H S 2 Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h - Vlaand er en No. 18. DINSDAG 9 JUNI 1931. 47e Jaafg. J. C. VINK - Axel. De verdeeling der zetels. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56 - Postrek. 60263. tot 5 regels 60 Centvoor Groote letters worden naar ADVERTENTIËN van 1 eiken regel meer 12 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. uiterlijk We gaven in ons vorig num mer nog eens den uitslag in stemmencijfers van de in 1927 gehouden stemming voor den gemeenteraad en vergeleken met die van de Statenverkiezing zal men allicht schattingen en bere keningen maken, naar mate men er liefhebberij voor heeft of be langhebbende is. En omdat nu morgen (Woensdag) voor veler lei candidaten de beslissing zal vallen, lijkt het ons gewenscht eens duidelijk met een paar voorbeelden weer te geven, hoe de uitslag berekend wordt, en wel naar het voorbeeld, dat mr. dr. G. van den Bergh een paar jaren geleden gaf in „Het Volk", althans na de jongste wijziging in de kieswet. In de meeste gevallen dan komt een partij of lijst, die min der dan 75 pet. van den kies- deeler haalt, niet voor een zetel in aanmerking. En zoo komt in 't algemeen ook een partij met minder dan l1', X den kiesdeeler niet in aanmerking voor een tweeden zetel en een partij met minder dan 21/i X den kiesdeeler niet voor een derden zetel in aanmerking (behoudens de moge lijkheid van uitzonderingen in zeldzame gevallen, waarop we straks terugkomen). Men kan dit aldus samenvatten: de „rest zetels worden toegewezen aan de grootste overschotten, mits het gemiddelde aantal stemmen per zetel niet onder 75 pet. van den kiesdeeler daalt. Dit gemiddelde wordt verkre gen door het getal stemmen, da; een lijst verkrijgt te deelen door het aantal zetels, dat aan die lijst wordt toegewezen. We zullen dat met een voor beeld nader verduidelijken. Stel, er zijn 1100 geldige stem men uitgebracht voor 11 zetels, dan is de kiesdeeler 100. Deze zijn bij de stemming b.v. ver deeld als volgt (k beteekent kiesdeeler) Partij A 360 st. 3 X k 60 B 145 1 X k +45 C 220 2 X k 20 D 65 0 x k +65 E 310 3 X k+10 9 zetels. Het is duidelijk, dat partij A terstond 3 zetels krijgt, B 1C2, D 0 en E 3. Er zijn dan 9 zetels verdeeld en nu zit de moeilijk heid in de vraagwelke partijen zullen de 2 „rest"-zetels krijgen. Men begint dan met de grootste overschotten. Het grootste over schot heeft partij D met 65, maar deze komt niet in aanmerking, omdat zij minder dan 75 pet. van den kiesdeeler heeft. Het daarop volgende overschot is 60 van partij A, die dus den eersten restzetel krijgt. Nu moeten we nog een zetel toewijzen. En deze zou dan komen weer voor het volgende grootste overschot, d.i. 45 van partij B. Maar omdat partij B maar 145 stemmen heeft en dus minder dan anderhalf maal der, kiesdeeler (150) en bij de tweede zetel haar gemiddelde beneden de 75 pCt. van den kiesdeeler (hier 75) zou dalen, krijgt ook deze partij geen 2 zetels. Het nu volgende overschot is 20, van partij C. Deze heeft reeds 2 zetels en voor 3 zetels moet een partij minstens 21/* X den kiesdeeler hebben, of ge middeld weer 75 pet. Zij zou dus in dit geval minstens 225 stemmen moeten hebben en om dat zij slechts 220 st. heeft, valt ook partij C er buiten. Blijft dus over partij E, met een rest van 10 stemmen. Deze komt nu voor een vierden zetel in aanmerking, aangezien bij toe kenning van den vierden zetel aan E het gemiddelde van deze partij nog bove.i de 75 pCt blijft. Partij E krijgt dus den 2en rest zetel. De uitslag is dus, dat A 4, BI, C 2, D 0 en E 4 zetels heeft. En zoo gaat het in de meeste gevallen. Het kan echter ook gebeuren, dat (bij uitzondering) aanvanke lijk geen enkele partij voor een restzetel in aanmerking komt, omdat het gemiddelde van alle partijen, die nog geen restzetel gekregen hebben, door toeken ning van nog een zetel beneden de 75 pet. zou dalen. Om daar van een voorbëeld te geven, zul- ien we den gegeven uitslag van het eerste voorbeeld een beetje veranderen. Stel dus weer 1100 stemmen voor 11 zetels en dus een kies deeler van 100. 