Hst Qehsim. Nieuws- en Advertentieblad voor Zee uw sell - VI aan d er en No. 18. DINSDAG 4 JUNI 1929. 45e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Raadsverslag. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ÉN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Zitting van 23 Mei 1929. Aanwezig alle leden, behalve dhr. Van Dixhoorn. Voorzittei de heer F. Blok, bur gemeester. III. (Slot.) Dhr. DielemanIk had ge dacht, dat de heeren zoo'n in grijpende zaak met waardiger argumenten zouden verdedigen. Wat zegt dat nu, als er van de bijna 2000 menschen, die getee- kend hebben, eens drie spijt hebben Neemt er voor mijn part 100 af, dan blijven er nog 1500 over en ze hadden er best 2000 kunnen krijgen. De uitslag is verpletterend. En nu dhr. Kruijsse, hij haalt er de kermis bijIs dat een volksbelang Dhr. Kruijsse zal toch zeker niet van mij willen verwachten, dat ik een adres beweging voor de kermis zou steunen Als men er zulke din gen bij moet halen, noem ik het klein goed. Ik wou dat ik zulk gedoe van een college van Burg. en Weth. nooit gezien had. Dhr. Kruijsse zegt, dat hij de waterleiding niet met de kermis heeft willen vergelijken, maar heeft willen doen uitkomen, hoe toen (ft opvatting van dhr. Die leman was over een massa adres, vergeleken met nu. Het blijkt, dat als het in zijn kraam te pas komt, hij heel anders over zoo'n groot getal handteekenin- gen denkt. Dhr. DielemanIk heb toch niet gezegd, dat alle adressen hetzelfde zijn? Nogmaals, het is klein. Men beroept zich op enkele menschen en ik geef er nog 100 cadeau. De leicjer dezer vergadering is begonnen met op onwaardige wijze het adres aan te vallen, maar de beteekenis ervan is niet te verkleinen. Als er 100 menschen afgaan, blijven er nog meer dan 1500 menschen over, die zich verklaren tegen deze te dure waterleiding met verplichte aansluiting. 24) Nu begrijp ik, dat ik Melitta Brankow onrecht deed, toen ik haar schreef, dat zij zich vergist hebben moest, dat Richter dood was. Hij leeft I Hij staat hier waarachtig in levenden lijve voor me I Onwillekeurig was hij voor beiden blijven staan, hen daardoor den weg versperrend. Wenscht u iets van mij, meneer vroeg de begeleider der dame hoffelijk, bijna zacht. De stem was weeker dan die Hempel zich van het verhoor herinnerde. Maar dat bedroog hem niet. Hij zag den ander strak in de oogen alles kon men ver anderen, dit alleen niet. Hij was 't. Hij wast 't beslist. Ik zou u gaarne willen spreken, dr. Richter, eenige opheldering Waartoe ik gaarne bereid zou zijn, wanneer ik Richter heette, maar dit is niet het geval. Vermoe delijk een treffende gelijkenis Maar Iets van een flauw ongeduld kwam op het gelaat, van den onbekende. Excuseer me ik heb een dame bij me, zoodat ik me niet kan laten ophouden, zeide hij eenigszins hoog moedig. Hier is echter mijn kaartje, Ik woon in hotel Wandl. Over een uur zal ik u gaarne elke gewenschte ophel dering geven, Hij gaf de dame een armi I»- Kom, lieve Dhr. P. de Feijter zegt dat het gaat over een zeer gewichtig onderwerp, dat den Raad een groote verantwoordelijkheid op legt. Spr. heeft met aandacht geluisterd en dingen hooren aan halen, waaraan hij niet peilen durft, zooals de vraag over vol doende water te St. Jansteen, enz. Maar als dan gewezen wordt op de deskundigen, dan moet hij toch ook zeggen, dat er hier in Axel van deskundigen wel eens deskundige adviezen zijn gekomen, die verkeerd uit kwamen. Dan is ook de ver plichte aansluiting een teer punt en spr. meent, dat het buiten de bevoegdheid van den Raad gaat om de menschen daartoe te dwingen, dat is misbruik van macht maken. Wat nu het adres betreft, daar aan hecht spr. ook niet veel waarde. Hij heeft ervaren, hoe gewerkt is en wijst op zijn vrouw, die niet eens wist, waarom ze op het adres had geteekend. Hij zal daar meer niet van zeggen, maar als men beweert, van eenigszins bevoegde zijde, dat