TPl Het Geheim. Nieuws- en Advertentieblad io I voor Zeeuwsch- Vlaanderen. No. 16. DINSDAG 28 MEI 1929. 45e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Raadsverslag. FEUILLETON. m s) Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. tot 5 regels 60 Centvoor Groote letters worden naar ADVERTENTIÊN van 1 eiken regel meer 12 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Zitting van 23 Mei 1929. Aanwezig zijn alle leden, be halve de heer J. de Feijter. De Waterleiding. II. Maar als dan de heeren zelve in hun geschriften geheel in tegen spraak komen met zichzelve, en b.v. vandaag een theorie wordt gehuldigd, die morgen radicaal als overbodig wordt verworpen, dan is het wel heelemaal mis. En dat is toch in den meest uit- gebreiden zin van het woord ten opzichte van hun uitlatingen het geval. Immers om niet al te zeer in herhalingen te treden (ofschoon een heeleboel meer ten ongunste daaruit zou te halen zijn) wanneer men leest de geo- en hydrolo gische beschrijving betreffende de prov. Zeeland van de hand der heeren J. F. Steenhuis en Krul van Febr, 1925, waar op blz. 25 o.m. staat te lezen onder het hoofdHet bovengrondwater „De waterneerslag vloeit groo- „tendeels over de oppervlakte naar „de open wateren af, verdampt „vooi een ander deel en dringt „slechts voor een zeer klein ge deelte in den weinig doorlaat baren bodem", en men dit le zende bij een bezoek op het rijksbureau van dienzelfden heer Krul te hooren krijgt, dat 50 tot 60 pCt. van den regenval kan gewonnen worden voor nuttig gebruik, staat men toch wel eenigszins verslagen. Als men volgens gegevens ver der van de hand van den heer Versluijs en verwerkt in een „Rapport omtrent een grondwa- teronderzoek Zeeuwsch-Vlaande ren" leest, dat er een verdrin- gings-proces is, waarbij het zout water het zoete verdrijft maar bij wateronttrekking op groote schaal dit proces in de hand wordt ge werkt, dan stijgt de ongerustheid omtrent de prise d'eau andermaal. Op blz. 31 van het Rapport Versluijs lezen wij „dat met zekerheid mag worden „verwacht dat belangrijke water- „onttrekking het toestroomen van „water van ongunstige samen stelling en verzouting van de „putten tengevolge zal hebben." Mag op deze manier zoo vraagt spr. zich af, onze bevolking een rad voor de oogen worden ge draaid Mijn antwoord daarop is neen Er bestaan bij spr. nog meer ernstige bezwaren In het Rap port der Commissie lezen wij op blz. 21 met hoofdletters gedrukt „dat haar in geen enkel opzicht gebleken is, dat, hetzij door het Dag. Best., hetzij door den R. v. C. handelingen gepleegd zijn, die het benadeelen der vennootschap beoogden" er. dan volgt on middellijk„zij kan zich echter niet ontveinzen, dat de verkiezing v. d. R. v. C. geschied is op een wijze, die tot gerechtvaardigde critiek aanleiding gegeven heeft, terwijl ook door leden van het bestuur individueel woorden ge sproken en daden verricht zijn, die minstens als onvoorzichtig gekenmerkt moeten worden." Het lust mij niet M. de V. hier de uitgebreide correspondentie tusschen den voorzitter en den heer Directeur van het Rijks bureau in zijn geheel de revue te laten passeeren. Wie er lust in heeft, kan dat alles inzien, want het leent zich bijzonder slecht voor een openb.raadsverg. Den schijn van persoonlijkheid wil ik liefst ontwijken, maar het moet gezegd worden, dat het een zeer bijzonder eigenaardiger! in druk maakt, te hooren adviseeren door een lid van het Bestuur, om verschillende Duitsche wereld firma's uit te schakelen alles met de uit deze correspondentie glas helder blijkende bedoeling om de Fransche fabriek Pont A Mousson te bevoordeelen en met deze te marchandeeren. Het doet buitengewoon vreemd aan, dat in strijd met de schrif telijk te kennen gegeven voor nemens om de inschrijvingen ge zamenlijk te openen, hier maar klakkeloos van afgeweken werd en de inschrijvingen op eigen houtje zijn geopend en geadres seerd aan het Rijksbureau met het advies erbij om met een ze kere