Dim tag tl De 1923
39 Jaarg.
71.
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vla.in deren.
ili| is 4.ë Wrake
O
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
Binnenland.
FEUILLETON.
Hl
I
ISC HE
INT.
Dit blad verscmjnt eiken Dinsdag- en Vrij dagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco Der Dost 1 Gulden.
Afzonaerliike Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postgiro «08tt3.
tot 5 regels 60 Centvoor
Groote letters worden naar
ADVERTENTIEN van 1
eiken regel meer 12 Cent.
olaatsruimte berekend.
Advertentièn worden franco ingewacht, uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdag voormiddag ELF nre.
tot
Wie zich met 1 Januari
aanst. op dit blad abonneert,
kTijgi de vóór dien datum verschijnende
nummers gratis.
Het ligt ons zoo by, dat in de afge-
loopen weik de belaugstelling van zeer
velen is uitgegaan naar de geweldige
verassipg, hun bereid door den Erati-
schen minister van Buitenlandsche
Zaken, die per communiqué wereld
kundig maakte, dat de bezetting in het
Ruhr gebied binnenkort waarschijn
lijk reeds met ingang van 15 Decem
ber - aanmerkelijk zal werden ver-
Ziicbti
Wel zeer onverwacht is deze heug
lijke tijding gekomen. Nog 30 Novem
ber hebben de Franschen 60 billioen
mark gelicht uit het filiaal der
Rijksbank te Dlisseldorf en reeds 4
December mocht de wereld vernemen,
dat de bezetting, welke thans een
60.000 man omvat, zal worden terug
gebracht lot 10.000 man, dat alle open
bare gebouwen en diensten zullen wor
den teruggegeven aan de Duitsche
autoriteiten en dat het Fransche booM
kwartier zal worden verlegd van Düs-
seldort naar Mainz. Als het nu maar
niet blijit bij het voornemen.
Men zegt, dat deze verassende om
mekeer is te danken aan België. Zij
kan ook wel een gevolg ziju van de
Amenkaausch-Engelsche pressie en óók
wel het resultaat van al luider zich
uitsprekende ontstemming in Erankrijk
zelf, nu zij zien welk een ontzaglijk
groot onheil zij h.-bien gesticht in het
Duiiscbe Rijk in het algemeen en in
de streek, welke zij 11 Januari vre
delievend' hebben bezet, in het bij
zonder. Zij hebben óók: rekening te
houden met de gezindheid der wereld
en deze weet nu, dat alleen in het
vóór den oorlog zoo welvarende Essen
met minder dan 60 pet. der bevolking
armlastig is geworden en dat die stad
niet bij machte is, gaarkeukens voor
de daar thans 270 000 hongerende
menschen behoorlijk in stand te houden.
De verkiezingen in Engeland hebben
Donderdag plaats gehad (nog wel tot
's avonds 9 uur) onder begunstiging
van na de sneeuwstormen welke
nog Dinsdag en Woensdag het reizen
der canvassers van beiderlei kunne
onmogelijk maakten ongedacht fraai
weder. Er is dan ook druk gestemd.
De verkiezingsstrijd is ongewoon heftig
gevoerd en intimidatie en zelfs mis
handelingen zijn daarbij ditmaal voor
gekomen.
01 Engeland, dat 80 jaren het bol
werk is geweest van den vrijhandel,
nu opeens protectionistisch zal worden
zy bet ook gematigd zal pas blijken
nadat het nieuwe parlement zal zijn
bijeengekomen, hetgeen volgens de
Grondwet moet geschieden op 8 Januari.
Dit valt intusschen reeds wel te zeg
gen, dat de conservatieven een ei nsiige
nederlaag heboeu geleden en dat Bald-
wiu fiasco heeft gemaakt met zijn be
schermende rechten-politiek.
Schadeposten voor de begrooting 1922
Stormschade.
