"M
3Ï!
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch - Vlaanderen
Het Qeheim.
No. 29.
VRIJDAG 12 JULI 1929.
45e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Nabetrachting.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
ADVERTENT1ËN van ,1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
De verkiezingen zijn achter
den rug en algemeen ziet men
in de pers beschouwingen en
berekeningen maken. Wij zullen
ons niet met cijfers of politieke
toekomstigheden bezig houden,
maar willen nog eens wijzen op
het eigenaardig karakter van ons
volk, dat niet alleen bij de can-
didaatstellingen, maar ook bij de
stemmingen weer tot uiting kwam,
dat ons typeert als groote kin
deren. Jantje, die zijn zin niet
krijgt, gaat naar minder krach
tige groepen om daar zijn doel
te bereiken.
Een letterkundige schreef eens,
„dat de mensch ongetwijfeld het
eigenzinnigste wezen der schep
ping is, in spijt zelfs van de
welverdiende reputatie van var
kens en ezels
En hij noemde dat heelemaal
niet vreemdhoe sterker de wil,
des te onverzettelijker is ook de
begeerte om dien wil tot uit
drukking te brengen. Men zou
ook kunnen zeggen, dat die be
geerte stijgt, naarmate men zich
van eigen willen en de beteeke-
nis de invloed daarvan
duidelijker bewust wordt. Toch
kan het zijn grenzen hebben.
Wanneer eenmaal dat bewust
zijn er is, in dien zin, dat men
zich niet los acht van het om
ringende, maar zich beschouwt
als deel van het geheel, in on-
verbrekelijken samengang, dan
groeit ook het inzicht in de nood
zakelijkheid van een maatschap
pelijke ordening en groeit in zich
de bereidwilligheid om „in volle
vrijheid" eigen wil en lust ge
vangen te geven in een anderen
wil. Met andere woordenMen
kan zich groot en machtig voelen
om zijn wil door te zetter, ook
in dien zin, dat men zich tot
samenwerking gebonden acht om
in groote gelederen op te trekken
en daarbij zijn wil ondergeschikt
maakt aan den wil van de massa,
om ten slotte toch nog deze te
leiden tot nieuwe, betere en zich
aanpassende denkbeelden.
Helaas geraakt de mensch maar
Pen volgenden morgen had Msa
zelden tot die bewustheid en die
bereidwilligheid, om van offer
vaardigheid niet te spreken;
en wij Nederlanders schijnen er
al buitengewoon weinig aanleg
voor te hebben. En zoo komt
men tot de conclusie, dat als de
mensch het eigenzinnigste wezen
der schepping is, dan de Neder
lander het eigenzinnigste wezen
onder de menschen is. Of het
door de Spaansche overheer-
sching komt in Alva's tijd
immers iedere dwang versterkt
den eigen wil dan wel uit de
oertijden dagteekent, toen onze
voorvaderen den koppiger, strijd
tegen het water voerden, is niet
uit te maken, maar in elk geval
zit het ons in het bloed. Getuige,
dat in een landje als het onze
36 partijen elkaar bestrijden om
een of meer vertegenwoordigers
te krijgen in de Staten-Generaal,
en als er kans was, zouden zeker
nog meer groepen zich tot een
partij vereenigen om een afge
vaardigde in de Tweede Kamer
te krijgen, want eigenzinnig zijn we
individualisten van de bovenste
plank.
Eén ding is er, één omstan
digheid, die belet, dat de
100 Kamerleden nog geen 100
partijen vertegenwoordigen. Dat is,
dat er nog eenige deftigheid in
den Nederlander zit; hij houdt
van decorum en respecteertzich-
zelf nog wat, al is het, dat door
het algemeen kiesrecht en de
uiterst democratische partijen
de deftigheid een beetje van de
politiek is afgeraakt. Dat heeft
echter weer zoodanig bezwaar,
dat daardoor tal van de beste
krachten liever afzijdig blijven,
of door de verkiezingsuitslagen
afzijdig worden gehouden van
het terrein van het publieke
leven. Dat is ontegenzeggelijk
ten nadeele van dat leven, te
nadeele ook van ons volk.
Meer en meer openbaart zich
een gemis aan verantwoordelijk
heidsbesef ten opzichte van den
goeden gang van zaken in het
nationale leven. Men is zich
blijkbaar niet bewust, dat deze
publieke zaak, de regeering, ons
aller zaak is en men niet het
recht heeft te veroordeelen en af
te keuren, zoolang niet eigen
krachten in staat zijn verbetering
aan te brengen.
Men ziet er niets in, om het
werk der regeering te bemoeilij
ken en niettegenstaande dat, de
verantwoordelijkheid van het be
stuur op anderer schouders af te
schuiven, als het verkeerd loopt.
De talrijke partijformatiën moeten
op den duur desorganiseerend
werken in de regeeringsmachine.