fabriek (zooeven genoemd) te gaan praten. Dat kan niet door den beugel. (Dhr. J. de Feijter komt ter vergadering). Het doet ook zeer eigenaardig aan, een totaal ondeskundige Com missie naar een Fransche fabriek op reis te zien gaan, zulks tegen den zin van het Rijksbureau en dat naar een fabriek, welke een systeem op de wereldmarkt bracht, dat hier nog niet was ingevoerd en dus in het geheel geen onder werp van studie was voor een Commissie van volslagen tot oor- deelen onbevoegden. Dat alles moest in de gaten oopen. De Commissarissen gin gen zelfs leelijke brieven over elkaar schrijven en niettegen staande hun met gezag bekleede unctie, ontzagen zij zich niet elkaar te bezwadderen en te be zoedelen en verdacht te maken tegenover buizenagenten. Dit alles maakte dit Water- leidingbestuur, waarin ongetwij feld ook heele beste menschen zitten, tot een onmogelijkheid. Voor er nog over iets anders gesproken zou mogen worden, dienen deze heeren op te stap pen en plaats te maken voor andere. Hun prestige als be stuurders is ten eenenmale weg. Beseffen zij werkelijk de hooge en heilige belangen van Z. Vlaanderen, laat hen het dan met de daad toonen. Nooit zal ik zegt spr., meewerken aan de totstandko ming van deze Waterleidingen onder d i t Bestuur. Het uitge breide dossier aar. afschiiften van brieven, dat in mijn bezit is bevat te veel feiten, die open lijke aanklachten tegen verschil lende elementen in het bestuur zijn, dan dat ik dit ooit mijn vertrouwen zou schenken. Spr vindt het niet noodig, daar die per op in te gaan, tenzij men er toe sommeert. Spr. komt dan tot het finan- cieele bezwaar, dat z.i. in niet 23) Ik geloof niet, dat ze met elkaar verwar.t waren. Richter wist een ge heim omtrent Hemser en deze heeft zich daarom waarschijnlijk van hem willen ontdoen. Beschrijf u me Hem- ser's uiterlijk eens nauwkeurig. Vrouw Qlaser, die nu vast over tuigd was, met een of andere politie beambte te doen te hebben, voldeed daar zeer gewillig aan. Haar beschrijving stemde precies over een met het signalement van den „grijs baard". Dat hij naar Hongarije is vertrokken, was natuurlijk een voorwendsel. Maar waar was hij Om niets te vergeten, begaf Hempel zich naar het politiebureau en maakte daar den chef er opmerkzaam op, dat de zich noemende Winterfeld en Hemser één persoon was. Direct naar Boedapest geseind, waar heen Hemser's verhuisbiljet was over geschreven en waar hij, volgens zeg gen. ook geboren was, maar, zooals Hempel wel verwachtte, was het resul taat nihil. Een Godfried Hemser was daar noch geboren, noch woon achtig. Waarheen was hij dan wel? Silas brak er zich het hoofd over, maar tevergeefs! De politie zou ongetwij feld alles doen, wat mogelijk was om |ijn verblijf op te sporen. Ktmpel besloot derhalve Winterfeld Hemser voorloopig te laten rusten en zich nu aan het geheim te wijden dat om moeder Rabl en Eisler was gesluierd. Daarin moet het motief voor beide moorden gelegen zijn. Want dat ook Richter het offer van een misdaad was geworden, leed geen twijfel meer. De politiedokter had toch vastgesteld, dat hij een schedelbreuk had bekomen en waarschijnlijk in stervenden toestand in 't water was geworpen. Van den dader was nog nooit een spoor gevonden. Eerst Hempel's be richt over genoemden Hemser bracht eenigszins licht in deze zaak. Terwijl de politie dus ijverig onder zoek deed naar Hemser, besloot Hem pel op zoek te gaan naar Anna Bardorf. Zoo iemand, dan kon zij een vingerwij geringe mate versterkt wordt - door het pre adv. van B. en W. j van Axel, en waarin blijkt, dat door weth. Oggel een voorbe houd wordt gemaakt, aan de hand van een mededeeling van den Heer Dir. v. h. Rijksbureau, gedaan in een verg. van aan- deelh op 14 Febr, dat nl. bij verhooging met 10 pCt. der tarieven de verplichting zou kun nen vervallen. M. d. V. De verplichting is altijd en van meet af als een ijzeren noodzakelijkheid voorop gesteld. Zonder verplichte aan sluiting geen rentabiliteil, geen