Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. Fortune's gunst. No. 95. VRIJDAG 1 MAART 1929. 44e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Belgische Vriendschap. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk fot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Er is een tijd geweest hij ligt nog niet zoo ver achter ons dat België een beroep deed op het geweten der wereld om recht te verkrijgen inzake zijne geschonden neutraliteit. Toen in 1914 de Duitsche legers het land binnenrukten ondanks het bestaande verdrag, dat de on schendbaarheid van zijn gebied heette te waarborgen, ging een algemeene kreet van verontwaar diging op over zóó volslagen gebrek aan moraliteit bij de verantwoordelijke Duitsche staats lieden, die het durfden bestaan de verdragsheiligheid aan te tas ten door de simpele verklaring, dat het slechts „een vodje papier" beteekende in hun oog. Derhalve mogen we aannemen, dat België zich beter dan welke mogendheid ook bewust is van de bindende kracht eener over eenkomst tusschen de naties onderling. Dit op den voorgrond stellen de, ligt het in de lijn der jongste gebeurtenissen, even in herin nering te brengen het moge dan onbeleefd zijn, verleende weldaden op te rakelen tegen over wie deze genoot hoe tijdens de periode van zware beproeving, het Belgische volk opgelegd, in onbeperkte mate gastvrijheid werd verleend door Nederland aan de ongelukkigen, die van huis en haard waren verdreven en diep medegevoel ondervonden met hun angst en wanhoop bij den nabuur, die hen met open armen ontving en zelfs geen dankbaarheid ver langde voor wat als eenvoudige menschenplicht werd beschouwd. Sedert hebben we enkele on aangenaamheden beleefd, door sommigen bestempeld als snoode ondankbaarheid van Belgische zijde, welke toch allerminst ver diend was Een heftige penne- strijd ontstond over den ver meenden Duitschen doormarsch door Nederlandsch Limburg, waarbij lang niet malsche be schuldigingen werden geslingerd naar het hoofd der toenmalige Regeering. Een poging der Bel gische Regeering om van onze Regeering een verdrag geteekend Amerikaansche schets. 4) Ik heb Dagedacht over je woordeD, en ik geloof, dat je gelijk hebtdat wij elkaar niet meer moeten zien. Ik sta zoo ver vau je af in stand, geld, op voeding. Ik dacht, dat ik althans, 't geld wel bij elkaar zou krijgen ik begon te dobbelen by de races. Daags nadat wy samen waren geweest, had ik eerst groot ver lies. Ik ging door om terug te winneD, maarom kort te gaan ik verloor al wat ik bezat zelfs mijn kar en een hoop van mijn mooie kleeren. Daarom kon ik niet tot je komen ik verloor het eenige, wat my kon aanbevelen mijn goed geluk. Ik keer terug naar het fiimvolk, met myn paardje; dat kent na een nieuw kunstje te krijgen, dat behalve vernede rend voor onze natie ook nog van niet te berekenen nadeel kon worden. Dat alles werd door vredelievende geesten gesust, in den waan verkeerend, dat België het toch zoo kwaad niet met ons voor kon hebben en besef fend, dat niemand onzer vol maakt is en we dus geen al te hooge eischen mogen stellen. Thans echter komen die zaken in een ander licht te staan en blijkt wel degelijk, dat degenen, die schreven dat België lang niet in onschuld ons land bleef prik kelen en dreigen, gelijk hadden. Het is nü bewezen, dat dat alles een leeüjken achtergrond heeft en in verband staat met snoode plannen. Het is bekend, dat in 1920 tusschen België en Frankrijk een geheim verdrag werd gesloten. Hierover werd in ons land eenigs- zins wantrouwend gedacht, maar aangezien er geen bewijzen waren, werd al spoedig het vertrouwen weer hersteld, omdat men van uit het Buitenland verzekerde, dat het militaire aangelegenheden wa ren, die slechts beteekenis kregen, als een der beide landen door een vijand mocht worden aange vallen. lntusschen bleef den tekst geheim, totdezer dagen het „Utrechtsch Dagblad" door toe vallige omstandigheden in het bezit kwam van den tekst van het verdrag, alsmede van de uit legging, die bij de bespreking in den zomer van 1927 door de generale staven van Frankrijk en België is opgemaakt. De redactie van het „Utr. Dgbl." heeft gewacht met de publicatie, tot zij waarborgen had, dat de inhoud van het document echt (authentiek) was. Maar toen zij die zekerheid had, zag zij er geenszins tegen op, tot die open baarmaking over te gaan, omdat zij het een levensbelang acht, zoowel voor Nederland als voor den internationalen vrede, dat de volken kennis kunnen nemen van de gevaarlijke bedreiging, waar mede colleges van beroepsmili tairen als de generale staven der verschillende mogendheden zijn, achter de schermen eener schijn baar vredelievende politiek tus- zwemmen in den Oceaan. Ik behoef niet reel woorden te zeggen Een verstandig meisje weet altyd wel, als een man haar liefheeft, ot hy 't zegt, of niet. Daar ik nu niet meer dobbel zal 't wel een poos duren, eer ik geld genoeg bijeen heb om een ranch te koopen. Als dat gebeurt, zal ik jou opzoeken, al was 'took enkel, om een anderen man, die je liefheeft, te feliei- teeren. Ik wensch je veel geluk in het leveD. »Je toegenegen Don.