Ingediend is een wetsontwerp tot wij
ziging van het IXe Hoofdstuk der
Staatsbegrooting voor 1922.
Aan de Memorie van Toelichting van
den Miuister van Waterstaat wordt o.a.
het volgende ontleend
Voor het herstel van stormschade
aan onderscheidene werken is moeten
worden besteed een bedrag van
564.286.79, waaronder o.m. een uit
gaaf van ruim 157 duizend gulden voor
nerstel van belangt ij «e schade door de
najaarsstormen in 1921 aan de hoofden
en den Leiduin te Hoek van Holland
toegebracht; een bedrag van ruim vijf
duizend gulden voor herstel van schade
door bedoelde stormen toegebracht aan
de werken op het eiland Marken en
een bedrag van ruim vijf duizend gul
den voor herstel van stormschade aan
tal van hoofden op het Noorderstrand
van Vlieland.
In verband met den toestand aan de
buitenhaven te Scheveningen moest
voor baggerwerk een hooger bedrag
worden uitgegeven, dan waarop was
gerekend.
De Post.
Het verlies op de exploitatie van het
Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie
en Telefonie voor het dienstjaar 1922
is te stellen op rond ƒ7.300 000.
In verband daarmede moet het bij
het desbetreffende begrootingsartikel
toegestane bedrag tot dekking van
het verlies verhoogd worden met
3 430.862.
Koersverlies.
In de maand Juni 1919 werd door
den Agent van net Ministerie van Fi
aanciëu te Amsterdam, in opdracht
van den Minister van Financiën aan
gekocht een cbèque ad R VI 750 000
tegen den koers van f 17 60 per R M.
100;- het bedrag van dien cheque was
bestemd voor de voldoening van de
kosten van aankoop in Duitschland
van een drijvend droogdok voor de
visschersbaven te IJ muiden.
Verschillende ouderhandelingen leid
den ten slotte daartoe, dat door de
firma door wier bemiddeling de gelegen
heid tot aankoop van het dok was ont
staan, een dok ter verkoop werd aan->>
geboden te betalen niet in Duitsche
doch in Ne iTlandsche muut, waartoe
met deze firma eene overeeukomst
werd gesloten.
Het dossier, waarin zich de cbèque
bevond, was inmiddels aan het Depar
tement van Waterstaat gezonden, om
dat van dit stuk voor betaling nu geen
gebruik behoefde te wordeu gemaakt.
Het geraakte iu het o n g e r e e d e, het
geen werd opgemerkt toen in het jaar
1921 de Minister van Financiën er de
aandacht op vestigde, dat de post voor
den aankoop van den cbèque nog niet
was vereffend. Daar de koers van de
mark inmiddels zeer aanzienlijk was
gedaald en het Rijk dus bij verkoop
van den wissel een belangrijk verlies
(Vrij uit het Duitsch.J
94)
Het rusteloos zoeken en verlangen naar de
verlorene had nu opgehouden en in de rust
der zelfs smartelijke zekerheid zou hij gez°nd
hebben kunnen worden, ware de aan Magda-
lena begane schuld verzoend geweest.
Maar de overtuiging, dat graat Herbert de
man was, wiens snood verraad haar het hart
had gebroken, da volkomen straffeloosheid,
waarin deze leefde en nieuw geluk zocht en
nieuw genot, maakten zijn genezing onmogelijk.
Waarheid, waarheid, dat was het waarnaar hij
dorstte. Hij mocht daarop geen acht slaan,
of nij Theresa's vader doodelijk kwetste in zijn
heilig gehouden familie-eer, alshij in den
laatsten spruit van het edele geslacht den
ouden naam beschimpte en in aanraking bracht
met de crimineele rechtbank, maar liet was
het bewustzijn van zijn streven, wat zich
plaatste tusschen hem en de grafelijke tamilie
en hein wegdreef van den gastvrijen haard.