zonder verplichting geen 20 pCt. van de menschen uit Z. VI. zou den aansluiten, dan zou spr. lie ver niet aan de waterleiding mee werken, dan dat er zooveel men schen gedwongen moeten worden. Spr. zal er daarom zijn stem niet aan geven. Dhr. OggelU zou dan tegen het voorstel van B. en W. moeten stemmen en vóór het minderheids- voorstel. Dhr. DielemanEr is toch maar één voorstel van B enW.? Dhr. P. de FeijterIk acht dat voorstel van tweeërlei betee kenis. Er is eigenlijk een voorstel van de meerderheid van B. en W. en een van dhr. Oggel. En nu zou spr. wel voor schrapping van de verplichting zijn, maar dat is onmogelijk gebleken. Stel nog, dat de Maatschappij het deed, dan zouden er groote tekorten komen en moesten we toch in de belasting weer bijpassen. De Voorz. Dat kan niet, want het plan is opgezet met het doel, dat de gemeentefinanciën niet bezwaard zouden worden. Maar het zou toeh nog onder zocht kunnen worden, of de ver plichting niet vervallen kan, als er b.v. 15 pCt. verhooging van tarieven was, maar dan zonder met tekorten te rekenen, want als de gemeenten moeten bij passen, zou het nog onbillijker zijn dan met verplichte aanslui ting. Dhr. P. de FeijterDat ben ik met u eens, mijnheer de voor zitter. Maar zou het dan niet gaar. als met de P. Z. E. M., die ook een ton tekort heeft, ofschoon de rentabiliteitsbereke- ning ook mooi klopte Ik zou het maar liever definitief willen afhandelen. De Voorz. merkt op, dat de waterleiding niet te vergelijken is met de P. Z. E. M. Dhr. Claessens vindt, dat deze zaken juist zeer goed te verge lijken zijn. In een zitting van de Prov. Staten is door mr. Dieleman ge zegd, dat de groote tekorten bij de P. Z. E. M. het gevolg waren van een misrekening van Prof. Feldmann. en dat was toch wel een deskundig persoon, en als het met de waterleiding misloopt zullen ze zeggen het is een mis rekening van het Rijks bureau, maar intusschen kunnen wij het betalen. Dhr. Oggel zegt, dat hij ver wachtte, dat het voorstel van B. en W. geen meerderheid zou krijgen in den Raad en daarom heeft hij getracht een oplossing te vinden om de verplichting te doen vervallen. Hij zou dan lie ver dit nog probeeren, dan zich heelemaal onttrekken. Het zou jammer zijn, dat Axel van de waterleiding, die toch ook voor onze gemeente van groot belang is, niet zou kunnen profiteeren En kon dat nu, zooals dhr. Kru gelooft, met verhooging van tarie bereikt worden, dan zou een groot bezwaar zijn weggenomen Spr. gelooft, dat ondanks iets hooger tarief, toch de een na den ander zou aansluiten maar ieder Ze waren weg. Silas staarde op het visitekaartje. Felix von Lavandal, gepens. luitenant, Bestuurslid der renclub, Hotel Wandl, Petersplein. Zoo luidde het. Was de bereidwilligheid, hem over een uur te ontvangen, slechts een uitvlucht, om hem kwijt te worden en te verdwijnen Hempel was zeer geneigd, dit aan te nemen. Wanneer juist was, wat Richter naar zijn meening op zijn kerfstok had en wanneer hij het was, waaraan Silas nog geen oogenblik twijfelde, dan stond om zoo te zeggen, alles voor hem op 't spel. Er schoot hem na deze ontmoeting nog slechts één ding over. Een directe vlucht. Maar dat zou hem niet gelukken. Hij volgde hem heimelijk. In den beginne, zoo lang men in de binnen stad zich bevond, ging dit gemakke lijk. Zelfs wanneer Richter Lavan dal omgezien had, zou hij in het men- schengewoel zijn vervolger niet hebben opgemerkt. Hij zag echter geen enkelen keer om. Voordurend met zijn dame pratend, liep hij voort, tot hij op een gegeven oogenblik een rijtuig wenkteenmet haar daarin stapte. Silas was ijlings achter een stand beeld gaan staan en hield hen in 't oog. Ook nu wierp hij geen enkelen blik om zich heen, die aan een vermoeden omtrent vervolging kon doen denken. Hl] babbelde vroolijk door. Natuurlijk volgde Hempel het rijtuig ln een ander. Oe rit ging naar een is dan vrij en het groote belang dat