Het doel der politiek is het
vaststellen van de lijn, waar
langs het regeeringsbeleid zich
bewegen zal en in de verschil
lende groote partijen behooren
de onderscheidene opvattingen
daaromtrent tot uiting te komen
Maar. wanneer een partij alleen
dient tot behartiging van per
soonlijke of groepsbelangen, dan
is dat een ontkenning van de
eenheid van lijn, maar ook van
den Staat. Met grappenmakers
en stovenzetsters is geen regee
ring te vormen, maar met een
getal van 36 partijen op de 100
Kamerleden al evenmin en het
blijkt reeds nu, hoe men weer in
het moeras zit, waar geen kabi
net met een parlementaire meer
derheid uit de gekozen leden is
te vormen, noch uit de vertegen
woordigde partijen.
Zooals in den aanvang is
gezegd, wagen we ons aan geen
toekomstbeelden, maar zeker is
na de stembusopening de vraag
op aller lippen geweestWat nu
Het is inderdaad gemakkelij
ker gevraagd, dan beantwoord.
Het is een gevolg van de hope-
looze verdeeldheid in ons land,
die tot oorzaak heeft de eigen
zinnigheid, welke ons volk typeert.
Zal ook in dezen schade en
schande eerst over ons volk
moeten komen, eer de wijsheid
zegeviert? We hopen van niet.
De Kabinetscrisis.
De Koningin heeft Dinsdag in
verband met de kabinetscrisis op
I Op zijn verbitterde trekken was
sinds dien avondj toen die vreemde
het Huis ten Bosch ter confe
rentie ontvangen de voorzitters
der Tweede Kamerfracties der
Roomsch Katholieke Staatspartij,
der Anti Revolutionaire partij en
der Christelijk Historische Unie,
onderscheidenlijk minister van
staat mgr. dr. Nolens, minister
van staat mr. Heemskerk en mr.
Schokking.
Nog heeft de Koningin ter
conferentie ontvangen de voor
zitters der Tweede Kamerfracties
van de sociaal democratische
arbeiderspartij, van de Liberale
Staatspartij de Vrijheidsbond en
van den Vrijz. Democratischen
Bond, onderscheidenlijk de hee-
ren ir. Albarda, dr. van Gijn en
mr. Marchant.
Het Corresp. Bureau verneemt
dat geen aanwijzing van een
kabinetsformateur zal kunnen
worden tegemoet gezien voordat
alle adviezen der door de Konin
gin te raadplegen staatslieden
ontvangen en door H. M. over
wogen zijn.
Eerste Kamerverkiezing.
Bij den Commissaris der Ko
ningin in Zeeland zijn de vol
gende lijsten van candidaten voor
de verkiezing van leden der
Eerste Kamer ingediend.
Door de S. D. A. P.: P.
Moltmaker, Utrecht, G. F. Lin-
deijer, Heerlen, Chr. W. J. van
der Bilt, Heerlen, J. F. Anker
smit, Amsterdam, P. G. Gruijs,
Breda, J. H. Paris, Maastricht en
L. Onderdijk, Middelburg.
Door de Vrijz. Dem.Prof.
mr. R. Kranenburg, Leiden, mr.
J. Adriaanse, Oostkapelle, mevr.
E. Bergsma-Bergsma, Zoutelande,
W. H. H. Werker, Den Haag,
mej. A Goudsmit, Amsterdam
Chr. Hist.: Jhr. mr. B. C. de
Savorin Lohman, Utrecht, J. J.
Wallien, Breskens, mr. dr. H. T.
J. Erowein, Eijs-Wittem, C. Dane
Gz., Willemstad, mr. dr. G.
Kolff, Geldermalsen*
Anti Rev.: mr. A. A. de Veer,
jhr. mr. H. A. M. van Asch van
Wijck, prof. dr. J. A. C van
Leeuwen, Utrecht, J. F. Heems
kerk, Middelburg, mr. G. A.
s«n kinderlach -» neen, jjjt het
Diepenhorst, Zeist, mr. J. W.
Goedbloed, Goes.
Vrijheidsbondmr. D. Fock,
Den Haag, Ir. J. Koster, Heerlen,
J. H. Th. O. Kettlitz, Utrecht,
mevr. H. A. van Riel-Smeenge,
Assen, W. Kakebeeke, Goes, en
mr. F. E. Pels Rijcken, Breda.
Roomsch-Katholiekmr. W-
van Lanschot, Vughtjhr. mr.
A. T. O. van Sasse van IJselt,
Den BoschP. W. de Jong,
TilburgA. C. de bruijn, Utrecht
H. M. J. Blomjous, Tilburg; E.
B. Dumoleijn, Hontenisse J. C.
A. M. Meijering, Den Bosch mr.
T. J. Verschuur, Breda; P. J. J.
de Wit, Helmond, en H. P. W.
van Hout, Helmond.