Geen oprechte vriendschap wilde hl] ruilen
tegen geheime vijandschap, zijn edel hart kwam
daar tegen op. Twee dagen na Werners
komst, toen hij het Theresa lmd toevertrouwd,
wie ue moeder was van het Hnd en nadai hij
het haar vader gezegd had, wien hij den
schuldige achtte, twee dagen daaina veitrok hij.
Naar Weenen, naar' mijn schildersezel, had
hii gezegd, toen de predikant hem vroeg, maar
welken weg ik neem en met hoelang opont
houd, dat moet ge mij niet vragen.
Nu waren twee maanden voorbijgegaan,
zonder dat hij iets van zich had laten hooren
en de predikant moest zijn jonge vrouw sieeds
opnieuw verzekeren, dat dit een oud ingewor
teld gebrek zijns broeders was, wat echter geen
aanleiding gaf, zich over hem bezorgd te maken.
Werner en zijn Esther hadden zich nu hui
selijk ingericht, den werkkring in oogenschouw
genomen, hem aangewezen en bevonden, dat
het lot hem rijk gezegend had.
Zooals hij daar zat met zijn boek in het
met wijngaardloof begroeid prieel van zijn
tuin na de werkzaamheden van den morgen,
met'kalm welbehagen zich verheugend in den
schoonen herfstnamiddag, vertegenwoordigde
hii het beeld van huiselijke gelukzaligheid, en
de jeugdige huisvrouw, die naderde aan liet
kiezelpad van den zorgvuldig onderhouden
tuin en zelf het koffiegerei droeg, volmaakte
dit beeld.
Waarom laat ge u niet helpen, Esther? Ge
zii't zoo zwaar beladen,'' zei hij, toen hij zag,
dat zij bovendien aan den arm nog een korf
droeg met haar werk, met couranten en boeken.
Omdat de mensehen mij r.iet zoo lang
móeten kunnen aanzien dat ik een verwend
stadskind ben en niet onder hen opgegroeid,
hernam zij, het blad neerzettend. „Ik wil nu
eenmaal een echte en rechte predikantsvrouw
worden, ook uiterlijk; wil leeren aanvatten
en mijzelf bedienen, om u door kleine bewijzen,
welke aanleiding geven tot allerlei beroeringen
en beoordeelingen, vertrouwelijker en meer
bekend te worden."
Gij zijt altijd mijn goede en verstandige
Esther," zei hij schertsend. „Welk een aantal
talenten spreidt gij ten toon, wat vereenigt gij
al in één" persoon! Ghde, huisvrouw, zieken
verpleegster, leerares, tuinierster
En nu briefdraagster," zei zij in de scherts
voo.tgaande. „Voor het oogenbhk is de uit
oefening van d i t beroep toch zeker wel het
aangenaamste."
Hii greep naar den omhoog gehouden brief
in zichtbaar blijde verrassing. „Van Richard
riep hij, „eindelijk!"
Hii wilde het couvert verbreken, maai
reikte hem over de tafel heen zijn vrouw
aan. „Lees gij hem mij voor met uw
klankvolle stem, dat is mij een dubbel
genot.
Ja, ja," voegde hij er bij, toen zij aarzelde,
en hij bezwaar las op haar gelaat, „zijn wij
niet één, zijt gij niet, als Richard zelf verze
kert, zijn trouwe lieve zuster?"
Zij liet zich o\ erhalen, zette zich tegenover
hem neer en opende den brief. .Twee, drie
velletjes, hij haalt zijn schade in," zei zij, .dat
levert lectuur op voor den ganschen namiddag.
Bedenk u, mijn goede Werner," las zij, „of
gij" u nog met mij in wilt laten, nadat ik zoo
lana gezwegen heb, want ik kom tot u zonce
eenige verontschuldiging, alleen met een hart
vol berouw; ik ben nog de oude onverbeterlijke
zondaar.
