Vrijdag 18 Mei 1923. 39e I. •Janrg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. J. C. VINK - Axel. Opleiding tot de gezinstaak. FEUILLETON. li Du blad verschijnt eiken Dinsaau- en Vrydsgavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanaen 75 Cent; franco oer post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postgiro 60363. AGVERTENTIEN van 1 tot 5 regeis 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Ad verten tiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrjjjdagyoormiddag ELF nre. Dy dit blad behoort een byvoegsel. Wegens het PINK STERFEEST zal aanst. Dinsdag geen nummer van dit blad verschijnen. Twee zaken trokken dezer dagen onze aandacht: de opleiding van meisjes tot huisvrouw en het vrouwenkiesrecht en het verwondert ons, dat onder de vrou wen niet meer werk gemaakt wordt van die opleiding, nu dit enkele jaren gele den zoo vaak als motief gold, om ook daarom de vrouw het recht van stemmen te geven. We weten toch, dat er aan de tegenwoordige opleiding der jonge meisjes nog al wat ontbreekt. Zeker in veel kringen wordt ook na het twaalfde jaar heel wat min of meer nuttige kennis aan onze dochtertjes bij gebracht. Veel meer dan vroeger leeren ze haar eigen kost verdienen, op fabrie ken, in werkplaatsen en kantoren, overal vinden de meisjes haar weg, de knappe hoofden onder haar doen heel wat examens, die haar dan in staat stellen op eervolle wijze in haar levensonder houd te voorzien. Maar voor één ding schijnen we soms blind te zijndat is dat het meerendeel harer straks dien werkkring voor goed of korter of langer tijd zal neerleggen, omdat ze gaan trouwen. De meisjes zelf vergeten dat volstrekt niet, voor de mees ten harer is „een eigen tehuis" nog al tijd en terecht het ideaal. En maar al te vaak wordt het werk dat ze in haar jongere jaren verricht niet als een „beroep" opgevat, doch eenvoudig als tijdelijke bijverdienste, tot tijd en wijle ze gehuwd zal gewezen. In hoeverre die opvatting de juiste is, zullen we hier niet be spreken. Wel moeten we hier onder de oogen zien, dat voor dat huwelijk zelf, dit wil zeggen voor de gezinstaak, die ermee verbonden is, tal van meisjes al buiten gewoon weinig onderlegd zijn. Het kind uit de volksklasse, dat zoo van de school naar de fabriek of den akker gaat, dat haar vrijen tijd voor haar genoegen ge bruikt. en trouwt na een jaar of tien op een machine knoopsgaten te hebben ge maakt, of lucifersdoosjes te hebben ver pakt of desnoods veel moeilijker werk te hebben verricht, heeft daarmee van huishouden en kinderverzorging nog niemendal geleerd. En het typistje, de telefoniste, de winkeljuffrouw, de geluk kige bezitster van wel drie of wel vier lagere en middelbare actes, de advocate, zij allen zijn er geen zier beter aan toe. Maar te vaak weten de verloofde meisjes noch van koken, noch van naaien en verstellen, noch van kinderverzorging, laat staan van kinderopvoeding ook maar iets af. Dat dit in de intellectueele en de meer bevoorrechte kringen door het volgen van allerlei cursussen gedurende den engagementstijd vaak nog is in te halen, spreekt vanzelf. Ook hoeft de aanstaan de huisvrouw daar wellicht minder zelf te doen, alleen leiding te geven. Hoe wel voor goede leiding toch ook wel degelijk zelf-kennen noodig is en het bij den tegenwoordigen stand van het dienstbodenvraagstuk hoe langer hoe meer verwacht mag worden, dat de vrouw des huizes zelf „van alle markten thuis" is. En in het arbeidersgezin is dat dub bel noodzakelijk. Daar heeft de onkunde van de vrouw al heel wat op het geweten gehad. is het wonder dat de man, die thuis komt en geen smakelijk eten, geen gezellig opgeruimd vertrek, geen „zoete" kinde ren vindt, er vaak uitloopt en hetzij in vereenigingswerk, hetzij in de bovenzaal, hetzij, wat een ramp worden kan, in de kroeg z'n toevlucht vindt? In elk ge val niet bij voorkeur z,n geluk thuis zoekt? En hoe oneindig kostbaarder is het onderhoud van een gezin als moeder niet alles zelf kan doen? niet van d&j oude kleeren der grooten nieuwe voor de kleintjes maken kan niet voor het minste geld, het voedzaamste en smak- kelijkste middagmaal weet uit te kiezen Hoeveel ziekte had voorkomen kunnen worden, als alle moedertjes van kinder verzorging, van hygiëne een helder be grip