Staatk. Geref. Partij. G. H.
Kersten, RotterdamP. Zandt,
Delft en E. Kuyk Amsterdam.
De lijsten der S.D.A.P., C. H.
en V.B. zijn ook ingediend in
Utrecht, Brabant, en Limburg
die der A. R. en V. D. niet in
Limburg, in Limburg is boven
dien 'n afzonderlijke lijst voorde
R.K. Staatspartij ingediend, t.w.
mr. F. J. J. Janssen, Maastricht;
O. M. F. Kaffmans, Helden-Dorp
jhr. mr. G. A. H. Michiels v.
Kessenich, Roermond, mr. C. H.
J. A. Janssen de Limpens te Wijl-
re; P. J. Kaane. Maastricht; Th.
P. H. Rutten, Horst.
De overval te Willemstad.
Op vragen van het Tweede
Kamerlid Boon, betreffende de
weermacht te Curasao en blij
vende stationeering van een
marinevaartuig met een landings
divisie in de Caralbische wateren
heeft de minister van Koloniën,
mede namens zijn ambtgenoot
van defensie geantwoord, dat de
regeering maatregelen heeft ge
nomen de sterkte der militaire
bezetting op te voeren.
Blijvende stationneering van
een oorlogsvaartuig in de Cara-
ibische wateren ligt niet in de
bedoeling der regeering, wel
reeds voor het onlangs gebeurde
de wenschelijkheid gevoeld, jaar
lijks gedurende eenige maanden
een oorlogsbodem in die wateren
verblijf te doen honden, zooals
(Wordt vervolgd)
AXELSCHE
tj
COURANT
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
35;
Onwillekeurig liep haar een rilling
over den rug en ze overlegde, of zï
niet liever den heelen langen weg zou
terugloopen, in plaats van langs de
hut verder te gaan. Toch moest ze
om zich zelf lachen. De deur der
hut was wederom opengegaan en een
ware wangestalte strompelde moeizaam
naar buiten, om in een half-gebroken
flesch water uit de naburige beek te
halen.
De ongelukkige, wiens blauw-rood
gelaat blijkbaar eens bevroren was
gewees', droeg den hals in dikke
doeken. Zijn beenen waren krom en
konden zich slechts met moeite voort
bewegen. Op zijn trekken lag de
breede onnoozele glimlach van een hal
ven idioot.
Mel.tta herademde. Neen, dat was
de grijsbaard niet. Welke spoken had
zij direct meenen te zien I
De zaak was heel natuurlijk. Lavan
dal had om een of andere reden reeds
onderweg van Prosper afscheid ge
nomen, deed een wandeling en kwam
toevallig langs deze hut, waar die
arme drommel hem zeker om wat
geld gebedeld had. Nog om haar
bangheid lachend, liep ze snel naar
huis, den krombeenigen mensch in
't voorbijgaan een geldstuk toewer
pend, dat hij grijnzend in ontvangst
nam,
gaarne, dat ze met haar in alle vroegte
en stilte naar Senkenberg ging.
Niemand zelfs de barones niet
mocht er iets van weten. Lisa wilde
Prosper verrassen, dat was Lisa's ge
heim.
Zeg, als hij zoo echt op zijn ge
mak met tante Renate en zijn neef zit
te ontbijten, dan sta ik plotseling voor
hem, schilderde Lisa haar bedoeling.
Wat zal hij een komiek gezicht
zetten I Hij weet, dat ik anders een
lange slaapster ben. En overigens
we willen eens zien, of 't waar is,
dat de morgenstond goud in den mond
heeft.
Wanneer ontbijten ze dan op Sen
kenberg
Ik geloof tegen negen uur.
Wat Melitta bleef verbaasd staan.
Maar, kind, dan zijn we immers
veel te vroeg. Het is nauwelijks ze
ven uur.
Dat doet er niet toe. Ik wil alleen
en naar hartelust in het vei wilderde park
rondwandelen.
Jij Maar waarom
Ach 't is een gril van me.
Als kind hield ik er al van, alleen in
een wildernis te dolen, over die duiste
re paden, waarvan de bodem met mos
begroeid is en waar het zoo plechtig
stil is.
Lisa wees oprecht je wilt
nog iets anders doen op Senkenberg?
De een of andere gekheid uithalen,
beken het maar,
Lisa lachte plotseling luide) om op
eens dan weer ernstig te verklaren t
Jij slimme vos, ja ik wil nog
iets anders doen. Ik wil den draak
overwinnen I In vroeger tijden deden
de ridders dat voorofts, maar hetschljnt,
dat w|j, vrouwen, in dezen geëman-
cipeerden tijd, het zelf maar moeten
doen.
