseerd op een zeven- urigen werkdag en met behoud van de bestaande loonregelingen, financieël spoedig even diep in de put moet zijn als de onaan geroerde steenkool van Engeland zelf. De eigenaren in Zuid-Wales hebben nu aangekondigd, dat een herziening van de loonen over een maand van kracht zal worden. Zij nemen bij voorbaat de maat regelen, welke noodig zullen worden wanneer de regeering niets zou doen om de komst van den zevenurigen dag die loonsverlaging noodzakelijk zou maken te verzetten naar een toekomst, niet te voorzien in dit stadium, waarin zelfs zeven uur dagwerk in het mijnbedrijf loo- nend zou kunnen zijn. In de tweede plaats is aange kondigd dat vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers van Nottinghamshire bij den minister voor de' Mijnen zijn geweest, wien zij hebben ver teld, dat de bekorting van den huidigen werkdag van 7VS uur op loonsverlaging moet uitloopen, hetgeen beide partijen willen vermijden. De vakbond van Not tinghamshire en het is niet de eenige neemt hier een andere houding aan dan de federatie van mijnwerkersbonden, die heeft gedecreteerd, dat de 7-urige dag er komen moet op den vastge- I Ik zal er onmiddellijk voor laten zor gen, zeide hij kortaf. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. stelden dag en dat, wel verre van loonsverlaging, een wet op minimum-mijnwerkersloonen moét worden gemaakt, voordat de ar beidstijd wordt verminderd, waar bij de loonen hooger worden gesteld dan ze thans zijn. Namens de regeering, van wie wordt verwacht, dat zij de crisis zal keeren, is medegedeeld, dat zij uitkomst verwacht van een vergelijk tusschen de partijen, zonder inmenging der regeering. Deze houding vindt veel afkeu ring. En de regeering wordt aan geraden snel een noodwetgeving in te stellen, waarbij het in wer king treden van den nieuwen wetteüjken toestand, met zijn 7- urigen arbeidsdag, nog verder wordt opgeschorst. Geschiedt dat niet, dan wordt gevreesd, dat biunen eenige weken het land opnieuw zal zuchten onder een arbeidsgeschil van rampspoedig effect Steun voor demobiliseerden. Het Bestuur van den Bond van Mobilisatie-Invaliden en van hunne Nabestaanden te Drachten schrijft ons: Wij ontvangen momenteel weèr veel brieven van menschen, die van het door de Regeering bij de Tweede Kamer ingediende wetsontwerp, ten behoeve van de Mob.-Slachtoffers hebben ge lezen, met het verzoek, hen in lichtingen te verschaffen en hen te helpen. Het spreekt vanzelf, dat wij dit gaarne doen. Hieruit blijkt ons echter, dat er nog altijd tal van mannen en vrouwen in het land zijn, die bij de totstandkoming van deze wet zeer groot belang hebben. Om evenwel teleurstelling te voorkomen, wil ons Bestuur er nog gaarne eens met nadruk op wijzen, dat indien belanghebben den zich vóór een eventueele afkondiging der wet niet hebben aangemeld, zij vrij zeker voor altijd te laat zijn, gezien de voor- stellen, die de Minister aan de Kamer heeft gedaan. Allen, die gediend hebben in het tijdvak van 1 Aug. 1914 tol 1 Jan. 1920 en afgekeurd zijn wegens ziels- of lichaamsgebre ken of niet valide naar huis zijn gezonden bij de demobilisatie en hiervan schade hebben geleden en nog lijden, evenals de nabe staanden van dezulken, zullen daarom goed doen, zich alsnog ten spoedigste aan te melden, zoo zij dit tot dusver nog niet hebben gedaan ook dan, wan neer zij denken momenteel niet in aanmerking te kunnen komen om welke reden dan ook. Nogmaals, doet men dit niet, dan is het vrij zeker binnen enkele weken voor altijd te laat. Daarom, laat men zich haasten Ons Bestuur geeft allen gratis inlichtingen, die er om vragen, mits postzegel voor antwoord is ingesloten. Prinses Juliana te Groningen. Het bezoek van H.K.H. Prinses Juliana aan de stad Groningen in verband met het doopen en te water laten van het nieuwe instructievaartuig van het Onder wijsfonds voor de Scheepvaart is voor Groningen aanleiding ge worden tot het brengen