hadden meegekregen. Daarom had men zich in de vrouwen beweging voorgenomen, nu de vrouw het kiesrecht eenmaal gekregen heeft, dat het beste zou worden aangewend door het te gebruiken in het belang der vrouw in de eerste plaats en er op aan te dringen, dat alle meisjes zonder uit zondering het noodzakelijkste leeren, wat zij noodig hebben, om flinke huismoeders te worden. De opleiding der Neder- landsche meisjes moet zoo worden, dat deze op haar wachtende moeder- en gezinstaak zij gericht en haar gemeen schapszin wordt ontwikkeld. Men moet krijgen een wijziging van de leerprogramma's zoodanig, dat aan de lichamelijke ontwikkeling meerdere aan dicht wordt gewijd en daarnaast de een zijdige africhting wordt beperkt, tenein de de jongelieden meer geschikt te ma ken voor 't maatschappelijk levenin het bizonder worde het jonge meisje niet alleen opgeleid tot vervulling van haar economische functie, maar ook voor de haar wachtende moederschaps- en gezinstaak. Dat is nog iets uitgebreider zooals men ziet, want onder de jongelieden hooren niet alleen de meisjes, maar ook de jongens. En laten we maar eerlijk de waarheid zeggen, er trouwen heel wat mannen, die net zoo min voor huis vaders berekend zijn, als meisjes voor wie het begrip huismoeder ook niet veel meer dan een klank is. (Wordt vervolgd.) (Vrij uit het Duitsch.) 40) Het seizoen begon in Londen en daarmede dat woelen en drijven, zooals alleen de Engel- sche aristocratie dit kent. Het was de eerste winter, die Herbert in Londen beleefde"; zijn betrekking alleen zou hem reeds gedrongen hebben een plaats in te nemen in het gezel uPua' llad 0ük ziJ'n begeerte en de bekoor lijkheid van het nieuwe dit niet gebiedend geéischt. De talrijke diners en bals, de opera het verkeer in de clubs, de watertochtjes en ae ritjes in het park namen zijn tijd in beslag bi] dag en bij nacht; onophoudelijk werd hij medegesleept in den maalstroom der genoegens, nij kende nog zoo weinig van Londen, zoo min van het openbare, als van het bijzondere leven want het eerste gedeelte van zijn eerste oponthoud was voorbijgegaan met het maken aer noodige toebereidselen voor zijn huwelijk en om een geschikt oord te zoeken, waar hij net huiselijk nestje zou knnnen bouwen. De W?rH weken na Magdalena's aankomst be ware ar t°e nu alle banden geslaakt waann zijn koel berekend verstand zijn woest opvlam menden hartstocht voor de schoone vrouw wist beklemd te houden, dronk langde geluk. g6 teUge" het VUrig ^ei" zich" W3S hiJ verzadiSd- hiJ' keek om en bedacht kad' naar het hem toescheen, haar een Sc l,)k "fier gebracht, toen hij haar bezTt schiitpri3 ?evaar af, van a"e aanspraken op een schitterende en zekere toekomst te verliezen dwaaiHpWnf dlt/evaar onbetwistbaar, toch hariln oorzaak, die hem daartoe hfon hTSp00rd uWant niet haar ge'uk had y P het oog gehad, alleen zijn eigen ruste loos verlangen had hij bevredigd, alleen zijn gloeiende hartstocht leidde hem op den weg die tot het doel voerde. Maar dat dit de eenige weg was, dat Magdalena hem boven dien gesteld had voor de keuze tusschen een huwelijk of haar verlies, dat beschouwde hij nu menigmaal als een hem aangedaan onrecht. f'Jn liefde vergaf dit nog wel, want nog oefende Magdalena haar betoovering op hem uit en eJd uZi] z'in gevoelens geketend. Maar zijn gedachten waren weder vrij geworden en bij Herbert had het verstand meer rechten dan het gevoel. Nu gingen vaak verscheidene dagen voorbij zonder dat de echtgenooten elkander zagen, de „J.onge echtgenoot had geen tijd en vergat wellicht dien te zoeken. Evenwel was hij tenminste vol vurige tee- derheid, al kwam hij zeldzamer en Magdalena's schoonheid was nimmer schitterender dan in het gevoel van haar bevredigd geluk De lange dagen vol stille eenzaamheid, het heime lijk verlangen naar een wezen, waarmede zij zou kunnen omgaan, de wensch, om de vroo- lijke wereld te zien, die wereld, welke zij zoozeer had liefgehad, dat alles was vergeten in zijn tegenwoordigheid. Want hij gaf haar alles, alles. Aan zijn zijde vloden de uren om, zijn stem verwekte leven en zijn woord blijmoedigheid. Zij, zoo dacht ze in hare bescheidenheid, zij had hem niets aan te bieden, zij had niets mede te deelen uit de diepe eenzaamheid, die haar omgaf, hij alleen was de gever aller