sluitende begrootingen luidde het en nu komt men plotseling ver klaren het zal wel gaan met 10 pCt. verhooging van de ta rieven. Geloove wie het wil. In het Rapport van 1923 lees ik onder het hoofd„Veel aan sluitingen van den aanvang af noodig": „Zooals reeds in het „vorige Hoofdstuk is vermeld, is „voor Zeeuwsch-Vlaanderen al- „leen een op den duur rendabel „bedrijf te verwachten, indien „reeds in de eerste jaren een „belangrijk aantal aansluitingen „gewaarborgd is Dit is alleen „mogelijk door de vrijheid der „aan de buisleidingen wonen- „den om niet aan te sluiten te „beperken. Het behoeft geen be- „toog, dat tevens hierdoor en „hierdoor alleen het hygië nisch doel eener waterleiding „volkomen wordt bereikt." M. d. V. Hoe heb ik het nu De verplichte aansluiting als ge biedende noodzakelijkheid ge steld, ook zelfs door de R. V. B. zooals w'ij altijd hebben hooren verzekeren, zou plotseling kun nen vervallen? Ik acht het on mogelijk. Toen mijn collega Dieleman in de aandeelhouders- vergdie wij bijwoonden, zijn houding had uiteengezet t.o.v. de verplichte aansluiting was de. burgemeester van Hulst en later bleken de heeren van het Rijks Bur. niet met hem te ver schillen van meening een der eersten, die zeizonder ver plichte aansluiting zal het niet gaan, dan zou ik zelf, zoo zei hij ongeveer, wel tegenstander moeten worden. Daar viel niet over te praten. Rentabili teit zal nooit, afgezien van alles wat als bezwaar gelden kan (ook van technischen aard) en nimmer kunnen verzekerd worden dan bij verplichte aan sluiting. Deze allernieuwste vinding is dan ook wel het minst van alge- schikt om mijn houding te wijzige n In hoofdstuk 111 van het Rap port der Comm. van Onderzoek lees ik „De Commissie is, na grondig „onderzoek, tot de conclusie ge- „komen, dat een Waterleiding sbedrijf in Zeeuwsch-Vlaanderen „zonder deze verplichting, prac- „tisch onbestaanbaar is." Welnu, hoe kan men dan met zulk een pre-advies, waarin nog voorbehoud gemaakt wordt op dit punt, voor den dag komen. Neen het hyg. nut vordert ver plichting, maar meer nog de finantieele afzet en de rentabili teit. Hoe B en W. aanleiding kun nen vinden met een dusdanig voorstel te komen is mij een raadsel. Door de wel wat raadselachtige in elk geval vreemde afschrijvings- politiek die gevolgd wordt om de eerste jaren geen afschrijving te doen (wie zou in het part. bedrijf zooiets voor elkaar brengen of ooit durven bestaan?) zullen in het 13e bedrijfsjaar de tarieven stijgen. B. en W. leggen er voor er een spade in den grond ge stoken' is, al 10 pCt. op, en wie woonden ruim veertig personen en dus wanneer men om 7 uur des avonds Weenen verliet, kon men ge makkelijk om half twaalf in Graz zijn. En om half vijf vertrokeen sneltrein van daar, die om negen uur weer in Weenen was. Zooals vastgesteld was, was de moord eerst na middernaeht gepleegd. Wan neer men aannam, dat Richter het terrein had verkend en den moordenaar slechts had in- en uitgelaten, dat ook hij het geweest was, die reeds weken te voren een tweeden deursleutel had laten maken, waarmee zijn compagnon dan later nogmaals de woning van moeder Rabl kon binnendringen, dan was het niet uitgesloten, dat Hemser de eigenlijke dader was. Vooral de vermoording van dr. Richter sprak daar sterk voor: het zegt dat dit op den duur geen 20 tot 25 pCt. zal zijn en waar zijn wij dan aan toe M. de V. Het is praktisch on uitvoerbaar en onbestaanbaar. De Waterleiding eischt eenvoudig verplichte aansluiting. Omtrent de tarieven zou voorts nog heel veel te zeggen zijn. Als wij naar zing geven, in welke richting verder te werktuig werd vernietigd, omdat men zoeken was. Moeder Rabl's woorden: Het is goed, dat wij het zwart op wit van haar hebben, duidde daar tenminste op. Daar dit schriftelijk niet gevon den was, lag voor de hand te vermoe den, dat dit juist datgene was, waarop de moordenaar het gemunt had. De vraag, of dr. Richter of Hemser den moord bedreven had, hield Hempel sterk