« De autobus van San Diego naar Los Angeles passeerde een een zamen ruiter tér hoogte van de Torrej Pires. Een eind verder stopte de bus om een dame pas sagier te laten uitstappen. 't Was een vreemde plaats, maar zy drong er op aan, ofschoon zy had betaald voor de reis tot Los Angeles, De bus volgde den dalenden weg, de dame keerde terug naar de zijde vanwaar zy gekomen was. Spoedig bereikte zy den schen de Staten, het vredeswerk bezig zijn. te ondergraven. Het blad laat dan het geheele verdrag volgen, met de interpre tatie van 1927. Met het oog op de plaatsruimte, alsook om de lezers nret met dorre lectuur te vermoeien, zullen wij dien langen tekst maar weglaten en ons be palen tot enkele artikels en ge gevens, welke o i. voldoende aan- toonen met welke vredelievende gevoelens de Belgische militaris ten tegenover ons land bezield zijn. Zoo heet het o.a.De En- gelsch-Belgische overeenkomst gesloten den 7 Juli 1927, maakt het mogelijk, naar alle waarschijn lijkheid de eventueele tegenstan ders van België tot twee te be perken, t.w. Duitschland en N e- d e r 1 a n d, en die van Frankrijk tot drie, t.w. Duitschland, Italië en wellicht Spanje. „Frankrijk en België hebben maar een gemeenschappelijk front. Deze principieele grondslag van het accoord van 1920 blijft on aangetast. Welke de tegenstan der, tegen wien het een of andere land te strijden krijgt, ook zij, de deelgenoot zal tusschen beide komen". Betreffende het conflict tusschen Nederland en België en de be teekenis van het woord „agres sie" heet het „Krachtens art. 1 van de Fransch- Belgische militaire overeenkomst, genaamd „Convention de Bruxel- les", is België zeker van Frank- rijks hulp tegen eiken tegenstan der, „die op de een of andere wijze, hoe dan ook, door Duitsch land ondersteund wordt". Deze hulp kan maar van tweeërlei aard zijn, een diplomatieke of een militaire. Aan den anderen kant hebben de onderhandelingen se dert acht jaren (1927) tusschen N e d e r 1 a n d en België gevoerd, vanwege Nederland uitgelokt, en zullen nog uitlokken, maat regelen op het gebied der water wegen, die eventueel als onvrien delijk en zelfs als agressief kunnen worden beschouwd". „Het ontwerp van een Engelsch- Belgischen zijdelingschen aanval in Zeeuwsch Vlaanderen, in Aug. 1927 door den militairen attaché eenzamen ruiter. Deze zag haar niet; hij zag niets; in gedachten verzonken liet hij 't paardj maar gaan. Hy zou de voetgangster gepasseerd hebben als haar roep »Hé, meneer I« hem niet plotse ling had wakker gemaakt. Hij hield het paard in, doch zei niets. Kunt u mü ook den weg wyzen naar het Hotel del Coro- nado In een oogenblik was by van zijn paard af. Carmelita riep hy op den toon van een gevangene, wien zyn gratie wordt aangekondigd, maar daarna, zich bezinnend vroeg hy Heeft n mijn brief niet ont vangen, dame Natuurlijk! En daarom ben ik hier. Ik begreep dat u nog niet ver kon zijn daarom reed ik u na met de bus Ik ben juist uitgestapt; want ik wilde u spreken. En eer hy iets zeggen kon bood zy hem een stuk pa pier aan, Ik kom u dit bren gen, van Groot-Brittanië te Brussei voorgesteld, heeft de instemming van geen der drie belanghebbende staten verkregen, diensvolgens is de meening aanvaard dat men zich houden kan en moet, tot nader order, aan het ontwerp Maglinse van 1920, ditaanpassend aan den nieuwen toestand die uit de Britsche deelneming is voort gesproten". Commentaar hierover is niet overbodig, maar we laten dat over aan meer bevoegden. Im mers de Nederlandsche pers laat voldoende het licht vallen op de beteekenis van deze dreigemen ten en ook de Regeering zal die o.i. wel weten te plaatsen en te beoordeelen zooals haar goed dunkt en zooals zulks in ons belang is. Het geldt ook in dezen: „De hoofden koel", ln tusschen behoeft men o.i. niet zoo van dat verdrag te schrikken, want wie voor, in en na den oorlog België goed heeft leeren kennen, weet wel, dat