fto. 2
39Jaarg.
Dinsdag 10 April 1923,
ij is 4# WVake
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
F E UIL LET ON.
Du blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uit ar lijk tot
Dinsdag- en Vrij dag voor middag ELF ure.
Buitenlandsch overzicht.
Wladimir iljitsj Oeljanof, anders ge
zegd Lenin, is in de laatste paar jaren
al zóó dikwijls op sterven na dood ge
weest, dat het met de berichten om
trent zijn gezondheidstoestand al net
is gegaan als met de verhalen van den
jongen met den wolf. Met dat al schij
nen de kameraden in den Uitvoerenden
raad verre van-gerust over hem. Nu
het denkend hoofd van het opperste
sowjet-bestuur tijdelijk is uitgeschakeld,
heett het er veel van weg, dat de
andere volks-gelukkigmakers evenzeer
vreezen hun welbezoldigd baantje te
zullen verliezen, als toen, in den ergsten
tsarentijd, de hofkliek den tsaar doods
benauwd maakte met berichten, dat er
weer een samenzwering tegen hem was
op het getouw gezet. De Ocbrana, de
zeer geheime politie, zette dan zoo'n
zoogenaamde samenzwering in scène,
zorgde voor compromiteerend materi
aal tegenover hen, die zij om de eene
of andere reden en ook wel in den
blinde weg wilde wegwerken huis
zoekingen werden gedaan, waarbij uit
den aard der zaak belastende corres
pondentie, wapens, helsche machines en
hetgeen er verder noodig was werden
gevondenmassa arrestaties hadden
plaats en de maar è,l te serviele rechts
colleges sloegen een vonnis, dat op zijn
minst neerkwam op verbanning naar
Siberië èn in beslagneming van het
geld en de kostbaarheden der veroor-
deelden, waarvan slechts een uiterst
klein gedeelte terecht kwam in de
Staatskas, doch de allergrootste helft
verdween in de zakken van de politie,
van welke de hoogstbezoldigde ambte
naren het grootste aandeel ontvingen.
Nu een aantal pseudo tsaren zenuw
achtig is voor de dingen, die komen
kunnen, heeft de Tcheka de rol van
de zoo terecht verfoeide Ochrana over
genomen en zet zij het zoozeer be
proefde stelsel voort. Ten einde gijze
laars te hebben bij een Putsch van
rechts bij het overlijden van Lenin
zijn vast 70 zeer bekende groot-indu-
strieelen en kooplieden gevangen ge
nomen en, als afschrikwekkend voor
beeld en ten bewijze, dat het gezag
wordt gehandhaafd mef ijzeren hand,
zijn te Toula, te Charkof en te Rostof
tal van massa-executies gehouden.
De hevigste verontwaardiging over
deze verschrikkelijke uiting van ner
vositeit is echter gewekt door het ter
dood brengen van Budkowitsj, den
vicaris-generaal van den Roomsch-
Katholieken aartsbisschop van Peters
burg. Een doodvonnis voor een op
zijn hoogst politiek misdrijf!
Terwijl men aan dezen, mgr. Cieplak,
het doodvonnis niet heeft durven vol
trekken, na de vele ^en ernstige ver-
toogen, welke zoowel uit ^heel Europa
als uit Amerika zijn toegestroomd, heeft
cle Uitvoerende raad weten te beden
ken, dat mgr. Budkowitsj een geboren
Rus was; andere motieven om hem
wiens grootste vergrijp was, dat hij
geen priester was van de Russische
Staatskerk (voorzoover er nog in een
heilstaat, welke alles heeft genivel
leerd, sprake kan wezen van een
Staatskerk) niet te begenadigen,
waren in een handomdraaien gevonden
en Zaterdagochtend om 4 uur heelt de
beul der Tcheka den kerkvorst gedood
door een revolverschot in het hoofd.
Wel zijn ze met blindheid geslagen,
de huidige regeerders van het arme
Russische volk, die in het buitenland
millioenen goudroebels uitgeven om
propaganda te maken voor hun theo
rieën en te zelfder tijd die propaganda
in de waagschaal stellen door een
reeks daden, welke den gewonen, niet-
verlichten, mensch wraak doet roepen
over een stelsel, dat zóó iets gedoogt.
Aan de Wolga l(jden 5 millioen men-
schen honger en hun „vadertjes" zen
den, louter voor reclame, een schip
met Russisch graan naar Hamburg
voor de Ruhr-bevolking. Rusland heeft
brood noodig, dat de handelsbetrekkin
gen met de verfoeide „kapitalistische"
Staten worden hersteld en vraagt
daartoe erkenning van de sowjet re
geering, maar welke weldenkende kdn
zulk een regeering erkennen
Is 't wonder, dat dl meer zich afkee-
ren en dat er weer wordt gefluisterd
„de hand van een moordenaar kan
men niet drukken"
Bij de velen, die hebben geschreven,
dat het bezetten van het Ruhrgebied
door Frankrijk wordt goedgepraat met
volmaakt onjuiste beweringen, heeft
zich óók gevoegd de Italiaansche oud
premier Francesco Nitti, die evenzeer
in de „Pall Mall Gazette" heeft aange
toond, dat het Frankrijk geenszins te
doen is om de uitbetaling der schade
vergoeding, doch vooral om het (jzer-
monopolie in Europa, waartoe het, naast
de ertsen in eigen en voor onbepaal-
den tijd geannexeerd land, noodig heett
de Ruhr-kolen. Ook hij, die toch wel
degelijk achter de schermen heeft kun
nen kijken, ontkent beslist, dat Poin-
caré's dolzinnig optreden geenszins ver
band houdt met de zoogenaamde vei
ligheids-idee.