bezig. Vrouw Qlaser beweerde wel, ook bij een tweede onderhoud, dat Hemser slechts één maal op reis geweest was, maar zij zelf was juist den dag toen de moord plaats vond anderhalven dag bij een Zieke zuster geweest. Hemser at 200 lang in een restaurant en had zijn kamer alleen om te eten, verlaten, naar hij gezegd had. Wie zou dat echter bewijzen? De concierge wist er niets van, Er het niet meer noodig had. Dat Hemser gevonden had, wat hij zocht scheen Silas buiten kijf. De verklaring van de meid, die hem vroolijk had hooren fluiten, en zijn blijde terugkeer lieten daarover geen twijfel bestaan. En direct daarop was de twist met zijn medeplichtige gekomen. Maar wat hielp dit alles? Hij was voorloopig immers toch blijkbaar spoor loos verdwenen Men moest zich nu aan Anna Bardorf vastklampen. Silas zag wel in, dat Zijn hoop, wat deze betrof, op zeer zwakken bodem stond. Hoe gemakkelijk kon het gaan om een onschuldige kwestie, een schuld bekentenis, een kwitantie, die moeder Rabl 2elf later, ah waardeloos ge worden, had vernietigd Maar haar woorden dan Silas wendde zich eerst tot den bur gerlijken stand. In den beginne ging alles vlot van stapel ja, een Anna Bardorf, geboortig uit Stiermarken, thans ongeveer vijftig jaar oud, ongehuwd, had jaren lang als kamenier in Weenen gewoond. Haar laatste betrekking was geweest bij een gravin Wachter. Ze diende daarbij drie jaar tot aan den dood der gravin. Na een haar vermaakt legaat te hebben ontvangen, was zi naar haar vaderland vertrokken. Hempel was reeds blij. Eindelijk een spoor 1 Den volgenden morgen vertrok hij naar Miirzzrschlag in Stiermarken, waar Anna Bardorf geboren was. maar hier wachtte hem een groote teleurstelling. Anna Bardorf was daar maar kort geweest, was met een ze keren Hullbock getrouwd, die steward op een Lloydschipwas.en ging met hem op reis. Waar ze tegenwoordig verblijf hield ja, of ze nog leefde dan wel dood was, wist men hem niet te zeggen. Met haar familie kon ze niet overweg en sinds haar huwelijk was elke band ver broken. Moedeloos en ten zeerste teleur gesteld keerde Hempel naar Weenen terug. Men kon aan Lloyd telegrapheeren zeker, hij zou het ook beslist doen, maar hij had weinig hoop. Of de man had reeds pensioen ge- romen jong zou hij toch al niet l ieer geweest zijn of hij dreef met in vrouw, die naar hem verteld was, steeds met hem medeging, ergens op ?ee rond. !n beide gevallen zou het lang duren» Zuid-Beveland gaan en daar de praktijk aanschouwen en een waterleiding bekijken, die in den vooroorlogschen tijd is gebouwd en waar de tarieven stijgende zijn voor men Ar.na Hullbock had ge- U vonden. En misschien stond het gevolg daar- I van niet in eenige verhouding tot de gedane moeiten. In dergelijk gepeins vezonken, schreed Silas zoo een dag later over het Stephanusplein. Het had pas geregend, maar nu scheen de zon weer stralend op het nog niet opgedroogde plaveisel en had een massa menschen naar buiten gelokt. Tamelijk wrevelig baande Hempel zich een weg door deze wandelende menigte, die nu hier, dan daar weer voor een winkel of zoo bleef stil staan. Plotseling bleef hij als vastgeworteld staan. Eenige meters van hem af wandelde een elegant gekleede jonge man naast een knappe dame, met wie hij in een druk gesprek was ge wikkeld. Ze passeerden Silas juist. Als een spookgestalte staarde hij den jongen man aan. Dr. Richter I Hij moest wel luide geroepen hebben, want de dame wierp hem een half verbaasden, half boozen blik toe. Haar begeleider had geen spier van zijn gelaat vertrokken. Waarschijnlijk zou hij achteloos langs Hempel zijn gegaan, wanneer de dame naast hem niet zachtjes iets had toegefluisterd. Nu richtte zich zijn blik verbaasd vra» gend op Hempel. Hij is 't dacht deze. Al man keert ook de snor en aan zijn bewe gingen het afgemetene de 0. gen zijn dezelfde, Wordt vetV9lgd AXELSCHE COURANT. U/a* niot mppr rmnHior harl

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1929 | | pagina 1