Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse li - Vlaanderen 8&Y2 No. 99. VRIJDAG 13 MAART 1931. 46e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Idealisme. FEUILLETON. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. tot 5 regels 60 Cent; voor Greote letters worden naar ADVERTENT1ËN van 1 eiken regel meer 12 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Zonder Idealisme is het leven onmogelijk. Idealisme is de drijfkracht des levens. Zonder idealisme zou het leven gansch doelloos zijn en zou het nog slechts eenigen tijd voort strompelen in eigen instinctieve kracht tot zelfbehoud. De nuchtere realiteitsman zie dus niet laatdunkend neer op den idealist, maar ruime hem een plaats in zijn leven en wereldwant idealisme zonder werkelijkheid is mogelijk, maar werkelijkheid zon der idealisme niet. Van idealisme gaat een schoone aantrekkelijke bekooring uit. Het idealisme geeft aan het leven tint en warmte en zonneschijn. Alleen maar, zoo hoog, zoo verheven mag het iJealisme het hoofd niet verheffen in hooger sfeeren, of het drage immer zorg dat het met beide voeten rotsvast blijft staan op den bodem der werkelijkheid. Wanneer het idealisme zich vleugelen aanbindt en zich ver heft van den vasten grond der realiteit, dan is meestal zijn lot tragisch beslist en ploft het neer gebroken en vernield. Dat is het gevaar waarin menig idealist verpletterd werd. Het is de tragiek van het ziekelijk, het mystieke idealisme. Dit ziekelijk idealisme kent het leven niet en het leven kent dit ziekelijk idea lisme niet. Het gaat aan elkan der voorbij, slechts zelden komt het tusschen beiden tot een har monisch treffen, meestal wordt het een wreed conflict, waarbij het stugge harde leven der werke lijkheid natuurlijk overwint. Wat het leven eischt is gezond idealisme en dat is niet het idea lisme van de dweepende jeugd, maar het idealisme van den erva' ringrijken man des levens. Nu zij het verre van ons het jeugd-idealisme weg te cijferen. Een oud spreekwoord zegt: „Een jong mensch zonder moed is een oud mensch zonder goed". Zoo min als zijn moed, kan een jong- mensch zijn idealisme ontberen. Hij voelt de jonge ongebroken en ongebreidelde kracht in zich tintelen. En die is zijn sieraad. Maar die krachtbewustheid mis leidt hem vaak. H ij zal der wereld zijn kracht ter hulpe biên. H ij zal der werejd het juiste pad wijzen. Als hij straks maar mid den in het rijke leven staat dan zal het beter worden Zoo droomt, zoo idealiseert hij. En één enkele maal strijkt de kille nachtvorst van 's levens werkelijkheid daar over heen en dan is de bloesem knop van idealisme verschrom peld en verdord. Een wijle zit hij dan in zak en asch. Totdat de mannelijke rijpheid komt, hij erva ring krijgt, het leven begint te kennen. En dan past hij zich bij het leven aan. Het is als met een met kool zuur vermengd bronwater, dat wild opbruischt, maarrasstilwordt en wat er overblijft is kristal helder vocht. Laat de jeugd dus haar dwe pend idealisme behouden, 't Is een bewijs dat er in die jonge ziel iets zit, dat zuiver is en aange naam aandoet als het bruischende bronwater als het tot rust komt. Al heeft het voor het leven geen waarde, voor de jeugd is het onmisbaar. Het doet het oog geestdriftig tintelen, het staalt de kracht, het sterkt het geloof in het edele, het schoone. Steun voor de Vlassers. Te Noordhoek, gemeente Stand- daarbuiten, is Woensdagnamiddag een vergadering gehouden van den R,K. Vlassersbond in Weste lijk Noord-Brabant, die zeer druk bezocht was. Aanwezig waren o.a. de Burgemeester van Zeven bergen, de voorzitter van den N. C. B. namens de commissie voor werkverruiming in West-Brabant, de burgemeester van Dinteloord en Fijnaart, van Dreischor bij Zieiikzee en verscheidene autori teiten uit den omtrek. Er werd aan herinnerd, dat de aan de vlasfabrieken te Steen- bergen en Zevenbergen steun werd verleend in den vorm van een bijdrage in de ioonen, zoodat rijk en gemeenten tezamen 55 pCt. bijdragen in het loon. Deze