'artij A 360 st. B 145 220 65 280 30 C D E F x k +60 X k 45 Xk 20 X k 65 x k 80 X k 30 Er zijn dus direct 8 zetels toegewezen en -blijven er nog 3 restzetels te verdeelen. De eerste daarvan is volgens het hierboven gegeven voorbeeld voor partij met het grootste overschot, en de tweede voor partij A. Partij B kan den 3en zetel niet krijgen en partij F evenmin, noch ook partij C, omdat het gemiddelde dezer par tijen daardoor beneden de 75 pet. zou dalen. Wat nu te doen De wet zegt, dat nu alle par tijen weer met gelijke rechten in aanmerking komen. We krijgen nu dus de zgn. tweede verdee ling der restzetels. De overblijvende zetels (in dit geval maar één) worden nu toe gekend aan die partijen, welke na toekenning van dien zetel het grootste gemiddelde zou den hebben, met dien verstande echter, dat elke partij maar één zetel van die restzetels kan krij gen. Men gaat dan als volgt te werk A heeft reeds 4 zetels; door toekenning van den 5en zetel zal het gemiddelde dalen tot 72 (360:5 72). Het gemiddelde van lijst B wordt dan (met een zetel erbij) 145:2 721/,het gemiddelde van lijst C 220:3 73VS i van D door toekenning van een zetel 65; van E 280:4 70 en bij F is het 30. Het grootste gemiddelde heeft dus C met 731/» en dus krijgt lijst C den elfden zetel. Hadden we voor lijst D 74 stemmen gezet en voor F 21, dan zou lijst D den laatsten zetel heb ben gekregen en had men dus een geval, dat een partij met nog minder stemmen dan 75 pCt. van den kiesdeeler toch nog een zetel behaalde. Het kan zelfs zóó eigenaardig loopen, dat in zoo'n geval, (als er b.v. vier candidaten zijn op die lijst) iemand met 20 stemmen een zetel behaalt. Het is echter zeld zaam, maar een troost voor kleine partijtjes, die een kans wagen. Van het meeste belang is het, dat een of meer partijen, die tusschen 100 en 150 pet. van den kiesdeeler zweven, practisch gesproken van het verkrijgen van een tweeden zetel in den Raad zijn uitgesloten. Intusschen meenen we hier mede een zoodanige uiteenzet ting te hebben gegeven, dat ieder, die behoorlijk lezen en rekenen kan, uit de behaalde stemmencijfers kan nagaan wie der candidaten als gekozen kun nen worden beschouwd. Het s c h ij n t meer ingewikkeld, dan het in werkelijkheid is. We hebben nu het getal zetels berekend, dat aan iedere partij wordt toegewezen, maar nu heb ben we nog niet nagegaan, wie de gekozen personen zijn op elke lijst. Ook dit is niet moei lijk. Aileen in sommige gevallen, b.v. wanneer er een groot getal voorkeurstemmen is uitgebracht, zou de aanwijzing aanleiding kun nen geven tot abuizen. Toch geeft de wet dit duidelijk aan. In de eerste plaats wordt nl. gekozen verklaard degene, die den lijstkiesdeeler haalt. De lijstkiesdeeler is het getal, dat men krijgt door het getal stem men, dat op een bepaalde partij (lijst) is uitgebracht, te deelen door het getal zetels dat aan die partij (lijst) is toegewezen. In het 2e geval is hij de geko zene, die na overdracht der stern- Gij zijt wel barmhartig geweest. men de lijstkiesdeeler haalt, in volgo.de van de lijst der namen, van boven af. En in het 3e geval is gekozen degene, die meer stemmen (voor keurstemmen) heeft, dan de helft der lijstkiesdeeler bedraagt. B.v.: Op lijst A (zie ons le voorbeeld) waren 360 stemmen uitgebracht. Laten we aannemen, dat die verdeeld waren als volgt 1. Gerards 200 st. 2. Hendrikse 64 3. Jansen 26 4. Kareis 18 5. Leenderts 7 6. Meertens 45 Aan deze lijst zijn 4 zetels toegekend, dus is de lijstkies deeler 3604 is 90. Al dadelijk is dus te zien, dat Gerards ge kozen is, omdat hij meer stem men heeft, dan de lijstkiesdeeler (90) bedraagt. Nu krijgen we het 2e geval en worden de stem men overgedragen. Gerards heeft 