Trots de ontwapenings-conferentie te
Washington gaat Frankrijk zijn tóch al
verreweg domineerende luchtvloot uit
breiden tot de grootste der wereld en
het wil trachten, op de eerste plaats
Tsjecho Slowakije over te halen, dat
voorbeeld te volgen. Niet wegens mi-
litairisfische aanvechtingen, wel neen,
maar tot bevordering van de nijverheid.
Vliegt Praag op de lijmstok, dan zullen
de overige Staten van de Kleine entente
wel moeten volgen.
Hongersnood in Rusland
Volgens berichten uit de hongerge-
bieden zijn er ongeveer 5 millioen
menschen in het Wolgagebied en de
Krim, zonder nog de Oekrajine mede
te rekenen, die zeer weinig of in het
geheel geen voedingsmiddelen meer
hebben. Er worden veel surrogaten
gebruikt en gevallen van hongerdood
zijn reeds weer voorgekomen.
AXELSCHElSCaïRANT
Telef. AS. - Postgiro 60363.
(Vrij uit het Duitsch.)
Als ooit een gevoel van dankbaarheid Her
berts zelfzuchtig gemoed vervuld had, dan was
het ditmaal, nu de hulp juist bijtijds kwam,
om hem te oehoeden voor de ketenen van een
ongewenscht huwelijk. Geen eerzuchtige
plannen, alleen plannen in verband met zijn
liefde, vervulden hem nu over de gouden
bergen, die Ruben voor zijn verrukte blikken
tooverde, vlood zijn hart heen naar een stil,
gelukkig eiland, waar hij wonen zou met de
geliefde.
Hoe lang voor de liefde bestaat geen tijd
en voorden hartstocht geen duur!
Ditmaal mocht de procureur zich verblijden
in een uitstekende ontvangst op Tannensee
de heer opperjachtmeester noemde hem „mijn
waarde Ruben" en mevrouw de gravin gaf
toe, op aandringen haars zoons, hem aan tafel
te noodigen, wat de oude man intusschen met
hoffelijke beslistheid afwees.
Daarentegen verzocht hij om voorgesteld te
worden aan de jonge gouvernante, aan welke
hij groeten had over te brengen en men liet
haar ijlings verzoeken uit de leerkamer te komen.
Met zichtbare vreugde hoorde zij iets van
Werner, ofschoon zij plotseling met een zacht
zelfverwijt voelde, hoe zelden zij in den laat-
sten tijd nog gedacht had aan den broederlijken
vriend, welk een scheiding het nieuwe geluk
tusschen hen had doen ontstaan en hoe zij
voor de eerste maal haar best had gedaan, om
iets te verbergen. In maagdelijke schaamte
had zij het niet van zich kunnen verkrijgen,
Herberts naam te noemen, terwijl zij dien van
Constantijn vrij en menigvuldig met ongehui
chelde warmte had uitgesproken, en langza
merhand waren haar brieven karig geworden
en hadden hun vertrouwelijk karakter verloren.
Maar de geoefende blik van den ouden
rechtsgeleerde, die gewoon was gedachten uit
te vorschen en woorden te verklaren, vulde
in stilte alle gapingen aan; hij bemerkte spoe
dig, dat andere, meer machtige indrukken de
herinnering aan de eerste jeugd hadden doen
verflauwen, dat Richards beeld verbleekt was
voor de kleurenpracht van het nieuwe leven,
of voor den gloed eener werkelijke liefde.
Dit laatste was in Rubens oogen wellicht
het meest te verontschuldigen geweest, want
het hart laat zich niet dwingen en Magdalena
had, voor zoover hij uit graaf Wolfs aandui
dingen verstaan had, geen verbindende belofte
gegeven. Maar had hij den ontwikkelingsgang
van haar hart juist beoordeeld, zoo dwaalde
hij toch in de keuze van dat hart en liet,
wat hem anders zelden gebeurde, de openbare
meening invloed op hem uitoefenen.
Dat Herbert, de zoon des huizes, die boven
dien door ziekte aan zijn kamer gekluisterd
was, zijn oponthoud op Tannensee verlengde,
was niet meer dan natuurlijk; dat echter
Constantijn zijn afreis zonder grond steeds op
nieuw uitstelde, moest in het oog vallen, en
zooals hij nu aan Magdalerfh's zijde zat en zoo
bedaard, bijna met meerderheid tot haar opzag,
scheen het Ruben toe, als erkende zij reeds
zijn heerschappij. Een gevoel van medelijden
overviel hem als hij eraan dacht, dat zij, die
bestemd was geweest, om het kleinood van
een edel mannenhart te zijn, de speelbal zou
worden van een gewetenloozen dwaas, want
graaf Wolf had immers beweerd, dat Con
stantijn verbonden was door zijn hart of door
zijn eer. Ruben had mogen waarschuwen of
helpen, hij nam zich voor, ten minste ronduit
met Werner te spreken.