sub sidie is uitsluitend geldig voor mannen, hoofden, of kostwinners van gezinnen en voor slechts één persoon uit een gezin. Bij een werkweek van 53 uur kan op deze wijze een loon bereikt wor den van 12 a 15 gulden. Nu heeft de commissie getracht, voor de z.g. eigen vlassers het zelfde te bereiken als voor de arbeiders aan deze fabrieken, en het is haar daarbij gebleken, dat in Den Haag de goede wil hiertoe aanwezig is De kleine vlassers zouden denzelfden steun krijgen, met dit verschil, dat zij in hun eigen bedrijven werkzaam konden blijven. Echter, alle vlasbedrijven in een gemeente dienden dan te worden beschouwd als één bedrijf, aan het hoofd waarvan één per soon zou moeten komen te staan, een z.g. vertrouwensman, die voor de administratie zorgde, rekening en verantwoording deed, contróle oefende enz. Ook aan de ge meentebesturen zou dan dezelfde subsidie worden gevraagd als die welke voor de vlasfabrieken wordt verleend. De vergadering besloot, aan vragen in dien geest tot regeering en gemeentebesturen te richten De bedoeling is dus, dat den vlassers in eigen bedrijf steun wordt verleend, mits zij niet bij anderen gaan werken. De nood toestand in de kleine vlasindustrie is door het dalen van den prijs- van het product zóó, dat alle vlassers als werkloozen worden beschouwd, die in werkverschaf fing worden te werk gesteld in hun eigen bedrijf. Voorts besloot de vergadering actie te voeren om van regeerings- wege een zaaipremie te krijgen, zoomede regeeringssteun vooraf gewerkt vlas. Zwendel in naaimachines. Een te Leiden gevormde com missie heeft een rapport uitge bracht over de ergerlijke toestan- den, die met het afbetalingsstel sel in den handel in naaimachi nes aldaar zijn voorgekomen. Dit rapport is aan alle Kamers van Koophandel, Armenraden, Dien sten voor Sociale Zaken, Ge meentelijke Banken van Leening en reclasseeringsambtenaren in Nederland toegezonden. De Commissie wijst er onder meer op, dat de feitelijke grond slag van de gewraakte huurover eenkomst niet kan gevonden worden in consumptieve behoef ten van het publiek, doch dat de transacties grootendeels prac tisch gebouwd zijn op de door werkeloosheid en andere moei lijke omstandigheden veroorzaak te geldnood. De Commissie meent zulks met stelligheid te mogen afleiden niet alleen uit het geconstateerde feit, dat men aan absoluut oncre- dietwaardige lieden dure artike len in huurkoop heeft toever trouwd, doch ook uit de te harer overstaan afgelegde verklaringen, waaruit is gebleken, dat vele naaimachines reeds onmiddellijk na de levering aan soms door de provisireizigers zelf genoemde opkoopers werden verkocht. Aan den oogenblikkelijken geld nood werd daardoor wel op zeer noodlottige wijze tegemoet gekomen. De Commissie heeft gemeend te mogen constateeren, dat door de gevoerde actie te Leiden aan de gewraakte praktijken vrijwel een einde is gekomen. Hieruit mag volgens de Commissie de zeer algemeene conclusie wor den getrokken, dat het mogelijk is om aan vele uitwassen van het volkscredietwezen, die bij en door het afbetelingsstelsel kunnen ontstaan, een einde te maken. Ten slotte wijst de Commissie nog op de in bedoelde contrac ten voorkomende zoogenaamde „cessie-clausule", waarvan de kooper meestentijds de draag wijdte niet begrijpt. De 24ste Jaarbeurs. Wederom is gedurende een tiental dagen Utrecht het centrum Neent neenzelfs In waanzin was waarop de Nederlandsche handel en industrie hun belangstelling en kracht richt, wederom zullen vele duizenden zich in de komen de dagen opmaken om het oude Utrecht te bezoeken, om op de 25ste Jaarbeurs hun belangen te versterken, nieuwe connecties aan te knoopen, hun blik te verruimen en nieuwe afzetgebieden voor hun waren te vinden. Ten spijt van malaise en de pressie is het aantal deelnemers aan deze voorjaarsbeurs nog grooter dan ooit. Uitvoerig be sprak de secretaris-generaal van den Raad van Beheer der Neder landsche Jaarbeurs, de heer W. Graadt van Roggen in een pers bijeenkomst de economische toe standen