van een grootsche hulde. Omstreeks half twaalf arriveerde H.K.H. Prinses Juliana Zaterdag per auto uit het Loo te Groningen, vergezeld door haar Kamerheer mr. J. C. Baron Baud en de hofdame Jkvr. A.M. Barones Bentinck. De Prinses begaf zich onmiddellijk naar de woning van deff Commissaris der Koningin, Jhr. mr. A. M. L. Tjarda van Starkenborch Stach- ouwer, waar de lunch werd ge bruikt. Te half twee werd H.K.H. door de Oranje-vereeniging „Oranje- Nassau" te Groningen een vaan- delgroet gebracht, gevolgd door een spreekkoor, terwijl daarna gezongen werdpn het Vereeni- gingsüed „Oranje boven" en het Wilhelmus. Te twee uur begaf H.K.H. zich aan boord van het instructie- (Wordt vervolgd,} COll Bureau Markt C 4. Telef. 56 - Postrek. 60263. 68; Indien Alexe Mixtotne eens naar haar toegaat vroeg de markies be zorgd. Dat zal hij niet durven wagen. Zij is van hem gescheiden. Maar ik zai spionnen uitzenden en hem gevan gen doen nemen, ik zal het zoo weten aan te leggen, dat hij voor uw huwe lijk niet aan den rechter wordt over geleverd. Dan kunt gij met uw vrouw naar het buitenland trekken en zijt dus buiten het schandaal. En het meisje Piron legde een plan bloot om Sofie uit den weg te ruimen en de markies hoorde hem in het begin rustig aan. Hij werd echter voortdurend angstiger en riep eindelijk: Doe wat gij wilt, Philippe, doch laat mij met rust. O, die vervloekte mis daad. Een van ons beiden zij of ik moet wijken en ik kan niet! Ik kan mijne titels, goederen, eer en aanzien niet prijs geven de nederigheid der mannen, de coquetterie der vrouwen, de gemakken van den rijkdom zijn mij eene behoefte en ik wil dat alles niet opgeven om een zwak meisje. Zij heeft haar geheim goed bewaard, zelfs graaf Beaucourt weet niets. Zij moge dan met haar geheim verdwijnen. Hij ging naar het venster en keek naar buiten, waar de storm woedde, maar in zijn binnenste stormde het nog harder dan in de natuur. Philip pe maakte nog ecnige opmerkingen en vertrok. De markies wierp zich weer in zijn stoel. Gevloekt zij deze bloedzuiger 1 siste hq door de op elkaar geklemde tanden terwijl hij aan zijn bediende dacht. Indien hij dood ware, zou ik vrijer kunnen ademen. Hij heeft inij tot gek wordens toe gepijnigd en gekweld, ik gaf een vermogen als ik van hem af was. Maar eer hij gaat moet hij dit werk nog verrichten. Dwaas meisje I Zij had beter gedaan in Griekenland te blijven. Zij heeft de trekken van haar geslachthoe kan mevrouw Mixtome zoo blind zijn dat zij dit niet bemerkte? Mixtome leeft en is hier? Zal het on geluk over mijn hoofd losbreken Wel aan ik zal mijne vijanden doen vernie tigen of met hen sterven. MISDAAD VAN PIRON. De volgende morgen brak aan. Er waaide een frissche wind van de zee, die in zonnestralen schitterde, als ware de onafzienbare watervlakte met gou den streken versierd. Graaf Beaucourt was na het ontbfjt naar het dorp gegaan, terwijl mevrouw Bartineux en Softe zich op de balkon kamer bevonden. Zooals gewoonlijk klaagde de oude dame erg. Hoofd en hart waren ziek en als hare klachten tot Sofie waarheid bevatten, dan leefde er geen ongelukkiger schepsel dan zij. Deze hoorde ze geduldig aan en gaf nu en dan haar medelijden te kennen, terwijl haar blik ernstig op de golven rustte. De markies van Charlemont trad de kamen binnen. Met schijnbare belang stelling luisterde hij naar de klachten zijner zwagerin en bemerkte den ern- stigen blik van Sofie. dat ik u een middel kan aanraden.dat u betere diensten zal bewijzen, dan uwe pillen, poeders en zalfjes. Inderdaad, riep mevrouw Barti neux. ts het homoeöpathie Ik heb beide methodes al beproefd. Ik dacht niet, dat gij belang zoudt stellen in mijne gezondheid, August. Wat is dat voor een middel, dat gij bedoelt? Gij blijft Ie veel op uw kamer. Gij moet meer frissche lucht en bewe ging hebben. Wanneer gij op dezen fraaien morgen een watertochtje deedt, zoudt gij met goeden eetlust terugkee- ren en al