200 90 is 110 st. over, welke worden overgedragen op Hen drikse. Deze krijgt nu 64 +110 is 174 st. en is ook gekozen. Hij heeft 174 90 is 84 st. over, die Jansen krijgt, zoodat deze 26 84 is 110 st. heeft, en dus ook gekozen is en nog 110 90 is 20 st. over heeft. Et zijn dus nu 3 candidaten ge kozen. Aan de lijst zijn echter 4 zetels toegewezen, zoodat nog een persoon moet worden aan gewezen. Nu zou men denken, dat dit Meertens wordt, omdat hij meer stemmen heeft, dan Kareis, doch dit is onjuist. Als Meertens aangewezen werd, zou hij vol gens de wet meer stemmen moe ten hebben dan de helft van den lijstkiesdeeler, dus in dit geval meer dan de helft van 90, dus minstens 46. Hij heeft dus net 1 stem tekort cm gekozen te zijn. In dit geval gaat de toewijzing weer van bovenaf en is Kareis als 4e gekozen. Zoo gaat het ook met de an dere lijsten, ofschoon dan natuur lijk met andere getallen. Wordt vervolgd, AXELSCHE COURANT 66; Terwijl mevrouw Mixtome met deze gedachten hare kamer onrustig op en neerliep, en graaf Beaucourt zich uit putte om een verklaring te vinden voor S-fie's verdachte handelswijze terwijl Sofie zich aan hare smart overgaf werd er in een der kamers van Char- lemont een tooneel afgespeeld, dat wel in staat was meer licht te verspreiden over het duistere drama der familie Charlemont. De markies was naar zijn bibliotheek waar hij bleef tot alle bewoners van het huis zich ter ruste hadden g. legd. Toen zocht hij ook zijn slaapkamer op. Langzaam en zacht schreed hij naar het raam en keek naar buiten; hij zag echter niets dan den donkeren nacht. Rillend trad hij terug, liep eenige ma len de kamer door en zette zich ver volgens in een leunstoel aan denschoor steen neer. Hij had geen aangename gedachtenhij bemerkte niet dat de deur geopend werd en Philippe Piron met een lachje binnentrad. Deze na derde zijn heer op de teenen en liet eensklaps zijne hand op diens schou ders vallen. De markies schrok alsof hij op een misdaad werd betrapt. Hij staarde zijn bediende verwilderd en vragend aan. Philippe lachte honend. Hoe durft gij het wagen mij aan te raken zonder te waarschuwen De bediende lachte opnieuw en nu dreigender dan de eerste maal, Wees toch zoo dwaas niet, zoo zei hij, het was maar een beetje ver trouwelijkheid. Gij zoudt beter doen met te gaan zitten en kalm te blijven. De markies ging weer zitten; zijne knieën knikten. Hij moest wel zitten wilde hij niet neerzijgen. Gij zijt zoo zenuwachtig als een schoothondje, spotte Philippe. Het vet wondert mij, dat gij nog niet van uw zeiven valt. BahIk, een man met ge zonde zenuwen, zinnen en krachten kan me met zulke laffe menschen niet vereenigen. De oogen van den markies bliksem den van woede door deze beleediging. Ellendeling 1 riep hij. Niet zoo hard, mijn vriend, zeide de bediende kalm. De markies beet zich op de lippen en voer met ergernis, doch op kalmer toon voort: Wanneer gij nog eens met zulk een onbeschaamdheid aan boord komt zal ik u wegzenden nu heb ik er genoeg van 1 Ik verdraag het niet langer. De bediende lachte weder. Hij scheen plezier te hebben in de woede van zijn heer. Ben ik voor het oog der men schen niet onderdanig genoeg? vroeg hij. Wanneer het iemand ziet vergeet ik nooit dat gij mijn heer zijt, de trot- sche markies, dien ik dien, en dat ik slechts een worm ben onder zijne voe ten. Is dat niet zoo? De markies verwenschte zich. Wat beteekenen al die kunstjes als wij alleen zijn vervolgde de be diende. Wij zijn beiden menschen de een niet beter en niet slechter dan de ander ha! hal hal Wij zijn twee broeders! ik ben communist van prin ciep, de laaggeboren man is volgens mijn meening even goed als de hoog geborene. Wat uw boosheid betreft, gij kunt die gerust voor u houden, want in 't openbaar zal ik niet verge ten, dat gij mijnheer zijt en ik slechts te dienen heb. De markies zweeg; om zich in te houden beet hij zich op de lippen, maar op zijn gelaat lag een duivelsche uit drukking. De bediende liep onverschillig de kamer op en neer. Een blik op zijn heer werpend, zei hij boosaardig. Wanneer uwe woede wat be daard is, heb ik u iets te zeggen. De markies deed alsof hij niets had gehoord. Na eenige minuten stille vroeg hij Wat moest die zaak op Montfa con van avond beteekenen? Welke zaak? Met dat ongeval van juffrouw Lepage op de klippen.