in verband met deze jaar beurs. Aan deze zeer interessante rede ontleenen wij het volgende Betreffende de heerschende malaise, merkte de heer Graadt van Roggen o. m. het volgende op Op grond, meer speciaal van ervaringen op het gebied der jaarbeurswerkzaamheid, zou van eenig positief antwoord op de vraag of wij ons moeten voorbe reiden op nog erger tijden, dan wel op verbetering, de verant woordelijkheid niet kunnen wor den aanvaard. Wat wij weten en dan ook zeer positief weten is, dat het ditmaal, voor den algemeenen economischen toestand, een lang durig ziekbed geworden is en dat de doktersrekening hoog zal zijn. Bij elke langdurige ziekte echter komt er 'n moment, waarop zooals de leeken zeggen de natuur het verder maar moet zien te bolwerken. Ik heb het gevoel aldus spr., dat handel en industrie aan dit oogenblik toe zijn. Bij de voorbereiding van deze jaarbeurs is wederom zeer sterk de indruk bevestigd, dat onze in dustrie en onze handel in de kern gezond zijn, gezond van opzet en gezond van ontwikkeling en dat beide in ons land geschraagd worden door een gezond bank- Ik, markiet i (Wordt vervolgd,} AXELSCHE COURANT 46 EEN ONOVERWINNELIJKE HINDERPAAL. Den morgen na het diner op Char- lemont had het fraaie weer de gasten van Montfacon naar het park gelokt. Ook mevrouw Mixtome bevond zich buiten en had zich naar het park be geven, waar zij aan den oever der zee op een bank plaats nam. Sofie voegde zich bij mevrouw Mix tome en begaf zich, nadat Eugenie zich teruggetrokken had, naar de bibliotheek. Eugenie Mixtome zat in gedachten verzonken. Eensklaps hoorde zij voet stappen en bemerkte zij, dat de mar kies van Charlemont voor haar stond. Er lag iets ongewoons in de trekken van den markies en Eugenie werd dit onmiddellijk gewaar. Zijn gelaat was vuurrood en uit zijne oogen sprak on rust. Mevrouw Mixtome vermoedde dat hij haar over hunne wederzijdsche betrek king zou spreken. Zij ontving hem vriendelijk als altijd, doch haar hart sloeg sneller. Op hare uitnoodiging nam de markies naast haar op de bank plaats. Het verheugt mij, u welgemoed te zien, zeide de markies van Charle mont. Ik vreesde dat gij na deze be proeving geheel van streek zoudt zijn. Gij hebt u buitengewoon goed gehou den» Geen der gasten vermoedde, dat u er onder leedt. Eugenie keek zwijgend, als in ge dachten verdiept, voor zich uit. Waarlijk, uwe kalmte doet mij goed, zeide de markies. Ik meen daar uit te mogen afleiden, dat de oude wonden grootendeels geheeld zijn. Mevrouw bleef zwijgen; de markies nam dit als een toestemming op. Ik meen ook te mogen hopen, dat u eindelijk mijne genegenheid volkomen zult beantwoorden, om kort te gaan, ik kom opnieuw vragen of u mijne vrouw wilt worden. Óm de lippen van mevrouw speelde een weemoedig lachje; zij sprak ech ter niet en zag hem ook niet aan. Weet u, mevrouw, vroeg hij, en beproefde te lachen, dat onze vrienden en zelfs al de bedienden van het kasteel uwe tegenwoordigheid op mijn slot als een openbare kennisgeving onzer ver loving beschouwen? Nu zag Eugenie hem uitvorschend aan. En waarem heeft men dat- van de andere dames, die eveneens uwe gasten waren, ook niet gedacht? vroeg zij, De markies kleurde. Omdat Iedereen weet, dat u mij hoop heeft gegeven, antwoordde hij met een gedwongen lach. U waart in den laatsten tijd buitengewoon vrien delijk jegens mijop mijn verzoek kwam u naar Montfaconu overwon uwen afkeer om Charlemont te bezoe ken, waar u zooveel hebt geleden j moet Ik u nog zeggen, hoezeer ik er door gevleid en hoe verheugd ik was, dat gij mijne uitnoodiging aannam en mijn huis met een bezoek vereerdet? Ik heb dit voor een nieuw teeken uwer gunst gehouden. Mevrouw Mixtome had hem nog nooit zoo hooren spreken en besohouw- de hem daarom met eenige verbazing. Ik kan niet zeggen, dat uwe vraag mij verrast, markies, zeide ze langzaam, en toch weet ik niet welk antwoord ik u zal geven. Ik dank uriep de markies. Uwe aarzeling bewijst mij, dat gij mij niet onvoorwaardelijk wilt afwijzen. Ik heb