uwe kwalen zauden ais bij tooverslag verdwijnen. Ik houd niet veel van watertoch tjes, antwoordde mevrouw Bartineux teleurgesteld. Toen ik het laatst deed, beloofde ik mij zelf dat dit voor goed uit zou zijn, want ik werd er ziek van. Gij behoeft het jacht niet te ne men. Wij hebben zeilbootjes genoeg die voor een tochtje langs de kust «eer geschikt zijn. Ik geloof dat juf frouw Lepage gaarne met u zal mee gaan. Ik ben bij het water groot ge bracht, zeide zij. Mijn vader hield een jacht, waarmee wij dikwijls zeiltochten deden. Ik ben altijd gaarne op z'e geweest en indien mevrouw Bartineux een tochtje wil maken, zal ik haar met genoegen vergezellen. Een kleine boot schommelt niet zoo hevig als een groot jacht, zeide mevrouw Bartineux, en als gij het mij aanraadt, August, wil ik het beproeven. In de oogen van den markies[!ich!te een duivelsch vuur, dat echter noch door mevrouw Bartineux, noch door Sofie werd opgemerkt, Hij belde en beval .een bediende de „Louise" voor een pleiziertochtje langs de kust gereed te maken. Ik zou gaarne van de partij zijn zeide hij, maar ik heb nog brieven te schrijven en verzoek u mij te veront- schuldiger. Gij zult goed doen door u warm te kleeden, want het is althd koud op het water. Tot straks. De dames gingen naar hare kamers om zich voor het watertochtje te klee den en kwamen spoedig terug met groote shawls onder den arm. Mevrouw Bartineux steunde op den arm vanSofie en beiden gingen naar de boot. Ik begrijp niet hoe ik er toe ge komen ben, deze steile trappen af te loopen, zeide mevrouw Bartineux*oen zij beneden was, en zij zag sidderend naar de rotsen op. Ik geloof dat ik het deed omdat August opeens zooveel belang in mij stelde. Nooit te voren heeft hij zich om mijne kwalen be kommerd en dikwijls kwam het mij voor, alsof hij mij niet geloofde. Zij bereikten de bocht, waar de „Louise' op haar wachtte. Twee man nen bevonden zich in de boot, van welke de een aan den mast stond, te-- wijl de andere bij de komst der dames aan land sprong en de boot vasthield totdat de dames ingestegen waren daarna stapte ook hij in, maakte de ketting los en stiet van wal. Hij gaf zijn makker een teeken de zeilen te spannen en de boot gleed pijlsnel vooruit. Dat is hemelsch. riep mevrouw Baitineux. Het doet mij genoegen, dat ik het gedaan heb. Kapitein, gij hebt zeker geneesmiddelen aan boord, voor het geval dat ik ongesteld mocht wor den. Ik vergat ze mede te nemen. Een bediende van den markies heeft een kistje met flescbjes, poeders en pillen gebracht, voor hij hier kwaamt antwoordde de schipper. Ik heb anders altijd mijn zoon bij mij, maar hij ging visschen en de bediende bood zich aan hein te vervangen. Mevrouw Bartineux en Sofie keken naar den man, die aan den mast stond en herkenden in' hem Philippe Piron. Goed dat gij hier zijt, Philippe, zeide mevrouw vroolijk verrast Ik weet dat gij goed kunt zeilen, en daar om voel ik mij veiliger. Pnilippe boog en nam den hoed af. I Ik bracht de kist hier, mevrouw zeide hij en de kapitein vond goed. dat ik hem hielp. Sofie gevoelde zich door de tegen woordigheid van Philippe aangedaan. Ztj wendde het hoofd van hem af en keek naar de zeevogels en schepen in de verte. De „Louist" doorkliefde de golven kalm en met groote snelheid; het op de hooge foisen gelegen kasteel werd hoe langer hoe kleiner voor het oog Mevrouw Bartineux herhaalde ver schillende malen hoe goed haar het tochtje deed en dat zij zich zoo wel gevoelde ais dit ooit het geval was ge weest. De schipper hield de boot kort bij den oever en bij een bocht verdween het kasteel uit het gezicht. Mevrouw k;ek op haar horloge. Wij zullen dezen hoek nog om« zeilen en dan terugkeeren, zeide zij. Haar bevel werd gevolg. De boot schoot met volle zeiien voorwaarts langs een rij half onder water verscho len rotsklippen, waarop de golven schuimend uiteenspatten.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1931 | | pagina 1