Maar, Lisa als je mama
O, die zou natuurlijk wel dui
zend aanmerkingen hebben, daarom
heb ik het jou alleen verteld. Ik heb
alles in mezelf overlegd. Van zeven tot
acht doet de draak zijn morgenwandeling
aan 't einde van 't park. Daar overval
ik hem.
Wat wil je hem dan zeggen
Hoe zou ik dat nu moeten we
ten Er zal mij wel iets te binnen schie
ten overigens, we zijn er. Van dit klei
ne poortje,aan den zijkant, weet je zeker
niets
Neen. En is dat open
Wel neen, maar ik heb den ouden
tuinman onlangs net zoo lang gebedeld,
tot hij me den sleutel gaf. Hij gelooft
natuurlijk, dat ik Prosper wil ver
rassen.
Ze deed het poortje open en ging
met Melitta langs dezen nog nooit
door hen betreden weg het park in.
Ziezoo. Hier is een bank, als
voor jou geknipt. Ik heb ook een
boek voor je meegebracht opdat je je
niet zoudt vervelen. Die alleen rechts
gaat naar 't kasteel links leidt naar
den draak 1 Nu, tot straks. Voor
Melitta nog wat zeggen kon, zat ze
op de bank, had een boek op schoot,
en zag juist nog, hoe Lisa's wit kleed
als een nevelwolkje tusschen de wilde
struiken verdween.
Meneer von Senkenberg wandelde
met diep gebogen hoofd, in gedachten
verzonken, rondom den vijver ach»
ter in het park, het meest sombere ge
deelte.
antiquair bij hem was geweest, een
nieuwe uitdrukking gekomen, nl. van
gedurige, innerlijke onrust. Peter
Mark had hem slechts meegedeeld,
dat meneer Rodin nog dienzelfden
nacht was vertrokken, omdat die
kwestie der oorbellen hem geen rust
liet. Hij wilde ze zoo spoedig mogelijk
halen.
Sindsdien had men van dien meneer
Rodin niets meer gehoord. Senken
berg herhaalde de laatst.' dagen in
zichzelf wel duizendmaal, dat het
onmogelijk was, het konden niet de
zelfde oorknoopjes zijn, in de een
of andere gelijkenis moest Rodin I
zich hebben vergist maar toch j
wachtte hij in verterend ongeduld op
zekerheid.
Misschien had zij die sieraden wel
voor haar vertrek verkocht Maar waar
om Ze had geld genoeg, bij zich. En
ze was zoo bij jonder gehecht aan deze
oorknoopen
Senkenberg werd in zijn gepeins
gestoord door iets, dat plotseling
onbewegelijk middtn op zijn weg zich
opstelde.
Hij hief het hoofd op en deinsde bijna
veschrikt terug.
Een witte gedaante, een zonnestraal
naar 't scheen te midden van de sombere
omgeving, stond plotselirg voor hem
en zag hem met een paar blauwe oogen
aan.
Wie zijt ge? Wat doet ge hier
vroeg hij onwillekeurig minder ruw,
dan hij anders placht te spreken.
Ik wilde zien( of u werkelijk
zoo'n verschrikkelijk mensch was, als
men als ik geloofde, antwoordde
Lisa, zonder een spoor van angst Ze
lachte helder en onschuldig als
niet, u doet maar zco. Uw oogen zijn
goedig
Senkenberg had zich hersteld. Al
zijn afkeer van vreemden lag duidelijk
op zijn gelaat te lezen en daarnaast
een zekere toorn over de brutaliteit,
waarmee men het gewaagd had, zijn
eenzaamheid te storen.
Ik heb gevraagd, wie u is I zeide
hij, nu dubbel scherp.
Ik Lisa Lautesbeck, uw aan
staande nicht zeide ze onbevangen,want
ze had zich voorgenomen, zich niet
bang te laten maken.
Zoo. En wie heeft u toegestaan
hier te komen
Ik zei'. Het is een beetje bru
taal, dat moet ik bekennen, maar daar
u zoo koppig is, mij niet te willen
ontvangen en Prosper toch mijn
aanstaande is, bleef me niets anders
over.
Wat wilt u nu eigenlijk van mij
Allereerst u vragen wat u
toch tegen mij hebt, oom Joachim?
Oom Senkenberg stond paf
over deze vertrouwelijkheid. Ze merk
te het op en lachte hem toe.
Ach Ja over zes weken
zijn we het immers werkelijk, of u
wilt of niet. Wat heb ik u toch gedaan
dat
Niets, juffrouw. Mijn gedrag
geldt niet uw persoon, maar
Dus toch I De geheele sexe
Maar dit is afschuwelijk, oom Joachim.
Wanneer u een paar slechte vrouwen
op uw levenspad hebt ontmoet, kun*
nen wij dit toch niet helpen. Wij
dat wil zeggen ik wil niet andersi
dan u lief krijgen.