u gekend en geacht sedert ik als bruid naar Charlemont kwam antwoordde Eugenie. Destijds was August Bartineux dezelfde vriendelijke man als nu. Ik heb u altijd gaarne mogen lijden, en het bevreemdt mij volstrekt niet dat de arme, ongelukkige markies zooveel van u hield. Hij was zeer goed voor u, hij betaalde verschil lende malen uwe schulden en gij waart op zijn kasteel altijd welkom. Ja, hij was aliijd zeer goed voor mij, bevestigde de markies, nadenkend het hoofd schuddende. En waarom moest het noodlot u tot zijn erfgenaam maken Een verschikkelijk noodlot, zeide de markies. Hij zag schuw naar mevrouw, doch sloeg daarna de oogen wêer neder. Hij wenschte zoo gaarne op zijne zaak terug te komen. Mevrouw staarde hem eenige oogenblikken uitvorschend aan en hernam daarop Ik zeide dat ik u steeds goed heb mogen lijden, August, en dat is ook zoo maar een echtgenoot moet men beminnen, en liefde is een plant die niet op commando groeit en bloeit, De liefde zal mettertijd komen. Wordt mijne vrouw en ik zal trachten uwe liefde te winnen. Zeg dat gij mijne vrouw wilt worden en maak mij tet de gelukkigste mensch der wereld, Dat kan ik u nog niet zeggen, antwoordde Eugenie zacht. Ik ben eenmaal bemind en mijn hart bewaart nog die liefde Alexe Mixtome, die onteerd en veroordeeld is, bezit nog de liefde en trouw.. Wat is dat voor een dwaasheid, Eugenie 1 Gij bemint Mixtome nog? Een man, die onschuldig werd bevon den aan moord en daarom ter dood veroordeeld is... Maar die aan deze misdaad on schuldig was, viel mevrouw hem met overtuiging in de reden,en hare oogen schoten stralen. Onschuldig zegt u? Het hof overtuigde hem van zijn misdaad. Zijns vaders vriend sprak het schuldige over hem uit! Onschuldig I Dit is de eerste maal dat ik sedert die ontzettende g_- beurtenis het woord „onschuldig' in verband hoor brengen met den naam van Alexe Mixtome. Onschuldig I arme Eugenie, weet gij wel dat dit woord eene aantijging is van het gerecht, ja zelfs van de kroon Mevrouw Mixtome wierp den mar kies een strengen blik toe. Hoe kan ik iets anders gelooven, daar voor het gerecht zulke verplet terende bewijzen tegen hem ingebracht werden Ik geloof dat hij zijn broeder doodde, maar ben verzekerd, dat hij het in drift gedaan heeft, dit getuigde ik ook voor het gerecht. Ik beproefde de vreeselijke misdaad te verontschul digen, om zijne straf te verminderen. Ik geloof dat hij naar de kamer zijns broeders ging om eene verzoeningte be* werken De markies was hard en wreed en voerde hem waarschijnlijk tot waan zin. ja. hij moet kranzinnig geweest zijn toen hij de misdaad bedreef. Alexe Mixtome tot zulk een daad niet in staathij was te edel dan dat hij een moord kon plegen. Gij hebt on gelijk, markies. Ik weet dat hij on schuldig was 1 De markies lachte medelijdend. Gelooft gij dan dat hij werke lijk dood is vroeg mevroHW plotseling. De markies verschrikte. Zeker is hij dood I riep hij. Hij ontvluchtte uit de gevangenis. Tot Zuid-Amerika, waarheen hij ondereen aangenomen jnaam was vertrokken, werd zijn spoor gevolgd. Hij stierf in Brazilië zijn dood is een feit. Maar waarom vraagt gij dat Ik heb in de laatste drie nach ten van hem gedroomd, en zag hem levend voor mij, doch in een gevecht met een wild dier, waardoor ik zoo beangst werd, dat ik van schrik ont waakte. Zonderling, dat gij nu meer van hem droomt dan vroeger. Dat komt zeker, omdat juffrouw Lepage mij aan hem herinnert. Zij gelijkt sprekend op hem. En even sprekend op u, zeide de markies, doch dat is een toeval. Maar wij dwalen van ons onderwerp af. Wanneer zult gij mij ep mijne vraag antwoorden Wij spraken over Alexe Mixtome Hij is dood en zijn naam is onteerd. Dat kan ik niet verdragen. Zijn naam moet worden gezuiverd van den smaad die er op kleeft. Hij was onschuldig en zijn onschuld moet bewezen worden. Hoe 1 nu nog, na achttien jareni En terwijl hg toch dood isWie kan zich door zijne schande beleedigd gevoelen 7

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1931 | | pagina 1