goede gaven. Hij vertelde van zijn schitterend leven, van de belangwekkende en aangename kennisma kingen die hij had aangeknoopt, van het gunstig onthaal hem te beurt gevallen. En dat scheen haar zoo natuurlijk toe, want Herberts schit terende persoonlijkheid viel in het oog zelfs in de groote menigte nieuwe en veelbeteekenende verschijningen, die iedere winter bracht. Voor een naam van zoo goeden ouden klank als de zijne, openden zich alle deuren van het uitge zochte gezelschap, voor zijn bijzondere eigen schappen veler harten. s Het waren bedwelmende feesten waarvan hij sprak, hij ontrolde voor haar oogen een veel kleurig verlokkend beeld; het beeld, dat haar in naar kindsheid had voor oogen gezweefd Nu had zij als Herberts vrouw dezen uitgelezen kring moeten toebehooren en nochtans leefde zij meer verborgen, dan in de kleine landstad, waar haar vader haar duizende bescheidene verstrooiingen schiep, waar zij menschen zag en menschen sprak en met Richard veld en woud doorkruiste. Wel maakté zij dikwijls een vergelijking maar nog maakte dit haar niet treurig; het zouden slechts weinige jaren zijn, die zij zoo eenzaam moest doorleven, en dan zou zij steeds bij Herbert en met Herbert zijn. Ook met hem dat moest toch een geluk zijn, hem openlijk II kunnen toebehooren, aan zijn zijde zooveel geluk en pracht te kunnen genieten. Het was een weelderig, bedwelmend leven, dat Herbert haar schilderde en dat haar me evoerde in zijn maalstroomde feesten op 1 annensee. die^ naar bekoord hadden, waren armzalig daarbij vergeleken, de schitterende pracht van overvloedigen rijkdom en vorstelijk leven ontrolde zich voor haren verbaasden blik. Zij zag het vermoeiende niet in de snelle opeenvolging der verstrooiingen, hetdoodende van die eeuwige wisseling en van diedoorge- zwendelde nachten zij had dit nooit onder vonden. Zij zag alleen het dringen en golven en ware gaarne met Herbert dien stroom me de gevolgd. Maar slechts m e t hem, niet zooals hij alleen. Langzamerhand werd zij door zijn vertellingen bekend met het gezelschap als behoorde zij er toe. Zij onthield de namen der meest beteekenende mannen en der be koorlijkste vrouwen, zij onthield, door welke Herbert werd bevoorrecht en welke hij zelve bewonderde, zij kreeg een begrip van het verkeer in de groote wereld en vond het na tuurlijk, dat hij steeds' minder tijd voor haar over had. Zij voor zichzelve had gaarne kennismaking aangeknoopt met de buren der stille voorstad want zij ondervond een zeer levendige behoefte om nu en dan eens met menschen om te gaan. Rechts van haar huisje woonde eens een oude dame met haren zieken zoon, wier zachte ver standige blik somwijlen aan Magdalena een uitnoodiging scheen te doen, om haar te na deren links woonde een jong echtpaar met twee kinderen, wier lachen en praten haar onwederstaanbaar aantrok, als zij hun heldere stemmen in den tuin hoorde. De vrouw was overdag alleen, evenals zijmaar zij had hare schoone vroolijke knapen. Alle avonden kwam de man, die zijn werkzaamheden had aan een groot handelshuis in de city en jubelend werd hij ontvangen, 's Zondags maakte de kleine tamibe een uitstapje. Dat was toch geheel anders. Magdalena nierkte het niet, dat de vrouw haar eenigszins stijt en met wantrouwenden blik teruggroette toen zij haar den eersten keer hoffelijk goeden dag zeide; zij gevoelde zich zoo levendig aangetrokken tot die kleine familie, dat zij Her- bert verzocht, haar toe staan hen een bezoek te brengen. Dit was de eerste keer, dat zij hem onwillig zag, dat hij haar verzoek bijna met barschheid afsloeg en daarin een verwijt zocht tegen haarzelve. Hij beschuldigde haar, dat zij nu reeds moede en moedeloos was, nu de weg pas was begonnen, hij verweet haar, dat zijn liefde en liet stille bescheidene geluk niet toe reikend scheen voor de aanspraken die zij maakte en bracht daarmede de eerste tranen ui hare oogen. Tranen, welke echtgenoot schuwt ze niet of hij er schuld aan heeft of niet. Er bestaan de meest verschillende wijzen, om die te ver mijden teeder toegeven, verstandig redeneeren en hevig tegengaan; het ergste echter voor een vrouw is, er op een voorname geen notitie van nemen, of wel een koel spotlachen.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1923 | | pagina 1