„Gij waart mij niet geheel vreemd," zei hij
bij het afscheid nemen,vtoen Magdalena Tietn
bekende, hoezeer het vertrouwelijk uurtje
pratens haar verheugd had, waardoor zij te
ruggevoerd was in een dierbaar verleden,
„neen, gij waart mij niet vreemd. Uw persoon
kwam mij bekend voor door den heer Lenz,
die veel en gaarne over u spreekt; uw trekken
kende ik reeds lang door een prachtige schil
derij, die de heer opperjachtmeester naar Kat-
tenstein gezonden heeft. Ariadne haar lot
was eigenlijk te treurig, dan dat zij aan u uwe
levenslustige hoopvolle trekken zou mogen
ontleenen een Ariadne mag men van u niet
maken."
„Lij is er ook geen zij is een Magdalena,"
zei de kleine Hortense, die mede binnengeko
men was.
Magdalena lachte. „Gij ziet, men heeft geen
gelukkigen naam voor mij gekozen," zei zij,
„gelukkig ben ik niet bijgeloovig. En al ware
ik het Richard Lenz heeft het voorteeken
weggenomen, dat aan dien naam zou kunnen
verbonden zijn, hij noemde mij zijn muze en
als zoodanig ben ik gelukkig en onsterfelijk."
Toen de zaakwaarnemer zich verwijderd had,
deed men geen moeite meer om de blijdschap
te verbergen, waarmede graaf Wolfs groot
moedige boodschap de geheele familie vervuld
had. Magdalena bleef aan zichzelven óverge-
laten bij de verrukking der vreugde de rust
van haar geluk was een klein weinigje ver
stoord. Het broederpaar was haar weder zoo
danig voor den geest gekomen, dat zij zichzelve
afvroeg, of zij wel het recht had, zoo zelf
standig over haar persoon te beschikken, daar
toch haar geheele leven beschermd was ge
worden door de liefde dier beiden, of hét
dankbaar was, hun broederlijk vertrouwen met
stilzwijgendheid te beloonen. De gewoonte
van vroeger dagen, toen zij met Richard haar
geluk, met Werner haar leed pleegde te deelen,
veranderde zij zou voor niets ter wereld
den jongeren broeder hebbfen toevertrouwd,
wat haar het hart zoo vol maakte en zoo
ruim, veel eerder zou zij aan Werner een vol
ledige bekentenis hebben afgelegd. Richards
terugkeer was niet ver meer af, iedere brief
sprak er over; maar had zij vroeger ditoogen
blik toegejuicht, zoo was zij nu volstrekt niet
meer in staat, zich voor te stellen, hoe het
wederzien zijn zou, hoe de toekomstige ver
houding tot hem.
Vreemdsoortige gedachten verduisterden haar
geluk geen schuld, maar onrust; z'ij zou
een gedeelte van haar jonge zaligheid gegeven
hebben voor de zekerhèid, dat Richard ge
lukkig was.
Door het onverhoopt geluk werd de reeds
bepaalde afreis der familie opnieuw vertraagd
beraadslagingen en schikkingen omtrent Her
berts nieuw levenspad deden op aangename
wijze de uren voorbijgaan en in de trotsche
zekerheid aan alle eischen tot een schitterend
winterseizoen dit jaar volop te kunnen voldoen,
haastte de gravin zich niet, om gevolg te geven
aan de eerste oproeping.
Maar ook van Herberts huwelijk was geen
sprake meer, men kon hem nu daarvan ont
slaan en de gravin wenschte hem geluk daar
mede, niet als had hij een geluk opgegeven,
maar er een gewonnen.
„Goed geeft moed," zei de trotsche gravin
triomfeerend tot haar echtgenoot, „Herbert
mag nu kiezen, waar en wanneer hij wil."
Zij liet het zich om zijnentwille welgevallen,
dat het oponthoud op Tannensee van den eenen
dag tot den anderen verlengd werd, want hij
bleef tot den uitersten termijn en de opper
jachtmeester moest hem ten laatste dringen,
om het onvermijdelijk noodzakelijk oponthoud
in de residentie niet al te zeer te bekorten.
Ieder had hierbij zijn eigen meening. Waar
de opperjachtmeester deze plotselinge zucht
tot het familieleven hield voor een ernstige
bekeering van tallooze dwaasheden, waar de
gravin dezelfde beschouwde als kinderliefde,
daar kwam Constantijn de waarheid veel
nader en Magdalena alleen had volkomen ze
kerheid. Het viel Herbert ontzachlijk zwaar
van haar te scheiden, want de onverwachte
wending van zijn lot had zijn plannen een
nieuwe richting gege eu.
(Wordt vervolgd)