de waterleiding met zich brengt is dat hooger tarief wel waard. Spr. is persoonlijk ook voor verplichte aansluiting, maar nu dat niet gaat, heeft hij de restrictie aan het voorstel van 3. en W- toegevoegd, om te be reiken, dat dan de waterleiding tot stand komt. Dhr. P. de Feijter zou het aannemelijk achten, als dhr. Krul niet gezegd had met 10 pCt. meer daar gelooft spr. niet aan, dat zou eerst wel uitgerekend moeten zijn en wat het streekbelang be treft, dat zal misschen na 100 jaar wel blijken. Dhr. Dieleman respecteert de bedoeling van dhr. Oggel, maar gelooft ook evenals dhr. de Feij ter, dat dit uitstel van executie wordt. Ook meent spr., dat dhr. Krul het wel eens anders gezegd heeft. Spr. zou het het best vinden, om het voorstel van B. en W. maar af te handelen, dan weet de afgevaardigde van deze gemeente, wat hem te doen staat, en is de zaak hier van de baan. Dhr. J. de Feijter vraagt of, als het voorstel van B. en W. wordt aangenomen, het voorstel van dhr. Oggel niet meer kan worden gedaan Spr. zou dan tegen moeten stemmen, omdat hij tegen verplichting is. De Voorz.We zouden de zaak ook kunnen aanhouden en een nieuwe berekening vragen voor de vervallen verplichting. Dhr. Claessens is daar sterk tegen, dat is de zaak maar uit stellen. Aan spr. en dhr. 't Gilde is op het Rijksbureau uitdrukkelijk verklaard, dat de verplichting niet vervallen kan. Dhr. Kruijsse acht dat zeer be grijpelijk. Als bij 10 pCt. ver hooging van tarief de verplichting vervallen kon, zou er nooit over gesproken zijn. Er moet dan een heel ander tarief berekend worden en met garantie van de gemeente, zoodat degenen, die dan geen nut van de waterleiding hebben, toch moeten helpen betalen. Dhr. ClaessensHoe is zoo'n berekening te maken, dat is niet mogelijk, dat zou boerenbedrog zijn. De heeren gaan toch uit van het stelsel, dat de groeps- waterleidingen het menopolie lebben en dus de exploitatie nooit stopgezet kan worden, zoo dat de tarieven vastgesteld kun nen worden naar believen en behoefte. Zoo luidt het rapport. ~n nu kunnen ze het wel voor mekaar boksen, maar als er geen verplichting is, is er geen bere kening te maken, omdat ze het getal aansluitingen en het waterverbruik niet schatten kun nen. Zoo'n berekening zou boe renbedrog zijn. Dhr. Oggel weerspreekt dat. Na aanvraag bij dhr Krul schrijft deze o.m. .Voorop zij gesteld, dat „afschaffing van de verplichte „aansluiting mogelijk is, indien „de tarieven worden verhoogd. Hoeveel die verhooging zal .moeten bedragen is alleen door .een nieuwe rentabiliteitsreke- „ning vast te stellen, doch op grond van de voorhanden zijnde gegevens van andere bedrijven kan veilig gezegd worden, dat de tarieven min stens 10 pCt. en waarschijnlijk nog meer verhoogd zouden moeten worden. Dit zou naar mijn meening weer oppositie „geven aan hen, die thans met „de ontworpen tarieven accoord „gaan. Daarbij moet ook gedacht „worden aan het feit, dat de „commissie van onderzoek zeer „veel werk van de tarieven heeft „gemaakt en er tot veler instem- .rning in geslaagd is, meteen lager „gemiddelde dan in het Rapport „1923 was becijferd, en daardoor „dus met lagere tarieven, een „rendabel bedrijf te verkrijgen". „Indien er een meerderheid „onder de aandeelhouders gevon- „den zou worden, die met uw „denkbeelden mede zou gaan, „zou in de eerste plaats een „nieuwe rentabiliteitsberekening „moeten worden opgemaakt. „Daarna zou een wijziging „moeten worden aangevraagd van „de risico-garantiewet, omdat de „verleende risico-garantie geba- der buitenwijken, waar het rijtuig voor een kleine sierlijke villa bleef staan Beiden stegen daar uit, hij geleidde de dame naar binnen, maar hij liet het rij tuig wachten. Hempel benutte dezen tijd, om een dienstmeisje, dat juist uit een na burige villa kwam, te vragen, of zi die dame en heer ook kende. Zeker, de dame was een opera zangeres, die heer, die aan de renclub