Onverschilligheid is het met, die mi] deed
zwijgen God weet ditmaar het onvermogen
om den toon te vinden, die stemt met het
volle accoord van uw geluk. Wij moesten
eerst beiden de noodige overgangen maken,
opdat de klank harmonisch wezen zou.
Gij zijt nu thuis in uw nieuwe wereld en
ik, in de oude eenzaamheid, die mij lokte en
nu toch in weerwil van mijn ijverigen arbeid,
niet ten volle bevredigd. Dat kuint omdat ik
na mijn langdurig dwalen en wandelen opnieuw
de betoovering heb gevoeld der huiselijkheid,
die ik ontbeerd heb sedert de dagen, dat ik
met u in de vacantiën tot onze ouders weder
keerde en z ij de armen uitbreidend op den
drempel stond. Weet gij het nog, Werner?
Hoe lang is dat geleden en hoe frisch de her
innering 1
Vaak heeft het mij gesmart geen tehuis meer
te hebben niet in den eersten tijd, na den
dood onzer ouders, gij weet dat ik er toen aan
dacht zelf een nestje te bouwen, maar in den
langen tijd, die toen volgde, waarin wij ieder
afzonderlijk in de wereld stonden en kampten
om het stuk grond onder onze voeten. Gij
hebt r.u een gelukkig tehuis, dat sieraad i es
levens v erworven en ik den roem. Ach Weriu r,
hij is koud, als ons de liefde daarbij niet
toelacht, dan laat hij het hart ledig 1
Somwijlen overmeestert mij een onbeschiijte-
lijk, zeer onmaunelijk verlangen en ik wee.t
ii 1
J11
i
i
i 1 I
I
i
j l
niet waarheen en waarnaar. Naar u, den
trouwen vriend mijner jeugd, naar Theresa, bij
wie Veronica speelt in den stillen slottuin, of
naar het verlaten graf aan het zeestrand, waar
zij slaapt?
De toekomst van het kind dit is de
hoofdvraag mijns levens in alle opzichten en
ik ben het lot dankbaar, dat het mij iets geeft,
om voor te zorgen. Zij is nu mijn eigen kind
ik denk dikwijls aan haar en veel, maar, is dit
niet zonderling, ik vermag haar beeld met
meer te scheiden van Theresa s beeld, ik kan
niet denken aan een van beiden afzonderlijk.
Er ligt iets bijzonder teeders in de liefde, die
zij mijn verlatene lievelinge bewijst, iets ver
kwikkends in den adem van het frissche leven,
dat zij om zich heen spreidt, in de blijmoedig
heid, waarmee zij het leven opneemt en spelend
of standvastig de hinderpalen overwint, die dit
leven haar biedt
Ik gun graaf Wangerloh dezen kostbaren
schat, na de bittere ontgoochelingen en moei
lijkheden zijner jeugd; het eindweegs, dat zij
nog te zamen zullen afleggen, zal zij hem
licht maken.
Als wij de verandering door den tijd teweeg
gebracht aan onszelven niet b„ merken, dan
toch wel aan anderen. Hoe heeft haar karakter,
dat nog onontwikkeld zooveel ruws en on
vriendelijks vertoonde, zich prachtig gevormd,
welk een sterkte en veerkracht ligt daar in
haar fiisschen geest, welk een zachtheid en
liefde in haar gemoed bij haar eigen wil.
Haar geest zal ten zegen worden voor Veronica,
als haar liefde tot het kind van duur zal zijn.
Een gedachte is er, welke mij veel bezig
houdt. Even gelukkig als haar sympathie voor
Veronica mij maakl, evenzeer beu ik geneigd
die te beschouwen als een zoenoffei va het
lot van mijn lievelinge en het zou mij voo.ge-
s komen zijn, als waie die sympathie listig ver
kregen goed,'als ik verzwegen had, wiei auid
Veronica is Theresa weet net nu, zij heeft
i het des fe vaster aan haar hart gedruk
iViiordt vervolgd/.
i
i