het niet betrouwbaar is. En ook ten op zichte van de groote mogend heden geldt dat. Ondanks den grooten afkeer, die de oorlog van oorlog heeft gewekt, blijven groote wereldlijke machten oorlog als onvermijdelijk beschouwen. De groote oorlog, die naar het heette, aan allen strijd tusschen de volkeren een einde zou maken, heeft tot resultaat gehad, dat men geen haar nader gekomen is bij wat men „het volk" als doel voorloog, nl. te komen tot een „duurzamen vrede". Nauwelijks waren de vredes voorwaarden geteekend, of men wapende zich tot de tanden en men ging knipoogend vriend schapsbanden sluiten om weer een gezamenlijken vijand te kwee ken en daartegen te kuipen. Men stichtte een Volkenbond met goede bedoeling, doch niets was beter geschikt voor de „vos sen dan de Volkenbond, om „het volk" zand in de oogen te strooien. Het is een stichting, die millioenen kost aan de sta ten en die ook men moet dat willen erkennen veel goeds heeft gesticht, maar zij heeft niet het vertrouwen. Het is misschien nu een mooie gelegenheid om te Ean cbf queriep hij ver baasd. Ja, van de baük, waar ik 't geld bracht, dat wy by de races wonnen. Je moet 't terug nemen, want in werkelykheid behoort het jou. 't Is de eerste termyn voor den ranch, dien je wilde koopen. Don scheen eenige moeite te hebben, eer hy alles begreep. E ndelyk sprak hij Dat is heel edelmoedig van n, al kan ik het niet aan nemen. 'tWerd nu een combat de générosité. Ten slotte riep Carme- lita uit Je zult geen gemoedsbe zwaar meer hebbeD, als ik je zeg, wie ik eigeniyk ben: een kindermeid by een deftige fami lie te Coronado. Deze japon beeft mevrouw my gegeven, en de dag, waarop wij elkaar ont moetten, was mijn uitgaansdag. Je bent gefopt door deze japon, die werkeiyk heel mooi isals ik myn daagsche jurk had aan gehad, zon je my niet eens heb- toonen, dat men aan den Vol kenbond meer waarde kan hech ten dan aan een Vredesconferen tie in Den Haag. V Nadat we bovenstaande had den geschreven, kwam daar het verslag van de Belgische Kamer zitting, waarin de publicaties van het Utr. Dgbl. werden besproken, en waaraan niemand in Brussel geloof scheen te hechten. Minister Hymans verklaarde plechtig in veel woorden, dat in het Fransch- Belg. verdrag geen sprake is van Nederland, Spanje, Engeland en Italië en het in de Holl. kranten verspreide bericht een w e e f s e 1 van leugens en verzinsels is een valsch stuk van ongehoorde brutaliteit. In naam der internationale eer lijkheid moet geprotesteerd wor den tegen deze publicatie, die er uitsluitend 'op gericht is om de atmosfeer te vertroebelen en om de kiemen van verdenkingen te werpen op België, juist op 'n oogenblik dat dit land met Neder land goede relaties onderhoudt. Dat is een miserabel procédé, dat niet van dien aard is, om het internationaal vredeswerk van de pers te bevorderen. Het document is vervaardigd door een misdadiger, zoo heette het. Ook oud-minister Van der Velde verklaarde in dien geest en brand merkte de ellendigen, die de ver- valschte documenten hebben ge bruikt om tweedrachtte stichten. Ten slotte werd een motie van vertrouwen aangenomen. En als men nu dat alles leest, dan vraagt men zich af: hoe zit dat nu, zou nu werkelijk een Nederlandsch dagblad zich heb ben laten lijmen door een avon turier Maar dan komt daartegenover weer de overtuiging van dr. Ritter, de hoofdredacteur van het Utr. Dgbl., die in een onderhoud met de Haagsche Crt. verklaarde, dat hij meende Nederland met dit stuk een dienst te bewijzen, doch niet, dan nadat hij aan 5 Nederlanders van hooge positie en onbesproken reputatie den raad had gekregen dezen stap te doen, die zooveel beroering veroorzaakt. ben opgemerkt. Toe, neem nu het geld 't Kwam uit jon zak Hy schudde het hoofd. Myn hemel, Don, neem toch dat geld. Maak mijn offer nu niet heelemaal nutteloos, 't Was een offer, jon uit den droom te helpen, af te stapp n van het voetstuk, waarop jy my had geplaatst. Ik deed het om Nu, waarom Och, ik weet 't niet. Was bet omdat je my lief- bad Toe, zegt het Dat beeft er Diets mee te maken, Dod, waarom ben je zoo wreed 1 Ik ben nu niet meer bang voor je, goddaok! 't Spyt me, dat je niet meer van my houdt, want ik wilde je dat joist gaan leeren, en als je 't niet gauw leert, moet ik je «treffen. Geef hier je hand 1 Zy deed het, en hy drukte een kus er op. Je lippen. Niet hier, Don Na, ook goad 1 Doe 't maar weer, lieverd EJ1N D fi. AXELSCHE I >5 v' Cé COURANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1929 | | pagina 1