verbonden was, een van haar vereer ders. Hij kwam bijna dagelijks. Deze verhouding duurde reeds meer dan een jaar en men beweerde algemeen, dat me neer Lavandal juffrouw Lichtenbergzou huwen. Hempel begreep het niet. Reeds een jaar? En hij heette werkelijk Lavan dal en was werkelijk aan de renclub verbonden Kon hij zich dan werkelijk vergissen Intusschen verscheen meneer von Lavandal weer en reed heen. Ditmaal ging het direct naar hotel Wandl. Vijf minuten later liet Hempel zich onder den naam Bruchner bij hem aandienen. Van den portier had hij al vernomen, dat meneer Lavandal reeds drie jaar in het hotel verblijf hield, maar dik wijls vooral als er wedrennen waren op reis was. Ook in 't voorjaar was hij eenige maanden weg geweest. Eerst te Boeda pest, vervolgens te Longchamps, ten slotte In Aixtes-Bains. Was hij het nu of niet? De eerstvolgende minu ten zouden het beslissen. Innerlijk zeer opgewonden, betrad Hempel de kamer, waar meneer Lavan* dal hem met een glimlach tegemoet kwam, üaat u zitten, meneer Bruch ner Nietwaar? Begon Lavandal. Juist, antwoordde Hempel kortaf en zag den ander scherp aan, want het kwam hem voor, alsof bij het noemen van zijn aangenomen naam ietwat spot gemengd was in den klank. Hij zou zich echter wel vergist heb' ben, want het glad geschoren, kleur- looze gelaat van den jongen man droeg geen andere uitdrukking dan van con- ventioneele hoffelijkheid. Mag ik u verzoeke, meneer Bruch ner, me het eigenlijke doel van uw bezoek mee te deelen Zeker. Ik kom u vragen, me neer von Lavandal, wat u aanleiding gaf van half April tot einde Mei onder den naam van dr. Richter in Graz een kamer te huren, na een in 't zelfde huis gepleegden moord te verdwijnen en zich vervolgens als lijk op te laten halen uit den Donau Wanneer Hempel had gemeend, zijn tegenstander door dezen plotselingen en directen aanval te overrompelen of van streek te brengen, had hij zich deerlijk vergist. Niets van de minste verbazing was op 't gelaat van Lavandal te lezen Geen verbleken, niet de minste trek der zenuwen verraadde schrik. Ik meen u reeds gezegd te hebben dat mij den naam Richter geheel vreemd is, zeide hij rustig. Mijn mam is Felix von Lavandal. Wanneer u het eerewoord van een edelman niet voldoende is, kan ik u mijn identiteit d or dokumenten bewijzen. Hij trad op een schrijfbureau toe, opende een laatje en legde verschei dene papieren voor hem op tafel, Hier is mijn geboortebewijs hier de trouwakte van mijn ouders, hier een geregistreerde copie van den brief van adeldom aan mijn familie voor twee eeuwen gegeven. Wanneer deze dokumenten u niet voldoende bewijs zijn ik kan ze immers ge stolen hebben kan ik u levende getuigen voorbrengen, zooveel als u wilt. Ik geloof, dat dit wel al het mogelijke is, dat men ter wille van een idéé fixe van een vreemde kan doen. Hempel, die nauwelijk naar de pa pieren had gezien, zag hem vast aan. Ja het is bijna te veel geduld, wanneer men overigens twijfel ik geen oogenblik, dat u meneer von Lavandal is. Nu, dan begrijp ik niet -— O, men kan wel eens een schuil naam aanemen, niet waar? Zeker, maar dan moet er toch een reden voor zijn. U kunt niet ontkennen, dat u van 15 April tot einde Mei niet in Weenen was, hield Hempel hardnekkig Heb ik dat dan ontkend Ik was toen op reis, ik ging van de eene renplaats naar de andere. Al gaf ik van 't vco jaar mijn officieele betrek king bij de renclub ook op Ah u is dus daaraan niet meer verbonden Neen. Ik heb verschil van mee ning gehad met den president. Boven dien is mijn gezondheid niet geheel, zooals deze zijn moet, en ik ben van plan door een ruim verblijf op 't land deze geheel te herstellen, daar het niet uitgesloten is. dat Ik in dert herfst ga trouwen. Niemand behoeft dit voorloopig echter te weten En mij vertrouwt u dit alles toe? Wordt vervolgd AXELSCHEHCOURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1929 | | pagina 1