| Die geschiede nis was natuurlijk verzonnen. Ik ken je te goed, dan dat gij mij kunt be driegen. Het m lisje bevestigde uwe woorden ook met. Waarom is zij zjo lang buiten gebleven De geschiedenis, die ik vertelde was valsch, dat is waar een leu- gefitje om bestwil en gij zult moe ien erkennen, aardig gevonden. De waarheid is dat ik de jonge dame in het bijzijn van een man vond en haar moeilijke vragen besparen wilde. De markies hief het hoofd op en keek den spreker aan. Is dat weer een leugen Het is de waarheid. Indien me vrouw Mixtome of mevrouw Bartineux er iets van wisten, zou juffrouw Le page nog dezen nacht een ander vei- blijf hebben moeten zoeken. Barmhartig? Ja. Maar niet zoo zeer voor juffrouw Lepage als voor andere menschen. Wanneer de man nog heden avond ontdekt ware gewor den, dan zoudt gij markies een slech ten nacht gehad hebben. Ben je gek Weet u wie het meisje is, dat hier juffrouw Lepage genoemd wordt Ja. Zij is een Franscne, die in Griekenland groot gebracht,graaf Beau court en markus Bertin met eigen le vensgevaar uit een roovershol heeft gered. De graaf heeft mij de geschie denis verteld. Zij is een heldin. Goed, maar wiens kind is zij Haar vader moet een verarmde Franschman zijn. Het doet niets ter zake wiens kind zij is. Zij staat zoo ver boven u, dat ik uwe belangstel ling in haar geheel overbodig acht. De bediende lette niet op den spot. die in deze woorden lag opgesloten. Gij hebt toch heur haar gezien, zeide hij, het fraaie, als met zonne licht doorweven, kenmerkende haar? Gij wordt poëtisch. En gij moet ook hare oogen ge zien hebben, zoo blauw als de beroem de sephiren van Charlemont. Zaagt gij ooit zulk haar en zulke oogen De markies verschrikte. Gij hebt de gelijkenis dus ook be merkt? vroeg de dienaar. Wat wilt gij daarmee zeggen, antwoordde Philippe, zich voorover buigend en zacht sprekend, dat deze Sofie, markiezin van Charlemont is? De markies scheen ais een steen ver anderd En nog meer, vervolgde Philippe. Zij kent haren rang en is hier geko men onder eenen valschen naam, met een geheim doel I Er volgde een lange stilte alvorens de markies weer tot zich zeiven kwam. Zijne bleeke lippen openden zich en hij riep eensklaps: Gij liegt, ellendeling. Het meisje verdronk. Ik was bij de begrafenis. Zij is op Montfacon begraven. Hoe kunt gij mijne rust met zulke taal ver storen Zeker, er had een begrafenis plaats, antwoordde Philippe Piron. Er werd een kind ter aarde besteld, maar niet de kleine markiezin. Mevrouw Mix tome en alle andere werden bedrogen. Zou dat kind dan leven Het kind leeft en verblijft thans onder uw dak. Ik kan het niet gelooven het Is onmogelijk. Indien een ander kind in de plaats van de kleine markiezin werd begraven, waar bleef deze dan? Zij werd geroofd en ontvoerd. Geroofd Door wipn Gij schijnt uwe denkkracht te hebben verloren. Wie anders kon haar gestolen hebben dan Dan.... De ontvluchte moordenaar van den markies! Wie anders dan de ver volgde vluchteling, op wien een los prijs is gesteld I Hij was de echtge noot van mevrouw Mixtome, hij was de vader van het kind. Die is dood Dat wordt gezegd, jamaar hij is niet dood. Hij leeft en woonde vele jaren met zijn kind in Griekenland. Zijn dochter kwam met de hoop naar Fran krijk om haars vaders naam te zuiveren van de schande, die er op kleeft. Haar vader is ook hier. Hij was het, dien ik van avond op Montfacon aantrof.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1931 | | pagina 1